Dit gesprek kent een lange voorgeschiedenis. Het begint in maart 2023, op het WK shorttrack in Seoul, met het mislopen van de wereldtitel op ‘haar’ afstand, de 1.000 meter, waarop ze tweevoudig olympisch kampioen is. Na afloop staat Suzanne Schulting in tranen de pers te woord en zegt: „Ik voel me helemaal leeg.”
Schulting blijkt ‘overreached’ te zijn, een vorm van overbelasting. Ze moet die zomer noodgedwongen pauze nemen. Geen ijs, geen fiets, maar rust. Ze brengt veel tijd door in haar appartement in Amsterdam. Op foto’s die de dan 25-jarige Schulting zelf op sociale media zet, zie je haar koffietjes halen, op terrasjes zitten en op festivals staan – het leven leiden van zoveel andere jonge mensen in de grote stad.
Daarom benadert NRC haar eind 2023 met een verzoek voor een interview over het ‘gewonemensenleven’. Hoe vond ze het, heeft ze er dingen van opgestoken? En in hoeverre heeft het haar kijk op haar bestaan als topsporter veranderd?
Schulting wil wachten tot ze terug is op haar oude niveau. Door drukke agenda’s en andere omstandigheden komt het er lang niet van. De afspraak wordt verplaatst naar het voorjaar van 2024, direct na afloop van het shorttrackseizoen. Maar in de laatste wedstrijd van het jaar, op het WK shorttrack in Ahoy in Rotterdam, breekt Schulting haar enkel. Ze wordt geopereerd en begint opnieuw aan een lange revalidatie.
In het najaar wordt een datum gevonden in december. De afspraak is nog niet gemaakt of er zijn nieuwe ontwikkelingen: Schultings relatie met televisiepresentator Sam van Royen, die werkt bij Ziggo Sport, is na ruim twee jaar ten einde. En Schulting zal dit seizoen niet meer shorttracken, omdat ze daarbij nog te veel last heeft van haar enkel. In plaats daarvan gaat ze langebaanschaatsen, wat ze wel pijnvrij kan doen. Dat doet Schulting bij Team Essent, de commerciële ploeg waar ze zich deze zomer bij aansloot.
Als ze de dag na dat besluit in een hotel in Wolvega neerploft op een bank onder een afbeelding van tweevoudig Elfstedentochtwinnaar Evert van Benthem zegt ze: „Ik zeg weleens voor de grap: mijn leven is echt een soap. Er is altijd wel wat, dat hoort blijkbaar bij mij.”
Hoe is het nu met je?
„Nou, eigenlijk gaat het heel erg goed. Ik ben gelukkig en zit supergoed in mijn vel. Ik geniet heel erg van de nieuwe prikkels die ik krijg van het langebaanschaatsen. Ik heb het gevoel dat ik mezelf aan het ontwikkelen ben. Als sporter heb ik voor het laatst in zo’n flow gezeten richting de Winterspelen van Beijing, in 2022, en het is heel fijn om dat weer te ervaren en me niet druk te hoeven maken om allerlei randzaken.”
Je relatie is uit, je kunt niet shorttracken, maar dit gevoel overstemt dat?
„Het is geen makkelijke periode geweest, ik heb moeilijke keuzes moeten maken op relatiegebied en over het shorttracken, maar dit is het leven waar ik gelukkig van word.”
Is die focus op het positieve ook een vorm van zelfbescherming?
„Nee, ik ben een open boek, dus als ik niet gelukkig ben of veel stress heb, dan zie je dat aan me. Ik kan zoiets niet faken.”
Speeltuin Thialf
Schulting (1997) groeide op in Tijnje, een gehucht omringd door weilanden en slootjes op een paar kilometer van Heerenveen. Voor haar ouderlijk huis ligt een grote vijver, daarop leerde ze schaatsen. „Bij ons thuis ging het altijd over schaatsen. Mijn moeder had het altijd over Bart Bips, zoals ze Bart Veldkamp noemde, en ik keek op naar Shani Davis, Ireen Wüst en Sven Kramer.”
