Soms slaat Arne Slot door in zijn drang naar perfectie


Profiel

Arne Slot | Feyenoord-coach De jeugd van PEC Zwolle probeerde hij al te laten spelen als FC Barcelona. Nu maakt Arne Slot furore als vernieuwende coach bij koploper Feyenoord. De methode-Slot doorgelicht. „Arne is een heel dominante figuur.”

Arne Slot maakte snel carrière als coach en heeft sinds de zomer van 2021 de leiding bij Feyenoord.
Arne Slot maakte snel carrière als coach en heeft sinds de zomer van 2021 de leiding bij Feyenoord.

Foto Pieter Stam de Jonge / ANP

Het was een „heel matig team”, de onder veertien van PEC Zwolle in het najaar van 2013. „We verloren altijd dik”, zegt aanvoerder Max Leeflang nu. En toch, ze hadden een jonge, ambitieuze trainer die de ploeg spiegelde aan het vloeiende combinatievoetbal van FC Barcelona. Zijn naam: Arne Slot, dan 35 en net gestopt als profvoetballer. Hij wil eigenlijk assistent worden bij het eerste van Zwolle, maar daar is geen plek voor hem. Ontwikkel je eerst bij de jeugd, zegt de clubleiding.

Vaste prik, maandagmiddag: specifieke wedstrijdbeelden kijken. Duurt maar een uurtje, zegt Slot tegen de jongens. Waarna hij regelmatig twee uur lang analyseert en wijst naar het scherm, hoe het Barcelona-middenveld opbouwt, dat ze zonder bal óók lopen, hoe ze als team druk zetten. Altijd doorbewegen na inspelen, overtal uitspelen. En geef iedere bal een ‘boodschap’ mee.

„Hij liet je nadenken over voetbal. Echt bijzonder”, zegt Leeflang. „Er zijn niet veel trainers die dat doen, helemaal niet als je jong bent.” Alles moet perfect, merkt Leeflang. Als hij tegen Slot zegt dat hij een bepaalde pass- en trapvorm „saai” vindt terwijl hij zelf net twee ballen verkeerd speelt, krijgt hij het te horen. „Je mag pas zeuren als je alles goed doet.”

We hadden jongens in het team, die snapten er helemaal niks van. Hij zat op een te hoog denkniveau

Max Leeflang Zwolle-jeugd

Slot traint de jeugdploeg alsof het een eerste elftal is. Dat botst soms. Hij vraagt in oefeningen te veel van spelers van twaalf, dertien jaar, ziet Leeflang. „We hadden jongens in het team, die snapten er helemaal niks van, vonden het veel te moeilijk. Hij zat op een te hoog denkniveau voor dat soort spelers. Hij was ook gewoon keihard.”

Grote nederlagen, zoals 9-1 tegen Ajax en 6-0 tegen AZ, zijn geen uitzondering. De ploeg gaat een niveau lager spelen. Als ze in die competitie in maart 2014 bij Roda JC nog strijden voor de titel, maakt Leeflang voor het eerst mee dat spelers op de bank moeten blijven. Terwijl het in de jeugd gebruikelijk is dat iedereen speeltijd krijgt. „Ik laat het gewoon staan”, hoort Leeflang de coach zeggen. Drie, vier jongens komen die dag niet in actie. „Die zaten te huilen in de bus. Zal ik nooit meer vergeten.”

Zijn veeleisende aanpak heeft effect. Het lukt de ploeg steeds iets beter onder de druk uit te voetballen, zegt Leeflang. En voorjaar 2014 wint de ploeg zélf met grote cijfers en eindigt als tweede. Collega’s zien zijn potentie. „Teamtactisch was hij veel verder dan welke trainer ook bij onze opleiding”, zegt zijn toenmalig assistent, Alexander Palland.

Het blijft bij dat seizoen, Slot is niet te houden. Hij maakt snel carrière, via SC Cambuur (2014-2017) en AZ (2017-2020). Bij beide clubs groeit hij door van assistent naar hoofdtrainer. Om in juni 2021 te beginnen aan een van de moeilijkste functies in het Nederlands profvoetbal: trainer van Feyenoord.

