Zoekende poppenspeler werd kluizenaar en kloosterling

Necrologie

Jozef van den Berg (1949-2023) Poppenspeler, toneelschrijver, acteur

Hij was een van de grootste poppenspelers van ons land, totdat hij werd geroepen door het geloof en uiteindelijk intrad in een Grieks-Orthodox klooster.

Jozef van den Berg in de hut te Neerijnen waar hij tot augustus 2023 als kluizenaar woonde.
Jozef van den Berg in de hut te Neerijnen waar hij tot augustus 2023 als kluizenaar woonde. Foto Rias Immink

Het is 14 september 1989 in de schouwburg van Antwerpen, vijf minuten voor acht. Poppenspeler en toneelschrijver Jozef van den Berg komt op en zegt tegen het publiek dat de voorstelling niet doorgaat. Genoeg Gewacht zou het optreden heten, een variatie op Wachten op Godot van Samuel Beckett. Die middag, getuigt Van den Berg, heeft God hem „geroepen.” Hij zal vanaf dit moment nooit meer optreden.

Het is een van de markantste gebeurtenissen uit het Nederlandse theater. Er waren 40.000 kaarten verkocht en het publiek kan het geld terugkrijgen. Tot dan toen gold Van den Berg als een van de grootste poppenspelers van ons land, die zowel voor kinderen als voor volwassen optrad. Hij was een van de eersten die het voordoek weghaalde van de poppenkast, waardoor hij samen met zijn poppen als speler zichtbaar op het toneel stond.

Afgelopen week is Van den Berg in Griekenland overleden, in het orthodoxe Transfiguratieklooster te Sochos, niet ver van Thessaloniki. Hij werd 74 jaar. Hij werd geboren op 22 augustus 1949 in Beers (Noord-Brabant) en wilde als kind al priester worden. Op jonge leeftijd speelde hij de rol van farizeeër in een passiespel van Cuijk. Tijdens zijn middelbare schooltijd was hij actief in het schooltoneel. In 1960 volgde hij twee jaar de toneelschool in Arnhem. Na zijn huwelijk ging het echtpaar in Groningen wonen, waar hij bijstand aanvroeg om met paard en wagen door het land te kunnen trekken en reizend poppentheater te brengen. Een van zijn kinderen is Lotte van den Berg, zelf regisseur.

Fietsenhok

Meer nog dan door zijn theater verwierf Van den Berg landelijke bekendheid door zijn bekering tot de Orthodoxe Kerk. Hij leefde als kluizenaar in een fietsenhok bij het gemeentehuis van het Gelderse Neerijnen, een plek die „God hem gewezen had”, zoals hij in interviews meermaals benadrukte. Nadien verbleef hij in een zelfgebouwde hut annex kapel, waar hij mensen ontving die worstelden met geloofsvraagstukken.

Toch zou het hem geen eer doen zijn theaterwerk op de achtergrond te plaatsen sinds hij, naar eigen zeggen, „acteur werd van Christus”. Voorstellingen als Moeke en de Dwaas (Holland Festival, 1980), De Geliefden (1986/1987) en De Pleisterplaats (1988/1989) gelden als onbetwiste hoogtepunten in het theater. Vooral De Geliefden toonde in de kiem Van den Bergs latere bekering, hij vertolkte daarin zijn alter ego Jozef die altijd zoekend was, nooit ergens thuis, immer onderweg. Afgezien van de prachtige, zelfgemaakte handpoppen die de speler hanteerde vormde een van zijn belangrijkste attributen een grote houten kist met een halfrond deksel. Daarin leefden zijn poppen. Op indrukwekkende en tegelijkertijd weerloze wijze bracht hij zijn poppen tot leven en sprak met hen.

Altaar

Dezelfde kist vormde het centrum vormde van Van den Bergs leven na het theater. Hij borg er zijn spullen in op en maakte er een altaar van. Zijn afscheid was zo bijzonder omdat hij in een lange, poëtisch geformuleerde tekst de zaal liet weten op zoek te zijn naar de waarheid die hij niet langer kon vinden in het theater: „Ik kan niet iedere avond hier hetzelfde verhaal vertellen. Ik zoek de werkelijkheid. Ik kan geen dingen meer zeggen die niet waar voor mij zijn. (-) Mijn theaterleven zit er wat dat betreft op. Ik ga.”

In Genoeg Gewacht maakte Van den Berg gebruik van het Stabat Mater van Vivaldi, gezongen door Aafje Heynis. De voorstelling was het bewijs van zijn bekering. Hijzelf vertolkte een acteur die wacht op de tekst van een schrijver. Maar Jozef van den Berg zelf was de schrijver, dus de tekst zou er nooit komen.