Vluchtelingenkamp in Myanmar aangevallen, dertig doden

Junta Myanmar De democratische regering in ballingschap geeft de junta de schuld van de aanval. De junta ontkent verantwoordelijk te zijn en zegt bezig te zijn met een onderzoek naar het incident.
Een soldaat van het etnische minderheidsleger KIA bij Laiza. Vlakbij werd het vluchtelingenkamp getroffen door artillerie.
Een soldaat van het etnische minderheidsleger KIA bij Laiza. Vlakbij werd het vluchtelingenkamp getroffen door artillerie. Foto Soe Than Win/AFP

In een vluchtelingenkamp aan de grens tussen Myanmar en China zijn in de nacht van maandag op dinsdag zo’n dertig mensen overleden door een aanval met artillerie of drones, zo melden lokale media. Dertien kinderen zouden zijn omgekomen, en bijna zestig mensen zouden gewond zijn geraakt. Het is een van de dodelijkste aanvallen op een burgerdoelwit sinds het leger in 2021 de macht greep in het land. Ongeveer een miljoen mensen zijn in Myanmar op de vlucht voor het geweld.

Sinds de coup is het land verwikkeld in conflict tussen allerlei verschillende etnische minderheden. In 2021 werd de democratisch verkozen regering van Myanmar, de Regering van Nationale Eenheid (NUG), afgezet door een junta. De regering ging in ballingschap.

De NUG geeft de junta de schuld van de aanval op het vluchtelingenkamp. Zelf ontkent de junta verantwoordelijk te zijn, en een woordvoerder meldt dat het regime het incident onderzoekt. Een halfjaar terug vielen 53 doden bij een aanval met gevechtsvliegtuigen van de junta op de schaduwregering. Volgens lokale media ligt het kamp zo’n drie kilometer van een militaire basis in de grensstad Laiza. Vanuit Laiza strijdt het etnische minderheidsleger KIA tegen de junta.

Afgelopen augustus concludeerde een onderzoeksteam van de Verenigde Naties dat Myanmarese militairen burgers bombarderen, gevangenen executeren en op grote schaal bevolkingscentra wegvagen. „Elk verloren leven in Myanmar is een tragedie, maar de verwoesting die luchtbombardementen achterlaten is in het bijzonder erg schokkend”, aldus Nicholas Koumjian, het hoofd van het onderzoeksteam. „Ons bewijs duidt op een dramatische toename van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid in het land, met wijdverspreide en systematische agressie richting burgers. We bouwen een zaak waarmee we individuele daders verantwoordelijk kunnen houden in de rechtszaal.”