Charles Michel treedt toch níet vervroegd terug als voorzitter van de Europese Raad om mee te doen aan de Europese verkiezingen. Vrijdagavond liet de Belg via Facebook weten zijn besluit te herzien, zijn termijn als Raadsvoorzitter toch uit te dienen en geen verkiesbare kandidaat te zijn. Het besluit komt minder dan een week voor een belangrijke Europese top die Michel moet leiden.
De afgelopen weken uitten politici en diplomaten voor en achter de schermen opvallend harde kritiek op de beslissing van Michel vervroegd te stoppen. Die was „egoïstisch”, ,,onbezonnen” en „schaamteloos”. Michel verklaart nu dat hij niet wil dat zijn besluit „het Europese project ondermijnt”. Ook zegt hij „focus” te willen houden op zijn „missie” en zijn „verantwoordelijkheden met een standvastige vastberadenheid” te zullen voortzetten.
Lees ook Europees president Michel beschadigt ambt met vroeg vertrek
Begin januari maakte Michel onverwacht bekend zich verkiesbaar te willen stellen voor het Europees Parlement en daarmee al aanstaande zomer te vertrekken als voorzitter van de Europese Raad. Michels termijn zou eigenlijk pas in december eindigen, waardoor zijn besluit grote druk zette op EU-regeringsleiders om tijdig een opvolger aan te wijzen. Temeer omdat bij het ontbreken van een nieuwe Raadsvoorzitter, de voorzittershamer vanaf juli naar de Hongaarse premier Viktor Orbán zou gaan: notoir dwarsligger binnen de EU.
Het verklaart deels de felle kritiek die Michel kreeg op zijn besluit. Daarbij komt dat hem verweten werd voor zichzelf te kiezen, in een periode dat hij als voorzitter van de Europese Raad juist de stabiliteit van de EU zou moeten garanderen. De kritiek sluit bovendien aan bij langlopende ergernissen over Michel, die volgens critici al jaren te veel bezig is met zijn persoonlijke branding.
Nu Michel zijn termijn gewoon afmaakt hebben regeringsleiders de komende maanden één kopzorg minder. De opvolger van Michel zal nu zoals gebruikelijk onderdeel worden van de banencaroussel die in Brussel begint na de Europese verkiezingen van begin juni en waarin onder meer ook de voorzitter van de Europese Commissie wordt aangewezen. Michel zelf verklaart zich pas na het einde van zijn termijn te gaan bezinnen op zijn toekomst.
„Wat was het toen mooi, waarom is het nu zo lelijk?” Een bezoeker van de fototentoonstelling Déja vu in de hal van het Stadsarchief Amsterdam uit haar verbazing. Fotograaf Erik Klein Wolterink (1965) vergelijkt in zijn fotoserie de stad van toen met die van nu. De reeks verscheen vanaf 2019 in de zaterdagbijlage PS van Het Parool, elk hoofdstedelijke dubbelportret voorzien van een korte begeleidende tekst.
Uitgangspunt vormt een historische foto uit het archief, soms anoniem, soms van bekende fotografen als Jacob Olie of Ed van der Elsken. Door exact vanuit hetzelfde standpunt te fotograferen, soms met een groothoeklens om meer speelruimte te creëren, herschept Klein Wolterink de plek van toen in de stad van nu.
Het is een beproefd procédé. Hele bibliotheken kun je vullen met fotoboeken waarin die twee samenkomen.
Een kleine greep: Amersfoort toen en nu, Arnhem toen en nu, Muiden in oude ansichtkaarten: toen en nu, Toen en nu: Zevenbergen 1300-1983 , Zeist, vroeger en nu. 100 jaar verandering, zelfs Amsterdam toen en nu: in de voetsporen van Vincent van Gogh en ook Verrassend Rotterdam: historische plekken nu en toen. Rotterdam draait het dus om, eerst het nu, daarna het destijds.
Mooier of lelijker?
