Een marcherend leger met de schilden in de lucht gestoken, daar deed deze kolonie mosselen natuurfotograaf Theo Bosboom aan denken. Het riep bij hem associaties op „met scenes uit Game of Thrones en The Lord of the Rings”. En al leven deze mosselen in werkelijkheid aan de Portugese westkust in plaats van in Hollywood, rodeloper-waardig zijn ze zeker: Bosbooms werk wordt gelauwerd bij de prestigieuze fotowedstrijd Wildlife Photographer of the Year. Uit in totaal meer dan 60.000 inzendingen door professionele fotografen en amateurfotografen wereldwijd heeft Bosbooms werk de onderscheiding highly commended gekregen binnen de categorie ‘Animals in their environment’. Op 8 oktober worden pas de winnaars van de wedstrijd bekendgemaakt. Vanaf 11 oktober zijn alle genomineerde én winnende foto’s vervolgens te zien in het Natural History Museum in Londen. Later zal de expositie rondreizen en vermoedelijk net als in eerdere jaren ook Nederland aandoen.
Bosboom maakte de foto op het strand Praia da Ursa, ten westen van Lissabon, laat hij per e-mail weten. „Het strand dankt zijn naam aan de rotsformaties, waarvan er eentje aan een beer doet denken. Het ligt op een steenworp afstand van Cabo da Roca, het meest westelijke punt van het vasteland van Europa. Het strand is door de hoge kliffen vrij lastig te bereiken, je moet een flink stuk afdalen langs een smal en steil bergpad – en weer omhoog natuurlijk. Dat is vooral door de zware foto-uitrusting een uitdaging.”
De foto is genomen met een probelens, die hij zelf omschrijft als een dunne, langgerekte macro-groothoeklens. „Zo kon ik én de mosselen van dichtbij zien én het ruige kustlandschap langs de Atlantische Oceaan in beeld brengen.” Hij had de mosselen al gezien tijdens een eerder bezoek een paar dagen eerder, maar toen kon hij ze door hoog water niet bereiken.
Als natuurfotograaf hecht Bosboom er belang aan om juist soorten in beeld te brengen die als onbelangrijk en niet-fotogeniek worden gezien. „Mosselen zijn cruciaal in dynamische ecosystemen doordat ze bacteriën, algen en zwevend stof uit het water filteren en zo de waterkwaliteit verbeteren”, benadrukt hij. „Daar hebben ook andere schelpdieren, schaaldieren en zelfs vissen profijt bij.”
Voor de rare sprong van een hermelijn in de sneeuw de Spaanse fotograaf Jose Manuel Grandío een eervolle vermelding in de wacht in de categorie diergedrag.Foto Jose Manuel Grandío Een zeekoe en haar kalf in een zeegrasveld in de Crystal river in Florida (VS). Foto Jason Gulley
Het moment waarop een jaguar een kaaiman een fatale beet toedient in de aan de oever van de São Lourenço-rivier. Foto Ian Ford/Wildlife Photographer of the Year
Tijdens haar expeditie in de Weddellzee zag Tamara Stubbs dat er zeehonden naast het schip in slaap waren gevallen, met hun neusgaten net boven het wateroppervlak om nog te kunnen ademhalen. Foto Tamara Stubbs/Wildlife Photographer of the Year
Kauwen bouwen elk jaar nieuwe nesten van verschillende materialen: twijgen, veren, takken, wol, mos, modder en mest. Deze kauw verzamelde stenen voor het nest.Foto Samual Stone/Wildlife Photographer of the Year
Lam Soon Tak spotte deze felgekleurde David Bowie-spin met een eiercocon in de Maleisische hooglandenFoto Lam Soon Tak/Wildlife Photographer of the YearOp een vroege ochtend in december controleerde Randy Robbins de wildcamera’s in de buurt van zijn huis toen hij een gestorven hert aantrof. Hij fotografeerde dit moment voordat het ijs kon smelten.Foto Randy Robbins/Wildlife Photographer of the Year
„Het is alsof de gemeenten in Europees Nederland het nog zouden moeten doen met de wegeninfrastructuur en het bijbehorende geld uit 1950”. Heel treffend zei de voorzitter van de Staatscommissie demografische ontwikkelingen het in oktober tegen de Tweede Kamer. De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (LRi) trekt die kritische lijn door in een vrijdag verschenen rapport.
Een centraal probleem in Caribisch Nederland noemt de Raad de achterstallige basisinfrastructuur voor woningen en wegen. Op Bonaire dateert deze van voor 2010. Toen had Bonaire ruim 10.000 inwoners, inmiddels 25.000. Gezien de rijksfinanciering hierop onvoldoende is aangepast, is sprake van grote achterstanden. Ook op het vlak van „connectiviteit tussen de eilanden, klimaatbescherming en [het] waarborgen voor een gezonde leefomgeving”.
