Maandagochtend 15 januari had Jonathan Deitch de ontmoeting waar hij al twintig jaar op hoopte: een gesprek met een van de eigenaren van Manchester United. Sinds januari 2004 zit hij bij de Manchester United Supporters Trust, het officiële supportersorgaan van de Engelse topclub, maar het kwam nooit tot een afspraak met een van de leden van de Amerikaanse zakenfamilie Glazer, die de club in handen heeft. „Zij hebben geen interesse om met ons te praten.”
Maar nu is daar Sir Jim Ratcliffe (71), de Britse miljardair en oprichter van chemieconcern Ineos. Voor een bedrag van zo’n 1,5 miljard euro bezit hij sinds eind december een kwart van de aandelen van Manchester United – de goedkeuring van de deal door de Premier League wordt voor half februari verwacht. Ratcliffe, al een leven lang United-fan, stond wel open voor een gesprek met de supportersgroep. Deitch: „Ratcliffe en zijn team doen wat de Glazers nooit hebben gedaan: praten met de fans.”
Wat Ratcliffe die maandag in een zaal van stadion Old Trafford vertelde over zijn plannen, beviel Deitch, voorzitter van de supportersorganisatie die zich altijd kritisch heeft opgesteld richting de Glazers. Ratcliffe krijgt met zijn team van Ineos – al langer actief in de sportwereld, zoals in het wielrennen, zeilen en de Formule 1 – de controle over alle voetbalactiviteiten van de club, waaronder de transfers.
Terwijl onder de Glazers commercie prioriteit leek bij United, moet onder Ineos de aandacht volledig naar de ontwikkeling van het voetbal gaan. Moderne sporttermen als een „cultuur van elite performance” kwamen voorbij in de bijeenkomsten met fans. „Dat moet alles gaan omdraaien”, hoopt Deitch (54), zelf seizoenkaarthouder. „Ze hadden het over football first. Dat is een grote verandering. Het voelt en klinkt al heel anders nu.”
Manchester United staat met de komst van Ratcliffe en Ineos voor een transformatie. De speelwijze, het transferbeleid, de scouting, de opleiding – vrijwel de hele voetbalorganisatie wordt de komende maanden doorgelicht door Ineos. Topfuncties zullen opnieuw worden ingevuld, te beginnen met Omar Berrada, de nieuwe directeur van United die overkomt van Manchester City. Ingrijpen is hoognodig, erkennen zelfs de Glazers impliciet, door zwart op wit vast te leggen dat de nieuwe minderheidsaandeelhouder de volledige zeggenschap krijgt over het voetbalbedrijf.
Rampzalig transferbeleid
De opdracht voor Ineos: Manchester United radicaal moderniseren – en daarmee terugbrengen naar de gloriedagen van weleer. Niet toevallig zat Ratcliffe vorige week duidelijk zichtbaar naast Sir Alex Ferguson op de tribune van Old Trafford, een teken dat de zakenman begrijpt waar het United-publiek naar verlangt. Onder Ferguson, die ruim een kwart eeuw hoofdtrainer was in Zuidwest-Manchester, groeide United met een herkenbaar team uit tot een van de succesvolste clubs ter wereld.
Dominant in Engeland, met dertien kampioenschappen sinds de oprichting van de Premier League in 1992. Toonaangevend in Europa, met onder meer twee Champions League-titels (1999 en 2008). En commercieel ongenaakbaar, met omzetten waarbij alleen Real Madrid en FC Barcelona in de buurt kwamen. Qua inkomsten hoort Manchester United nog steeds tot de voetbalelite (nummer 5 met een omzet van 746 miljoen euro), maar sportief is het instituut in verval sinds de laatste landstitel in 2013.
Aan de bereidheid te investeren in spelers lag het niet. Hoewel de Glazers de reputatie van strenge boekhouders hebben, haalde de club vrijwel iedere zomer voor veel geld grote namen naar Manchester. Zlatan Ibrahimovic kwam, net als Ángel di María, Paul Pogba, Memphis Depay en Cristiano Ronaldo. Het probleem: United betaalde steevast te veel voor spelers die over hun top waren of niet pasten in het team, en moest die later met groot verlies verkopen. Gevolg is dat Manchester United de voorbije tien jaar netto, dus gecorrigeerd voor transferinkomsten, een slordige 1,4 miljard euro uitgaf op de transfermarkt, zo berekende het internationale sportstudiecentrum CIES. Daarmee voert de club wereldwijd de lijst aan.
De oorzaken van dit falende transferbeleid werden onlangs uitvoerig beschreven door The Athletic. Op basis van gesprekken met een groot aantal medewerkers schreef het sportmedium een portret van een stroperige organisatie zonder duidelijke technische leiding, waarin adviezen van scouts weinig gewicht hebben, beslissingen over miljoenendeals vaak ad-hoc worden genomen en budgetten boterzacht zijn. Bij gebrek aan regie vanuit de clubleiding spelen trainers (en hun zaakwaarnemers) al dan niet noodgedwongen een flinke rol in het spelersbeleid.