NRC sprak met achttien mensen uit zijn (werk)omgeving, vrijwel alle spelers noemen hem de beste trainer waarmee ze hebben gewerkt. Tactisch vooruitstrevend, didactisch sterk, overtuigingskracht, zeer gedetailleerd en gedocumenteerd. Al slaat hij in zijn drang naar perfectie soms door. „Ik denk tot achter de komma na over dingen”, zei Slot (44) onlangs in de podcast Met open vizier.

Wat kenmerkt de methode-Slot? Profiel van een leergierige vakidioot aan de vooravond van de hervatting van de Eredivisie, waarin koploper Feyenoord zondag FC Utrecht wacht.

Slot in december 2021 in de Kuip, met Feyenoord werd hij vorig seizoen derde in de Eredivisie.
Foto Tom Bode Multimedia

Perfectie: binnenkant voet

Kort voor hun wedstrijden kijken ze altijd even om zich heen, broers Jakko en Arne Slot. ‘Staat hij er?’ Hun vader Arend, oud-speler van het Nederlands amateurelftal, ziet alles. „Als hij er niet stond, dacht je: poeh, kunnen we even iets minder lopen”, zegt Jakko, ruim drie jaar jonger dan Arne.

Staat hij er wel, dan geven ze volle bak. De jongens willen niet dat hij iets kan opmerken over hun spel – dat ze te veel stilstaan of te lang nagenieten van een mooie pass waardoor ze te laat zijn met aansluiten. „Hij was daarin heel kritisch, op een goede manier.”

Ze groeien op in de Gijsbert Karel van Hogendorpstraat in het Overijsselse dorp Bergentheim, dicht tegen de Duitse grens. Slot is de derde in een gezin van vier – hij heeft nog een oudere broer en zus. Het is een sportief gezin, veel tennissen en voetballen. In de tuin, op straat, de garage of in de slaapkamer waar de twee jongsten een stapelbed delen – Arne ligt boven.

Op de zaterdagen voetballen ze bij v.v. Bergentheim, waar hun vader coach is van het eerste – later traint hij andere clubs in de regio. Bij wedstrijden neemt hij de jongens mee in de kleedkamer en de dug-out, Arne al vanaf zijn vijfde. Van de bespreking tot tactische wissels, ze krijgen alles mee. Prachtig vinden ze het, alleen al die geur van spierbalsem.

Thuis in de kast ligt het boek Voetbal, leerplan voor de ideale voetballer van trainer Wiel Coerver, bekend van de door hem ontwikkelde ‘Coerver-methode’: kappen en draaien op de vierkante meter. De leergierige Slot pakt het vaak en vraagt zijn vader om de acties voor te doen, herinnert Jakko. „Dan ging hij net zo lang door tot hij het zelf onder controle had.” Als dat lukte, zei zijn vader: „Kun je ’m ook met je andere been?”

Als jonge speler bij Zwolle valt Slot op bij zijn zes jaar oudere ploeggenoot Gerald van den Belt. „Een verschrikkelijk intelligente jongen”, noemt hij Slot, die het atheneum makkelijk doorloopt. Hij vindt hem „jong volwassen”. Op zijn zestiende kijkt hij wat precies het nut is van trainingen, zegt Van den Belt, die hem later naar Cambuur haalt en een van zijn beste vrienden is. „Bij de partij-indeling op de training had hij feilloos door wat de opstelling in de wedstrijd zou zijn.”

Elke dag zit hij achter je broek aan. Als je even verzaakt, kan het zomaar je basisplaats kosten

Omar el Baad ex-Cambuur

Slot denkt al op jonge leeftijd als een coach. Eindeloos discussieert hij met spelers en trainers over spelsituaties. Zijn stokpaardje is het geplaatst afwerken met binnenkant voet. Volgens hem is dit veel efficiënter dan hard en minder gecontroleerd schieten – alleen ziet dat er spectaculairder uit.

