‘Wil je mij weg hebben?’, vraagt Fleur Agema aan Dick Schoof

Om negen uur, dinsdagochtend, zit premier Dick Schoof in het Catshuis. Zoals elke dinsdag heeft hij overleg met zijn vier vicepremiers: Fleur Agema van de PVV, Sophie Hermans van de VVD, Eddy van Hijum van NSC en Mona Keijzer van BBB. Er zijn ook medewerkers bij. Dat een kabinetscrisis dreigt, weten ze. En dus is het overleg nog niet echt begonnen, ze wachten. Fleur Agema komt wat later binnen, dat valt de anderen op. Ze denken: zíj weet het al wel.

Het is nog niet helemaal zeker, toch begint Schoof alvast over het scenario dat PVV-leider Wilders niet verder wil met het kabinet. Ambtenaren hebben voor hem uitgezocht hoe dat in het verleden ging: de ministers en staatssecretarissen van de partij die het kabinet ten val bracht, stapten dan zelf ook op. Hij vraagt aan Agema: „Wat doen jullie?” Agema heeft geen idee.

Om tien over negen horen ook Hermans, Van Hijum en Keijzer dat Geert Wilders het kabinet niet meer steunt. Ze horen ook dat Wilders Schoof erover zal bellen, en daar wachten ze op. Om kwart over negen ziet een van hen het bericht van Wilders op X: ‘PVV verlaat de coalitie’. Aan tafel is er irritatie over, verontwaardiging: éérst X, dan pas de premier. Meteen daarna gaat de telefoon van Schoof. „Daar zul je ’m hebben”, zegt hij. Hij staat op om met Wilders te bellen.

Verbijsterd en boos

Schoof begint tegen Wilders ook over voorbeelden uit het verleden en vraagt aan hem hetzelfde als aan Agema: wat is de PVV van plan met de eigen bewindslieden? Wilders heeft er nog niet over nagedacht, hij belooft om erover terug te bellen.

Voorbeelden uit het verleden: in juni 2006 liet D66 het kabinet-Balkenende II vallen en alle D66’ers verlieten het kabinet. In 2010 viel Balkenende IV omdat de PvdA niet verder wilde en vertrokken ook de ministers en staatssecretarissen van de PvdA.

Wilders belt er niet veel later over terug, hij heeft het nagevraagd en hij heeft er een beslissing over genomen: al zijn bewindslieden stoppen. Agema, zien de anderen, kan het eerst niet geloven. Ze denkt dat Schoof dit heeft bedacht. Wil hij haar weg hebben? Nee, zegt Schoof. Hij weet, maar dat zegt hij niet, dat de andere partijen al klaar zijn met de PVV. Politiek is het nu niet meer te doen, met z’n allen in één kabinet blijven zitten, al is dat demissionair.

Yesilgöz had op de kamer van Wilders nog willen redden wat er te redden viel

In de Tweede Kamer staan VVD-leider Dilan Yesilgöz, NSC’er Nicolien van Vroonhoven en Caroline van der Plas van BBB om kwart over negen op de gang van de PVV, net buiten het beveiligde deel. Ze zijn verbijsterd en boos. Van Vroonhoven had ’s ochtends vroeg nog „een klein sprankje hoop” gehad. Van der Plas nauwelijks, bij BBB lag het persbericht over de kabinetsval al klaar. Yesilgöz had op de kamer van Wilders nog willen redden wat er te redden viel. Ze had willen voorstellen om namens de vier partijen met een motie te komen over de extra asielplannen van Wilders, waaruit de steun van de hele coalitie zou blijken voor een nóg strenger asielbeleid. Maar Wilders had haar niet laten uitpraten. Hij eiste een handtekening van alle drie, en die kwam er niet. Voor hem was het klaar.

In de gang zegt Yesilgöz: „We staan voor schut.” Nu gebeurde waar de VVD al een tijdje bang voor is: een kabinetscrisis net voor de NAVO-top in Den Haag, eind juni, met de leiders van alle NAVO-landen en Mark Rutte als gastheer.