Tekenend is de transfer van de Ajax-aanvaller Antony in de zomer van 2022, toen coach Erik ten Hag net was benoemd in Manchester. United-scouts schatten zijn marktwaarde een paar maanden eerder nog op zo’n 30 miljoen euro, halverwege de zomer maakte de club kenbaar aan Ajax niet meer dan 70 miljoen voor de Braziliaan over te hebben. Een paar weken later, toen de transfermarkt bijna sloot en Ten Hag versterkingen eiste, betaalde United 95 miljoen euro voor Antony. Hij is vooralsnog een miskoop gebleken.
Het past bij een club die, in schril contrast met stadgenoot Manchester City, in een voortdurende staat van crisismanagement verkeert en nauwelijks oog heeft voor de lange termijn. Met bekende trainers die keer op keer een omslag beloven, maar binnen de kortste keren verzanden in een overlevingsstrijd. En met Amerikaanse eigenaren die United opzadelden met een schuld van ruim 1 miljard euro, maar nauwelijks investeerden in de jeugdopleiding en faciliteiten van de club.
Marginal gains
In de ogen van de supporters is Ineos de ideale partij om dit patroon te doorbreken. Volgens sportwetenschapper Simon Chadwick (Skema Business School) hangt dat voor een belangrijk deel samen met het gecultiveerde Britse imago van Jim Ratcliffe en zijn bedrijf Ineos. „Dit gaat over taking back control, een Britse zakenman die een aandeel koopt in een Britse institutie en belooft die weer groots te maken.” Het is geen toeval, zegt Chadwick, dat Ratcliffe een uitgesproken voorstander van Brexit was.
Daarbij komt dat Ineos in de sport een reputatie heeft opgebouwd als vooruitstrevend en innovatief. En dan vooral David Brailsford, de man die aan het hoofd stond van wielerploeg Ineos en zijn voorganger Team Sky, en die nu bij Manchester United aan de slag gaat. Hij werd bekend als de man van de marginal gains – het idee dat je succesvol kunt worden door alles wat invloed heeft op een prestatie steeds een heel klein beetje beter te doen. Van comfortabeler stoelen in de teambus tot anti-allergene matrassen om de slaap te bevorderen en een beter uitgekiend dieet.
Precies het strategische denken waar United in tekortschiet, zou je denken. En Brailsford kan bogen op een indrukwekkende staat van dienst. Met Chris Froome, Bradley Wiggins, Geraint Thomas en Egan Bernal domineerde de Britse ploeg jarenlang het peloton en won zeven keer de Tour de France. Ook geldt Brailsford als medeverantwoordelijk voor het olympische succes van Britse baanwielrenners als Victoria Pendleton en Chris Hoy.
Hoe indrukwekkend ook, bij de manier waarop die successen tot stand kwamen, zijn vraagtekens te zetten. Zo zocht Sky de grenzen op met het gebruik van sterke pijnstillers en de aanvraag van doktersattesten om verboden middelen te gebruiken. Afgelopen zomer werd de voormalig teamarts van de wielerploeg voor vier jaar geschorst vanwege een bestelling in 2011 van dertig zakjes testogel, dat het verboden middel testosteron bevat. Bovendien was de wielerploeg van Brailsford ook financieel jarenlang oppermachtig, wat de vraag oproept in hoeverre marginal gains het verschil hebben gemaakt.
„Sommige mensen hebben er veel geld mee verdiend en David Brailsford gebruikte het als zijn visitekaartje, maar ik heb het altijd onzin gevonden”, zei Bradley Wiggins in 2017 tegen Eurosport. Inmiddels is wielerploeg Ineos sportief overvleugeld door Visma-Lease a Bike (voorheen Jumbo-Visma), dat overigens al net zo detailgedreven is.
Misschien nog belangrijker: voetbal is geen wielrennen, en een wielerploeg is een kleine, beïnvloedbare omgeving vergeleken bij Manchester United, een organisatie met ruim elfhonderd werknemers en wereldwijd honderden miljoenen fans. Daarbij ziet sportwetenschapper Chadwick het gevaar dat op termijn verdeeldheid ontstaat tussen de twee aandeelhouders, Ratcliffe en de Glazers. „Ondanks alle positieve geluiden en hoge verwachtingen, blijft het afwachten of ze goed kunnen samenwerken”, zegt hij.
United-fan Jonathan Deitch heeft er vertrouwen in. Het feit dat er íets gaat gebeuren, is wat hem betreft al vooruitgang. De laatste keer dat er iets fundamenteel veranderde bij United was bij de overname door de Glazers in 2005, zegt hij. „Ik wil niet weer zo lang wachten. Er moet een reboot komen van hoe de club opereert.”