NPO Start heeft bijna alle problemen met de app opgelost: ‘Er is terecht zo veel geklaagd’

„Als je wil dat de NPO wordt wegbezuinigd, vooral zo doorgaan met deze app”, schreef een klager op recensiesite Trustpilot. Een ander: „Onvoorstelbaar slecht… Zo jammer, want het achterliggende aanbod is de moeite waard.”

Na de lancering eind vorig jaar van een nieuwe app voor NPO Start, het streamingplatform van de publieke omroep, regende het klachten van gebruikers. Een serie weggevallen functies leidde al snel tot slechte waarderingen op beoordelingswebsites. Van 1.300 beoordelingen van NPO Start op Trustpilot heeft ruim 90 procent één ster, op een schaal tot vijf.

De nieuwe NPO Start app werkte plotsklaps niet meer op oudere smart-tv’s van Samsung, LG Philips en Sony. Daarnaast kende de app zelf veel gebreken, zoals het weggevallen van opgeslagen favoriete programma’s, een manke zoekfunctie, storingen met Apple TV en, in mindere mate, met Android. Begin februari beloofde de NPO herstel van de problemen binnen twee weken, maar pas na twee maanden was vrijwel alles verholpen. Zo is het sinds april weer mogelijk om favoriete programma’s op te slaan, maar het weggevallen aparte profiel voor kinderen is nog steeds niet beschikbaar. „We stonden onder grote tijdsdruk, er is terecht zo veel geklaagd”, zegt de leider van NPO Start, Mezen Dannawi.

Instortingsgevaar

Dannawi begon bij de publieke omroep als dj bij jongerenradiostation FunX en leidt NPO Start sinds 2017. Hij is technisch afhankelijk van het team van Sebastiaan Popma, producteigenaar van NPO Start.

Waarom die haast met de introductie in november vorig jaar? Dannawi en Popma wijzen op de noodzaak van een grote „dubbele vernieuwing”: de app met al zijn functies moest tegelijkertijd vernieuwd worden met de infrastructuur waarop die app draait. „Het platform had instortingsgevaar bij grote aantallen kijkers tegelijkertijd, zoals bij voetbalwedstrijden en verkiezingsuitslagen”, aldus Popma. De continuïteit van de infrastructuur had prioriteit boven de functionaliteit van de app.

Maar waarom dan een nieuwe app lanceren waarin oude functies ontbraken? „We moesten wel live gaan met de nieuwe app in november. Het aflopende contract met een externe partij mochten we vanwege aanbestedingsregels niet verlengen. De auto moest blijven lopen, het dashboard moesten we dan maar noodgedwongen incompleet introduceren.” Omdat de publieke omroep vanuit de overheid wordt gefinancierd vallen facilitaire uitgaven onder Europese aanbestedingsregels, tv-programma’s zijn daarvan uitgesloten.

De nieuwe app zou betere ‘personalisatie’ brengen met aanbevelingen op grond van ‘smaken’. Maar ook daarover wordt geklaagd door gebruikers op recensiewebsites. De aanbevelingen zijn in de praktijk vaak irrelevant. Zo krijg je na het bekijken van Indonesia Roept vijf series over Indonesië aanbevolen of na De Joodse Raad nog meer oorlog. Terwijl je even genoeg hebt.

Lees ook
Baby Reindeer, Ripley en Fallout – dit zijn de beste series van het moment

Baby Reindeer.

Dannawi en Popma hebben er echter vertrouwen in dat de aanbevelingen na de moeilijke introductieperiode een grote verbetering zullen zijn. Ze zijn geënt op waarderingen van programma’s door een panel met 10.000 Nederlanders, met acht waarden waaronder ‘gevarieerd’ en ‘betrouwbaarheid’. Dat zet NPO om in een algoritme dat individuele kijkers aanbevelingen biedt.

Dannawi: „Daar zijn we trots op, want we hebben samen met universiteiten het algoritme laten bouwen met publieke waarden als pluriformiteit en verbreding van interesses, met een representatief panel. Anders dan commerciële algoritmes die meer van hetzelfde aanbevelen voor maximale kijktijd. Dus wij gebruiken data om je te bedienen, niet om aan je te verdienen.”

Veel hoger budget

NPO Start biedt gratis zeven dagen lang programma’s van NPO-zenders, die ook live online beschikbaar zijn. Abonnees van NPO Plus betalen 2,95 euro per maand om programma’s een jaar lang te kunnen terugkijken en series eerder te kunnen zien dan op lineaire tv.

De ruim 35 euro per abonnee per jaar levert de NPO met het huidige aantal gebruikers 28 miljoen euro op. Dat wordt vooral aan extra rechten uitgegeven omdat programma’s voor Plus-abonnees een jaar lang beschikbaar moeten zijn, aldus de NPO. De publieke omroep maakt niet bekend aan welke programma’s en rechten het geld precies wordt besteed.

Zoals krantenuitgevers strijden met Meta, Google en TikTok, zo treffen NPO, RTL en Talpa giganten als Netflix, HBO Max en Prime. Publiek geld en kennis en ervaring van taal, cultuur, kijkvoorkeuren, en originele producties moeten de NPO sterk houden. En: investeringen in eigen streamingdiensten. In de NPO-begroting voor 2024 is 75 miljoen euro uitgetrokken voor NPO Start, 30 miljoen meer dan in 2023. Dit gaat ten koste van het budget voor lineaire televisie.

We moesten wel live gaan met de nieuwe app in november

Dat extra geld gaat vooral naar nieuwe streamingseries, specifiek voor NPO Start en ontsluiting van omroeparchieven. Bijvoorbeeld van programma’s als Andere Tijden, dat nu nog noodgedwongen naar YouTube verwijst. Daarnaast onderzoekt de NPO het samengaan van Start (video) en Luister (radio/podcast), een dienst die de Vlaamse publieke omroep VRT al aanbiedt.

De NPO weet begin april nog niet hoe het hoge budget voor ‘Start-only’-titels’ voor 2024 wordt verdeeld. „We zitten midden in de intekening door omroepen. We vragen vooral spannende, doorlopende verhalen zonder wekelijkse spanningsboog, die meer binge-waardig zijn. En gericht op publieksgroepen die lineair afhaken, vooral jongeren”, zegt Dannawi.


Paranormale lol met twee dode detectives

De Britse schrijver Neil Gaiman heeft het geluk dat hij slechts ‘langzaamaan’ beroemd is geworden, schreef hij afgelopen week nog op het socialemediaplatform Bluesky. Hij begon als journalist, werd stripboekenschrijver en tuimelde daarna de wereld van de romans in. Daar hád hij kunnen blijven. Maar Hollywood ontdekte zijn werk halverwege de jaren nul. Sinds het succes van kinderfilm Coraline (2009) rolt de kei van Gaimans beroemdheid steeds sneller naar beneden.

Werk van Gaiman is nou eenmaal onmiddellijk herkenbaar: hij verbindt in al zijn boeken oude sprookjes met moderne verhalen. Wat gebeurt er als de mens in aanraking komt met het mythische? Wat kan dat ons vertellen over het menselijk hart? Wie antwoord wil op die vraag, kan op dit moment bij drie nog lopende tv-series terecht: het humoristische Good Omens (2019) dat christelijke dogma’s onder de loep neemt, het episch-duistere maar diep humanistische The Sandman (2022) en, sinds afgelopen week, jongerenserie Dead Boy Detectives, gebaseerd op Gaimans strips en geleid door tv-schrijver Steve Yockey, dat een young-adultsausje uitgiet over de gebruikelijke Gaiman-thematiek.

Zestienjarigen Edwin Paine (George Rexstrew) en Charles Rowland (Jayden Revri) zijn beste vrienden die samen vanuit hun kantoortje in Londen mysteries oplossen. Ze hebben slechts één regel: ze nemen alleen zaken aan die niemand anders kan oplossen. Want: Edwin en Charles zijn allebei al decennialang dood, ontsnapt aan het hiernamaals, en kunnen gaan waar niemand anders kan gaan.

In de eerste aflevering lopen ze Crystal Palace (Kassius Nelson) tegen het lijf, een tienermeisje met paranormale gaven en een blanco geheugen. Terwijl ze Crystal proberen te helpen, raakt het tweetal verwikkeld in een reeks grotere mysteries – en worden ze op de hielen gezeten door zowel de woedende heks Esther (Jenn Lyon) als een ambtenaar van het hiernamaals, gespeeld door Ruth Connell.

