Opinie | Leraren, ga bij elkaar in de klas kijken en geef feedback

Recent presenteerde de onderwijsinspectie het rapport De Staat van het Onderwijs 2024. Het was weer zoeken naar lichtpuntjes. De neergaande trend in de onderwijsresultaten zet door, terwijl de personeelstekorten oplopen. Twintig procent van de scholen scoort volgens de inspectie onvoldoende.

Hoewel die cijfers enige nuance behoeven – wat verstaan we immers onder ‘onvoldoende’ – dringt de conclusie zich op dat het Nederlandse onderwijs voor uitdagingen staat die een fundamentele aanpak vereisen. Een deel van die aanpak hebben we al jaren scherp: minder werkdruk voor onderwijsgevenden, door meer tijd voor onderwijs in te ruimen en de lestaak te verminderen. Kleinere klassen. Maar het zal niet genoeg zijn. Om deze kolossale uitdagingen het hoofd te bieden is er een verschuiving nodig in de professionele cultuur.

Internationaal onderzoek van de OESO wijst uit dat de leraar er in veel gevallen alleen voor staat. Dat wil zeggen: er wordt, vergeleken met andere landen, weinig onderling samengewerkt. In dit land is de individuele leraar nog altijd soeverein in de klas. Misschien is het beter om afstand te nemen van dit beeld. Lesgeven is geen solistische aangelegenheid. Het is teamwork. Om het tij te keren is er een verschuiving nodig van een individueel naar een collectief verantwoordelijkheidsgevoel. Laten we het voortaan samen doen.

Professionele voldoening

Gelukkig gebeurt dit al op steeds meer plekken. De ervaring leert dat het de lessen niet alleen beter maakt voor de leerling, maar ook meer professionele voldoening biedt voor de leraar.

Op de scholen waar vanuit collectieve verantwoordelijkheid wordt geopereerd, is te zien hoe lerarenteams onderling afspraken maken en in gezamenlijkheid onderwijs evalueren. Op deze scholen komen lerarenteams structureel bij elkaar om interventies te bedenken die de onderwijskwaliteit verbeteren. Men gaat bij elkaar in de les kijken, men geeft daarbij feedback aan elkaar. Een eerste stap is soms letterlijk om de deur van het lokaal open te zetten.

Door deze activiteiten ontstaat een cultuur van kwaliteitszorg. Het zal misschien even wennen zijn. Op veel plekken zal er weerstand overwonnen moeten worden, maar de potentiële beloning is groot. Hetzelfde internationale onderzoek laat zien dat collectieve verantwoordelijk niet alleen een rijkere leeromgeving biedt voor de leerling, maar ook voor de leraren zelf.

Het organiseren van intervisie speelt een cruciale rol binnen deze transitie. Onder veel beroepsgroepen zijn intervisiebijeenkomsten gangbaar, in het onderwijs is het een uitzondering. Een gemiste kans. Door gestructureerde intervisiebijeenkomsten kunnen leraren reflecteren op hun onderwijspraktijken en leren van elkaars ervaringen. Dit proces wordt versterkt door onderling lesbezoek, waarbij leraren constructieve kritieken ontvangen van hun collega’s. Zo ontstaat er een professionele dialoog, die een voortdurende professionele ontwikkeling bevordert en helpt met het identificeren van effectieve onderwijspraktijken.


Lees ook
Stop met experimenteel onderwijs, het werkt niet

Stop met experimenteel onderwijs, het werkt niet

Collectieve verantwoordelijkheid betekent ook: het integreren van de stem van de leerling in het ontwerp en de evaluatie van het onderwijs. Iedere leraar weet dat leerlingen de meest waardevolle inzichten kunnen bieden over de kwaliteit van de lessen. Inzichten die de onderwijskwaliteit verrijken en beter doen afstemmen op de (individuele) leerbehoeften. Dit verhoogt niet alleen de betrokkenheid van de leerling, maar stimuleert ook hun motivatie en leerprestaties.

Het is al met al geen rocket science. Als het zo duidelijk is wat er nodig is om een verschuiving tot stand te brengen in de professionele cultuur, waarom gebeurt dit dan niet? Waar de schoen wringt, is dat leraren het al druk zat hebben. De werkdruk is hoog, er is geen sector met zoveel burnouts als het onderwijs. Bij elkaar in de les gaan kijken, samen onderwijs ontwerpen? Prima, maar in welke tijd? Het zal niet liggen aan wilskracht. Iedere onderwijsprofessional streeft naar het best mogelijke onderwijs, voor alle leerlingen.

Op veel plekken zal er weerstand overwonnen moeten worden

Wat leraren nodig hebben is facilitering, meer in het bijzonder in de vorm van tijd. Op dit moment draait er een pilot om de lestijd te verminderen, met de gedachte dat lerarenteams de vrijgekomen tijd in kunnen zetten om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Het idee is dat er minder, maar effectiever georganiseerde lessen worden gegeven, waardoor er meer ruimte is voor de ontwikkeling en implementatie van kwalitatief hoogwaardig onderwijs.

Hand in hand

Ook is dit schooljaar het programma Ontwikkelkracht gestart, dat vanuit de sector zelf geïnitieerd is en door het Nationaal Groeifonds gefinancierd werd. Het programma biedt onder meer deelnemende scholen ‘ruimte, kennis en kunde’ om een professionele cultuur te realiseren die de interactie tussen leraren versterkt en kennis over kansrijke interventies toegankelijk maakt voor lerarenteams.

Dit illustreert hoe substantiële investeringen in de professionele ontwikkeling van leraren en het verminderen van onderwijstijd hand in hand kunnen gaan. Het benadrukt het belang van een professionele cultuur op school, versterkt door de samenwerking tussen leerkrachten en de integratie van feedback van leerlingen.

Laat dit een begin zijn tot een nieuwe benadering van het leraarschap, gebaseerd op het dragen van collectieve verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit. De toekomst van het Nederlandse onderwijs kan aanzienlijk worden verbeterd door leraren meer ruimte te geven om het samen te doen.