Of de gefotografeerde plaatsen er mooier op zijn geworden, dat is een cruciale vraag die de expositie onbeantwoord laat. De begeleidende tekst biedt geen enkel esthetisch of ethisch oordeel. Veel werd rücksichtlos gesloopt. Vlooienburg bijvoorbeeld, een voormalige Joodse wijk, waar nu de Stopera ligt. Of de Nieuwmarktbuurt, stukken Jordaan, Kattenburg. Er zijn dramatische veranderingen te zien van plaatsen die nu onherkenbaar zijn. Zoals de foto van het Weesperpoortstation uit 1901, een kopstation voor de verbinding met Utrecht. Nu het Rhijnspoorplein op de kruising van Wibautstraat en Eerste Oosterparkstraat.
Bezoekers van de expositie die bij de foto’s herinneringen ophalen zijn minstens zo interessant als de foto’s zelf. Luister maar eens mee naar de verhalen. Dan valt op hoeveel kennis er leeft. De aanbouw ofwel ‘badkuip’ van Mels Crouwel uit 2012 van het Stedelijk Museum verliest het van de oorspronkelijke Sandbergvleugel, gesloopt in 2006. Dit is wat de bezoeker zo betreurde. Natuurlijk, elke stad is voortdurend aan verandering onderhevig, zo ingrijpend dat vaak niets meer herinnert aan vroeger. Zo geeft de expositie herinneringen terug aan wat we bijna of soms helemaal waren vergeten. Of dat we niet kenden, maar nu wel beseffen: zo was het toen.
Fotoproject Déjà vu van Erik Klein Wolterink. Stadsarchief, Amsterdam. T/m 29/9. Inl: amsterdam.nl/stadsarchief
O jongens, dat had ik even nodig, vorige week. Alle reacties die ik kreeg via mail, LinkedIn, Instagram, en voorheen Twitter. Op mijn verhaal of we ‘taalvauten’ moeten gaan accepteren omdat steeds meer mensen ze lijken te maken. Meer dan 1.000 reacties kwamen binnen.
Ruim in de meerderheid – goddank – waren de lezers die schreven dat ze ‘taalverloedering’ NOOIT zullen accepteren. „Strijdend/streident ten onder” schreven ze, „al dan niet wenend” en „huilend” en: „Blijven corrigeren!!”.
Er werd in de reacties ook gezocht naar oorzaken (het onderwijs, sociale media, informeel schrijven versus zakelijk schrijven, dyslexie). Er werden oplossingen geopperd (‘de zweep erover’), en er werden nog extra taalergernissen genoemd: spatiefouten (contact formulier, wilde wijn dagen), en de term ‘opzoek’ in plaats van ‘op zoek’ die lezers de laatste tijd in vacatures tegenkomen.
Maar. Wat ook opviel: het aantal lezers dat het prima vindt dat de taal „verandert”. „Taal is een levend organisme”, dus logisch dat we anders zijn gaan schrijven de afgelopen jaren.
Ik kan me niet herinneren dat toen ik 17 jaar geleden (!) over hetzelfde onderwerp schreef, er zoveel bijval was voor taalfoutenmakers. Zou de (taal)wereld dan toch écht aan het veranderen zijn? Is dit het einde van de taalpurist, is dit het begin van een nieuw, ontspannen taal-tijdperk – ik hou het in de gaten.
Kom er maar in mensen:
Hoe tenenkrommend dat zelfs de juffen op school taalfouten maken in het rapport van de kinderen. Ik ga (en wil) er niet aan wennen vrees ik.
Janneke van Zijl-Niezink via LinkedIn
Taalpuristen hebbn last van taalziekte 🤒 geen ander doel in t saaie leven dus zoekn naar fouten 🙄 begrijpelijke taal is belngrkr dan perfecte taal 📚 veranderingen door jeugd zoals afkortingen en versimpelingen zijn top 🎉 AI gaat ons helpen beter te schrijvn dus de noodzaak voor aangeleerde perfecte mensentaal verdwijnt sws 🚀 😉 ik denk dat taalonderwijs binnen 10 jr exit is… sry
Nils Vermeire via LinkedIn
Ik huil hier nog harder om dan om mijn eindexamen Grieks.
Tweet van @PSimonV_
(…) Laatst voelde zich iemand aangevallen door mijn uitroeptekens!….
