Het gratis zorgsysteem van Groot-Brittannië, ooit de trots van de natie, dreigt volledig vast te lopen. Ambulances staan in de rij bij de eerste hulp door een tekort aan bedden en de wachtlijsten zijn eindeloos. Voor het eerst leggen verpleegkundigen hun werk neer omdat ze het zo niet langer volhouden, vertelt Correspondent Annemarie kas. Waarom houden de britten vast aan een systeem dat nauwelijks nog functioneert?
Na de ongeregeldheden van 8 november is één ding zeker: de Amsterdamse politie had het geweld tegen de Israëlische supporters van Maccabi Tel Aviv niet voorzien. En misschien, zei minister van Justitie David van Weel (VVD) donderdag in de Volkskrant, was dat anders geweest als de politie had kunnen meekijken met Telegram-groepen waarin mogelijk al van tevoren werd opgeroepen tot geweld. Want de minister ziet „echt een uitdaging” als het gaat om de vraag: wat mag de politie nou wanneer het gaat om openbare orde en dit soort online chatgroepen? „Dan is het antwoord: niet zo heel veel.”
Voor een beter zicht op mogelijke plannen voor ordeverstoring en gebruik van geweld pleit Van Weel in het interview voor verruiming van de bevoegdheden voor de politie om online informatie te verzamelen. Want nu kan ze dat pas na concrete aanwijzingen voor een strafbaar feit en met toestemming van de officier van justitie. „Heel vaak is het leed dan al geschied”. Wat Van Weel betreft zou de politie met „toezicht” en de nodige waarborgen voor „privacy” ook preventief in appgroepen moeten kunnen meekijken. De minister kondigde direct een wetsvoorstel aan dat hij nog voor de zomer wil indienen – „de nood is hoog”.
Je ziet in de politiek al langer de wens om inlichtingenmogelijkheden te verruimen
Voor Jan-Jaap Oerlemans, bijzonder hoogleraar Inlichtingen en Recht aan de Universiteit Utrecht, komt zo’n voorstel niet helemaal uit de lucht vallen. „Er is in Kamerdebatten al vaker over gepraat en je ziet in de politiek al langer de wens om inlichtingenmogelijkheden te verruimen.” Maar op basis van het interview heeft Oerlemans nu toch vooral veel vragen. „Dient zo’n wetsvoorstel het handhaven van de openbare orde, ook een issue voor de burgemeester, of de vervolging van mogelijk strafbare feiten, waar het Openbaar Ministerie over gaat? Voor beiden geldt andere wet- en regelgeving. En wie gaat het uitvoeren? En hoe regel je het toezicht?”
Opsporingsbevoegdheid
Een online openbare bron mag iedereen – ook de politie – bekijken. Maar voor afgeschermde accounts op Instagram of chatgroepen zoals op Facebook, Whatsapp of Telegram is een opsporingsbevoegdheid van de officier van justitie vereist – en daarmee de verdenking van een strafbaar feit. Je zomaar voordoen als een ander in de chat mag de politie niet, dan zal ze moeten voldoen aan de – relatief zware – normen voor dekmanteloperaties. Meepraten heet ‘infiltratie’ en wie wat langer mee kijkt op een account moet voldoen aan waarborgen voor ‘stelselmatige observatie’ of ‘stelselmatig inwinnen van informatie’.
De normen voor inlichtingenverzameling zijn bedacht in een offline wereld, toen internet nog niet bestond, en al twintig jaar klinkt daarover in de politiek regelmatig gemor. Het juridisch kader is er niet specifiek voor bedoeld: het is een tijdelijke noodoplossing die al jaren duurt. In het nieuwe Wetboek van Strafvordering zal voor online gegevensvergaring wel een specifieke grondslag zijn opgenomen, alleen dat duurt nog wel een paar jaar.
Zo’n wet die de minister nu voorstelt luistert nauw, zegt Bert-Jaap Koops, hoogleraar regulering van technologie aan Tilburg University. „De ontwikkelingen op technologisch gebied gaan snel, dus hoe formuleer je? Noem je – heel gedetailleerd – ‘Telegram’? Mogelijk bestaat de chatdienst over vijf jaar niet meer. Maar als je algemeen formuleert loop je de kans dat er te veel toepassingen onder vallen, en dat gaat ten koste van de rechtszekerheid.”