Jenn Lyon als de heks Esther Finch.
Beeld David Bukach / Netflix

Dead Boy Detectives is puur Gaiman, met zijn charmante personages vol eigenaardigheden die met goede moed het bovennatuurlijke en het traumatische tegemoet treden. Sommige acteurs grijpen de kans met beide handen aan – zeker Jenn Lyon, die de ijdele, ongevoelige Esther zo volpropt met charisma dat je je ogen moeilijk van haar kan afwenden. Anderen, zoals Nelson, worstelen zichtbaar met de gestileerde dialogen. En tja: de grappen (geslaagd en minder geslaagd) volgen elkaar soms wel heel snel op.

Gelukkig weet het centrale duo wel raad met de materie. De ingetogen, bitse Edwin (gestorven in 1916) krijgt in handen van Rexstrew een fijn emotionele ondertoon terwijl hij worstelt met zijn seksualiteit en de gruwelen van de hel waaraan hij ontsnapt is. De gemakkelijke charme van jarentachtigkindje Charles houdt de serie warm, zonder dat Revri de energie van zijn onderhuidse woede uit het oog verliest.

De chemie tussen die twee blijkt van levensbelang. Merkbaar heeft de serie moeite om het juiste tempo te vinden. De eerste paar afleveringen vliegen lekker voorbij, met elke keer een interessant mysterie dat aan het einde is opgelost. Zodra het centrale verhaal rond de heks en de ambtenaar weer bovendrijft, racet Dead Boy Detectives te hard door het plot (een belangrijke verhaallijn draait om een personage dat wel héél snel gevoelens voor Edwin ontwikkelt) of slentert het juist. Misschien was dit wel beter een ‘mysterie van de week’-reeks gebleven.

Lhbti-thema’s

Maar gelukkig gaat het niet altijd mis: zo maakt schrijver Steve Yockey dankbaar gebruik van connecties met ander Gaiman-werk. De twee detectives werden ooit geïntroduceerd als onderdeel van strip The Sandman, maar in eerste instantie mocht Yockey vanwege rechtenkwesties niet verwijzen naar de Netflix-verfilming van de Sandman-strips. Dead Boy Detectives zou namelijk op de concurrerende streamingdienst HBO Max worden getoond als spin-off van een andere stripverfilming, Doom Patrol. Met de verhuizing naar Netflix zat Dead Boy Detectives ineens in dezelfde stal als Sandman, en Yockey greep zijn kans. Hij vroeg Gaiman om een aantal scènes met Sandman-personages op papier te zetten. De haakjes met Sandman verdiepen de centrale vragen van de reeks over menselijkheid en het hiernamaals zónder onmiddellijk het tempo weer omlaag te trekken.

https://youtu.be/N09_1kXJ4uM?si=Cs7jcAO-KOuv5qvZ

Hoewel Gaiman nauw betrokken was bij zowel Good Omens als The Sandman, blijft hij hier verder op de achtergrond. Toch is het lastig om deze reeks niet in het verlengde van die twee te zien. Al is het maar omdat de queerheid van zijn werk steeds nadrukkelijker aanwezig is: Gaiman, zelf heteroseksueel maar zeer betrokken met de lhbti-gemeenschap, verwerkt al sinds de jaren tachtig homo- en biseksuele en transgender personen in zijn verhalen. Hollywood leek wat bangig om dat aspect van zijn boeken aan te raken.

Met een enkele zijverhaalijn in de Gaiman-boekverfilming American Gods (2017) begon daar verandering in te komen. Toch werd Gaiman na het eerste seizoen van Good Omens nog beticht van ‘queerbaiting’, het hinten op homoseksuele relaties zonder van plan te zijn om er ooit iets mee te doen. Dat gebeurt sinds de jaren negentig veel in genreseries die wél een lhbti-publiek willen aanspreken, maar bang zijn om andere kijkers af te stoten. In seizoen twee maakte hij de hints expliciet. Ook The Sandman ging de queerness van verschillende personages niet uit de weg.

Dead Boy Detectives voelt als een vervolgstap: zowel in verschillende bijpersonages als in de complexe, moeilijk te definiëren vriendschap tussen Edwin en Charles. Er bungelt geen queer lokaas aan deze hengel; dit is een flinke maaltijd voor Gaimans groeiende lhbti-fanleger.


Duitse onderzoeker: ‘Radicaal-rechtse media zijn een eenvoudig te maken product’

Het was een buitengewone gebeurtenis: het radicaal-rechtse Duitse magazine Compact riep kiezers op om de radicale anti-immigratiepartij Alternative für Deutschland (AfD) financieel te steunen bij de komende Europese en regionale verkiezingen. „Laten we helpen om veel nieuwe stemmers voor de AfD te werven”, schreef de hoofdredacteur van het maandblad, Jürgen Elsässer, eind januari bij zijn oproep geld in te zamelen.

Ongeveer 60.000 euro was al binnen, nog eens 30.000 euro ontbrak om een groot concertpodium te financieren, waarmee AfD-politici door het land zouden reizen en bij de verkiezingen voor een „rechtse golf” in Duitsland zouden moeten zorgen. Maar dat lijkt er niet van te komen.

Volgens interne rapporten van de AfD, waaruit de Berlijnse krant taz citeert, moet de radicaal-rechtse partij de geplande donatie van Compact afwijzen, als ze zelf niet in de problemen wil komen. De partij gaat ervan uit dat de donaties niet zijn toegestaan, omdat de oorspronkelijke donateurs anoniem blijven. Zogeheten ‘stroman-donaties’, waarbij de geldgevers onbekend blijven, zijn illegaal onder de Duitse partijenwetgeving. De AfD werd in 2021 al eens veroordeeld tot een boete van 400.000 euro vanwege een illegale partijdonatie.

Lees ook
Politicus pleit voor verbod van de AfD

Demonstratie tegen de AfD bij de  Brandenburger Tor in Berlijn, met als motto ‘Verdedig de democratie’, zondag.

Radicaal-rechtse media, die zoals in het geval van Compact actief politieke partijen steunen, zijn wijdverbreid in Duitsland. Volgens een wetenschappelijk onderzoek uit 2022 heeft het maandblad met ongeveer 600.000 maandelijkse websitebezoekers en 33.000 volgers op X, niet eens de meeste lezers. Media als Reitschuster en Tichys Einblick zijn tijdens de coronapandemie gegroeid en halen ongeveer 5 miljoen websitebezoekers per maand en hebben elk meer dan 100.000 Twitter-volgers en YouTube-abonnees.

Felix Schilk doet aan de universiteit van Tübingen onderzoek naar rechtse platforms in Duitsland en Europa. Hij specialiseert zich in de marktomstandigheden waarin ze afgelopen jaren tot bloei zijn gekomen.

Duitsland heeft zo’n vijftien media in het radicaal-rechtse spectrum. Hoe overleven ze in tijden van financiële problemen in de hele mediabranche?

„De markt is sterk gediversifieerd. Nieuwe online projecten richten zich op de typische neonazistische, geschiedenisrevisionistische onderwerpen, maar hebben daarnaast ook een populistische uitstraling. Ze proberen te schrijven over onderwerpen die ook conservatieve kiezers die CDU stemmen aanspreken.

„Een andere ontwikkeling is dat er de afgelopen tien jaar veel nieuwe media zijn opgericht met steun van rijke ondernemers, zoals momenteel te zien is bij het rechtse platform Nius van voormalig Bild-hoofdredacteur Julian Reichelt. Zijn project wordt gesteund door de Duitse miljardair Frank Gotthardt.”

Hoe verklaart u die ontwikkeling?

„Het gaat erom invloed uit te oefenen op het politieke discours. Magazines als Compact of Nius hebben niet zo veel last van de moeilijke marktomstandigheden, omdat ze meer opiniebedrijven zijn dan klassieke media. Compact heeft naast tijdschriften ook een webshop, organiseert conferenties, gaat naar demonstraties.

Een cover van het blad Compact uit 2022.
Beeld: Compact

„Deze radicaal-rechtse media leven daarnaast deels ook van donaties. Er zijn veel radicaal-rechtse mensen die welgesteld zijn, middelgrote ondernemers bijvoorbeeld. Zij voeden de beweging. Een groot onderzoek van Der Spiegel toonde onlangs aan dat enkele ondernemers bedragen van vijf tot zes cijfers aan Compact doneren.”

TikTok verandert het mediagebruik van veel mensen volledig. Heeft dit ook invloed op de radicaal-rechtse media in Duitsland?

