Vrouwelijke academici zijn hun achterstand in het verkrijgen van onderzoeksgeld gestaag aan het inlopen. Vrouwen hebben nu zelfs meer kans op toekenning van de meest voorkomende NWO-beurs dan mannelijke onderzoekers.
Dat blijkt uit een statistische analyse van aanvragen voor onderzoeksgeld bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) door drie onderzoekers uit Groningen, Leiden en Amsterdam. Ze publiceerden hun bevindingen in het tijdschrift Plos One, dat zich sterk maakt voor wetenschap ten dienste van de samenleving.
Natuurkundige Sense Jan van der Molen, socioloog Thijs Bol en statisticus Casper Albers analyseerden 16.249 beursaanvragen bij NWO van 2012 tot juli vorig jaar, waarvan 2.449 werden toegewezen. Van de aanvragen door vrouwen (6.907) had 15,4 procent succes, bij de mannen (9.342 aanvragen) slaagde 14,8 procent. Het „verrassende” verschil trad in de loop der jaren in alle sectoren op bij de Veni-beurzen, de meest populaire. Bij de andere-beurzen in het NWO-Talentenprogramma, de Vidi en Vici, met veel geringere aantallen, werden geen statistisch significante genderverschillen gevonden.
Beginnende onderzoekers
De ‘Veni’ is een van drie NWO-beurzen, vernoemd naar een gevleugelde uitspraak van Julius Caesar: veni, vidi, vici (‘ik kwam, ik zag, ik overwon’). De beurs, maximaal zo’n drie ton, is bestemd voor beginnende onderzoekers, tot drie jaar na een promotie. De ‘Vidi’-beurs (ten hoogste 850.000 euro) is voor ervaren onderzoekers tot acht jaar nadat ze zijn gepromoveerd, de meest prestigieuze beurs, de ‘Vici (tot 1,5 miljoen euro) kan in de regel worden aangevraagd tot vijftien jaar na een promotie.
De nieuwe studie bouwt voort op een geruchtmakend onderzoek uit 2015 van de sociaal psychologen Romy van der Lee en Naomi Ellemers, dat leidde tot Kamervragen en ophef in de media. Dat onderzoek wees uit dat vrouwen minder vaak een Veni-beurs kregen, terwijl hun voorstellen even goed werden beoordeeld. NWO besloot op basis van de uitkomsten de procedure te herzien. Onder meer met trainingen voor beoordelaars om zich bewust te worden van ‘impliciete vooroordelen’. In de instructies werd ‘masculien’ taalgebruik („avontuurlijk”, „excellent”) vervangen door genderneutraal idioom.
Bij het interpreteren van de uitkomsten van hun eigen onderzoek houden de drie onderzoekers ook een slag om de arm. Ze benadrukken dat hun analyse correlaties blootlegt, maar geen causaliteit (oorzaken). Effect van de maatregelen die NWO na 2015 trof ligt voor de hand maar, aldus een van de onderzoekers op X, is met de analyse niet bewezen.
Wel wijzen ze erop dat vrouwen nog altijd eerder dan mannen de academische wereld lijken te verlaten. Hun aandeel in de NWO-beurzen daalt van de Veni voor beginners (46 procent) via de Vidi (40 procent) tot de Vici (33 procent) voor onderzoekers met een langere loopbaan.
Shakib Sana werkt al veertien jaar als huisarts. Al die jaren heeft hij niet één keer een patiënt met mazelen gehad – tot onlangs ineens verschillende kinderen met symptomen van mazelen in zijn spreekkamer in Leerdam kwamen. „Om zeker te weten dat het mazelen waren, moest ik het medisch handboek erbij pakken en overleggen met een collega en een kinderarts”, vertelt Sana.
De mazelen zijn terug in Nederland, met onder meer een uitbraak in Eindhoven in maart. Kinkhoest is ook aan een opmars bezig en doodde inmiddels vier baby’s in 2024. „Vorig jaar hadden we in Amsterdam in het eerste kwartaal één geval van kinkhoest”, vertelt wethouder Alexander Scholtes (Publieke Gezondheid, D66). „Dit jaar hebben we in dezelfde periode al 250 gevallen.”
