Zijn Nederlanders niet bereid hun gedrag aan te passen? Dan controversiële maatregelen nodig om klimaatneutraal te worden

Als Nederlanders niet bereid zijn minder vlees te eten, minder te vliegen en te consumeren, dan kan Nederland het zich niet veroorloven controversiële maatregelen uit te sluiten om klimaatneutraal te worden in 2050. Dat concludeert onderzoeksinstituut het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een studie die deze woensdag is gepubliceerd. PBL stelt dat de politiek zich blindstaart op de doelen voor 2030, wat Nederland in de jaren daarna serieus in de weg kan zitten.

In de studie heeft PBL gekeken hoe Nederland zonder grote gedragsverandering klimaatneutraal kan worden. Dat is „technisch” mogelijk, maar dan zijn alle mogelijke maatregelen nodig om het kabinetsdoel te halen. Ook controversiële maatregelen, zoals het grootschalige gebruik van de opslag van CO2 in gasvelden onder de Noordzee of in sommige gevallen nog het gebruik van gas (waarvan de CO2-uitstoot wordt opgevangen), zijn dan bittere noodzaak. „Klimaatneutraal is niet synoniem met fossielvrij.”

De manier waarop Nederland klimaatneutraal zal worden, hangt volgens PBL in grote mate van twee zaken af. Allereerst in hoeverre waterstof en zogeheten biobrandstoffen (voor de scheep- en luchtvaart) beschikbaar zijn. Nederland is hierbij in grote mate afhankelijk van andere Europese landen. Daarnaast speelt een rol of de regering het belangrijk vindt of Nederland in 2050 opereert zonder fossiele brandstoffen.

Zijn er weinig grondstoffen beschikbaar én kiest Nederland voor de fossielvrije route, dan is klimaatneutraliteit in 2050 „onmogelijk”, concludeert PBL. Als fossiele energie een optie blijft en er veel grondstoffen beschikbaar zijn, dan leidt dat tot de goedkoopste route naar klimaatneutraliteit. Toch is het „risicovol”, schrijft het PBL, om van tevoren erop te gokken dat zo’n „ruime beschikbaarheid” er komt, omdat Nederland afhankelijk is van import van dit soort grondstoffen.

Vasthouden aan sommige doelen, zoals een elektriciteitsvoorziening zonder CO2-uitstoot in 2035 (een kabinetsdoel) of het fossielvrij maken van Nederland in 2050 (een wens van klimaatactivisten), kan volgens PBL „contraproductief” werken. Want het risico is dat schaarse middelen (zoals waterstof) worden ingezet in sectoren die alternatieven hebben, terwijl de industrie afhankelijk is van waterstof om te vergroenen. Bovendien moet Nederland om echt fossielvrij te worden grootschalig gebruikmaken van CO2-opslag en schaarse grondstoffen, wat het voor andere landen moeilijker maakt om te verduurzamen.

Blinde vlekken

Een te grote focus op 2030 (wanneer Nederland tenminste 55 procent minder CO2 moet uitstoten) kan volgens PBL leiden tot „blinde vlekken” over wat moet gebeuren ná 2030. Om klimaatneutraal te worden, moet het kabinet nu snel regelen dat de productie van waterstof, het recyclen van plastic en het importeren van biogrondstoffen van de grond komt. Deze middelen ontbreken nog en PBL ziet ze als essentieel om ervoor te zorgen dat ook de landbouw, industrie, luchtvaart en scheepvaart kan verduurzamen. „Als we deze knelpunten niet snel oplossen, wordt het heel erg moeilijk”, zegt PBL-directeur Marko Hekkert.

Met name biogrondstoffen (uit biomassa, landbouwgewassen, mest of groenafval), die kunnen worden gebruikt om met behulp van waterstof een soort duurzame kerosine voor de industrie of luchtvaart te maken, zijn controversieel. Tegenstanders noemen het gebruik ervan al langer ‘een papieren werkelijkheid’, en stellen dat het tientallen jaren duurt voordat de CO2 die vrijkomt bij de verbranding van biomassa weer is opgenomen door nieuwe bomen. Ook zetten schappers vraagtekens bij grote inzet van CO2-opslag. Zij vinden dat er te weinig rekening wordt gehouden met het risico dat de CO2 gaat lekken en alsnog in de atmosfeer komt.


Lees ook
Biomassa: de paria van het klimaatdebat

Biomassa: de paria van het klimaatdebat

Maar volgens Hekkert is er toch „geen ontkomen aan” om biobrandstoffen en CO2-opslag te gebruiken om klimaatneutraal te worden. „Deze opties maken niet iedereen vrolijk. Mensen vinden er wat van, maar de ruimte om een optie weg te laten is voorbij. Daarvoor is de tijd te kort. Je moet het hele pakket (wind, CO2-opslag, biobrandstoffen, recyclen, warmtegebruik, kernenergie) gebruiken. En als je toch zegt: ‘dit is niet oké’. Dan is de enige andere optie: veel minder brandstof gebruiken.”

Wel wordt „de puzzel” om klimaatneutraal te worden een stuk makkelijker als mensen bereid zouden zijn om hun gedrag aan te passen, zegt Hekkert. „Het is een politieke keuze [om van Nederlanders een gedragsverandering te vragen], maar het maakt de transitie een stuk goedkoper.”