Schaatsbaan Thialf van voor de verbouwing in 2014-2017 was haar speeltuin, vertelt Schulting. „Ik heb daar mijn beste vriendinnen leren kennen. We waren er altijd, kenden elk plekje, schreven overal onze naam op. Ik herinner me vooral alle fun die we er hadden.” Al op jonge leeftijd combineerde Schulting langebaanschaatsen met shorttrack en dat wilde ze blijven doen, ook toen ze steeds beter werd. Daarom besloot ze als tiener niet in te gaan op een uitnodiging voor het talententeam langebaanschaatsen van het Gewest Fryslân; daar mocht ze de twee disciplines niet allebei beoefenen. Bij het nationale jeugdteam van het shorttrack kon dat wel.
En daar nam de shorttrackcarrière van Schulting een vlucht. Als 17-jarige mocht ze mee met het Nederlands team naar internationale wedstrijden, op haar 20ste werd ze verrassend olympisch kampioen op de 1.000 meter in Pyeongchang (2018). „Het ging allemaal zo snel. Ik ben altijd blijven langebanen omdat ik het belangrijk vond, maar shorttrack ging voor.” De jaren erna domineerde ze het internationale shorttrack, met twee gouden, een zilveren en een bronzen medaille op de Winterspelen van Beijing (2022) als voorlopig hoogtepunt.
Na die Spelen merkte Schulting dat ze behoefte had aan iets anders. „Ik wilde uit de schaatsbubbel kunnen stappen, ik zocht een toevluchtsoord.” Ze had net een relatie met Van Royen, die in Amsterdam woonde. Schulting besloot er een huis in De Pijp te kopen, waar ze samen in trokken. Schulting pendelde tussen haar huurhuis in Heerenveen en – als ze daar tijd voor had – haar appartement in Amsterdam.
Volgens je vriendin Freya Reitsma had je FOMO, ‘fear of missing out’, vanwege het leven dat andere mensen van jouw leeftijd hadden.
„Het was meer nieuwsgierigheid, ik wilde het gewoon heel graag ervaren. En Amsterdam heeft me altijd getrokken; het is toch de hoofdstad, ik vond het interessant wat daar gebeurde, dat er altijd wat aan de hand was, ik kan verder ook niet per se zeggen waarom.”
Wat doe je graag als je in Amsterdam bent?
„Dat is niet zo spannend, gewoon een rondje wandelen, of een hapje eten ergens. In Heerenveen kan ik echt niet anoniem over straat, en in Amsterdam voor mijn gevoel wel; al zei mijn ex wel dat ik vaak herkend werd. Maar ik ben er daar niet zo mee bezig. Er lopen zoveel verschillende soorten mensen rond, ik kan opgaan in het stadse leven.”
Het ‘gewonemensenleven’.
„Daar was ik ook wel weer vrij snel klaar mee hoor. Voor mij is het normale leven dat je de vrijheid hebt om altijd met mensen te kunnen afspreken. Maar dat is op een of andere manier ook heel vermoeiend. Topsport is een routine: je staat op, gaat trainen, eten, rusten, weer trainen, naar huis, eten en naar bed. Nu had ik ineens tijd voor plannen met vriendinnen, restaurantjes, koffietjes. Ik werd er onrustig van, dacht bij mezelf: is het ook oké als ik even niks doe?”
Je moeder Hannie zei: het genieten van het normale leven viel een beetje tegen voor Suzanne.
„Misschien had ik er wel meer van verwacht ja. Ik had echt besloten: ik ga nu een normaal mens zijn. Maar zo leuk vond ik dat niet, ik ging heel slecht op die onrust. Dat was een realiteitscheck voor mij. Nu ik dat gehad heb, weet ik nog beter wat ik wil: rust, reinheid en regelmaat, alleen maar bezig zijn met beter worden.”
Je wilde terug naar het topsportbestaan.
„Ik voel me bevoorrecht dat ik dat leven mag leiden. Ik wil heel graag nog heel veel jaren topsporter zijn.”
Zijtakje
Ondanks de leuke tijd in Amsterdam, zegt Schulting, was de zomer van 2023 een moeilijke periode. Door haar overbelasting wist ze niet waar ze aan toe was, wanneer ze weer mocht trainen en opbouwen naar het nieuwe seizoen. Ze moest geduld betrachten, sporten met de handrem erop.