„Ik ben nog niet echt gestuit op nieuwrechtse media op TikTok. De AfD is wel erg aanwezig op het medium. We weten dat de AfD veel geld investeert in haar TikTok-strategie en dat toespraken in het parlement en televisieoptredens zich goed lenen om vervolgens in stukjes op TikTok te worden geüpload.”

Hoe kon er zo’n markt voor nieuwrechtse media ontstaan? Hebben traditionele media bepaalde onderwerpen laten liggen, een lacune laten ontstaan?

„Ik heb een probleem met de term ‘lacune’. Natuurlijk voorzien radicaal-rechtse media in een behoefte, maar dat is een breed begrip. Er is ook behoefte aan afleiding, aan reclame, aan sensationeel nieuws. Het is alleen de vraag hoe je daarmee omgaat, of je deze behoeften versterkt.”

Je hoeft alleen maar het onderwerp te kiezen, maar in welke grote verhalen je het plaatst, met welke vijandbeelden je werkt, dat is eigenlijk altijd hetzelfde. Daarom wordt het internet overspoeld met deze platforms.

Wat bedoelt u daarmee?

„Radicaal-rechtse media zijn een heel eenvoudig te maken product, omdat de makers niet veel onderzoek hoeven te doen of zorgvuldigheid hoeven te tonen. In principe staat wat ze schrijven al min of meer vast. Je hoeft alleen maar het onderwerp te kiezen. In welke grote verhalen je het plaatst, met welke vijandbeelden je werkt, dat is eigenlijk altijd hetzelfde. Daarom wordt het internet overspoeld met deze platforms.”

Na een onthulling dat er door Duitse politici van onder meer de AfD werd gesproken over deportaties van migranten en mensen met een migratie-afkomst, protesteerden wekenlang elk weekend duizenden mensen tegen de AfD. Hebben deze demonstraties invloed op de berichtgeving in de rechtse media?

„Vrij snel werd geprobeerd het verhaal een andere kant op te duwen en de reputatie van Correctiv, het onderzoekscollectief dat de onthullingen deed, in twijfel te trekken. In radicaal-rechtse media verschenen toen verhalen dat er een samenwerking was tussen Correctiv en Facebook. Dat klopt, maar het is niet problematisch. Facebook werkt met veel fact checkers samen om zijn algoritmes beter te maken in het detecteren van desinformatie.”

U analyseert radicaal-rechtse mediaplatforms in Europa. Ziet u overeenkomsten tussen de landen?

„De zogenoemde ‘alternatieve media’ die in Europa circuleren, houden elkaar in de gaten. Ze leren van elkaar, behandelen vergelijkbare onderwerpen en interviewen zelfs dezelfde mensen.

„Onlangs onthulde de Tsjechische inlichtingendienst dat het radicaal-rechtse, Europese nieuwsplatform Voice of Europe wordt gefinancierd door Rusland. Rechtse parlementsleden in het Europees Parlement zoals het AfD-lid en lijsttrekker Maximilian Krah (van wie een medewerker onlangs gearresteerd is op verdenking van spionage voor China) worden beschuldigd van het verspreiden van Russische propaganda. Dat soort dingen draagt bij aan een overeenstemming van de standpunten van radicaal-rechtse alternatieve media in Europa.”


De kinderserie Bluey pakt alle ouders in

Zo moet het gegaan zijn in huishoudens wereldwijd, begin april, toen ouders naast hun kinderen op de bank zaten om de nieuwe Bluey-aflevering te kijken. Een zorgeloze, speelse aflevering van zeven minuutjes was het – en toen, in de laatste twee seconden: het uitzoomen, dat bord in de tuin. For Sale. Aftiteling.

„Wat?” zullen veel kinderen gevraagd hebben toen ze zagen dat hun ouders ergens van schrokken. „Wat is er?”

En weer zullen veel van die volwassenen dankzij deze Australische animatieserie iets hebben geleerd over wat voor ouder ze zijn.

Zeiden ze „Niets, er is niets”, om hun kind niet van streek te maken en daarna stiekem de volgende aflevering te kunnen pre-screenen? Of vertelden ze wat ze zagen: dat het gezin Heeler, na drie seizoenen en zo’n honderdvijftig afleveringen, het geliefde huis aan een cul-de-sac in Queensland gaat verkopen?

De ouders die ernaar op zoek gingen, zagen dat de volgende aflevering ‘Het bord’ (‘The Sign’) zou heten, vier keer zo lang zou zijn als normaal en een week later beschikbaar kwam. Was dit… nee, dat zou toch niet? Was dit het einde van Bluey?

Zachter persoon

Bluey gaat over een hondengezin. Vader Buster (in het Engels heet-ie Bandit) en moeder Chilli hebben twee dochters: Bluey van zes en Bingo van vier. Ze zijn van het Australian Cattle Dog-ras, ook wel Heelers genoemd – vandaar de achternaam. Chilli werkt voor de beveiliging op een vliegveld, Buster is archeoloog. Dat zijn grappige verwijzingen naar hun hond-zijn, maar het gaat vrijwel nooit over hun werk en ze gaan er ook bijna nooit naartoe. In Bluey lijkt het altijd zaterdag of zondag.

De eerste aflevering werd in oktober 2018 uitgezonden op de Australische tv. In juli 2019 kocht Disney de internationale uitzendrechten en sinds begin 2020 is Bluey in Nederland te zien via streamingdienst Disney+.

Het is bedacht en geschreven door één iemand, mid-veertiger Joe Brumm, zelf vader van twee dochters.

De serie heeft inmiddels de status bereikt dat veel ouders alleen nog maar bewonderend ‘Och, ja, Bluey’ kunnen verzuchten als het ter sprake komt. Je ziet ze een zachter persoon worden als ze eraan denken. Iedereen kan zo de momenten opnoemen waar ze om moesten huilen, dat ze tijdens het koken even mee kwamen kijken met hun kroost en die simpele kinderserie zomaar de vloer onder ze wegsloeg.

Je zou je zelfs kunnen afvragen of Bluey in de eerste plaats bedoeld is voor de ouders van jonge kinderen, in plaats van voor die kinderen zelf. Het zijn immers de volwassenen die zich er zo door laten raken, die er lyrisch over doen op sociale media, in podcasts en in recensies, die maker Joe Brumm huilend in de armen vallen als hij ergens komt spreken.

Maar zo is het toch niet. Er zit genoeg gekkigheid in voor vijfjarigen, en heel veel herkenning. Ze lachen misschien om een ander grapje, ze noemen een andere aflevering als hun favoriet, maar Bluey is expliciet bedacht om die gedeelde kijkervaring te hebben.

Lees ook
‘De Seinfeld van de kinderseries’ leert ouders mee te gaan in de fantasiewereld van kinderen (●●●●●)

In de animatieserie ‘Bluey’ gaan de ouders mee in de fantasiewereld van de kinderen.

Belevingswereld

In de eerste zeven dagen sinds de release van ‘Het bord’, op zondag 14 april, werd de aflevering 10,4 miljoen keer bekeken op Disney+. Dat was de beste eerste week voor een Bluey-aflevering ooit, en zelfs beter dan welke aflevering dan ook van Disney Junior. En in de laatste drie maanden van 2023 was Bluey al goed voor bijna een derde (!) van alles wat op Disney+ gekeken werd, de films uitgezonderd. In een sketch voor Saturday Night Live, eerder dit jaar, zongen Jimmy Fallon en Justin Timberlake dat je „geen echte man bent als je niet huilt om Bluey”.

Er is geen serie die zo goed de belevingswereld van – en het leven met – jonge kinderen weet te vangen. Een typische aflevering begint in het huis of in de tuin, waar iets kleins de fantasie op gang helpt. Bingo vindt de veer van een vogel en bedenkt dat alles wat ze ermee aanwijst loodzwaar wordt. Of het is een rommeltje in huis en de kinderen willen dat papa een ‘opruimrobot’ wordt. Chilli gaat graag mee in de fantasie van haar dochters, maar vooral Busters toewijding aan wat de kinderen verzinnen is indrukwekkend.

Veel draait om de verbeelding, om het simpele plezier een spelletje te verzinnen met wat er voorhanden is. De wereld verandert niet, het blijft het huis, ze verschuiven wat meubels en halen er een spiegel of een kleed bij om een bibliotheek, kapsalon of een taxi te maken. Het speelt zich af in een vertrouwde omgeving, en toch kan alles.

En de show haalt ons, de kijkers, zonder dat we het doorhebben over om de verbeelding, wat er binnen dat spelletje toe doet, net zo belangrijk te vinden als de personages. Wij willen ook weten of de taxi op tijd op het vliegveld aankomt, ook al zijn het alleen wat bij elkaar geschoven stoelen. Wij doorvoelen het emotionele afscheid van een aangespoelde eilandbewoner, ook al is dat eiland een naar het midden van de tuin gesleept rond tapijt.