Terughoudend opstellen
Preventief rondneuzen in gesloten chatgroepen, dat maakt inbreuk op de privacy. Maar óók op de vrijheid van meningsuiting, zegt Koops. „Er kan een verkillend effect van uitgaan, zeker als de politie dit zonder verdenking van strafbare feiten zou kunnen doen.” Dan zouden niet alleen hooligans, maar ook kwetsbare mensen in andere appgroepen zich mogelijk terughoudend gaan opstellen in wat ze delen.
Je hebt een oplossing, maar voor welk probleem precies?
En is de nood voor nieuwe wetgeving wel zo hoog, vraagt Jaap Timmer zich af. „Oei een probleem, we gaan er een wet voor bedenken. Dat heet de risico-regel-reflex”, zegt Timmer, politiesocioloog aan de Vrije Universiteit Amsterdam. „Je hebt een oplossing, maar voor welk probleem precies? En soms zijn er ongewenste effecten, zoals bij de Toeslagenaffaire.”
Eerst maar eens bekijken of binnen bestaande wetgeving niet meer mogelijk is, vindt hij. De informatieverzameling bij demonstraties of bij voetbalwedstrijden als die tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv op 7 november is in handen van het Team Openbare Orde Inlichtingen (TOOI) van de politie. Die kunnen „kletsen met hooligans of met organisatoren van evenementen”, maar ze kunnen ook al met OSINT-technieken informatie verzamelen over potentiële relschoppers uit openbare bronnen. „Voordat je wetgeving bedenkt moet je eerst onderzoeken hoe ze dat beter kunnen doen.”
De Duitse defensieminister Boris Pistorius stelt zichzelf niet kandidaat om de SPD te leiden tijdens de aanstaande verkiezingen in Duitsland. Dat heeft de sociaaldemocraat laten weten aan de partijtop, zegt hij in videoboodschap. Daarmee maakt hij de weg vrij voor partijgenoot Olaf Scholz om een gooi te doen naar een tweede termijn als bondskanselier.
Over een mogelijke kandidatuur van Pistorius werd de laatste tijd veelvuldig gespeculeerd. De SPD loopt achter in de peilingen, waarmee de druk op Scholz om plaats te maken de afgelopen tijd toenam. Pistorius, die populariteit geniet onder kiezers, werd gezien als een grotere kanshebber. Hij spreekt van een „geheel persoonlijke beslissing”.
Na de val van het kabinet vorige week gaan Duitsers in februari vervroegd naar de stembus. De combinatie CDU/CSU heeft onder leiding van Friedrich Merz in de peilingen een ruime voorsprong op het radicaal-rechtse Alternative für Deutschland en de SPD. Dat maakt de positie van Scholz binnen zijn partij onderwerp van discussie.
De regering-Scholz was buitengewoon impopulair. Kort voor de val was 85 procent van de kiezers ontevreden met de stoplicht-coalitie, de andere twee coalitiepartijen staan er nog beroerder voor. Ondanks zijn eigen impopulariteit en die van zijn regering lijkt Scholz niet bereid het duel met Merz op te geven.
Lees ook
Kan Olaf Scholz zichzelf en zijn partij nog redden?
Het idealisme van de eeuwige vrede botste donderdag in Rotterdam met de realiteit van oorlog. Terwijl rond kwart voor acht ‘s ochtends de eerste bezoekers van defensiebeurs NEDS, veelal man, vaak in pak, sommigen in uniform, staan te wachten tot de deuren van Ahoy open gaan, komt een groepje demonstranten aangefietst. Ze zetten hun ov-fietsen op de standaard, halen brandblussers uit hun rugzakken en beginnen rode verf te spuiten op de glazen gevel van het evenementencentrum. Ahoy, roepen ze, is „medeplichtig aan genocide” en heeft „bloed aan de handen”.
In een wereld die zich aan het bewapenen is, waarin nieuwe technologieën oude wapens vervangen en waarin oorlogen hele landen verwoesten, bloeit de wapenindustrie. In Rotterdam is te zien hoe. Woensdag bracht NRC bovendien het nieuws dat Nederland sinds het uitbreken van de oorlog in Gaza fors meer wapens heeft gekocht bij Israëlische defensiebedrijven.
En precies vanwege dat land verzamelen zich donderdag zo’n tweehonderd demonstranten voor Ahoy. Zij zien een industrie die profiteert van oorlog en de wapens verkoopt waarmee landen, met name Israël, hun „misdaden” plegen. Pro-Palestijnse actiegroepen hadden opgeroepen naar Rotterdam te komen en te demonstreren tegen de vermeende genocide in Gaza. Wie deze beurs bezoekt, vinden de demonstranten, is daaraan medeplichtig.