Het lukte haar terug te komen op topniveau. Schulting was op tijd fit voor het WK shorttrack in Ahoy in maart van dit jaar. Daar haalde ze de finale van de 1.000 meter, en reed daarin comfortabel op de tweede positie achter de Belgische Hanne Desmet.
Tot ze in de laatste ronde met een ultieme poging probeerde haar concurrente in te halen en de wereldtitel te pakken. Maar Desmet blokkeerde haar, op hoge snelheid ging Schulting onderuit, en toen ze de boarding ingleed, brak ze haar enkel. Dezelfde avond moest ze in het gips. Nog altijd is Schulting niet helemaal van die blessure af.
Heb je spijt van die inhaalactie?
„Een paar weken geleden moest ik daar voor het eerst aan denken. Ik had natuurlijk heel erg boos op mezelf kunnen zijn: waarom moest ik op het WK per se inhalen? Maar ik heb er geen seconde spijt van gehad. Dat is wie ik ben, het zit niet in mijn aard om genoegen te nemen met zilver.”
Kun je zoiets beter relativeren dan vroeger?
„Ik heb deze zomer weinig gerelativeerd, kan ik je zeggen. Ik zat meteen na mijn blessure in de revalidatiemodus en ik heb gewoon doorgeramd om zo snel mogelijk weer goed te zijn.”
Dan lijkt het me lastig om telkens te horen dat je enkel nog steeds niet volledig hersteld is.
„Dat is niet leuk. Maar ja, dan denk je: ‘Oké, we gaan weer door.’”
Heb je twijfel gehad over of je ooit je oude niveau weer zal halen?
„Ik denk weleens: ik zit nu fysiek in mijn prime, dit zijn mijn beste jaren, en ik ben geblesseerd. Dat is kut. Maar ik merk dat ik nog steeds aan het groeien ben als sporter, en ik geloof in mijn eigen kunnen. Dus nee, ik heb me daar totaal geen zorgen over gemaakt en dat doe ik nu ook niet. Ik ben best een twijfelaar, maar niet hierover.”
Waar twijfel je wel over?
„Ik heb het vooral in mijn persoonlijke leven. Met mijn sport weet ik wat ik wil bereiken, wat ik daarvoor moet opofferen. Het zijn meer de zijtakjes die ik lastig vind.”
Wat is voor jou een zijtakje?
Ze is even stil. Twijfelt zichtbaar over wat ze wil vertellen, en zegt dan: „Nou bijvoorbeeld: doe ik er nu goed aan om mijn relatie door te zetten of niet? Is het alleen een dalletje waar we in zitten en gaat het straks weer goed, of blijft het zo als het is? Ik ben al 27 jaar, is dit het? Is dit mijn toekomst? Ik heb de neiging om dan allerlei mensen advies te vragen, maar ik realiseerde me dat ik naar mezelf moest luisteren en mijn hart moest volgen.”
En je hart zei: ‘Schaatsen is belangrijker in je leven dan een relatie’?
„Schaatsen is niet het belangrijkste in mijn leven, schaatsen ís mijn leven.”
De rest komt erna?
„Het moet aansluiten op mijn schaatsleven. Toen ik Sam tegenkwam, zat ik in de fase dat ik een normaal leven wilde leiden. En hij leidde zo’n leven. Maar naarmate ik weer dichter bij de topsportversie van mezelf kwam, had ik daar minder behoefte aan. Ik denk dat dat de reden is geweest waarom het op een gegeven moment niet meer werkte tussen ons. Onze levens gingen uit elkaar lopen.
„Dat neemt niet weg dat ik met Sam een superleuke tijd heb gehad en dat een relatie belangrijk voor me is. Leuk als schaatsen je leven is, maar als je geen mensen om je heen hebt met wie je het kan leven, is er ook geen fuck aan.”
Het klinkt alsof je je aan het verontschuldigen bent. Vind je dat nodig?
„Nee, zo bedoel ik het niet, maar het klinkt, als ik er nu over nadenk en het mezelf hoor zeggen, heel triest ofzo. Zeggen dat je werk je leven is, dat klinkt best negatief. Maar dat is wel hoe het is. Ik wil gewoon elke dag met plezier naar het schaatsen gaan.”