In Parijs

De ministers en staatssecretarissen van de PVV zien het nieuws van hun onmiddellijke vertrek uit het kabinet op hun telefoon, niemand van hen had dáárop gerekend. Minister Reinette Klever voor Buitenlandse Handel ziet het bericht in Parijs, ze loopt op straat, onderweg naar een bijeenkomst van de OESO met andere ministers. Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering Zsolt Szabó is op zijn ministerie. Hij had veel zin in de presentatie van de Nederlandse digitaliseringsstrategie, deze vrijdag in de ministerraad en op dinsdag hoopt hij de hele ochtend nog dat hij misschien toch in het kabinet kan blijven zitten, om zijn werk af te maken. Dirk Beljaarts, minister van Economische Zaken, wil dat ook.

Het is vooral Ingrid Coenradie, PVV-staatssecretaris van Justitie, die er in de extra ministerraad van dinsdagmiddag, in het Catshuis, een punt van maakt. Zij voelt zich al een tijdje geen PVV’er meer, ze heeft geen contact meer met Wilders sinds hun ruzie over de overvolle gevangenissen en het eerder vrijlaten van gevangenen, omdat er te weinig personeel is. Ook Coenradie wil in het kabinet blijven. Maar daarvoor heeft ze de steun nodig van VVD, NSC en BBB.

Ze krijgt van de vicepremiers van die partijen te horen dat er dan over gestemd zou moeten worden. Ze hopen, zeggen ze, dat het zover niet hoeft te komen. Ze bedoelen: je maakt geen kans. Coenradie huilt.


Lees ook

Coenradie wilde liever aanblijven als staatssecretaris: ‘Ik zie mezelf niet meer als PVV’er’

 Ingrid Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, arriveert bij het Catshuis voorafgaand aan een ingelaste ministerraad.

‘Onverantwoord’

Bij de deur van het Catshuis staat om half vier een katheder klaar, en een microfoon. Er is ook speciale belichting. Schoof, die is geschminkt, pakt een papier uit zijn binnenzak. Hij zegt dat hij de vier partijleiders de dagen ervoor een paar keer heeft laten weten dat de val van het kabinet wat hem betreft „onnodig en onverantwoord” was. Er was „daadkracht” nodig, geen „uitstel”. Hij begint ook nog over zichzelf: hij blijft aan als demissionair premier, totdat er een nieuw kabinet is, met een nieuwe premier.

Ik doe een korte broek aan, neem een glas witte wijn. En ga doen wat ik nooit doe: talkshows kijken, een beetje zappen

Barry Madlener
opgestapt minister

’s Avonds belt hij met fractievoorzitters in de Tweede Kamer: hoe willen ze nu verder? Op woensdagochtend om kwart over tien is daar een debat over. PVV’er Barry Madlener, tot dinsdagmiddag minister van Infrastructuur en Waterstaat, is van plan om lang uit te slapen. „Dat heb ik net in de ministerraad bedacht”, zegt hij bij het Catshuis, net voordat hij voor de laatste keer in zijn dienstauto stapt. „Ik zet géén wekker.” En als hij straks thuis is: „Ik doe een korte broek aan en neem een glas witte wijn. En dan ga ik doen wat ik nooit doe: talkshows kijken, een beetje zappen.” Hij zal zijn werk gaan missen, zegt hij, en ook de ambtenaren op zijn ministerie. „Ik ben een emotioneel mens.”

Het verdriet dat niemand ziet, zit bij de partners van de PVV-ministers en staatssecretarissen. In het kabinet-Schoof organiseerden de ‘partners van’ om de paar maanden etentjes in het Catshuis, soms met een quiz. Ze kookten samen, ze deelden lief en leed, zíj begrepen elkaar. De partners van de PVV’ers deden daar voluit aan mee, ze vonden het geweldig. Ook dat is nu voorbij.


Lees ook

Het kabinet dat zou opkomen voor de burger ging ten onder aan amateurisme en onvermogen

Het kersverse kabinet-Schoof tijdens de traditionele foto op het bordes van Paleis Huis ten Bosch. Foto Bart Maat