Tweet van Johan De Gouberville
Is daar een woord voor, zoals misofonie voor geluiden? Vooral het ‘me’, ik smijt zo het bankstel door het raam als ik dat lees.Is daar een woord voor, zoals misofonie voor geluiden? Vooral het ‘me’, ik smijt zo het bankstel door het raam als ik dat lees.
Tweet van Marianne Mol-Reeders
Wat een gezeur. Hier zitten fouten bij waar al meer dan honderd jaar over geklaagd wordt. Misschien daar eens iets over lezen?
Tweet van Karin Robbers
Misschien moeten we dit ook niet langer taalfouten’noemen, maar hernoemen als ‘nieuwe taal’. Dat is hip, dat is progressief. Noem het dekoloniseren van de taal 😉. Gebruikers van ‘oude taal’ zijn oude conservatieve sportsokken die in de vorige eeuw zijn blijven hangen.
Tweet van Wienand Drenth
Kwam gisteren het woord rugbaarheid tegen. Op de site van een uitgever.
Tweet van Saskia Licht-Wories
Ook ik zal niemand afrekenen op een incidentele fout, maar luiheid en onverschilligheid zijn altijd kwalijk. Moeten we dan ook maar accepteren als er in het restaurant een haar in je soep zit? Als de chirurg je een tikje scheef dichtnaait?
Tweet van Sylvia Witteman
Ik wil gewoon een punt aan het eind van een zin. 😭😭😭
Tweet van Hanneke Schmeets
Taal, het voertuig van de geest, mag niet verworden tot een rammelend barrel Japke-d. Bouma.
Feliz G. via LinkedIn
Ons kantoor is makkelijk te bereiden, zo schreef de afdeling HRM van mijn ex-werkgever twee jaar geleden in een paginagrote wervingsadvertentie -:)
Pieter Lanser via LinkedIn
(…) Je column over taalfouten die niemand meer boeien zal morgen direct prominent op het prikbord in de lerarenkamer verschijnen! Kunnen vooral mijn collegas zich een beetje voorbereiden op wat ze gaan tegenkomen bij het nakijken van de eindexamens.
Ingrid Sickler-Westerink via de mail
Jaren geleden verkering voor uitgemaakt.
Tweet van Maria Bouwens
(…) Ik kom uit een streek waar we van nature met elkaar communiceren met gebaren, geurvlaggen en, als het echt niet anders kan, gutturale klanken. Ik heb goed taalgebruik omarmd als mijn ticket naar de wereld. Ik laat die rijkdom en schoonheid nooit meer los.
Tweet van Bart Hollevoet
Tja. En toch word je erop afgerekend bij veel sollicitaties. Werkgevers staan er toch anders in. Als je in je brief typt (vacature secretariaat):
Ik wilt solliciteren. Hun zeggen datet een leuke job is. Ik wor er blij van. Etc. Dan word je het niet.
Tweet van Tineke A.
Wacht maar tot je de vacatureteksten leest van mijn werkgever. (…) Dan wil je er niet eens meer werken, ondanks het ‘gedeeltelijk doorbetaalt ouderschap verlof’.
Tweet van Lena Hemel
Nieuwe regel invoeren. Als je het uitspreekt als een -t dan schrijf je het ook met -t. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?
Tweet van Minze T.
Dat doet me denken aan het verhaal over de toren van Babel.
Tweet van BPvL
Er is ook een andere kant: die v/d taalgebruiker die zich arbitraire & inconsistente regels moet eigen maken. Regels die door taalcommissies die in de jungle v/e inconsistente vervuilde taal als logica verkocht worden. Waar kan taal gebruiksvriendelijker gemaakt worden? (…) Taal moet bepaald worden door gebruikers, niet door een commissie. (…) Een ontwerper van een goede user interface rekent ook terug vanuit de gebruiker (bottom-up) ipv top-down.
Tweet van Cortés
die gast van Hebban olla vogala draait zich om in z’n graf!
Rob Roelofs via Linkedin
Ik weiger mensen aan te nemen die whatsapperiaans communiceren. Al moet ik verdomme 8 uur overwerken elke dag.
Tweet van Jeroen Swets
Taal is een levend organisme, klopt. Maar als je een levend organisme niet goed verzorgt dan zal het sterven.