Naast de financiering speelt volgens LRi-lid Jantine Kriens, die bij de totstandkoming van het advies betrokken was, ook een andere structurele kwestie. „Hét grote probleem is de beperkte uitvoeringskracht.” In Caribisch Nederland is namelijk een groot tekort aan vakmensen, ook voor de zee- en luchthavens waar de eilanden verantwoordelijk voor zijn. De Raad pleit voor meer samenwerking met gemeenten of instanties in Europees Nederland om infrastructurele projecten gedaan te krijgen. „Voor de afvalverwerking, wat op Bonaire een probleem is, kan Den Haag bijvoorbeeld gemeenten in Europees Nederland betrekken die hier expertise in hebben”, aldus Kriens.
In het advies Samen naar beter signaleert de Raad, een adviescollege voor de regering en het parlement, kortom „opvallende en onwenselijke verschillen” in nationale beleidsinzet en de financiële ruimte voor het leefomgevingsdomein op de drie eilanden. Ook zijn er „grote achterstanden in de beleidspraktijk” en is er een „forse uitdaging” voor de regering om dit de komende jaren te herstellen.
Het advies van de Raad is aangeboden aan het demissionaire kabinet en de bestuurscolleges van de eilanden.
The Bottom bezien vanaf een berg op Saba.
Foto Remko de Waal / ANP
Lees ook
‘Te weinig agenten, te weinig Haagse regie en steeds meer misdaad’: in Caribisch Nederland is de rechtshandhaving ‘tragisch’
‘Contrast’
De Raad stelt ondubbelzinnig vast dat de rijksoverheid te weinig inzet toont voor Caribisch Nederland. Een ander voorbeeld daarvan is het watervervoer. „De beperkte betrokkenheid van de rijksoverheid bij de veren in Caribisch Nederland steekt schril af bij de stevige beleidsinzet van het Rijk voor (…) verschillende eilanden in Europees Nederland”, aldus het advies. Waar voor de Wadden vijftienjarige concessies worden afgesloten met rederijen, is in 2025 de subsidie voor de veerboot tussen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten gehalveerd, en is voortzetting onzeker.
De Raad ziet ook een gebrek aan onderling vertrouwen en ambitie om de achterstanden aan te pakken. In Caribisch Nederland, maar ook in Den Haag. „We zien verschillen in de werkwijze van de betrokken ministeries. We zijn ambtenaren tegengekomen die zich de benen uit het lijf lopen voor de eilanden. Maar er moet ook een politieke wil zijn om dingen voor elkaar te krijgen. Die is bij het ene kabinet groter dan bij het andere,” zegt Jantine Kriens.
Voor de Wadden worden 15-jarige concessies afgesloten met rederijen, maar de subsidie voor de veerboot tussen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten is gehalveerd
Alexandra van Huffelen (D66), die in het laatste kabinet-Rutte staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties was, werd op de eilanden gewaardeerd doordat ze veel betrokkenheid toonde. Bij haar opvolger Zsolt Szabó (PVV) was dat minder het geval. Hij hamerde vooral op ‘zelfredzaamheid’, bezuinigde op de Caribische begroting en botste enkele malen met eilandbestuurders. Szabó wordt overigens opgevolgd door Eddie van Marum (BBB).
De recente val van het kabinet noemt raadslid Jantine Kriens „treurig voor de eilanden” in een toelichting van het rapport, omdat urgent beleid nu stilvalt. In het advies wordt ervoor gepleit dat rijksoverheid en de Caribische eilanden „samen nieuwe ambitiedoelen formuleren” voor huisvesting, infrastructuur en klimaatbeleid voor de periode tot 2050. Ook dient de bestuurshervorming van 10-10-10, toen de Nederlandse Antillen werden opgeheven en gesplitst in drie bijzondere gemeenten en drie landen, „te worden geëvalueerd en herzien”.
De haven van Saba.
Foto Remko de Waal / ANP
Onzorgvuldig
Ook al vormen de drie Caribische eilanden integraal onderdeel van Nederland, „wat betreft de leefomgeving bieden ze niet de vergelijkbare kwaliteiten”, zegt Kriens. Den Haag is volgens de Raad slordig met het doorvoeren van gemeentebeleid voor Europees Nederland op de Caribische eilanden.
Een voorbeeld is de Omgevingswet (2024) voor duurzame ontwikkeling en verbetering van het leefmilieu. Deze wet geldt niet in de Caribische gemeenten, terwijl die onderwerpen regelt als bouwen, milieu, water, infrastructuur, drinkwater en internet – beide laatste duur op de Caribische eilanden, waar een derde van de bevolking onder de armoedegrens leeft.
Volgens Kriens komen die achterstanden voort uit bestuurlijke onverschilligheid en soms ook onwil in Den Haag. „Er zou een gezamenlijke gesprekstafel moeten komen om de achterstanden te bespreken en ambities te formuleren. Het gaat ook over de vraag: wat voor land willen we zijn, en met welke gezamenlijke waarden?”
