De grootste (homo)seksbibliotheek van Nederland torent natuurlijk uit boven de Wallen. Niemand weet hoeveel boeken er staan, maar ga maar uit van ongeveer 10.000, twee rijen dik in boekenkasten in elke kamer, ook op de wc, op de bovenste etages van een Amsterdams grachtenpand.
Het is geen openbare bibliotheek; de etages zijn van Mattias Duyves (71), en de boeken opgesnord door zijn man, homosocioloog Gert Hekma, die twee jaar geleden overleed aan een hartstilstand. Duyves zoekt nu de beste rustplaats voor zijn unieke nalatenschap.
Eerste keus is aan IHLIA LGBTI Heritage, het grootste lhbti-archief van Europa, in Amsterdam; medewerkers laten al een heel aantal dagen boeken door hun handen gaan. In de doos gaat eigenlijk elk boek dat ze nog niet hebben in hun 30.000 boeken tellende archief. Daar komen waarschijnlijk zo’n 1.000 bij.
Boeken waar hij toch nog geen afstand van kan nemen, pakt Duyves weer weg. Bijvoorbeeld een werk van Foucault waar er nog maar drie van zijn, en dan maar meteen alle Foucaults. Mattias, denkt hij dan, streng zijn voor jezelf. Dit is toch wat je wilde?
Tweede keus heeft een Frans archief in Parijs. In de winter kwamen zij met de trein naar Amsterdam om een selectie te maken. Het is een nieuw nationaal lhbtiq-archief, en Frankrijk heeft niet zo’n lange homostudies-geschiedenis als Nederland, dus eigenlijk kon elk Frans boek wel mee. Ze kozen er 1.200.
Op een woensdag in mei gaan Wilfred van Buuren en Gerrit Weßel van IHLIA door die Franse selectie. Une mois chez les hommes van Maryse Choisy hebben ze al, Les amours singulières van Roger Peyrefitte nog niet.
Eén parel? Van Buuren herinnert zich een boek over homoseksualiteit in Brazilië uit de jaren dertig, Homosexualismo Creador door Alberto Nin Frías. Zo’n dikke pil, uit die tijd, in het Portugees!
Er is ook een Amerikaanse boekhandelaar present. Gerard Koskovich (66) zette drie- tot vierhonderd favorieten apart, die hij dolgraag als ‘Gert Hekma Collectie’ aan een onderzoeksinstelling wil verkopen. Etiquette dicteert dat hij niet zegt wie zijn klanten zijn, maar zeg maar de grote Amerikaanse universiteiten.
Nergens zag hij zo’n privéverzameling van seksboeken — en hij kwam op veel plekken — alleen die van de Duitse homo-activist Egmont Fassbinder kwam in de buurt. Koskovich stond veertig jaar geleden aan de wieg van het lhbtiq-archief in San Francisco, hij kende Gert Hekma al 25 jaar. Elke keer als hij langskwam, showden ze elkaar hun aanwinsten, vaak met een verhaal over groezelige Franse antiquariaten of op straat gezette schatten. Hekma was niet van de collector’s items — denk: eerste drukken van beroemde boeken — maar obscure pamfletten, radio-transcripties en nieuwsbrieven van begin vorige eeuw, die echt iets zeggen over hoe mensen leefden, maar vaak als pulp of vulgair worden gezien, en zonder mensen als Hekma zeker waren verdwenen.
Je kunt niet zomaar een universiteit opbellen met 10.000 boeken in de aanbieding. Het catalogiseren en bewaren kost het meervoudige van de waarde van de gift. Daarom doet Koskovich dat werk voor ze: hij knipte de Hekma-collectie op in subcollecties, viste de zeldzame exemplaren er vast uit. Hier, hij klimt op een stoel, die doorbreekt, dan op een trapje, en pakt een klein boekje over de seksuele revolutie in de Sovjet-Unie uit 1925, of kijk, Geslachtsdrift en Misdaad, een Nederlandse bewerking uit 1938 van Magnus Hirschfeld’s Sexualität und Kriminalität (1924). Volgens Koskovich hebben de archieven really good stuff laten liggen.
Ook een satijnen Adidas-pak van Gert Hekma moet in de collectie, zegt Gerrit Weßel die bij IHLIA 3.000 objecten beheert. Zoek er maar een uit die je aanspreekt, zegt Duyves. Hij draagt zelf een rood exemplaar.
Hekma’s ‘pedohoekje’, met titels als L’Enfant Interdit en The Betrayal of Youth, en ook vijftig jaar oud pornografisch materiaal, blijft onaangeraakt; IHLIA wil het niet, na lang wikken en wegen. Volstrekt onwetenschappelijk, vindt Mattias Duyves, hélemaal tegen Gerts geest in. Hoe de samenleving omgaat met controversieel materiaal, dat is toch juist interessant? En waar moet het anders heen?
Wat IHLIA dan weer wél graag wil, maar Duyves nog niet wil afstaan, is de Sade-collectie. Boeken over en van Markies de Sade (1740-1812), die schreef over verboden seks, daarom dé inspiratiebron van Hekma. Duyves wil die boeken als één Sade-collectie bij elkaar houden, en denkt dat de kans daarop groter is in Parijs. Hier thuis zette Gert ze ook altijd bij elkaar, maar nu klinkt hij vast als de weduwnaar.