Dat komt doordat te weinig kinderen zijn gevaccineerd met de BMR-prik (bof, mazelen, rode hond) en de DKTP-prik (difterie, kinkhoest, tetanus, polio). Alleen als negen van de tien kinderen zijn gevaccineerd, is er voldoende groepsbescherming – ook voor baby’s, die pas na negen maanden gevaccineerd kunnen worden. In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht ligt bij kinderen van twee jaar de vaccinatiegraad onder de kritische grens van 90 procent.
Binnen de grote steden zijn de verschillen groot. In 40 van de 136 wijken ligt de vaccinatiegraad onder de kritische grens, blijkt uit een overzicht dat NRC maakte. Een wijk in Amsterdam-West scoort zelfs maar 69,5 procent (DKTP) en 64,6 procent (BMR). Slechts bij tien wijken in de grote steden, waaronder een in Amsterdam-Centrum, komt bij mazelen (BMR) de vaccinatiegraad uit boven de ideale grens van 95 procent.
Omdat mazelen zo’n besmettelijke ziekte is, zouden hiertegen eigenlijk 95 van de 100 kinderen gevaccineerd moeten zijn. „Het is bijna wachten tot hier ook een mazelenuitbraak komt”, zegt de Amsterdamse wethouder Scholtes. „Mazelen en kinkhoest zijn daarbij de eerste ziekten die doorbreken bij een lage vaccinatiegraad, het topje van de ijsberg van alle infectieziekten.”
Daarom liet de Haagse wethouder Hilbert Bredemeijer (Jeugd, CDA) onlangs als eerste een rapport opstellen over de vaccinatiegraad op wijkniveau. In sommige wijken van Den Haag is die onder de 80 procent gedaald. Vervolgens gaven de drie andere grote steden op verzoek van NRC ook de vaccinatiecijfers per wijk. „De vaccinatiegraad zit nu op een heel zorgwekkend niveau”, zegt Bredemeijer. „Over dit thema moeten we als maatschappij nou eens een goede discussie voeren. Die begint ermee dat je achterhaalt in welke wijken de vaccinatiegraad te laag is.”
Arme wijken
Waarom laten zo weinig ouders hun kinderen vaccineren? Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geeft enkele, nogal uiteenlopende verklaringen in zijn jongste rapportage over het Rijksvaccinatieprogramma. Sinds de coronapandemie is het vertrouwen van burgers in de overheid gedaald. Op sociale media circuleren fabels over schadelijke effecten van de vaccins. Nogal wat ouders zagen de brief over de BMR- en DKTP-prikken aan voor een oproep voor de coronaprik en gooiden die ongeopend weg.
Het klinkt Shakib Sana bekend in de oren. Als huisarts in de Rotterdamse wijk Delfshaven (DKTP: 76 procent, BMR: 79 procent), waar hij tot voor kort werkte, heeft hij veel met patiënten en collega’s gesproken over wel of niet vaccineren. Tijdens de coronapandemie ging Sana op de markt zelfs in gesprek met onbekenden over hun twijfels over de vaccinatie tegen corona. Hij stond mede aan de wieg van de Twijfeltelefoon waar mensen over allerlei gezondheidskwesties vragen kunnen stellen aan studenten geneeskunde.
Lees ook Welke vragen komen er binnen bij de Vaccinatie Twijfeltelefoon?
„In mijn ervaring zijn er grofweg drie soorten vaccinweigeraars”, vertelt Sana, die is gepromoveerd op gezondsverschillen in achterstandswijken. „Eén: mensen met religieuze argumenten, vaak orthodox-protestant. Twee: mensen die weloverwogen besluiten dat het beter is om hun kind niet te vaccineren, maar kinderziektes te laten doormaken. Drie: mensen met een migratieachtergrond.” Bij die laatste personen tekent hij aan: „Dat komt niet door hun cultuur of religie, maar door hun zwakke sociaal-economische positie.”
Wie de cijfers over het vaccineren in een wijk vergelijkt met die over de inkomens daar, ziet dat een lage vaccinatiegraad inderdaad vaak hand in hand gaat met armoede. De Amsterdamse wijk met de lage vaccinatie-score behoort ook tot de armste wijken van Nederland. De wijken die een onvoldoende scoren in Rotterdam, Den Haag en Utrecht zijn overwegend de wijken met veel arme inwoners.