Per ongeluk topshorttracker
Het plezier was even ver te zoeken toen Schulting in december moest besluiten dit seizoen niet meer te shorttracken. Maar ze kon niet anders: in de krappe bochten op de kleine shorttrackbaan wordt de druk op haar enkel te hoog, en voelt ze een scherpe pijn als ze aanzet om te versnellen. Bij het langebaanschaatsen, waar de bochten ruimer zijn, blijft de pijn vooralsnog weg, zegt Schulting. „Het heeft mijn keuze een stuk makkelijker gemaakt. Anders had ik het shorttracken geprobeerd, en geprobeerd, en nog eens geprobeerd. Nu heb ik er vrede mee omdat ik in ieder geval pijnvrij kan schaatsen.”
Schaatsen is niet het belangrijkste in mijn leven, schaatsen ís mijn leven
Eigenlijk is ze „per ongeluk” een topshorttracker geworden, zegt Schulting. „Ik denk dat als ik het shorttracken had mogen combineren met langebaanschaatsen bij het Gewest Fryslân, dat ik daarvoor had gekozen en carrière had gemaakt op de langebaan. Ik wilde vroeger topschaatser worden, geen topshorttracker.”
Schulting combineerde beide disciplines al onder haar oude coach Jeroen Otter, en ze plaatste zich in 2021 voor het EK sprint – al deed ze daar vanwege haar shorttrackprogramma niet aan mee. Dit seizoen sloot ze zich voor het eerst aan bij een commercieel team. Onder leiding van coach Jac Orie maakte ze een spectaculaire ontwikkeling door, met een zilveren medaille op de 500 meter tijdens de wereldbekerwedstrijden in Beijing als voorlopig hoogtepunt. Afgelopen weekend werd ze tweede op het NK sprint en plaatste ze zich weer voor het EK sprint (10 en 11 januari in Heerenveen); dit keer zal ze wel meedoen.
Wanneer werd Team Essent een reële optie?
„Deze zomer pas. Ik was op zoek naar die afwisseling tussen shorttrack en langebaan. Jeroen kon me begeleiden op beide disciplines, Niels [Kerstholt, bondscoach van de shorttrackers] kon dat niet. Dus ik ben gaan kijken naar een externe oplossing en ben ik bij Team Essent terechtgekomen.”
Je zegt vaak dat je blij bent met Orie. Waarom werken jullie zo goed samen?
„Hij heeft een autoritaire stijl, en dat heb ik gewoon nodig. Jac weet wat hij wil, is constant bezig om zichzelf te ontwikkelen en te vernieuwen en hij stelt me een duidelijk doel voor ogen: als je dít doet, dan komt er hoogstwaarschijnlijk dát uit. Daar ga ik heel erg goed op.”
Jac Orie heeft een autoritaire stijl, en dat heb ik gewoon nodig
Je kunt nu intensief langebaanschaatsen, maar het gaat ten koste van het shorttracken. Geeft dat een dubbel gevoel?
„Het kan naast elkaar bestaan, denk ik. Ik ben verdrietig dat ik niet meer kan shorttracken, maar dat heb ik geparkeerd, dat is een zorg voor later. Ik vind het heel leuk dat ik nu zo met langebaanschaatsen bezig kan zijn. Ik had daar niet meer op gerekend. Het voelt een beetje als die onbevangenheid die ik had toen ik twintig was.”
Op de Winterspelen van Milaan in 2026 wil je op beide disciplines uitkomen.
„Ik ga sowieso naar de Spelen, en ik wil gewoon alle twee. Het schema is gunstig; de afstanden die ik zou willen rijden, passen allemaal heel mooi qua planning. Het zou een teleurstelling zijn als het me niet lukt om me voor beide te kwalificeren.”
Is dat realistisch, gezien je enkelblessure?
„Natuurlijk is het lastig. Kijk alleen al naar het kwalificatietoernooi voor het langebaanschaatsen; dat is geen appeltje-eitje. En als ik met beide sporten de Spelen wil halen, dan moet mijn enkel gewoon goed zijn. Daar gaan we vrij snel achter komen; als ik in de zomer niet in staat ben om normaal te trainen met shorttrack, dan weet ik wat me te doen staat. Maar ik ga ervoor om het onmogelijke mogelijk te maken.”