Als voetballer is Slot – hij speelt bij Zwolle, NAC en Sparta – deels onbegrepen, zegt Van den Belt. Hij is een sierlijke, balvaste spelverdeler met goede passing, maar een beetje traag waardoor hij tactisch slim moet zijn. Dit heeft volgens hem invloed op hoe Slot nu denkt als coach. „Trainers haalden hem eruit als ze achter stonden, er moest dan uit een ander vaatje getapt worden. Dat heeft hem ongelofelijk gefrustreerd. En getriggerd om niet zo’n trainer te zijn.”

Zoals ook het scherpe oog van zijn vader hem beïnvloedt als coach, denkt broer Jakko. Slot zit dicht op spelers – net als zijn vader vroeger bij hem. „Elke dag zit hij achter je broek aan. Als je even verzaakt, kan het zomaar je basisplaats kosten”, zegt Omar el Baad, die bij Cambuur onder Slot speelde. Met een korte opmerking probeert hij spelers op scherp te zetten. Zoals, na een mindere training: „De laatste twee dagen slecht geslapen zeker?”

Als Slot vorig seizoen langs spits Bryan Linssen loopt bij de teammaaltijd, kan hij het niet laten iets op te merken. Linssen: „Zei hij: mag jij geen groenten eten?” En als Orkun Kökcü een keer niet lekker in zijn vel zit en wat minder inzet toont, wordt hij gelijk „op het matje geroepen”, zegt de huidige aanvoerder van Feyenoord. „Je kan nooit minder trainen bij deze trainer.”

Want hij ziet alles, net als zijn vader.

Rondo’s: bezoek van een Noorse wetenschapper

Normaal beslaat het hoofdartikel in vakblad De Voetbaltrainer tien pagina’s. Maar eind 2016 lobbyt Marco van der Heide, analist en freelancer bij het blad, voor meer ruimte. Het is het echt waard, vindt hij. Vijf uur lang heeft hij Arne Slot geïnterviewd, dan nog assistent-trainer van Cambuur en van Jong Cambuur. Twee keer benaderde hij hem, Slot hield af, tot hij een telefoontje kreeg. Hoewel alleen voor insiders een bekende naam, maken ze er twaalf pagina’s voor vrij.

Het artikel lanceert Slot als trainer. Op detailniveau doet hij er zijn visie uit de doeken. Werk in plaats van met een vast spelsysteem vanuit ‘spelprincipes’, die geven meer vastigheden binnen het chaotische verloop van een wedstrijd. Principes als: wanneer de bal aan de zijkant is, móét die terug naar de as. Zorg continu voor diepte achter de laatste linie, mét aanloop en buiten het gezichtsveld van de tegenstander. En, inmiddels een Slot-klassieker: geef lage of teruggetrokken voorzetten, vermijd inefficiënte hoge voorzetten.

Het lijken nu a-b-c’tjes, en veel is geïnspireerd op de werkwijze van Pep Guardiola eerder bij FC Barcelona, maar in die tijd is Slot in Nederland een voorloper. Bij AZ leest technisch directeur Max Huiberts het met veel interesse en nodigt Slot – dan inmiddels met Sipke Hulshoff coach van Cambuur – uit voor een gesprek. Maart 2017, drie maanden na het artikel, wordt bekend dat hij het seizoen erop assistent bij AZ wordt.

Arne Slot in 2019 als coach van AZ met aanvaller Calvin Stengs.
Jan den Breejen / ANP

Los van de invloed op zijn carrière, toont het artikel hoe hij op ieder onderdeel winst probeert te halen. „Elke millimeter invloed die hij kan uitoefenen, gebruikt hij”, zegt Van den Belt. Daar zit een enorme drang naar controle achter. „Want Arne vindt goed voetbal spelen erg belangrijk, maar de wil om te winnen is ook extreem.”

Hoewel Slot bekendstaat als een aanvallende coach met veel druk naar voren, wil hij diep van binnen defensief wisselen als een voorsprong over de streep moet worden getrokken, zegt hij in Met open vizier. Maar na een verdedigende wissel die verkeerd uitpakt bij Cambuur, leert hij van assistent Jan Bruin: „Neem zo veel mogelijk risico, in plaats van angstige keuzes. Vaak ben je te bang.”

