Serie ‘Sphinx’ vuurt te veel op de kijker af

Wat is het toch met Europese televisieseries en blauwfilters? Die blauwe waas over beelden van bedrukte gezichten wekt inmiddels een vermoeide reflex op: ah, we gaan weer even duister en serieus zitten wezen.

Sphinx, de nieuwe psychologische thrillerserie van Videoland, walmt blauwigheid. Ouders Eva (Rifka Lodeizen) en Lucas Moorman (Marcel Hensema) worden opgeschrikt wanneer hun tienerdochter Minke (Andrea Vass) ‘s avonds verdwijnt en niet meer terugkomt. Althans, tot enkele jaren later, wanneer ze spontaan gevonden wordt en met hevige trauma’s lijkt te kampen. Wat is er gebeurd? Wie zijn die rare mannen die in de bosjes het huis van de familie Moorman in de gaten houden? En wat is er aan de hand met Minke, die een pistool in haar rugtas heeft?

De spanning achter deze vragen moet Sphinx gaande houden. Dat lukt bij tijd en wijlen wel, vooral in de eerste helft, wanneer de serie de voeten nog redelijk op aarde houdt. Maar gaandeweg blijken de antwoorden de moeite van het kijken niet waard, ze zijn zowel overgecompliceerd als te simplistisch tegelijkertijd. Je vraagt je al snel af waarom iemand dít op deze manier zou doen.

De eerste aflevering schetst goed en met gepaste spoed en spanning de situatie: het huwelijk dat uit elkaar is geklapt, de wanhoop bij de ouders om iets van normaligheid te scheppen, de grote vragen rond Minke. Het nodigt uit om te blijven kijken. Dan trapt aflevering twee op de rem: het tempo verslapt aanzienlijk, met eindeloze shots van Minke die getraumatiseerd in de verte kijkt. Waarna de volgende afleveringen uit de bocht vliegen en het geheel verwordt tot een schijnbaar oneindige reeks soapclichés uit de jaren tachtig en negentig.

Videoland

Wie zijn Eva, Lucas en Minke? De acteurs doen hun best met rollen zonder diepgang, die blijven vastkleven aan archetypes en de vereisten van het thrillergenre; de bezorgde moeder, de geobsedeerde vader waar-misschien-iets-mis-mee-is, het kind dat eng doet. De Vlaamse actrice Ruth Becquart krijgt in haar rol als de Belgische agent Fenna Franken nog iets de ruimte voor charisma, maar wie haar partner Asha Trustful (gespeeld door Joy Wielkens) precies is, behalve een serieuze detective? Geen idee, al probeert de serie tevergeefs met een vreemd getimede bekentenis nog iets van intrige aan het personage toe te voegen.

Ondertussen zit de tweede helft van de serie propvol met spectaculaire wendingen, waarvan de meeste weinig daadwerkelijke impact hebben op het plot. Er wordt hier een zak met ideeën uit de wereld van fictieve én true crime seriemoordenaar-verhalen lukraak uitgestrooid over het verhaal: seksuele mishandeling van kinderen, tweelingzusjes, en een dissociatieve identiteitsstoornis passeren de revue, maar ook rare monstermaskers, raadsels en bonte visuele moordtaferelen.

Sphinx voldoet zo prima als rariteitenkabinet voor een weekendje bingen, maar het mist scherpte. Er wordt simpelweg te veel te grillig op de kijker afgevuurd. Tegelijkertijd blijkt het door de oppervlakkigheid knap lastig om enige emotionele binding te voelen met de mensen waar het over zou moeten gaan. Wanneer de serie eindelijk wel even de tijd neemt om de band tussen twee personages te bestuderen, is het te laat: één van de twee is al gesneuveld. En sympathie achteraf, dat blijft toch mosterd na de maaltijd.

https://youtu.be/r161WfNACpw?si=3h4mVCp7IgeOVqrv