Visma zonder Nederlanders naar Tour: wat zegt dat over het wielrennen?

Veel waren het er de laatste jaren al niet, maar nul? Dat kwam niet eerder voor. Tot nu: Visma-Lease a Bike, ‘s lands belangrijkste wielerformatie, is van plan om komende zomer naar de Tour de France af te reizen zonder één Nederlandse renner in de ploeg.

De voorlopige selectie werd afgelopen maandag gepresenteerd in het Spaanse La Nucia. De Deense kopman Jonas Vingegaard, die vorig jaar als tweede eindigde, wil proberen de Tour voor de derde keer te winnen. Het team dat hem daarbij moet helpen bestaat uit een Brit, een Fransman, twee Amerikanen en drie Belgen. Renners van eigen bodem zoals Steven Kruijswijk, Dylan van Baarle en Wilco Kelderman zijn vooralsnog gepasseerd.

Visma, dat geldt als een van de sterkste wielerploegen ter wereld, heeft voor de Tour naar eigen zeggen gekozen voor het „sterkst denkbare team”. Winnen gaat vóór alles, aldus ploegbaas Richard Plugge tegenover wielersite Wielerflits – zeker na het tegenvallende seizoen van vorig jaar. „Als dat op dit moment niet gaat met Nederlanders, dan is dat zo.”

Plugges keuze past in een ontwikkeling die al langer gaande is bij een ploeg die – onder verschillende sponsornamen – al meer dan dertig jaar terug gaat. Bestond de ploeg in de jaren negentig en nul meestal voor minimaal de helft uit Nederlandse renners, in de laatste tien jaar waren het er nooit meer dan twee of drie. Toen Visma in 2022 – het jaar van Vingegaards eerste zege – met één Nederlander (Steven Kruijswijk) in de ploeg reed, zei Plugge in NRC dat de ambitie om te winnen met Nederlanders „100 procent verschoven” was.


Lees ook

Interview Richard Plugge: ‘Ik wil per se dé sportploeg van dit decennium worden’

Richard Plugge: „Tien jaar geleden ben ik begonnen met de ploeg. Er zaten veel ups bij, maar ook veel downs.”

„Het Nederlandse gevoel is er niet echt meer bij Visma-Lease a Bike”, zegt oud-renner Tom Dumoulin, die van 2020 tot en met 2022 voor de ploeg reed. „En dat willen ze ook niet echt uitstralen.” Hij wijst op de rol die Visma speelt bij de ontwikkeling van wielertalent in Nederland, met een beloftenploeg en ‘dikkebandenraces’ voor jonge kinderen. „Dan is het wel vreemd om geen Nederlander mee te nemen naar de Tour.”

Oud-renner en voormalig tv-commentator Maarten Ducrot ziet de volledig buitenlandse Tour-equipe vooral als een gevolg van „robotisering” – hij doelt op de grote rol die wattages, calorieën en trainingsschema’s spelen in het moderne wielrennen. „Geen enkel sentiment speelt een rol, behalve winnen. Ze hanteren een rekenmodel en kijken wie daar wel of niet in past.”

Mondialisering

Uit het niets komt Visma’s besluit niet: het wielrennen is de afgelopen jaren in hoog tempo gemondialiseerd. De Tour de France werd sinds 2011 gewonnen door renners uit niet-traditionele wielerlanden als het Verenigd Koninkrijk, Australië en Slovenië. De Eritreër Biniam Girmay was vorig jaar de eerste Afrikaanse renner die een etappe wist te winnen in de belangrijkste wielerkoers van het jaar.

Met die mondialisering krijgen wielerteams een steeds minder ‘nationaal’ karakter – al onttrekken Franse, Italiaanse en Spaanse ploegen zich enigszins aan deze ontwikkeling. De twee Nederlandse ploegen op het hoogste wielerniveau – Visma en Picnic PostNL – zijn volop meegegaan in de internationalisering: de eliteteams bij de mannen bestaan nog maar voor minder dan een derde uit Nederlandse coureurs.

Steven de Jongh, ploegleider van het Amerikaanse Lidl-Trek-team (één Amerikaan in dienst), vindt het „geen rare keuze” van Visma om geen Nederlanders mee te nemen naar de Tour. „Het is jammer voor het Nederlandse wielrennen, maar het is hun goed recht. De Tour de France is de belangrijkste wedstrijd van het jaar, ze moeten aantreden met het beste team.” Volgens De Jongh zou het besluit van de ploeg juist „een stimulans” kunnen zijn voor Nederlandse renners. „Zo van: verdorie, ik ben niet goed genoeg, volgend jaar moet ik er wél bij zijn.”

Voor verregaande conclusies is het te vroeg, zeggen De Jongh en Dumoulin: bij andere ploegen rijden nog genoeg Nederlanders, helemaal ontbreken zullen ze niet in de Tour. De Jongh: „Het kan ook zijn dat het selectiebeleid van Visma gewoon niet meer zo gefocust is op Nederlandse renners.”

Weinig ronderenners

Toch zegt het besluit van Visma volgens Dumoulin wel íets over de staat van het mannenwielrennen. Nederland beschikt weliswaar over klassiekerkoning Mathieu van der Poel en topsprinters als Olav Kooij, Fabio Jakobsen en Dylan Groenewegen, maar qua ronderenners „is de spoeling dunner”, aldus Dumoulin.

Hijzelf stopte in 2022, ‘meesterknecht’ Robert Gesink deed dat vorig jaar. Wilco Kelderman doet niet meer mee voor het klassement en nadert langzaam zijn wielerpensioen; en dan geldt al helemaal voor Steven Kruijswijk (37) en Bauke Mollema (38). De enige échte Nederlandse klassementsman voor de komende jaren lijkt Thymen Arensman te zijn, die vijfde werd in Vuelta en twee keer zesde in de Giro d’Italia.

Of er bij Visma werkelijk enkel buitenlanders aantreden in de Tour, valt overigens nog te bezien. Ziekte, valpartijen en vormgebrek in het voorjaar kunnen de Tour-afvaardiging alsnog flink overhoop halen – zoals de ploeg vorig jaar in extreme mate overkwam. „Ik kan de valpartijen nu al voorspellen”, zegt Maarten Ducrot. „De helft van de jongens die nu is geselecteerd, zal straks niet aan de start verschijnen.”