Vaak is uit het spelletje een diepere levensles te leren, maar nooit ligt dat er te dik bovenop of is het belerend or moraliserend. En bovendien: de helft van de keren zijn het de ouders die iets leren van hun kinderen, niet andersom.

En altijd als dat spel onderbroken wordt, ontwaken we mét de personages uit de betovering, uit de verbeelding, en daarmee uit de wonderlijke, rijke wereld van het kind-zijn. Maar er is uitwisseling geweest, begrip voor elkaars denken, op het scherm en op de bank.

Daarmee is Bluey ook een weergave van hoe de huidige generatie ouders over opvoeden denkt. Het ouder-zijn is een oefening in wederzijds begrip. Je erkent je eigen kwetsbaarheid en dat je net zo goed fouten maakt, en je doet je uiterste best om op de lastige momenten niet te denken: mijn kind maakt het me moeilijk, maar: mijn kind heeft het moeilijk. Er zijn zelfs vaders (en moeders) die er een gewoonte van maken zich af te vragen: wat zou Buster in deze situatie doen?

Sinds het tweede seizoen, en des te meer in dit net afgeronde derde seizoen, durft Bluey zwaardere onderwerpen aan te pakken. De grote veranderingen die horen bij het kinderleven of het leven met kinderen. Het bitterzoete afscheid van een babykamer. Het verdriet om een Franstalig vakantievriendje van Bluey dat, als ze ’s ochtends de tent uit kruipt, al met zijn ouders naar huis blijkt te zijn gegaan. De opa van de meisjes die wel een kerstcadeautje kocht voor Bluey maar niet voor Bingo, want hij was vergeten dat ze bestond.

Verhuizing

‘Onesies’ (seizoen 3, aflevering 32) gaat over onesies, die comfortabele huispakken uit één stuk, maar ook over de band die Chilli met haar oudere zus heeft. Ze zien elkaar niet vaak meer, en gaandeweg komen we erachter dat die zus het contact jarenlang vermeed om niet met het geluk van een jong gezin te worden geconfronteerd; zelf kan ze maar geen kinderen krijgen.

Andere momenten zijn héél klein en toch kunnen ze je van je stuk brengen. Bluey is niet bang om de ouders over de hoofden van hun kinderen heen iets te vertellen, zonder dat die kinderen voelen dat ze buitengesloten worden. In ‘Voorstellinkje’ (seizoen 2, aflevering 19) voeren Bluey en Bingo voor Moederdag een toneelstukje op waarin ze het leven van hun ouders naspelen vóór ze kinderen kregen. Ze stoppen een ballon onder het shirtje van Bingo om de eerste zwangerschap na te doen, maar ze spelen iets te wild en de ballon knapt. Even zien we een steek verdriet bij Chilli, en Buster pakt haar hand. Het doet haar denken – zo bevestigde Joe Brumm na vragen van kijkers – aan de miskraam die ze had voor ze Bluey kregen.

Ook de geplande verhuizing hoort in dat rijtje. Een ingrijpende verandering waar veel kinderen mee te maken krijgen. Het huis waarin je opgroeit, de fysieke vormen ervan, de indeling van de kamers, dat alles vormt mede de spelletjes die je er kunt bedenken, de richting die je fantasie uit kan gaan. Dat is wat je óók achterlaat. Bovendien, zei Brumm in een podcast waarin hij de XL-aflevering besprak, is het de plek waar de jonge kijkers aan denken als ze denken aan de serie. Bluey en Bingo, die wonen dáár. Je vraagt aan je ouders of de televisie aan mag en dan zijn ze daar, in dat huis.

Kwam dat ten einde?

Het leek de afgelopen weken alsof alle ouders van jonge kinderen de aflevering over het verkoopbord gezien hadden en erover wilden praten.

Hij was niet alleen veel langer, maar brak ook met het idee dat een fantasiespelletje de drijvende kracht achter de verhaallijn was. Er wordt een bruiloft gepland, Buster’s broer gaat trouwen met zijn vriendin, Frisky. En het huis staat echt te koop, de popie-jopie-makelaar van de Heelers neemt twee schaapsherdershonden mee voor een bezichtiging en die willen het wel kopen. Maar Bluey wil er niet weg en hoewel haar moeder het plan verdedigt, zien we dat zij er ook niet helemaal achter staat.

Er kwamen zoveel eerdere verhaallijnen bij elkaar en er zaten zoveel verwijzingen in naar momenten uit de afgelopen drie seizoenen, dat het inderdaad leek of Bluey de boel aan het afronden was.

Dat was niet zo. Er volgde nog een aflevering, met een geheel eigen verrassing, en de makers hebben laten weten dat ze graag door willen. Bluey blijft nog wel even onderdeel van de opvoeding van onze kinderen.


Hij zit nog vol met plannen maar raakt verstrikt in ‘de bureaucratie’: topregisseur is klaar met de VPRO

Eind maart 2024 valt het besluit, na „48 jaar gelukkig huwelijk”. Hij breekt met de VPRO. De maat is vol. De documentairemaker vindt dat de omroep zich onvoldoende sterk maakt bij de NPO voor zijn voorstellen: „Iedereen was druk met de inrichting van de nieuwe topstructuur van het bedrijf. Geen tijd om met mij over programma’s te praten.”

Op het interne forum van de vrijzinnige omroep laat hij een bericht achter: „De afgelopen decennia begon ik vaak – als „mijn” VPRO weer ‘s in verkeerde handen dreigde te vallen – aan een woedende mail waarin ik op staande voet ontslag nam. Maar ik verstuurde hem nooit. Er bleek altijd weer een weg uit het moeras.”

Dit keer is het final. Documentairemaker en icoon Roel van Broekhoven verlaat zijn geliefde VPRO. „Zie het als een echtscheiding na een jarenlang fantastisch huwelijk. Nu ben ik weer vrijgezel, met nieuwe kansen.”

Van Broekhoven en Thomas Erdbrink waren in gesprek om een vervolg te maken op succesvolle „Onze man”-series over Iran en Afghanistan. Van Broekhoven mocht nog één serie met Erdbrink maken, daarna zou een jongere regisseur het moeten overnemen.

„Bizar”, zegt de regisseur (73) grinnikend, traag roerend door zijn paddestoelensoep in zijn stamcafé aan de Amsterdamse Nieuwmarkt, ondertussen frietjes pikkend.

„Je vraagt iemand toch om zijn kwaliteit, niet vanwege zijn leeftijd? Ik ben voor vernieuwing. Maar je moet nieuwe mensen toch opleiden in de typische VPRO-school? Daar wil deze VPRO niet aan. Weg met de oude hap. Dat is behalve leeftijdsdiscriminatie heel onverstandig. Maar ik zal ze niet langer voor de voeten lopen.”

Gelauwerde regisseur

Van Broekhoven won met Standplaats (Het Gebouw) de Zilveren Reissmicrofoon (1989) en met VPRO-teams Zilveren Nipkowschijven (beste tv programma’s) voor Diogenes (1991), Tegenlicht (2005), O’Hanlons Helden (2012), Onze man in Teheran (2015) en Onze man bij de Taliban (2023). Voor ‘Taliban’ ontving Van Broekhoven recent de prijs voor ‘beste regisseur documentaireseries’ van de Dutch Directors Guild, ‘Teheran’ ontving eerder een Tegel voor beste journalistiek.

Prijzen te over, Van Broekhoven zou tevreden achterover kunnen leunen. Maar hij zit voorover, met z’n karakteristieke jongensachtige glimlach tussen de grote oren, op verzoek het ene na het andere avontuur oplepelend van genoemde documentaires en series als In Europa, The Beagle en vooral Himmlers hersens heten Heydrich over de ‘Slager van Praag’, een van de ergste Nazi-beulen.

Lees ook
Waarom ‘Himmlers hersens heten Heydrich’ zo goed is

Waarom ‘Himmlers hersens heten Heydrich’ zo goed is

HhhH is wellicht het meest karakteristieke werk van Van Broekhoven, maar te veel cult voor een prijsnominatie. „De ideale, prettig gestoorde combinatie van feit en fictie, heel theatraal. ‘Heydrich’ werd mijn favoriete serie, omdat hij vooral in de montagekamer ontstaan is. Ik weet nog dat ik erheen fietste, in gedachten en ideeën verzonken. Hoe moesten we uit al die losse scènes dit verhaal vertellen?”

