Uitvinder van het begrip ‘cultureel marxisme’

Lang voordat radicaal-rechts er een perfide, postmodern links complot in zag, was ‘cultureel marxisme’ de naam van een respectabele, theoretische vorm van marxistische cultuurkritiek. En postmodern? Volgens de invloedrijke marxistische culturele criticus en hoogleraar Fredric Jameson, was het dat nu juist niet – integendeel.

Jameson, die zondag op 90-jarige leeftijd overleed in zijn woonplaats Durham (North Carolina), maakte in de jaren tachtig en negentig naam met erudiete en complexe culturele analyses van films en literatuur tot architectuur en stedenbouw. Het was de tijd dat postmodernisme in zwang raakte onder Franse en Amerikaanse filosofen. James was kritisch over die trend. Postmodernisme, het idee dat ‘grote verhalen’ over Verlichting, vooruitgang of modernisme ten einde zijn, was volgens hem het product van een globaliserend kapitalisme dat historisch bewustzijn uitwist en alles tot markt maakt.

Particuliere consumptie

Tot zijn belangrijkste werken horen The Political Unconscious (1981), een pleidooi voor historisch bezonken marxistische literaire kritiek, en Postmodernism or the Cultural Logic of Late Capitalism (1991), zijn kritische uiteenzetting met het postmodernisme. Jameson analyseerde dat als de ‘culturele logica’ van een kapitalisme dat niet langer draaide om industriële massaproductie maar om permanente particuliere consumptie, ook van culturele producten. Achter het ‘mozaïek’ dat Franse en andere postmoderne auteurs van de postindustriële samenleving schetsten – doortrokken van ironie, hybride identiteiten en consumentisme – zag Jameson vooral kolonisatie door dat kapitalisme. Zijn werk had grote invloed op marxistisch geïnspireerde maatschappijcritici die na de val van de Berlijnse Muur in 1989 een nieuw idioom zochten tegenover het oppermachtige liberalisme.

Fredric Jameson werd in 1934 geboren in Cleveland, Ohio. Hij studeerde aan Yale en promoveerde daar in 1959 op een studie naar literaire stijl en culturele analyse. Tijdens een reis door Europa halverwege de jaren vijftig dompelde hij zich onder in het Franse intellectuele milieu waar toen Sartre, marxisme en structuralisme de toon zetten. Het wekte Jamesons interesse in een marxistische analyse van culturele productie, zoals dat al werd gedaan door de Frankfurter Schule.

Vredesbewegingen

Het klassieke marxisme had vooral aandacht gehad voor de alles bepalende economische ‘basis’. Maar filosofen als Theodor Adorno en Max Horkheimer wierpen zich op kritische studie van de ‘bovenbouw’, het culturele domein dat volgens hen een eigen karakter had. De verschrikkingen van het fascisme en de Holocaust gaven een sterke impuls aan zulke meer culturele analyses. Jamesons wending naar het marxisme werd na zijn kennismaking met Europese filosofen versterkt door de Cubaanse revolutie van 1959 en door de wereldwijde opkomst van protest- en vredesbewegingen in de jaren zestig.

Jamesons ‘cultureel marxisme’ was sterk theoretisch, met complexe analyses van film, literatuur, architectuur, onderdelen van wat Adorno en Horkheimer ‘de cultuurindustrie’ hadden genoemd. Zijn werk heeft niets te maken met het ‘cultuurmarxisme’ waar conservatieve en radicaal-rechtse activisten nu tegen te hoop lopen. Zij bedoelen daarmee een marxistische strategie of complot om via de bovenbouw van media, kunst en cultuur heimelijk dominantie te bereiken – een karikaturale versie van de overtuiging van de Italiaanse marxist Antonio Gramsci (1891-1937) dat niet alleen de economische maar ook de culturele hegemonie van de heersende klasse moest worden bestreden. Gramsci gebruikte zelf overigens niet de term ‘cultuurmarxisme’.

Frankfurter Schule

Als docent was Jameson verbonden aan de particuliere Duke University in Durham, waar hij directeur werd van het Instituut voor Kritische Theorie. Zulke kritische theorie, een verzamelnaam die ook wordt gebruikt voor de Frankfurter Schule, ligt in de VS en ook in Nederland onder vuur van radicaal-rechtse culture warriors, die op hun beurt proberen wat Gramsci volgens hen aanbeval: culturele hegemonie veroveren.

Jameson bleef tot op hoge leeftijd actief. In zijn latere jaren publiceerde hij onder meer een analyse van utopisch denken en science fiction, Archeologies for the Future (2005), en studies over marxistische dialectiek. Over zijn eigen werk kwam hij aan het woord in de bundel Jameson on Jameson: Conversations on Cultural Marxism (2007).