Zelfcensuur in het hoger onderwijs: een flinke minderheid voelt die druk

Verreweg de meeste onderzoekers, docenten en studenten in hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek hebben geen last van zelfcensuur, een minderheid zegt wel druk te ervaren om zichzelf in gedrag of uitingen te beknotten.

Dat blijkt uit een eerste, verkennend onderzoek naar de perceptie en praktijk van zelfcensuur in het hoger onderwijs in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW). De Tweede Kamer had daarom gevraagd.

10 tot 30 procent van de onderzoekers, docenten en studenten zegt druk te voelen om zichzelf te beperken of dat ook weleens te hebben gedaan. Dat gaat vooral op voor gezondheids-, rechten- en interdisciplinaire studies aan de universiteit, bij hogescholen speelt het veel minder. Buitenlandse onderzoekers voelen zich vaker beperkt dan Nederlandse.

Van de ondervraagde onderzoekers zegt 71 tot 87 procent geen enkele of weinig druk tot zelfcensuur te ervaren, bij docenten is dat 72 tot 86 procent, bij de studenten 66 tot 90 procent. Het aandeel dat zegt zich nooit daadwerkelijk te beperken is vergelijkbaar. Onderzoekers ervaren druk vooral in gesprekken met collega’s en „publieke communicatie”, docenten in onderwijs en studenten vooral in gesprekken met medestudenten.

Het idee dat zelfcensuur de academische vrijheid bedreigt, leeft bij de wetenschappers overigens aanmerkelijk breder dan dat daadwerkelijke zelfcensuur voorkomt, zeker in publicaties. Van de onderzoekers zegt 92 procent zich de afgelopen drie jaar nooit of één keer te hebben beperkt in publicaties of presentaties.

De bevindingen zijn niettemin opmerkelijk, omdat de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in 2018 nog stelde dat er „geen signalen zijn dat er in de wetenschap in Nederland structureel sprake is van zelfcensuur en beperking van diversiteit aan perspectieven”. De Akademie kwam tot die slotsom in een briefadvies aan de minister, vooral op basis van de gedragscodes en regels van universiteiten.

Motie in de Tweede Kamer

De vraag naar universitaire zelfcensuur is politiek beladen. Het advies van de KNAW was een gevolg van een VVD-motie in de Tweede Kamer die opriep bedreigingen van academische vrijheid te onderzoeken. Die motie was mede ingegeven door klachten van rechtse opiniemakers over een ‘linkse’ cultuur aan de Nederlandse universiteiten. Tijdens de coronapandemie, met toenemende bedreigingen van wetenschappers, vroeg de Tweede Kamer in 2021 opnieuw om een onderzoek.

Volgens onderzoeksbureau Technopolis, dat de peiling deed, hangt de uitkomst samen met de „polarisering en politisering van maatschappelijke onderwerpen” zoals klimaat, gender, slavernij en migratie. De hoge score van gezondheidsstudies zal bijvoorbeeld samenhangen met de sociale onrust over het coronabeleid.

Het bureau baseerde zich op twee representatieve enquêtes van 538 docenten en onderzoekers en 841 studenten, 37 individuele interviews en twee consultatierondes.


Lees ook
Het verhaal van een Groningse universitair docent die vindt dat haar de mond werd gesnoerd

<strong>Een demonstratie</strong> (mede in het kader van Internationale Vrouwendag) in Groningen op 8 maart voor het Academiegebouw tegen het ontslag van <strong>Susanne Täuber</strong> (met groene jas en rugzak) door de Rijksuniversiteit Groningen.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/zelfcensuur-in-het-hoger-onderwijs-een-flinke-minderheid-voelt-die-druk.jpg”><br />
</a> </p>
<p> In het rapport wordt voorgesteld de regels van academisch debat duidelijker te maken, meer debattrainingen te geven, en na te gaan hoe met „gevoelige” onderwerpen kan worden omgegaan in het onderwijs. Bestuurders en beleidsmakers zouden zich <a rel=meer moeten uitspreken bij „incidenten van intimidatie en geweld”.

In een reactie zegt demissionair minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, D66) dat de uitkomsten van de peiling hem „zorgen baren” en stroken met een bredere trend in de samenleving. Hij wijst op enkele genomen maatregelen, zoals een meldpunt voor bedreigde wetenschappers.

De KNAW zegt zich te herkennen in de bevindingen en waarschuwt voor toenemende terughoudendheid van wetenschappers om zich te uiten in het maatschappelijk debat.