Verhalen vertellen, dat is het evangelie volgens Roel van Broekhoven. Collega’s roemen hem om zijn onnavolgbare montage, zoals bij Onze Man bij de Taliban, dat vrij haastig opgenomen moest worden, want de Taliban konden het team met Thomas Erdbrink ieder moment wegsturen. „In de montagekamer was de eerste gedachte: „Jezus, kop noch staart, dit kan niets worden. Dan ga je ordenen en kijken, kijken, kijken: hoe maak ik een taartje? Dagenlang lijkt er niks te lukken.”

En dan is er ineens een kapstok

Tot er toch een verhaallijn ontstaat met editor Pelle Asselbergs. Bijvoorbeeld de onvergetelijke laatste aflevering. „Keer op keer hadden de Afghanen tevergeefs hoop op verbetering gehad. Steeds hetzelfde liedje. Hetzelfde liedje? Ineens hebben we de titel! En de kapstok voor de bijpassende scènes met muzikanten die hun instrumenten moesten vernietigen van de Taliban, maar ze stiekem bewaarden om ‘s nachts les te geven. Want de kunst moest blijven.”

Als Erdbrink naar een Iraans protestlied luistert over de demonstraties van vrouwen in Iran lopen de tranen ineens over zijn wangen. Van Broekhoven: „Ik vind huilende mensen voor de tv al gauw te theatraal. Maar dit werd – steeds hetzelfde – liedje van de tragiek, in Iran, in Afghanistan en overal.”

Met dat ‘laatste liedje thema’ metselen Asselbergs en hij die ogenschijnlijk losse scenes tot een ijzersterk geheel. Van Broekhoven noemt dit de „wonderen van montage” die dag en nacht zijn creatieve brein uitdagen. „Het plotseling zien van de rode draad, de ketting en de schakels, is mijn geluk en mijn feestje; één zinnetje waardoor alles op z’n plek valt.”

Hij heeft een sterke mening over voice-overs, waarvan de legendarische Jan Blokker bij Diogenes 40 jaar geleden de jonge VPRO-makers overtuigde dat die absoluut niet mochten: „Elk woord commentaar vond hij een knieval. De beelden moesten het verhaal vertellen, heel filmisch. Maar tv-kijkers van nu hebben het geduld niet meer om zelf het verhaal te ontdekken, dus commentaar is noodzakelijk geworden. Maar waarom zijn ze vaak zo oersaai? Zie ze als een extra laag, poëtisch, geestig soms en ondergeschikt of aanvullend aan beeld. Besteed er zorg aan.

„Ik zag die spannende serie Niemand die het ziet [over de onzichtbare digitale oorlog en geheime diensten, red.]. Prachtig ingewikkeld onderwerp, maar dan met een verschrikkelijke voice-over die je de lust tot kijken beneemt. Doodzonde.”

Documentairemaker Roel van Broekhoven: „Ik heb de twijfel tot kunst verheven. Ze worden gek van me en niet zelden terecht boos.”
Foto Roger Cremers

Hij is zich ervan bewust: zo volhardend als Van Broekhoven tijdens montages is, zo onberekenbaar is hij tijdens opnames, het uiterste vergend van camera- en geluidsmensen. „Ik heb de twijfel tot kunst verheven. Ze worden gek van me en niet zelden terecht boos. Wil ik weer ineens een straatje of pand binnengaan en spontaan draaien. Maar verrassingen én intens samenwerken vind ik het allerleukste; samen heel goede, gekke verhalen maken, diep graven, zonder de angst om bochten te maken. Dan kom je op onverwachte mensen, plekken en situaties. Ik had het geluk te werken met mensen die daar ook lol in hebben.”

De serie O’Hanlons Helden wordt zo een aaneenschakeling van creatieve ontdekkingen, zoals van een Italiaanse ontdekkingsreiziger die in Papoea-Nieuw-Guinea met een bootje voer met een opwindbare platenspeler om opera te beluisteren.

„Wij over die rivier, in zo’n bootje met O’Hanlon en dat opwind-pick-upje met de opera La Traviata van Verdi. Langs de oever dansten de dorpelingen op verzoek mee, compleet met een nagespeelde onthoofding van O’Hanlon. Allemaal toneel, in de serie lopen droom en werkelijkheid steeds door elkaar.”

Te weinig vertrouwen

Dat mist Van Broekhoven te vaak in documentaires. Te veel wordt tevoren bedacht, te weinig vertrouwd op creatieve ingevingen ter plekke.

Hij ziet dat ook bij zijn „eigen” VPRO, zoals met de serie Van Bahia tot Brooklyn over slavernij. „Daar zat veel meer in. Een nieuwscorrespondent is niet ineens vanzelf een goede verhalenverteller Dat is een ander vak, dat moest ook Thomas Erdbrink leren. Maar daar was geen geld en tijd voor. Stom.”

Hij was in de beginjaren eindredacteur van achtergrondprogramma Tegenlicht. Bij zijn vertrek schreef hij: „Verhalen vertellen verdomme”. Maar hij ziet tot zijn verdriet in Tegenlicht te veel ellenlange aangeklede interviews. „Dat is het gevolg van NPO-beleid, er is steeds minder geld. Weg met verhalende beelden en mooie scènes, entree pratende hoofden.

„Waarom is Stef Biemans zo goed? Waarom is die docuserie Schuldig zo goed? Of die serie Staal? Omdat je wordt meegesleept in verhalen. Ze nemen de tijd voor mooie opnames en sterke montage.”

Van Broekhoven popelt om het vliegtuig te nemen om nieuwe series te maken. Hij wil met Erdbrink de hort op: een soort standplaatsen zoals in zijn radiotijd, maandenlang in een turbulent land verblijven om wekelijks reportages te maken. De voorstellen komen niet of nauwelijks door.

„Vergeet die goodwill maar, al win je tien prijzen. Eerst moet je ellenlange voorstellen typen… ja echt, ook voor de VPRO! Dan voor de NPO, en dan is het geld ineens weer op.” Hij verlangt naar de tijd dat NPO2-manager Gijs van Beuzekom en de VPRO hem blind vertrouwden: „Nu heb je allerlei gedoe bij de NPO met genre-managers en zo. Het gaat door die procedures hopeloos langzaam, wat de nodige tact en geduld vergt – niet mijn sterkste kant.”

Hij hoopt dat de VPRO het positieve debat aangaat om lef en kunde te laten prevaleren: „Bij de VPRO horen stoere creatieve makers uit te maken wat er op tv en radio komt. Het dreigt een bedrijf te worden dat vooral bezig is zichzelf in stand te houden. De NPO dwingt ze in de mal van producent, deels gedwongen door de politiek. Ik mis de rare, eigenwijze, dwarse mensen. Die kunnen moeilijk overweg met managers en bureaucratische vereisten.”

Dat is fnuikend voor de creativiteit, vindt hij. Immers, Van Broekhoven is ervan overtuigd dat goede reportages zich niet op papier laten bedenken: „Na maandenlang observeren, onderdompelen en praten krijg je al draaiend je ideeën en ontstaat een serie. We konden voor Onze man bij de Taliban niks op papier zetten. Niets meer dan: ‘We willen er gaan kijken en we zien wel. Laat ons maar’. Dat risico vinden moderne managers te groot.

„Dus moet je die risico’s zogenaamd uitsluiten met verzinsels op papier. Anders krijg je geen geld. Zouden ze voor elke aflevering van Boer zoekt Vrouw of Heel Holland Bakt een uitgewerkt plan moeten schrijven? Of voor Nieuwsuur? Natuurlijk niet. Het is een rare controledrift…

„Maar ik wil niet zeuren: Ik heb 48 jaar met oneindig veel plezier bij deze club gewerkt. Ik heb er fantastische programma’s kunnen maken. Daar ga ik gewoon mee door, maar helaas niet meer hier. Doet dat pijn? Natuurlijk. Maar het lucht ook op. Soms is blijven pijnlijker dan vertrekken. Wie weet waar we allemaal terecht gaan komen met onze nieuwe plannen. We zijn nog lang niet uitgespeeld.”


Tv-recensie | Hoe koningin Máxima van Koningsdag weer een ouderwetse Koninginnedag maakte

„De koningin gaat helemaal los”, zei NOS-presentator Malou Petter terwijl ze meeliep op Koningsdag. Koningin Máxima was op dat moment verwilderd een inktvis aan het tekenen op een glasplaat op het Emmense cultuurplein. Ooit had hier de oude dierentuin gestaan met een groot aquarium. Vandaar die enorme oranje inktvis. Ondertussen stond koning Willem-Alexander er wat bedremmeld bij, hij wilde ook een visje tekenen. Hij kwam er zowaar even tussen en maakte een klein blauw, simpel visje. De grote inktvis en het kleine visje: het tekende de verhoudingen op Koningsdag. De koning was jarig, maar het was vooral de dag van koningin Máxima.