Erald Kahmann via LinkedIn
Taalpurist tot in de kist! ️⚰️
Valerie Plessers via LinkedIn
Voor mij wordt het optie 3: emigreren.
Johan Beemsterboer via LinkedIn
De meest talige mensen die ik ken zijn alle drie dyslectisch. Zij hebben zo’n originele woordenschat en gebruiken zulke fijne taal, dat ik me steeds vaker afvraag waarom spelling zo belangrijk wordt gevonden. Taal is zoveel meer dan dat…
Annemarie Jongejan via LinkedIn
Als ik stage en afstudeeronderzoeken lees ben ik wel een beetje bezorgd. Hoe gaan toekomstige Ingenieurs in hun beroepspraktijk om met het maken van rapportages en adviezen. Ook merk ik dat niet begrijpend kunnen lezen om dezelfde reden zorgt voor verkeerde antwoorden bij bijv. wiskundige opgaven.
De huismus waagt zich nog niet in Park Vijfsluizen, een nieuwbouwproject in Vlaardingen. Het terrein is nog te veel in ontwikkeling, heeft te weinig struiken om in te schuilen en voedsel te zoeken. Plekken om te nestelen heeft het wijkje wel volop: kleine openingen in de gevels bieden toegang tot de ingebouwde nestkasten.
Vanaf 1 januari 2025 wordt het verplicht om dergelijke ‘verblijfsvoorzieningen’ voor huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen aan te brengen bij nieuwbouw en grootschalige renovaties. Demissionair minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken, CDA) heeft begin deze maand voorgesteld dit op te nemen in het Bouwbesluit, de verzameling voorschriften voor de bouw.
Deze verplichting moet helpen de biodiversiteit te bevorderen door de soms dramatische achteruitgang van deze soorten te stoppen en populaties kans geven weer te groeien. ‘De Huismus verdwijnt: is het tij te keren?’, schreven wetenschappers al in 2007. Sinds de jaren tachtig verminderde het aantal broedparen met minstens de helft. De laatste jaren is de populatie op „een laag niveau gestabiliseerd”, aldus de Vogelbescherming. Bij de laatste telling werd het aantal broedparen geschat op tussen de 600.000 en 1 miljoen. Exacte tellingen van de gierzwaluw, die bijna zijn hele leven vliegend doorbrengt, zijn lastig. Maar net als de vleermuizen zijn ze in aantal achteruitgegaan. Om de overgebleven populaties zo veel mogelijk in stand te houden zijn huismus, gierzwaluw en vleermuizen wettelijk beschermd.
Lees ook Vogeltelling: struikbroeders en tuinhelden tellen in het Jaar van de Huismus
Kieren
De aanleg van verblijfplaatsen verplichten, is zeker een positieve stap, zegt Timo Roeke van Vogelbescherming Nederland. Hij verwacht dat de onderkomens gretig aftrek zullen vinden onder de vogels en vleermuizen. „Je ziet het op plekken waar bouwers een gaatje open hebben gelaten. Dan zit er, hop, een huismus in.”
De bouwkundige inspanningen om energie te besparen in Nederland, hebben voor deze ‘bouwwerkafhankelijke’ beesten zeer nadelig uitgepakt. Kieren werden gedicht, spouwmuren geïsoleerd, ruimtes onder dakpannen afgesloten. Het isoleren van gebouwen ging ten koste van hun levensruimte. Hoeveel meer mussen, gierzwaluwen en vleermuizen over een paar jaar het Nederlandse luchtruim doorkruisen, durft Roeke niet te zeggen. Maar hun aantallen worden gemonitord, dus er zullen meer gegevens beschikbaar komen.
Jennifer Hagens van de Stichting De Mussen Toevlucht is ook blij met het voorstel. „Het zou wel tijd worden, tot nu toe is de situatie vooral achteruitgegaan. Ik hoop dat het voorschrift wordt nageleefd, want anders houdt het snel op.”