Veel inspiratie haalt hij uit de opvattingen van Guardiola en Jürgen Klopp, nu coaches van Manchester City en Liverpool. Bij dit Feyenoord ziet Pieter Zwart, hoofdredacteur van Voetbal International, veel opbouwpatronen terug van Guardiola. Zoals de backs die ‘hoog’ op het middenveld staan. „En de veldindeling die hij in het aanvallen gebruikt: vijf stroken, waarbij de buitenbaan door maar één iemand bezet mag worden. De manier van druk zetten, en de variatie en intensiteit die daarbij komt kijken, is heel erg op Klopp gericht.”

Hij wil altijd bijleren, afwijkende en nieuwe visies horen. Het is een van de redenen waarom Slot regelmatig contact heeft met Liverpool-assistent Pepijn Lijnders, onder meer over hoe je spelideeën vertaalt naar trainingsvormen. En jaren geleden laat hij zich toevoegen in een besloten groep van voetbalblog Catenaccio, waarin de laatste artikelen en opvattingen worden gedeeld.

Kort voor Kerst ontvangt Slot de Noorse trainer en wetenschapper Karl Marius Aksum twee dagen bij Feyenoord, juist omdat die andere ideeën heeft over het nut van positiespel – in jargon de ‘rondo’. Zes of zeven spelers passen de bal zoveel mogelijk rond in een klein gebied, waarbij twee of drie verdedigers de bal proberen af te pakken. Omdat hier volgens Slot veel wedstrijdsituaties in terugkomen, gelooft hij er heilig in.

Maar Aksum, die wetenschappelijk onderzoek doet naar hoe spelers het spel ‘scannen’, vindt de vorm niet specifiek genoeg voor wedstrijden. „Alle passes die je in een rondo doet, zijn niet richting iets. Er zijn geen doelen, je verdedigt niets”, zegt hij desgevraagd. „Je scant niet in rondo’s, omdat je weet waar alle spelers zijn. Alle spelers staan bijna stil en de opponent is altijd in het midden.”

Het leidt tot een bevlogen, urenlange discussie op het trainingscomplex van Feyenoord. Slot vraagt Aksum „om kleine details, kleine geheimen” over scannen, waarvan bekend is dat hoe vaker een speler dit doet, hoe succesvoller zijn passes zijn. Aksum: „Hij vroeg naar manieren waarop hij dit kan trainen met zijn spelers. En hij wilde weten hoe je kan zien of een speler die ze scouten een goede scanner is.”

Slot laat de Noor een presentatie geven aan de Feyenoord-selectie met clips van hoe topspelers scannen en hoe zij dit zelf deden tegen PSV, waarbij Kökcü in positieve zin opvalt. Twee dagen na het bezoek roept Slot op een training herhaaldelijk – hij doet bijna alles in het Engels – „check your shoulders before receiving”. De oude term voor ‘scannen’, vóór je de bal ontvangt.

Beeldendokter: spelers indoctrineren

Op zo’n 25 meter boven het trainingsveld van Feyenoord hangt continu een drone – alleen voor het wisselen van de accu komt hij even naar beneden. Vrijwel alles onder de leiding van Slot wordt gefilmd. Beelden van specifieke momenten – uit duels en trainingen – vormen een cruciaal onderdeel van zijn werkwijze. Het is de manier waarop hij spelers duidelijk maakt wat hij van ze verwacht.

Het is ook de reden dat Slot de piloot van de drone een belangrijke schakel vindt. Dat merkte Rob van Leemput, die de kleine vierpropeller tot en met afgelopen seizoen bestuurde – hij is nu met pensioen.

Acht jaar filmde hij bij het eerste elftal en Slot was de eerste hoofdtrainer die met hem een gesprek had over wat hij precies van de video-afdeling verwachtte. „Hij wilde alle trainingen opnemen.” Die beelden gaan naar de video-analist en worden gebruikt voor tactische doeleinden. Slot kijkt veel terug, ook trainingen.