Dat begon al voordat de familie in de bus Emmen binnenreed en de NOS met haar jaarlijkse populariteitspoll kwam: 44 procent van de Nederlanders heeft vertrouwen in de koning en geeft hem een 6,6 als rapportcijfer. De koningin geniet 56 procent vertrouwen en krijgt het rapportcijfer 7,3. Het was vast de reden dat zij als eerste de bus uit mocht stappen in plaats van de jarige job. Ze won ook nog eens de quiz van haar man doordat ze wist hoeveel Emmenaren er op 27 april jarig waren. Dat ze daarbij vals speelde mocht de pret niet drukken: fanatiek tikte ze op haar mobieltje. Op de vraag of ze aan het googelen was, zei ze dat ze een rekenmachine gebruikte. Wat ze aan het uitrekenen was, was onduidelijk en haar antwoord kwam ver na de tijdslimiet van 15 seconden, maar ze kreeg het voordeel van de twijfel (zelfs de schoolkinderen achter haar waren verrast over haar fanatisme). Bij het slotinterview met Petter nam ze nog even het woord van haar man over. Terwijl de koning uitlegde wat hij bijzonder aan deze dag had gevonden en de microfoon alweer richting de volgende vraag ging, riep ze ongevraagd: „Mag ik nog even wat aanvullen?” Koningsdag 2024 was kortom een ouderwetse Koninginnedag.

Emmen is helemáál geen nare stad

Waar Máxima háár dag had, gold dat niet voor prinses Marilène. Ze probeerde met een levend standbeeld te praten, zonder succes want die bleef in zijn rol. Ze verloor de quiz omdat ze in het team van de koning zat. En tot overmaat van ramp had ze aangekondigd „heel goed in sjoelen” te zijn. Nou, dat heeft ze geweten. Prompt zoomden de camera’s in terwijl ze doelgericht zo’n schijf een zet gaf. Petter becommentarieerde zuinig de resultaten: „Ze zei dat ze er goed in was.” Onderwijl vond de prinses dat een schijf wel punten verdiende, maar de scheidsrechter schudde nee en keurde de poging af. Petter kwam prompt verhaal halen: „U zei dat u heel goed was in sjoelen.” De prinses zwakte haar eerdere uitspraak af: „Nou, ik vind het vooral heel leuk”.

Ondertussen liep als rode draad door de uitzending dat Emmen helemáál geen nare stad is (zelfs al ging het nog regenen aan het eind van de familie-optocht) en om dat te bekrachtigen zong de Emmense Elvis ‘Happy Birthday’. Aan de familieleden werd gevraagd hoe ze Emmen vonden. Niemand durfde echt antwoord te geven en mompelde wat over de sfeer. Behalve prins Pieter-Christiaan, die was eerlijk: „Emmen is een industriestad, dus dan verwacht je niet meteen de allermooiste gebouwen”, zei hij. Net als de andere familieleden – alsof dat van te voren in die bus was afgesproken – voegde hij er aan toe dat de sfeer in de stad „goed was”.

De NOS worstelde er maar mee: wat moet je met de plaats die in 2023 weer was verkozen tot „minst aantrekkelijk gemeente”? In het slotconcert werd de ellende nog eens benadrukt door zangeres Rosa da Silva, die eerst Nena’s ‘99 Luftbalonnen’ zong, een protestlied tegen kernwapens, en daarna Abba’s regels: „In your eyes there is no hope for tomorrow”. Dankzij het ‘I am not a crook’-effect werd het beeld dat van Emmen bestaat zo vanzelf in stand gehouden.


Hoe je verder moet zonder geheugen hoor je in deze podcast

Ken je dat gevoel, dat je je tijdens het kijken of luisteren enorm zit op te vreten over hoe iets gemaakt is, maar dat het onderwerp je vervolgens toch niet loslaat? Dat had ik bij De jongen zonder gisteren. De podcast heeft alle ingrediënten van een goed verhaal: een hoofdpersoon die iets bizars meemaakt, die dat nog kan en wíl navertellen.

Jur Deitmers (1995, opgegroeid in Haarlem) studeert op Harvard als hij door een virus een hersenontsteking krijgt en zijn geheugen verliest. Eenentwintig jaar aan herinneringen: helemaal weg. Hij weet niet meer wie hij is, wie zijn familie en vrienden zijn. Hij spreekt nog wel Nederlands en Engels, maar hij weet niet meer hoe je moet afwassen. Wie Jezus is, wat de Holocaust is, wie Sinterklaas – en wat van dat verhaal te geloven. Alles lijkt uitgewist.

Ik had het verhaal meer poëzie en minder professoren gegund, en minder semi-filosofische vragen in de categorie ‘wat kan de mensheid hiervan leren’ en ‘wat als míj dit gebeurt’. Maar ik luisterde de vijf afleveringen desalniettemin in één ruk uit.


Zo fileer je een boek met verborgen verderfelijke boodschappen

The airport bestsellers that captured our hearts and ruined our minds” is hoe de Amerikaanse podcasters Michael Hobbes en Peter Shamshiri hun eigen serie samenvatten, en ik zou het niet beter kunnen doen. Boeken die iedereen koopt op het vliegveld en over praat maar waarin vaak klinkklare onzin staat.

If books could kill is hun podcast waarin ze populaire boeken van de bestseller- naar de snijtafel halen. (Denk aan: Lean in, The art of not giving a f*ck, The 5 Love Languages.) Hobbes en Shamshiri trekken de boeken helemaal uit elkaar. Vaak blijken de bestsellers vol te staan met conservatieve, homo-onvriendelijke, seksistische of ronduit racistische ideeën. Vooral Shamshiri, die jurist is, doet zijn huiswerk goed – hij las bijvoorbeeld óók een oudere uitgave van het boek dat ze bespraken, om te kijken hoeveel erger die versie was. Het betere recensiewerk.


Scheidend hoofdredacteur van Trouw : ‘De journalistieke fraude deed veel pijn’

Ik ken geen journalist die aan dit vak begint omdat hij hoofdredacteur wil worden”, zegt Cees van der Laan, scheidend hoofdredacteur van dagblad Trouw. Na tien jaar maakt hij plaats voor het duo Wendelmoet Boersema, nu nog adjunct-hoofdredacteur van de krant, en Karel Smouter, nu NRC-redacteur. Van der Laan: „Toen ik jong was, keek ik huizenhoog op tegen de hoofdredacteur, en toen werd ik het zelf. Best gek. Eerst vond ik het helemaal niet leuk. Je moet alles zelf leren, allerlei dingen waar ik geen verstand van had. Ik moest eraan wennen dat ik niet meer zomaar alles kon zeggen, dat ik niet meer one of the guys was.”

Trouw is een landelijke kwaliteitskrant met 110.000 betalende lezers die mede door zijn christelijke achtergrond een eigen, degelijke toon heeft en scherpe keuzes maakt, door bijvoorbeeld veel aandacht te geven aan levensbeschouwing, ethiek en het klimaat. Van der Laan (Bussum, 1961) kwam in december 1999 bij de krant en was onder meer chef van de politieke redactie en de nieuwsdienst voordat hij in 2014 hoofdredacteur werd.

Op uw afscheid vorige week heeft u uw excuses aangeboden. Waarom?

„„In tien jaar neem je beslissingen die redacteuren persoonlijk raken, zoals een overplaatsing tegen hun zin of een functioneringsgesprek. In de communicatie kun je fouten maken. Dat kan pijn hebben gedaan. Dat besef ik me maar al te goed.

„Nee, het had niets te maken met grensoverschrijdend gedrag. Ik meen dat ik geen bully was. Ik geloof in dienstbaar leiderschap. Je werkt met creatieve, autonome mensen, die moet je niet te veel voor de voeten lopen.”

Wat is de voornaamste taak van uw opvolgers?

„De laatste twee jaar is het aantal abonnees afgevlakt door problemen met de distributie en onvoldoende marketing. Dat moeten ze dus weer op peil brengen.”

Uitgeverij DPG wil fuseren met RTL Nederland. Zal binnen zo’n groot concern een kleine krant in de verdrukking komen?