Met een megafoon en spreekkoren schreeuwen: „Shame on you!” Tegen mensen in uniform klinkt het dat die zijn doordrenkt van bloed. „Dat zijn geen mensen”, zegt een Haagse demonstrante (28) die haar naam niet wil geven, „zelfs ratten hebben meer waardigheid.”
Tanks en oordopjes
Binnen, tussen de ruim 150 grote en kleinere stands op de beurs, lijkt oorlog toch ver en abstract. Hier spreekt men van een „veiligheidsuitdaging” in een „nieuwe geopolitieke realiteit”. Met als remedie alles wat in deze showroom te koop is. Van complete tanks en marineschepen, tot storingvrije kabeltjes en slimme oordoppen. Alles glimmend en nieuw, net uit de verpakking. Plus alle technologie die nog in de pijplijn zit, zoals te zien is bij kennisinstituten TNO en NLR, ook aanwezig. Maar nergens een spatje modder van het slagveld, laat staan verwoesting en bloed. Espressootje met een koekje erbij, geen champagne zoals op de Eurosatory, de jaarlijkse megabeurs in Parijs.
Buiten is de oorlog daarentegen grimmig en concreet. Voor de demonstranten is een groot vak afgezet met hekken, maar groepjes, hun gezichten veelal verhuld achter Palestijnse sjaals, hebben andere plannen. Rond negenen duiken op twee kruispunten groepjes op, ze ketenen zich aan elkaar vast. Wanneer de politie ze van de weg tilt en een andere groep demonstranten met hekken een andere rijbaan begint te blokkeren, grijpen agenten in: met handen en wapenstokken worden de veelal jonge demonstranten teruggeduwd en -geslagen. Later op de ochtend escaleert het nog een paar keer kortstondig.
Raymond Knops, oud-politicus (CDA) en voorzitter van de Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV), die de beurs voor de 35ste keer organiseert, had voor de demonstranten „maar één boodschap”, zei hij. „Jullie zijn gelukkig dat jullie in Nederland mogen demonstreren, een vrijheid die wij elke dag beschermen.”
Het lijkt vrede, maar we leven in een ‘grey zone’ van cyberaanvallen en toenemende sabotage
De woorden die buiten het vaakst klonken, ‘Gaza’ en ‘Israël’, vielen in de openingstoespraken niet. Daar ging het vooral over Oekraïne. En over Rusland, dat het Westen via cyberaanvallen en sabotages de facto de oorlog heeft verklaard. „Het lijkt vrede, maar we leven in een grey zone van cyberaanvallen en toenemende sabotage”, zei Ruben Brekelmans, minister van Defensie (VVD). En Nederland is „wel heel efficiënt geworden, maar dat is ten koste gegaan van robuustheid en reserves”, zei Chantal Vergouw (lid raad van bestuur van KPN, dat sponsor is van de wapenbeurs), zodat „een kleine schok een majeur effect kan hebben”.
Op de dag dat Rusland een nog ongebruikt type strategische raket op Oekraïne afschoot, en een invloedrijke denktank waarschuwde dat het Oekraïense front mogelijk kan „verkruimelen”, is er niemand die zich veel illusies maakt. Poetins oorlog die drie dagen had moeten duren, is zijn derde jaar in gegaan, maar duidelijk is dat het Westen nu alle zeilen bij moet zetten om Oekraïne te helpen.
Oorlogspropaganda
Maar Oekraïne? Selma, één van de organisatoren van de demonstratie, ze wil haar achternaam niet geven, zegt het dat „oorlogspropaganda is dat we defensiesystemen nodig hebben voor vrede”. Volgens haar wordt „het argument van vrede en veiligheid gebruikt om meer geld te verdienen”. En „meer wapens betekent meer escalatie, over de ruggen van Oekraïniërs”. Ze pleit voor vredesonderhandelingen en een „NAVO die Rusland niet provoceert”. De Haagse demonstrant steekt, gevraagd naar het nut van wapens voor Oekraïne om vrede te bereiken, haar middelvingers op richting Ahoy.