Bij Cambuur legde hij met trainer Marcel Keizer een grote database aan met beelden van tientallen specifieke voetbalacties die hij van zijn spelers vraagt, zoals diepte aan de ‘contrazijde’, de kant waar de bal niet is. Die mediatheek, in een programma op zijn laptop, breidt Slot dagelijks uit met fragmenten uit wedstrijden over de hele wereld – hij kijkt eindeloos veel. Hij gebruikt de clipjes ook in gesprekken met potentiële nieuwe spelers, om te laten zien wat hij precies wil.

Het is onderdeel van hoe Slot spelers doorlopend overtuigt van zijn tactiek, wat hij zelf ook wel „indoctrineren” noemt: in woord én beeld laten geloven in zijn aanpak. Dat wordt in zijn ogen steeds belangrijker, omdat spelers via media of zaakwaarnemers geluiden horen die niet altijd aansluiten bij zijn filosofie.

Tegen Bryan Linssen (rechts) zei Arne Slot eens tijdens een maaltijd: „Mag jij geen groenten eten?”
Foto Tom Bode Multimedia

Net begonnen bij Feyenoord, juni 2021, laat hij beelden zien van de Champions League-finale tussen Manchester City en Chelsea. Een duel met weinig kansen, omdat spelers er alles aan doen om mogelijkheden te voorkomen, tot de aanvallers aan toe. Dit om aan te geven, zegt Linssen, die bij de bespreking was, dat die topspelers óók ‘vuil’ verdedigend werk doen. En dat ze dit bij Feyenoord dus zeker moeten doen.

Een jaar later, voor de Conference League-finale tegen AS Roma, laat Slot opnieuw die beelden zien, maar nu vermengd met vergelijkbare fragmenten van hun eigen ploeg. Om te benadrukken dat ze het inmiddels ook kunnen en dat ze daarom zover zijn gekomen – al verliest Feyenoord de finale wel.

„Het hielp hem dat wij heel erg in zijn manier van voetballen gingen geloven. Alles wat hij zei, namen wij klakkeloos aan”, zegt Linssen. Een psychologische truc die Slot gebruikt is dat hij de tegenstander klein maakt en zijn eigen ploeg groot. Olympique de Marseille had in de halve finale van de Conference League „betere, grotere en sterkere spelers” zegt Linssen. „Zij waren eigenlijk in alles in het voordeel. Hij heeft dat gevoel geen moment aan ons gegeven. Wij geloofden echt in onszelf. Dat gevoel heeft hij ons gedurende het seizoen gegeven en in aanloop naar die halve finale aangepraat.”

Af en toe heb je wel momenten: zo, hou jij even je mond

Calvin Stengs oud-speler AZ

Zijn wedstrijdbesprekingen zijn „next level”, zegt Omar el Baad. „Na zo’n bespreking wist je dat er een heel kleine kans was dat je zou verliezen. Hij wist precies waar wij onze slag konden slaan.” Qua beleving in de bespreking leert Slot hierin bij Cambuur als assistent veel van Henk de Jong – dat de ploeg vol energie en overtuiging het veld opgaat.

Wel kunnen zijn instructies „soms naar je hoofd stijgen”, zegt Calvin Stengs, die bij AZ onder Slot speelde. Door hem is hij het voetbal beter gaan begrijpen, is hij tactisch slimmer geworden, vertelt Stengs. „Arne kan het op een bepaalde manier overbrengen dat iedereen het snapt.” Maar: „Af en toe heb je wel momenten: zo, hou jij even je mond.”

Dominant: geen inspraak

De bal ontgaat hem geen moment, op een training eind december. Slot laat de Feyenoord-selectie zes tegen zes spelen op een klein veld met vier goals en vier keepers, onder hoge druk. „1,5 minute full press!”, roept Slot. Gekleed in een rood trainingsjack, fluitje in de aanslag.

Team with the possession has to be much better with the ball!

Check your shoulders!

Kill the counterpress!

Enthousiast, bij een snelle combinatie: „That is one touch!

Hij zit er dicht op, leidt nadrukkelijk, zijn stem buldert over het trainingsveld.

Een dag later, op een regenachtige middag in een oefenduel tegen Go Ahead Eagles, op het trainingscomplex, klinken zijn aanwijzingen weer luid.