„Ik denk het niet. De structuur van het bedrijf wordt gewijzigd waardoor de dagbladen vermoedelijk in een aparte tak komen. Voor reclame-inkomsten zal de fusie voordelen hebben: je kunt reclame in een pakket aanbieden, met kranten, tv-zenders en online.”

Wat maakt Trouw anders dan andere kranten?

Trouw is ontstaan vanuit het gereformeerde verzet in de Tweede Wereldoorlog, dat tekent de krant nog steeds. We besteden veel aandacht aan levensbeschouwing, filosofie, religies, ook aan de islam en het katholicisme – zo’n tien procent van onze abonnees is katholiek. We hebben daarvoor een redactie van zo’n vier, vijf man met nog wat freelancers eromheen, die maken ieder dag een spread in het tweede katern De Verdieping.”

Beschouwt u Trouw nog als een christelijke krant?

„De krant is losgeraakt van de protestantse kerken, net als veel lezers, die zijn meegereisd. Mijn twee atheïstische voorgangers benadrukten dat Trouw een christelijke krant is, maar dat suggereert dat we een christelijke missie hebben. Ik noem Trouw liever een krant die haar inspiratie ontleent aan de oorspronkelijke christelijke waarden die je echter ook humanistisch kunt invullen.”

Ik meen dat ik geen bully was

Hoe komt het verzetsverleden terug in de krant van vandaag?

„De Trouwgroep streed in de oorlog niet alleen voor God, vaderland en de koningin, maar ook voor de vrijheid van geweten. Daar zijn veel mensen voor omgekomen dus daar ben ik me altijd bewust van geweest. Opkomen voor de geestelijke vrijheid zit in het hart van de krant. Wij stellen met elkaar ander vragen dan andere kranten vanuit de waarden die we delen.”

Trouw besteedt opvallend veel aandacht aan de klimaatcrisis en het massaal uitsterven van dieren en planten. Hoe past dat in het profiel van de krant?

„De mensen die geïnteresseerd zijn in levensbeschouwing hebben ook vaak belangstelling voor duurzaamheid, vanuit het idee van het rentmeesterschap, wat een klassiek christelijk begrip is.”

Wat vinden de plattelandsbewoners in de Trouw-achterban van die aandacht voor het klimaat?

„Boeren vinden dat Trouw te weinig oog heeft voor hun belangen. Ik betwijfel dat. Maar inderdaad, we schrijven vaak over het probleem van de grootschaligheid in de agrarische sector. Daar lijden boeren trouwens zelf ook onder. We hebben een paar jaar geleden een serie gehad ‘De staat van de boer’ met een bijeenkomst in Zwolle, en daar merkte je de enorme boosheid onder boeren. Je merkte ook hoe trots boeren zijn op hun vak.”

Bent u gelovig?

„Ik noem mijzelf geen gelovige. God zit in ons mensen en dat zorgt er voor dat we het goede kunnen doen. Dat ik soms wel naar de kerk ga, heeft te maken met de kerkgemeenschap die zeer betrokken is. Dat waardeer ik zeer, evenals de ervaring van de kerkdienst zelf. Ik ben gereformeerd vrijgemaakt opgevoed – artikel 31 – dus bij ons thuis gold Trouw als veel te vrijzinnig. Als mijn opa zou weten dat ik bij Trouw werkte, zou hij zich omdraaien in zijn graf. Wij lazen thuis het Nederlands Dagblad en NRC Handelsblad.”

NRC Handelsblad?

„Ja, liever zo’n seculiere krant dan Trouw. In NRC stond bijna niets over religie dus dan kwam je ook geen andere denkbeelden tegen.”

Bent u nog gereformeerd vrijgemaakt?

„Nee, maar ik heb er geen trauma van. Ik vond opgroeien in de vrijgemaakte zuil niet benauwend. Mijn ouders waren bourgondisch ingesteld, ik denk dat ze stiekem wat vrijer dachten dan de kerk, maar zo’n hechte gemeenschap is heel fijn, daar stap je niet zomaar uit. Ons werd geleerd: ‘we staan in de wereld maar we zijn niet van de wereld’, dus je moest voortdurend bepalen waar je stond. In de praktijk betekende dat: niet naar de bioscoop, niet op zondag voetballen of zwemmen. Wel Bach, geen popmuziek.”

Hoe kwam u in de journalistiek?

„Ik zag de film Under Fire met Nick Nolte als fotojournalist in Nicaragua, en toen wilde ik ook journalist worden. Ik begon in 1985 bij De Nieuwe Weesper in Weesp. Mijn eerste stukje ging over bewoners van Muiden die hadden meegedaan aan de Elfstedentocht.”

U was in de jaren negentig oorlogsverslaggever voor de GPD, het persbureau voor regionale kranten. Hoe was dat?

„Nou, ik was geen correspondent maar een verslaggever die soms naar conflictgebieden reisde – Bosnië, Irak, Somalië. Een granaat die ontploft in je hotel in Sarajevo, een kogel die door je kamer vliegt, of dat je ergens in Afghanistan uit je auto wordt getrokken door de Taliban. Het gevoel: nergens is veiligheid. Ik was in 1994 in de vluchtelingenkampen rond Goma in Congo waar duizenden mensen doodgingen aan ziekte en uitputting. Dat is het ergste wat ik ooit heb meegemaakt. Het was overweldigend. Door die alom aanwezige dood werd ik lamgeslagen. Op zo’n moment moet je je gevoel parkeren om erover te kunnen schrijven. Dat is je opdracht.”

Heeft u daar last van gehad?

„Veel later was ik een keer bij een bijeenkomst van Defensie over PTSS en toen dacht ik voor het eerst: hé, dat klinkt bekend. Ik heb er nooit wat mee gedaan, ik heb na Sarajevo een tijd vliegangst gehad, dat ging over. Maar ik moet zeggen, al die oorlogen draag ik wel met me mee. Het zijn allemaal laadjes in je ziel, soms gaan ze open maar meestal zitten ze dicht, en dat is prima. Het vormt je als mens. Vroeger dacht ik dat oorlog iets voor ver weg was, maar sindsdien denk ik: oorlog, dat kan in Nederland ook zomaar gebeuren.”

Wat leerde u als parlementair verslaggever?

„Dat was in de tijd van de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Ik kan me vooral de ontreddering herinneren. Eigenlijk zitten we met elkaar nog steeds in die ontreddering. Den Haag heeft de band met de burger nooit goed kunnen lijmen.”

De oorlog in Gaza verdeelt de lezers van Trouw. Het hoofdredactioneel commentaar kan behoorlijk scherp zijn over Israël.

„Groepen binnen de christelijke gemeenschappen voelen een oude, hechte band met Israël vanuit de religieuze traditie. Onze verslaggeving kan pijn doen bij lezers. Sommigen vinden ze dat we te veel over de Palestijnen schrijven, anderen dat we te positief over Israël zijn. Wij erkennen volmondig het bestaansrecht van Israël, maar dat betekent niet dat je niet kritisch mag staan tegenover de politiek daar. We schrijven al twintig jaar kritisch over het nederzettingenbeleid. Ik heb zelf als achttienjarige in een kibboets gewerkt. Toen dacht ik: met de Holocaust heeft Europa dit probleem gecreëerd en die mensen hebben een plek nodig. We dachten helemaal niet na over de Palestijnen die daar woonden. Als je kijkt naar waar ik nu staan in mijn opvattingen, is dat een hemelsbreed verschil met toen.”

Wat vindt u het hoogtepunt van uw werk als hoofdredacteur?

„Zonder twijfel het blootleggen van de Toeslagenaffaire samen met RTL Nieuws. Dat is in de eerste plaats de verdienste van redacteur Jan Kleinnijenhuis en van Pieter Klein van RTL. Maar Trouw heeft daar wel tijd en ruimte voor vrijgemaakt en de samenwerking met RTL mogelijk gemaakt. We hebben stevig ingezet op onderzoeksjournalistiek. Dat is natuurlijk van alle tijden, maar vroeger was het meer van individuen afhankelijk. Nu is het meer gestructureerd, er worden mensen voor vrijgemaakt, er is meer begeleiding.”

In 2016 deed Trouw mee met het onderzoek naar de Panama Papers, een internationaal project rond gelekte documenten over onder meer belastingfraude, corruptie, witwassen. Van der Laan: „Toen de Panama Papers langs kwamen, dacht ik: we hebben geen idee of er wel wat uitkomt, en het gaat ons zeker een paar ton kosten, maar laten we het doen. We gaan er vast veel van leren. Het was innovatief door de internationale samenwerking en door de inzet van datajournalistiek.”