Directeur Maike van Stiphout van DS Landschapsarchitecten heeft daar wel vertrouwen in. „Het Bouwbesluit is een ondergrens, daar kun je niet doorheen zakken.” Ze ziet deze verplichting als onderdeel van een grote en snelle verandering in de bouw. „Tien jaar geleden werd ik uitgelachen om het idee dat vogels in een gebouw kunnen wonen, dat is echt aan het kantelen.” Meer bouwers zijn bezig met hoe ze kunnen bijdragen aan de leefomgeving, aldus Van Stiphout.
Imago
Vogels zijn in ieder geval welkom in Park Vijfsluizen. In veel gevels zitten sleuven of openingen, die bouwbedrijf Heijmans en de Vogelbescherming tonen tijdens een ‘woonwijksafari’ voor de pers. De Vogelbescherming en Heijmans gaan samenwerken aan betere voorzieningen voor vogels in nieuwbouwwijken. De sleuven geven toegang tot de holtes waar gierzwaluwen en vleermuizen kunnen verblijven. „Vleermuizen hebben een slecht imago,” zegt ecoloog Jan Willem Burgmans, die in dienst is van bouwbedrijf Heijmans. „De helft van de mensen denkt nog dat ze bloed drinken.” Maar het zijn juist heel nuttige beestjes. „We willen water in de wijk opvangen, maar daar kunnen muggen zich voortplanten. Eén vleermuis vangt tot wel duizend muggen per nacht.”
Vanuit ecologisch oogpunt zet hij wel een kanttekening bij het verplichten van verblijfsvoorzieningen. Dat is eigenlijk de laatste stap, legt Burgmans uit. Fundamenteler is dat de bodem gezond is, daarop kan de fauna floreren en dan komen de insecten, vogels en andere dieren vanzelf.
directeur DS LandschapsarchitectenMaike van Stiphout Tien jaar geleden werd ik uitgelachen om het idee dat vogels in een gebouw kunnen wonen, dat is echt aan het kantelen
Burgmans is wel voorstander van de nieuwe regel, al was het maar omdat daardoor alle bouwers moeten doen wat Heijmans vrijwillig doet. Heel kostbaar is het overigens niet om de verblijfplekken aan te leggen: voor een rijtjeswoning zo’n 900 euro, aldus een rapport.
In Park Vijfsluizen wordt al van alles gedaan om de biodiversiteit te bevorderen, wat tegenwoordig vaak wordt aangeduid met de term „natuurinclusief bouwen”. De wijk heeft bloemrijke groene daken, waterpartijen, een geluidswal met beplanting van wilgen, berken, beuken en een variëteit aan struiken. Op termijn moeten hier onder meer ook de ransuil, kleine karekiet en groene specht zich thuis voelen. Met een cameraval wordt nu, deels met AI, in de gaten gehouden welke insecten in de wijk voorkomen en een installatie gaat bijhouden welke vogels er zitten.
Tegels en kunstgras
Hoe de natuur in de wijk zich ontwikkelt, durft niemand te zeggen. „De mensen die hier wonen, moeten daar een succes van maken”, zegt Burgmans. Tijdens een rondtocht is te zien dat sommige bewoners hun tuin hebben geplaveid met tegels en gestoffeerd met kunstgras. „Dan moeten we het nog beter uitleggen,” zegt Burgmans. Er wordt een beetje op gestuurd. Bij de aanleg krijgen de tuinen zwarte grond, geschikt voor beplanting en niet voor betegeling.
Ook zijn eigen collega’s zullen moeten bijleren, zegt Burgmans. Altijd was de norm om bestrating strak te leggen, er hoorde geen gras tussen de tegels te groeien. Nu zijn paadjes en parkeerplaatsen halfopen aangelegd, met ruimte voor groen en waterdoorlatend.
Sommige dieren trekken zich niets aan van alle bouwactiviteiten in de wijk. Een stel Canadese ganzen paradeert met geel-bruine kuikens over het bouwterrein. Er is een vos gezien en een ijsvogel. Een medewerker van Heijmans vertelt dat een boomstam wordt omgevormd tot huisvesting voor deze kleurrijke vogel, maar dat is niet verplicht.
Lees ook De Rode Lijst van kwetsbare vogels is langer dan ooit. Met dank aan de intensieve landbouw