„Hé hé hé, do the extra work!”

„Lezen!”

„Blijf actief!”

De instructies aan invallers doet hij zelf, waar dit bij veel ploegen door assistenten wordt gedaan. Zittend in de dug-out leunt hij voorover, nooit achterover. Nooit helemaal tevreden.

De Noorse trainer Karl Marius Aksum, die ook veel toptrainers analyseerde, raakt bij een training van Feyenoord onder de indruk van het niveau van de coaching door Slot. „Intens, met een goede flow. Hij was heel precies in wat hij wilde van het team.”

Hij is zeer bepalend als trainer. Dat merkte ook Dennis van der Ree, die bij Jong Cambuur samenwerkte met Slot en vorig seizoen bij Feyenoord analist was. In Friesland was hij officieel de begeleider van Slot, die zijn UEFA A-opleiding probeerde te halen. „Maar Arne is een heel dominante figuur, ik ben wat introverter, dus de verhouding was al snel dat hij de hoofdtrainer was en ik hem ondersteunde. Maar als we bezig waren, was het echt wel samen.”

Slot geeft nu vaker trainingsvormen uit handen, maar tot een zekere grens. „Als hij vindt dat iets niet klopt, zit hij er gelijk bovenop om dat te corrigeren”, zegt Van der Ree. „Dat kan soms lastig zijn voor mensen die op dat moment de oefenvorm geven. Maar dat hoort bij toppresteren.”

Zoals bij de training met de wisselspelers, vorig seizoen bij Feyenoord, onder leiding van een van de assistenten. „Daar wil hij wel altijd bij zijn, om te kijken hoe de wissels het doen. Er waren momenten dat hij een gedeelte van de training overpakte, omdat hij vindt dat het beter moet of dat het anders kan.”

Zelfs op de momenten dat ik niet speelde was hij eerlijk

Cyriel Dessers ex-spits Feyenoord

Van der Ree maakte zelf iets vergelijkbaars mee. Bij een bespreking waarin de tegenstander werd geanalyseerd, zei hij iets net op een andere manier dan vooraf besproken. „Dan neemt hij het gelijk over. Het was niet vervelend voor mij. Dat hij zo scherp is, maakt mij ook scherp.”

Slot ziet het als een valkuil dat hij bijna alles „door wil blijven beredeneren”, zegt hij in Met open vizier. Zoals waarom hij tot een opstelling komt. Hij heeft de neiging „alles uit te willen leggen”, aan spelers en staf. „Ik denk dat ik daar soms een beetje in doorsla.” Zo kan hij net zo lang met de opstelling wachten in de hoop dat hij „nog een ingeving” krijgt die de beste optie blijkt te zijn.

Een gevolg van zijn dominante stijl van leidinggeven, is dat hij zijn spelers weinig bij tactische plannen betrekt. „Het is niet dat ik ergens in mee kan denken”, zegt aanvoerder Kökcü. Dat is volgens hem ook niet nodig, omdat zij „blindelings op de trainer vertrouwen”.

Ontwikkelaar: maak ook vuile meters

Het is het laatste duel voor de winterstop, eind 2021. Feyenoord-spits Cyriel Dessers hoopt weer op een basisplaats, na een goed optreden een week eerder in de KNVB-beker tegen FC Twente. Voor de spitspositie strijdt hij met Bryan Linssen. „Dit is mijn moment”, denkt Dessers voor het duel bij sc Heerenveen. Maar in de bespreking ziet hij dat hij op de bank begint.

Kort voor tijd valt hij in. „Het was ijskoud, mijn voeten bevroren. Ik viel heel slecht in. Ik zat echt in de put.” In de lange busrit terug, roept Slot hem bij zich. „Ik ben superteleurgesteld, ik wil mij zo graag laten zien”, zegt Dessers tegen Slot.

Die vertelt dat het voor hem een moeilijke keuze is, dat Linssen en hij het beiden goed doen. „Door een rustig, open, nuchter gesprek te voeren heeft hij mij laten inzien hoe het zat”, zegt Dessers nu.