Lees ook
Bronnen in dit stuk zijn bekend bij de redactie, schreef Trouw

Bronnen in dit stuk zijn bekend bij de redactie, schreef Trouw

En wat was het dieptepunt?

„De journalistieke fraude. Toen zijn we heel diep gegaan.” In 2014 bleek dat bronnen in reportages van een Trouw-redacteur niet te verifiëren waren, onder meer over de vermeende ‘Sharia-driehoek’ – een Haagse wijk die in handen zou zijn gevallen van radicale moslims. De reportages pookten de politieke angst voor de islam op. De verslaggever werd ontslagen, Trouw stelde een onafhankelijk onderzoek in dat integraal werd gepubliceerd. Van der Laan: „Dat deed veel pijn, er was veel emotie op de redactie: hoe heeft dit kunnen gebeuren? We bleken het feiten checken, het borgen van onze kwaliteit niet op orde te hebben. Dus toen hebben we teugels flink aangetrokken. In principe geen anonieme bronnen meer, en als het niet anders kan, de bronnen melden bij de hoofdredactie. We willen ze allemaal zien. De affaire heeft ons een stimulans gegeven om de organisatie te verbeteren. Ik vind dat we sindsdien wel een betere krant zijn.”

Wat gaat u nu doen?

„Hoofdredacteur zijn gaat in je zitten, je bent er dag en nacht mee bezig, dus ik heb wel een paar maanden nodig om af te kicken. Ik ga eerst op de fiets naar Rome. Daarna wil ik graag schrijvend redacteur worden, wellicht op het snijvlak van geopolitiek en defensie – oorlog lijkt steeds dichterbij te komen. Hoe weet ik niet precies, daar gaat de volgende hoofdredactie over.”

<dmt-util-bar article="4197084" headline="Scheidend hoofdredacteur van Trouw : ‘De journalistieke fraude deed veel pijn’” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/04/24/scheidend-hoofdredacteur-van-trouw-journalisten-moet-je-niet-te-veel-voor-de-voeten-lopen-a4197084″>

‘The Jinx’ is terug, negen jaar na onthutsende ‘bekentenis’

Het zijn vijf woorden die tv-geschiedenis schreven. Killed them all, of course. Natuurlijk vermoordde ik ze allemaal. Deze woorden werden in de Amerikaanse documentaireserie The Jinx uitgesproken door Robert Durst, de miljonair uit New York die verdacht werd van drie moorden. Filmmaker Andrew Jarecki, die op dat moment al tien jaar onderzoek deed naar het leven van de excentrieke Durst, had hem het vuur aan de schenen gelegd tijdens een interview over de moord op Dursts goede vriendin Susan Berman. Terwijl Durst even naar de wc ging en dacht alleen te zijn met zijn gedachten, vergat hij dat zijn opgespelde microfoontje nog aan het opnemen was en mompelde onbedoeld de bekentenis.

De scène vormde in 2015 het spectaculaire slotmoment van een zesdelige serie die wordt gezien als een hoogtepunt van het true crime-genre (echt gebeurde misdaadverhalen). The Jinx was voor die grote climax wereldwijd al een hit voor de zender HBO. Elke week kregen kijkers meer details over de bizarre zaken waar Durst, steenrijk dankzij het vastgoedimperium van zijn vader, bij betrokken was. Eerst was er de vermissing van zijn vrouw Kathleen McCormack in 1982. Later volgde de moord op Berman, die in 2000 in haar eigen huis werd doodgeschoten. Zij zou meer weten over de vermissing van McCormack. En een jaar later doodde Durst zijn buurman Morris Black. De laatste moord gaf hij eerder toe, maar hij claimde dat het zelfverdediging was.

Op 14 maart 2015 werd de destijds 71-jarige Durst opgepakt terwijl de laatste aflevering van The Jinx een dag later nog uitgezonden moest worden. Het team van de serie had hun belastende materiaal al veel eerder gedeeld met de autoriteiten. De FBI moest actie ondernemen voordat de verdachte, die de serie ook gewoon via de tv volgde, op de vlucht zou slaan. Na de vijfde aflevering werd hij namelijk zeer nerveus.

Na de arrestatie volgde een rechtszaak en werd Durst veroordeeld tot levenslang voor de moord op Berman. Hij overleed vier maanden later.

Niet loslaten

Regisseur Jarecki kon de zaken niet loslaten en bleef onderzoek doen naar onbeantwoorde vragen en naar de omgeving van de veroordeelde moordenaar. Negen jaar na de eerste reeks is er een vervolg onder de titel The Jinx: Part Two. Het seizoen begon maandag met de eerste aflevering, journalisten kregen vooraf vier afleveringen te zien.

Net als bij de vervolgseizoenen van andere succesnummers uit het genre, zoals bijvoorbeeld Making a Murderer 2, gaat een deel van The Jinx: Part Two over de serie zelf. En dat voelt altijd ongemakkelijk. ‘Kijk eens wat voor mediasensatie wij waren’, schreeuwt de eerste aflevering van het tweede seizoen. Dit aspect bereikt een hoogtepunt (of dieptepunt) tijdens een gedeelte waarin we allerlei betrokkenen, waaronder de familie van slachtoffers, zien terwijl ze in 2015 samen de laatste aflevering bekijken en reageren op het ‘killed them all’-moment.

De familie van Kathleen McCormack tijdens het kijken naar ‘The Jinx’ in 2015.
Beeld HBO

Hierna verschuift de aandacht naar interessantere zaken. Want hoe kon het dat deze moordenaar decennialang weg leek te komen met zijn misdaden? Aanklager John Lewin, de man die Durst uiteindelijk veroordeeld kreeg, heeft daar in de serie een simpele verklaring voor: „Als je heel veel geld hebt, dan zijn mensen bereidt om dingen voor je te doen.” Lewin komt veel aan het woord dit seizoen. Hij vertelt dat geld niet de enige factor is. Durst was een fascinerend figuur: „Dat je een moordenaar bent, betekent niet dat je ook niet charmant kunt zijn.”

De kleine groep met vertrouwelingen van Durst vormden de belangrijkste rode draad, vertelde Jarecki in een interview met Vanity Fair: „Het idee dat er een groep mensen is die zichzelf als goed en fatsoenlijk ziet en toch besluit een moordenaar te helpen.”

Pikante country

Jarecki krijg veel betrokkenen voor de camera die in de eerste reeks niet met hem wilden praten. Nick ‘Chinga’ Chavin bijvoorbeeld, lange tijd de beste vriend van Durst (door vrienden ‘Bob’ genoemd). De twee leerden elkaar kennen in de jaren zeventig, toen Chavin carrière probeerde te maken met komisch-pikante countrymuziek. In 1975 bracht hij Country Porn uit, een album met liedjes als ‘Cum Stains On The Pillow’ en ‘Asshole From El Paso’. „Bob en ik voelden minachting voor de wet, regels en de maatschappij”, zegt hij. Op de vraag of hij moeite had met de beschuldigen aan het adres van zijn vriend geeft hij een tekenend antwoord: „Het had geen impact op me. Ik voel die morele haat voor moord en moordenaars niet.”

Nick Chavin, Susan Berman en Robert Durst op een oude foto.
Beeld HBO

Zolang je er zelf geen last van hebt, is het geen probleem. Chavin, die later nog een opvallende rol zou spelen in de rechtszaak tegen Durst, was voor Jarecki belangrijk. Tegen Vanity Fair: „Hij was nodig om te begrijpen hoe de mensen om hem heen dachten. Ze beschouwden zich als loyaal aan een vriend en scheidden dat van hun verantwoordelijkheid.”

In vergelijking met andere titels in het waargebeurde misdaad-genre is The Jinx: Part Two van de buitencategorie: zeer goed en grondig gemaakt en met een bredere maatschappelijke boodschap over de manier waarop de allerrijksten vaak geen verantwoording hoeven af te leggen. Als maker heeft Jarecki zelf natuurlijk ook verantwoordelijkheid. Volgens sommige critici was de montage van The Jinx niet altijd duidelijk genoeg en soms zelfs misleidend.

Op dit soort kritiek gaat The Jinx: Part Two in de eerste vier afleveringen niet in. Ook goed gemaakte true crime is een vorm amusement, vol met plotwendingen en gekke personages. Soms verdwijnt de waarheid naar de achtergrond om het verhaal zo smeuïg mogelijk te brengen. Dat weet Jarecki ook. Voelt hij zich daar weleens ongemakkelijk bij? Op die vraag krijgen we vooralsnog geen antwoord.

https://youtu.be/pt6pEN0dypo?si=UWny1MMPCxbs_QcA