Binnen is die wapensteun wel vanzelfsprekend. Maar zoals een standhouder, die componenten voor drones bouwt, zegt: „Ook aan onze kant van het NAVO-hek moet veel gebeuren.” Met meer geld om te beginnen, want Nederland heeft te lang voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten, zei Knops. Dat geld is er nu, in 2023 1,9 miljard euro extra; naar Nederlandse maatstaven klotst het tegen de plinten. Volgens het Britse tijdschrift The Economist groeiden de totale militaire overheidsuitgaven in 2023 wereldwijd met 3,7 procent tot 2,2 duizend miljard dollar, maar nergens sterker dan in Europa, waar de groei 13 procent was. En dat zet zich naar verwachting door.
Bovendien maakt technologie wereldwijd een ‘generatiewisseling’ door, onder meer door de explosieve ontwikkeling van autonome systemen zoals drones. Daardoor voelen veel strijdkrachten de noodzaak om zichzelf opnieuw uit te vinden. Het vertaalt zich in nieuwe contracten voor grote Europese defensiebedrijven, zoals munitiefabrikant Rheinmetall, de Franse groepen Naval (onderzeeboten) en Thales (radars), het Nederlandse Damen (fregatten) en de Britse raketten- en elektronicareus BAE Systems. En dus ook voor al die talloze ‘kleintjes’.
Maar jaren van achterblijvende investeringen en de notoir gefragmentariseerde Europese defensiesector leiden ook tot stagnatie in de toeleveringsketen. Brekelmans erkende dat de overheid voor „gestroomlijnde aankoopprocedures” en „financiële zekerheid” moet zorgen. Maar hij sloot zijn pleidooi af met de oproep aan de sector de inspanning te verhogen – „en niet alleen de prijzen”.
Virtuele drone
Buiten lijkt het alsof binnen louter wapens worden verhandeld waarmee Gaza wordt gebombardeerd. „Zij vermoorden mensen”, roept een huilende demonstrant tegen agenten, „en jullie doen er niks tegen. Ik wil gewoon dat dit stopt!” Een andere demonstrant roept tegen een agent: „Er worden kinderen vermoord, er wordt fucking veel geld verdiend en jullie beschermen ze!”
Hoewel de deelname van Israëlische bedrijven buiten de publiciteit was gehouden, zijn ze nadrukkelijk aanwezig op de beurs. Elbit bijvoorbeeld, waar de Nederlandse krijgsmacht raketten en communicatieapparatuur heeft gewinkeld, zelfs met een van de grootste paviljoens. Onder het oog van Israëliërs met harde gezichten en een veiligheidsoortje kunnen bezoekers er plaatsnemen in een half achter matglas verscholen commandoruimte en zelf een virtuele drone besturen.
Grote bedrijven die áán Israël leveren zijn er ook, zoals het Amerikaanse Lockheed Martin, dat de F-35 bouwt. Maar tegelijkertijd zijn er opvallend veel bedrijven waar defensie maar een deel van de business is. Zoals Sub Alliance, een Belgische firma die precisie-onderdelen giet, print, spuit, perst en freest, van tandwielen tot inspectieluiken. Op maat voor militaire afnemers, maar ook voor medische toepassingen en zelfs brouwerijen. „Alles is tegenwoordig dual use”, zegt Anthony Despres, verantwoordelijk voor internationale productontwikkeling.
‘Dubbel gebruik’ klinkt overal. Bij dronebouwer Acecore uit Uden bijvoorbeeld, die onder andere een ‘hexacopter’ maakt, een drone met zes wieken die vier uur in de lucht kan blijven. Gemaakt voor bodemonderzoek vanuit de lucht. „Maar daar kun je dus ook een mijnenveld mee in kaart brengen”, zegt verkoopmanager Luuk Piscaer.
En bij Demcon uit Best, dat onder veel meer onbemande, autonome, elektrisch aangedreven vaartuigen maakt. „Onze technologie is gemaakt voor metingen bij baggerwerk of de aanleg van windparken”, zegt divisiedirecteur Fedor Ester. „Maar die kun je net zo goed gebruiken voor inspectie van kabels op de zeebodem. We weten hoe actueel dat is. Defensie heeft er zelf nooit genoeg capaciteit voor, Dus logisch om verbinding te zoeken met de offshoresector.”
En dan ligt er opeens een man zonder onderbeen, alleen een stuk bot zichtbaar, en met drie schotwonden in de borst, te stuiptrekken. Een gruwelijk en levensecht wegkijkmoment. Met deze pop, een „traumasimulator” van het Amerikaanse Skills Meducation, kan medisch militair personeel oefenen: slagaderlijke bloedingen stelpen, intuberen en een schot door de long stelpen zodat de getroffene in elk geval weer kan ademen. En zo komt de echte oorlog toch even binnen.