Wat gebeurt er in een buurt waar meer Whoppers dan wortels te koop zijn?

Fastfoodketens nestelen zich bij voorkeur in arme wijken. Gemeenten zoeken naar middelen om ze te weren. Maar moeten ze dat wel willen?


Illustratie Anne van den Boogaard

Vijf nieuwe vestigingen wil McDonald’s elk jaar in Nederland openen. Tips? Mail naar [email protected]. Ook KFC en Burger King hebben zo’n website. Vijf nieuwe vestigingen per jaar haalt McDonalds nu niet, maar fastfoodketens blijven op zoek naar plekken waar veel mensen samenkomen, liefst waar je je auto niet uithoeft voor een hamburger of een emmer kip.

Intussen zoeken gemeenten, en inmiddels ook de staatssecretaris van Volksgezondheid, naar manieren om de opmars van ongezond voedsel te stuiten. Want wat ze zien: juist armere buurten waar mensen veel korter gezond leven, zijn magneten voor fastfoodbedrijven. En als ze verdere uitbreiding van horeca willen weren, staan ze met lege handen.


Lees ook: Deze reportage over fastfood in de armere wijken van Den Haag

Telkens als een wethouder of staatssecretaris voorzichtig over ingrijpen begint, klinkt hetzelfde weerwoord. Fastfood hóéft niet ongezond te zijn. En zelfs als je het erover eens bent dat fastfood meestal junkfood is – ultrabewerkt voedsel met veel zout, suiker en verzadigd vet – hoe kun je dan bewijzen dat het door fastfood komt dat mensen dik worden?

Ik vraag het Martijn Brouwers, internist-endocrinoloog in het Maastricht UMC+ en hij begint over zijn evolutionaire belangstelling. En dat het bewerken en koken van voedsel ooit, toen voedsel nog schaars was, gunstig was omdat het de darmen dan minder energie kostte om voedsel te verteren. Voorzichtig werpt hij op: „Kost ultrabewerkte voeding de darmen nog minder energie? Draagt dat bij aan gewichtstoename?”

Je zou denken dat het niet uitmaakt wat je eet. Een calorie is een calorie, of je nou pizza of volkorenbrood eet. Toch zijn er steeds meer studies die wel degelijk verschil laten zien. Hoe meer calorieën er in een hap zitten, hoe korter je hoeft te kauwen, hoe minder hard de darmen hoeven te werken. En hoe méér calorieën mensen geneigd zijn te eten.

Beroemd zijn de experimenten van de Amerikaanse onderzoeker Kevin Hall, die in het lab aantoonde dat mensen van ultrabewerkt voedsel – als ze onbeperkt mogen eten – meer calorieën eten dan van onbewerkt, zelf klaargemaakt eten. Een aanwijzing dat ultrabewerkt eten wel degelijk dik maakt, of het nu van de Burger King komt of uit de supermarkt, waar 80 procent van het aanbod buiten de Schijf van Vijf valt. Je lichaam krijgt simpelweg de tijd niet om te laten weten dat je genoeg gegeten hebt.

Wat Brouwers zelf ontdekte: dat fructose (vruchtensuiker) uit frisdrank en vruchtensap wél verband hield met leververvetting, maar fructose in fruit niet. „Dat blijft me verwonderen. Fructose is toch fructose?” Hypothese: de darmen kunnen het snelle aanbod van suikers niet bijhouden en laten een deel door naar de lever. In het ziekenhuis ziet Brouwers – fast forward – de gevolgen: diabetes type 2, hart- en vaatziekten, leverontsteking, kanker.

Whopper

Zelfs als niet meer ter discussie staat dat ultrabewerkt voedsel ongezond is, kun je zeggen: niemand wordt gedwongen het te eten, mensen kunnen zelf beslissen of ze een wortel of een Whopper eten. Maar waarom eten sommige mensen dan toch vaker Whoppers dan wortels? En wat gebeurt er als er meer Whoppers dan wortels in de buurt te koop zijn?

Uit recent onderzoek in de VS onder meer dan een miljoen mensen bleek dat een groter aanbod van fastfood samenhing met een hoger gewicht. Oké, Amerika is Nederland niet. Maar dan een Nederlands voorbeeld. Groningse epidemiologen doken in de grote Nederlandse biobank Lifelines en zagen dat mensen in armere buurten met minstens twee fastfoodaanbieders op minder dan een kilometer van hun huis gemiddeld zwaarder waren dan mensen die geen fastfood in de buurt hadden. Opvallend: het maakte geen bal uit of er ook gezonde aanbieders in de buurt waren.

Wie de hamburger demoniseert, haalt ook de mensen die ’m eten naar beneden

Natuurlijk weet je nooit wat er bij mensen die omringd worden door ongezond eten nog meer aan de hand is. En je weet ook niet wat de volgorde is: eten mensen junkfood omdat het aanbod zo groot is, of is het aanbod zo groot omdat die mensen al een ongezonde leefstijl hadden? Maar leg al die bevindingen eens naast elkaar. Of loop eens een rondje in Amsterdam-West, waar KFC bijvoorbeeld zo gehaaid is om naast een zwembad te gaan zitten, met een luik aan de zonneweide, en dan snap je hoe moeilijk het is om weerstand te bieden tegen snel en vet. En hoe beperkt de vrijheid om gezond te kiezen op sommige plekken is.

Misschien dat de associatie met arme buurten, met sociale klasse, het zo gevoelig maakt om iets van fastfood te vinden en om voor regels tegen de ongebreidelde groei ervan te pleiten. Wie de hamburger demoniseert, haalt ook de mensen die ’m eten naar beneden.

Als je lage inkomens en een lager opleidingsniveau koppelt aan slecht eten, bedoel je dan dat die mensen buiten jouw elitaire bubbel – politici, beleidsmakers, artsen – fout bezig zijn? Dat jouw great green protein bowl beter is dan hun frikandel speciaal? Bepalen de volkorenvreters straks wat andere mensen eten? Voor je het weet ben je een moralist. Nee erger, je betuttelt.

Marketing

In Groningen schreef Erik Buskens, hoogleraar met gezondheidsbeleid als expertise, al eens een vlammend betoog vóór betutteling. Omdat de gezondheidsverschillen almaar groter worden. Omdat er voor andere omgevingsfactoren (lucht en water) ook regels zijn. Omdat bedrijven net zozeer betuttelen als de overheid. „Maar dan heet het marketing.”

Voorstanders van betutteling vinden meestal al snel een paar liberalen op hun pad. Die kun je proberen tegen te spreken. Maar Buskens wil ook best wat munitie leveren aan liberalen die de zoveelste McDonald’s ook niet per se een aanwinst vinden, en al helemaal niet als die naast de school van hun kinderen komt. „Voedsel is, net als water, een basisvoorziening. Als de voedselomgeving schade aanricht, moet de overheid burgers bescherming bieden.”

En wanneer dat geen indruk maakt, kijk dan eens naar de kosten: als een ongezonde omgeving leidt tot een ongezondere bevolking, minder productieve jaren en hogere zorgpremies, willen we dán niet ingrijpen? Past een groeiende zorgbegroting bij een kleine overheid? Buskens: „Dat is gewoon geen goede businesscase.”

Betutteling klinkt als: jij mag geen patat meer. Maar bedoeld wordt: niet iedereen mag overal onbeperkt patat verkopen. Iets minder aanbod van patat, pizza en döner kebab maakt de vrijheid om ongezond te kiezen niet kleiner. Wie onbedwingbare snacktrek heeft, kan nog steeds aan zijn trekken komen. En daarna een sigaret opsteken. Die is ook nog nooit van iemand afgepakt.