‘Booster’
Hoe komt het dat mensen met een laag inkomen zo terughoudend zijn met vaccineren? „Dat is geen kwestie van niet willen, maar vooral van niet weten”, zegt Aziz Kalla. Hij is wijkverpleegkundige bij Kleurrijk Zorg in Utrecht en werkt in de wijk Overvecht (DKTP: 86,4 procent, BMR: 85,9 procent). „Je zou ook kunnen zeggen dat de mensen er niet aan toe komen om zich goed te verdiepen in de vaccinaties.”
In Overvecht wonen veel mensen met een migratieachtergrond en weinig geld. „De coronapandemie heeft er heel erg ingehakt”, vertelt Kalla. „Bewoners zijn toen vereenzaamd en eenzaam gebleven. Daarna heeft de inflatie de boodschappen duurder gemaakt. Veel mensen zijn bezig met overleven. In het hoofd is vaak niet veel ruimte voor gedachten over vaccinaties.”
Dan hoeft er volgens Kalla maar dát te gebeuren, of mensen denken: laat die vaccinatie maar zitten. „In een oproepbrief werd de herhaalprik booster genoemd. Dat is bij een aantal mensen verkeerd gevallen, omdat ze bij dit woord denken aan het coronavaccin.” Enkele keren hoorde Kalla de fabel dat een vaccin autisme kan veroorzaken. „Vaker zeggen mensen: ‘Het gaat toch goed? Die ziekten zijn er toch nauwelijks meer?’ Dan zeg ik: ‘Dat komt doordat zoveel ouders hun kinderen laten vaccineren’.”
Sleutelpersonen
Dit soort gesprekken voert Kalla onder de vleugels van Stichting Sleutelpersonen Utrecht (SSU), die met subsidie van de gemeente in enkele wijken actief is. „Sleutelpersonen als Aziz Kalla kennen de wijk, de werkvloer van de samenleving”, zegt de Utrechtse wethouder Eelco Eerenberg (Volksgezondheid, D66). „Zij snappen de dilemma’s van de bewoners en kunnen helpen om de twijfels van ouders weg te nemen.”
Kalla, die opgroeide in Overvecht, voerde tijdens de coronapandemie campagne voor vaccineren. „Bewoners vroegen mij vooral: ‘Aziz, heb je hem zelf genomen?’ Ze vertrouwen mij, omdat ze me kennen.” Nu maakt Kalla voorlichtingsfilms waarin hij bijvoorbeeld GGD-artsen interviewt: „Natuurlijk kan je ook een video maken met alleen de expert, maar het helpt dat mensen zien dat ik die vragen stel.”
Utrecht zou graag ook praktische obstakels uit de weg ruimen, zegt wethouder Eerenberg: „Voor iemand die in Overvecht woont, is een vaccinatie in de Jaarbeurs ver weg. Idealiter hebben we straks net als tijdens corona weer een kleinschalige locatie bij een winkelcentrum, waar je bij wijze van spreken het doen van boodschappen kan combineren met het halen van een prik.” Utrecht heeft vooralsnog voor maar drie van zulke locaties geld vrijgemaakt.
Amsterdam is al verder met zo’n kleinschalige aanpak, met op twintig locaties wekelijkse en maandelijkse inloopspreekuren voor kinderen en jongeren. „Ik ken een voorbeeld van een moeder uit Zuidoost die niet met haar drie kinderen in de metro naar de Ziggo Dome kwam, maar wel naar het inloopspreekuur in de buurt”, vertelt wethouder Scholtes. Daarnaast heeft de GGD nieuwe oproepen verstuurd voor inhaalprikken.
De aanpak werkt, in combinatie met extra voorlichting en de inzet van sleutelpersonen. De opkomst is bij de DKTP- en BMR-vaccinaties fors verhoogd – zij het nog niet voldoende. De extra inzet heeft Amsterdam vorig jaar wel acht ton extra gekost. „Veel gemeenten kunnen zo’n bedrag niet betalen”, zegt Scholtes. Gemeenten krijgen geld voor de basis – het uitnodigen en inenten – en zouden volgens hem voor extra inspanningen extra geld moeten krijgen van het Rijk: „Het is het RIJKSvaccinatieprogramma.” In een brief aan het kabinet hebben de verantwoordelijke wethouders van de vier grote gemeenten onlangs gevraagd om extra geld voor hun campagnes in de wijken.
