Waarom het tijd wordt voor vijfsetters in vrouwentennis

Wat had ik het graag willen zien, de finale tussen de Amerikaanse Ellen Roosevelt en de Ierse Mabel Esmonde Cahill, tijdens de Amerikaanse tenniskampioenschappen van 1891. De twee waren tegenpolen. Roosevelt, een nichtje van de Amerikaanse president, werd a model girl genoemd. Cahill ging door voor tomboy.

In die tijd werden tennisduels nog niet op tv uitgezonden, maar de New York Times was erbij. „Een groot publiek was getuige van de wedstrijd, die van begin tot eind schitterend was”, schrijft de krant. „Om elk punt werd tot het eind met een wonderbaarlijke vasthoudendheid gevochten.”

In die tijd speelden vrouwen nog best of five-finales bij de Amerikaanse kampioenschappen. Van de eindstand – 6–4, 6–1, 4–6 en 6–3 in het voordeel van Cahill – keek niemand op. In 1902 stapte het toernooi over op best of three, omdat zware fysieke inspanning voor vrouwen als schadelijk en ongepast werd gezien.

Pas in 1984 werd weer best-of-five gespeeld. De organisatie voor profspeelsters, de WTA, wilde experimenteren met de finale van het eindejaarstoernooi, om de statuur van het vrouwentennis te vergroten. De eerste zes jaar werden finales in drie of vier sets afgewerkt, maar in 1990 kwam het tussen Monica Seles en Gabriela Sabatini (mijn idool destijds) tot een vijfsetter. „Een van de mooiste wedstrijden in het vrouwentennis”, oordeelde L’Equipe over het door Seles gewonnen duel: 6-4, 5-7, 3-6, 6-4 en 6-2.

Bijna vier uur lang stonden Seles (16) en Sabatini (20) tegenover elkaar. Of de winnares moe was, werd haar na afloop gevraagd. „Nee”, zei ze. „Maar ik kreeg wel trek tegen het eind, want ik had niet geluncht.”

Een andere veelbesproken vijfsetter was die tussen Steffi Graf en Martina Hingis in de WTA-finale van 1996. Graf won met 6-3, 4-6, 6-0, 4-6 en 6-0 van de pas 16-jarige Hingis, die in de vierde set last van kramp kreeg. Ze onderschatte haar opponent niet, zei Graf, die nog geen half jaar later haar plek als nummer één van de wereld aan Hingis moest afstaan, na 377 aaneengesloten weken.

Vanaf 1999 werd er niet langer best-of-five gespeeld in de finale van het eindejaarstoernooi. Ik kon niet achterhalen waarom, maar zeker is dat er weinig woorden aan deze ommezwaai werden vuilgemaakt. In een stuk in de New York Times, over de meest noemenswaardige aanpassingen die editie, werd het gespeelde aantal sets niet eens genoemd. Wél dat Steffi Graf met tennis was gestopt en dat er een nieuwe toernooisponsor was gevonden: Sanex.

Het argument dat vijf sets na een lang seizoen voor vrouwen fysiek zwaar is, zal vast hebben meegespeeld bij het besluit om de opzet te wijzigen. Maar zwaarwegender was volgens experts dat best-of-five wedstrijden moeilijker te plannen zijn, wat commercieel gezien ongunstig is. En omdat vrouwen bij geen enkel grandslam best-of-five speelden, voelde de WTA-finale als een vreemde eend in de bijt.

Het enige grandslam dat serieus heeft overwogen op vijf sets over te stappen, is de Australian Open. In 1994 maakten Geoff Pollard, directeur van de Australische tennisbond, en toernooidirecteur Paul McNamee, op een bijeenkomst bekend dat voor de editie van 1995 voor een best of five-finale was gekozen. De Canberra Times was erbij en schreef dat de kritiek op de finale tussen Steffi Graf en Arantxa Sánchez Vicario van 1994, de doorslag gaf. Die duurde nog geen uur en boeide niemand; Graf won met 6-0 en 6-2. Met minimale inspanning won ze (uitgaand van de dollarkoers van toen) 506.000 euro.

Een best-of-five-finale zou voor „een andere dimensie” zorgen, voorspelde McNamee. Er stond veel prijzengeld op het spel, en toeschouwers betaalden veel voor een ticket. Volgens Pollard was het besluit goed getimed, want topspeelsters waren „atletisch en professioneel genoeg”. De WTA, de organisatie voor proftennissters, zou de nieuwe regel toejuichen, zei hij.

Waarom het anders liep bleef lang onduidelijk. Was het omdat speelsters niet geconsulteerd waren? Omdat de WTA niet op de hoogte was? Als een sportjournalist het artikel uit de Canberra Times begin dit jaar op X zet, met het verzoek aan McNamee te reageren, schrijft hij dat sommige topspeelsters vóór het plan waren, maar „toen het puntje bij paaltje kwam, was de top-10 tegen”. Ook vond de WTA het niet goed dat alleen bij de finale, niet bij de andere speelronden, best-of-five werd gespeeld. „Valide argumenten, dus we hebben het plan laten varen.”

Ik vraag me af wat er was gebeurd als het plan wél was uitgevoerd. Hadden we onszelf de decennialange discussie over gelijk prijzengeld op grandslams – of dat oneerlijk is omdat mannen er harder voor moeten werken – kunnen besparen? Het cynisme van spelers als Novak Djokovic, die sportvrouwen „hormonen” noemde, en meer prijzengeld voor mannen eiste. Of de toernooidirecteur van Indian Wells, die opstapte na zijn uitspraak dat vrouwen „meeliften op het succes van mannen”.

Vanuit emancipatoir oogpunt is het belangrijk dat vrouwen niet voor mannen onderdoen, zei tennisicoon Billie Jean King in 2023 in een podcast. Óf vrouwen gaan best-of-five spelen bij grote toernooien, óf mannen houden het bij best-of-three – het eerste had haar voorkeur. Andy Murray, een pleitbezorger van gelijke betaling, ziet dat niet anders. Volgens de oud-tennisser is het geen kwestie van loon naar arbeid. „Je traint anders als je best-of-five speelt, omdat het meer van je vergt. Vergelijk het met een training voor de 400 meter of de 600 meter. Het zijn verschillende sporten.”

Vrijdag kreeg Amélie Mauresmo, toernooidirecteur van Roland Garros, kritische vragen over het feit dat voor de avondsessies op ‘prime time’ overwegend mannenduels geprogrammeerd worden. Haar verweer: het tv-contract bepaalt dat er in de avond maar één wedstrijd uitgezonden wordt, en een mannenwedstrijd van minimaal drie sets duurt vaak langer dan een vrouwenwedstrijd van minimaal twee. Meer airtime dus.

Ik moest denken aan het interview dat ze twee jaar geleden aan The Telegraph gaf. Ze had als speelster graag een best-of- five-finale gespeeld, zei ze. En als dat iets aan het vrouwentennis toevoegde, wilde ze dat als toernooidirecteur „zeker overwegen”. Waar wacht ze nog op?