Cyriel Dessers is klaar voor een invalbeurt (2021).
Foto Pieter Stam de Jonge

„Hij zei: ga op vakantie, maak even je hoofd leeg, geniet ervan, zorg dat je fit blijft, dan gaan we de komende periode knallen en weet ik zeker dat er mooie momenten voor jou gaan komen.” Dessers loopt terug naar zijn plek in de bus, als de negatieve energie wegzakt. „Op dat menselijke vlak is hij ook een heel goede coach.”

Hij weet een speler „aan boord” te houden die anders misschien „mentaal afhaakt”, zegt Dessers. „Hij heeft mij altijd vertrouwen gegeven, zelfs op de momenten dat ik niet speelde was hij eerlijk en open.” Het is niet voor niets: later in het seizoen blijkt Dessers nog van grote waarde.

Slot staat bekend als een didactische leraar-trainer, dat beeld wordt versterkt doordat hij uit een onderwijzersgezin komt. Zijn vader is zijn hele loopbaan werkzaam geweest op de Koningsberger, een open christelijke basisschool in Bergentheim – eerst als docent, later als directeur. Hun moeder gaf er als invaljuf lessen en Slot heeft zijn vader nog als meester in de klas gehad. Slots zus en vrouw zijn ook onderwijzer.

‘De nieuwe Hollandse meester’, kopt VI een jaar geleden op de cover. Het is enerzijds een verwijzing naar een opkomende trainer die steeds meer invloed krijgt op hoe het Nederlands voetballandschap verandert, en anderzijds een hint naar de lerarenfamilie waaruit hij komt.

Slot maakt spelers onmiskenbaar beter – Feyenoord kende niet voor niets voor het eerst in jaren weer een lucratieve transferzomer. „De trainer had gelijk een duidelijk gesprek met mij toen hij kwam”, zegt Kökcü. „Hij gaf aan dat het voetballend allemaal wel leuk en aardig was, maar dat ik fysiek echt stappen moest maken.”

Arne Slot met Orkun Kökcü tijdens een training.
Foto Maurice van Steen / ANP

Kökcü, van origine een aanvallende middenvelder, was niet gewend om in hoog tempo verdedigende meters te maken. Voorheen wachtte hij tot anderen de bal weer veroverden. „Ik was ook niet altijd fit eigenlijk, niet echt explosief om op hoge snelheden te komen. Sinds dat gesprek ben ik daaraan gaan werken. Ook extern.” Hij is er nog niet, „het is nog steeds een verbeterpunt”. Ook leerde Slot hem dat het team een individu beter maakt. „Niet andersom.”

Een „aandachtspunt” voor Dessers, inmiddels spelend bij Cremonese in Italië, was dat hij meer druk moest uitvoeren op de bal. Slot vond dat hij te weinig deed als de tegenstander het middenveld inspeelde, terwijl hij verwacht dat de spits dan ook druk zet in de rug van de middenvelder en die zo min of meer klem zet. „Ik denk dat ik daarin een goede evolutie heb gemaakt dankzij hem.”

Inmiddels evolueert ook de methode-Slot. „Bij hem was altijd alles gericht op het centrum controleren, want daar worden de doelpunten gemaakt”, zegt Pieter Zwart. „Dat was ook de reden dat hij niet zoveel had met voorzetten, hij wilde combinerend door het centrum de vrije man creëren.” Maar in Nederland is, net als op het WK in Qatar, de trend doorgedrongen dat teams massaal het centrum volbouwen en dat er bijna alleen nog maar ruimte ligt aan de zijkant, vertelt Zwart. „Wat betekent dat Slot nu bij Feyenoord juist ook meer inzet op het ontwikkelen van patronen om succesvol door te komen via de zijkanten.”

Dat is te zien in een grote partijvorm, onlangs op een training, waar hoge voorzetten worden gegeven vanaf de flanken, iets wat lang ondenkbaar was onder Slot. Zwart: „Wat ooit zijn heilige huisjes waren, is hij nu een beetje omver aan het trappen bij Feyenoord.” Als de realiteit verandert, zegt Zwart, is Slot ook bereid zijn eigen opvattingen bij te stellen.