Die campagnes zijn soms een lastige puzzel, doordat niet alle wijken passen in het patroon hoe-armer-hoe-minder-prikken. De Amsterdamse wijk Geuzenbuurt is arm maar heeft een hoge vaccinatiegraad (DKTP: 96,8 procent, BMR 90,3 procent). Het van oudsher arme Zeeheldenkwartier krijgt steeds meer inwoners met een goed inkomen, maar ziet de vaccinatiegraad sinds de coronapandemie alleen maar afnemen (DKTP: 80,5 procent, BMR: 79,3 procent). „Dat is een wijk met gemiddeld hoogopgeleide jonge professionals”, zegt de Haagse wethouder Bredemeijer. „Die bewoners zijn echt een nieuwe doelgroep, waarin we ons moeten verdiepen.” Mogelijk speelt desinformatie hier een rol.
Gemeenten moeten die puzzel zelf leggen, want vooralsnog komt er geen extra geld van het Rijk. „Heel zuur”, vindt Bredemeijer. „Het gaat wel om de gezondheid van onze kinderen.” Vier dode baby’s door kinkhoest lijkt misschien niet veel, zegt huisarts Sana: „Ze hadden wel een heel leven voor zich, van pakweg tachtig jaar. Dat zijn, zoals dokters vaak zeggen, 320 verloren levensjaren.”
Demissionair minister-president Mark Rutte (VVD) heeft koning Willem-Alexander op X gefeliciteerd met zijn verjaardag. Nederland wenst hij een „hele fijne en gezellige Koningsdag”.
Felicitaties zijn er ook vanuit Washington. In een verklaring wenst de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken Nederlanders een fijne Koningsdag en feliciteert hij Willem-Alexander met zijn verjaardag. Blinken zegt dat de Verenigde Staten trots zijn op de band en vriendschap met Nederland. Al is die gedeelde geschiedenis niet „altijd perfect” geweest. Blinken refereert daarbij aan het slavernijverleden en complimenteert de manier waarop Nederland daar recent mee om is gegaan.
In Emmen zijn inmiddels de eerste oranjefans al gespot langs de wandelroute van de koninklijke familie. Die gaat om 11 uur van start.
Lees ook Nederland maakt zich op voor Koningsdag, vertrouwen in koning stabiel
De steun voor de monarchie in Nederland is voor het vierde jaar op rij stabiel. Dat geldt ook voor het vertrouwen in koning Willem-Alexander. De monarchie kan nog wel op steun van een meerderheid van de Nederlanders rekenen, maar die steun is lager dan voor de coronacrisis. Dat blijkt zaterdag uit de jaarlijkse NOS Koningsdag-enquête, die is uitgevoerd door onderzoeksbureau Ipsos I&O onder 1.015 personen.
Volgens de onderzoekers lijkt het draagvlak voor de monarchie door de affaires in de coronacrisis blijvende schade te hebben opgelopen. Ondervraagden noemden onder meer de vakantie in Griekenland van Willem-Alexander en zijn gezin tijdens een lockdown als een reden voor minder vertrouwen.
Ook de tevredenheid over de koning is sinds de coronacrisis structureel lager. Willem-Alexander krijgt in 2024 een 6,6 van de Nederlanders, vergelijkbaar met vorig jaar toen het om een 6,5 ging. In 2020 kon hij nog rekenen op een 7,7. Jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 35 jaar zijn minder tevreden over hoe hij zijn rol vervult: waar 51 procent vorig jaar nog vertrouwen in hem had, is dat dit jaar 41 procent. Ouderen van 55 jaar en ouder zijn met 47 procent bijna net zo tevreden over Willem-Alexander als een jaar eerder. Koningin Máxima blijft stabiel, met een 7,3.
Lees ook Nederland maakt zich op voor Koningsdag, vertrouwen in koning stabiel