Lees ook
Ongelijkheid en ongemak: 70 jaar na ondertekening van het Statuut voor het Koninkrijk is ‘het verstandshuwelijk’ met de Caribische eilanden nog steeds ongelukkig
De meeste kraaien in Nederland zitten tegenwoordig op het balkon. Hun taak is de stadsduif dwarszitten, het minst gewaardeerde natuurverschijnsel in de stad. Er is een lange lijst aan ongewenst gedrag: schijten op het balkon, nesten maken, koeren, paringsgeklapper om zes uur ’s ochtends. En hun bijnaam ‘vliegende ratten’ hebben ze ook niet toevallig. Om die plaag tegen te gaan is er dus een andere plaag ontstaan, die van de ‘Blokker-kraai’, een term die eerder in NRC werd gemunt door museumbioloog Kees Moeliker. Het is een zwarte, weersbestendige kunststof kraai die vaak in een grotere moord (een groep kraaien) over verschillende balkons dienstdoet. Voor een vogelliefhebber als Moeliker is het moeilijk te verkroppen dat mensen de vogelvreugde op hun balkon níét omarmen. De ‘Blokker-kraai’ werkt bovendien slecht, de duiven gaan er gewoon op zitten. Daarom plaatsen veel balkoneigenaren duivenpinnen, ze maken een combinatie met bewegende elementen als draaiende molentjes, of ze versieren de duif met een zilveren of gouden slinger. We zien in Blokker-kraaigebieden ook veel wapperende plastic zakjes aan het balkon hangen, de doe-het-zelf-oplossing. Maar aan de kraai zit tenminste nog natuurbeleving vast. Fotograaf Annegien van Doorn heeft in haar boek Biophilia mooi beschreven dat een artificiële natuurervaring bij de mens tóch een positief effect oplevert. Op vogelverschrikker.nl is trouwens een grote diversiteit aan vogelsoorten verkrijgbaar, een plastic ekster, een slechtvalk, een oehoe, al dan niet met geluid. Het stedelijke balkon zou rijk kunnen zijn aan de meest diverse vogelsoorten. Maar ja, die zijn wel vijf keer zo duur.
Ruim een jaar geleden spotte ik in automedia een Chinees stadsautootje, de BYD Seagull. Het ontwerp was mainstream maar de prijs verbluffend. Voor omgerekend 10.000 euro reed je in China elektrisch met een redelijke actieradius, vier deuren en een kofferbak. Troep kon het niet zijn. Wat BYD in huis heeft wist ik van grotere modellen als de Seal en Atto 3. Keurige middenklasse, veel waar voor het geld, smaakgevoelig maar onderscheidend interieurdesign en competente techniek uit eigen keuken, want BYD begon als batterijenfabrikant.
Zoom in voor details van de BYD Dolphin Surf Klik op de punten voor uitleg over de details
Foto Merlijn Doomernik
Hemel, dacht ik, als ze dat autootje hier gaan aanbieden is Leiden in last voor autoproducerend Europa. Dat bouwde toen nauwelijks goedkope stekkerauto’s, terwijl ze onontbeerlijk zijn voor een energietransitie, die het niet zal redden zonder veel goedkopere EV’s. Intussen is de situatie iets verbeterd. Het aantal stekkerauto’s onder de 30.000 euro neemt snel toe. Maar de ID1 van VW komt pas in 2027. Voor de nieuwe elektrische Renault 4, vroeger een auto voor de massa, betaal je toch weer minstens 30.000 euro. Bij Tesla, dat ook dit stuk van de markt allang had moeten kapen, ijzig stilzwijgen over het veelbesproken kleinere model. De autonoom rijdende Tesla Cybercab is onderweg, maar dat wordt 2026 en het is een tweezitter. Musk had iets anders aan zijn hoofd toen ze in China correct vaststelden dat de overlevingsstrijd van autofabrikanten zich zal afspelen in het prijssegment van 20- tot 40.000 euro. Ik vrees dat hij ook op dat punt een enorme inschattingsfout heeft gemaakt.
Inderdaad vloog de kleine Zeemeeuw naar het oude continent, waar hij werd herdoopt tot Dolphin Surf. Maar er was toch al een Dolphin zonder Surf, iets groter en iets duurder? Klopt, cum laude geslaagd in deze kolommen. Waarschijnlijk dachten ze bij BYD: maar Zeemeeuw werkt niet. De prijzen doen dat des te meer. De Seagull is de bestverkochte auto van China. Hoge productieaantallen brengen schaalvoordelen met zich mee, dus lagere productiekosten per auto. De batterijen komen uit de eigen magazijnen en BYD calculeert scherp. Uitkomst: ook hier onweerstaanbaar lage prijzen. Het basismodel van 22.990 euro valt met zijn 30kWh-accu en beperkte bereik van 220 kilometer af omdat het prijsverschil met de duurdere modellen te gering is. Want voor respectievelijk 24.990 en 26.690 euro heb je de Boost en Comfort met een 43kWh-batterij, een opgegeven actieradius van 322 en 310 kilometer, standaard driefasenlader en snelladen tot 85 kWh. Ongekend weinig voor luxueuze modellen met veel ruimte achterin, een bagageruimte van 308 liter, elektrisch verstelbare stoelen, vegan leer en het mooiste multimediasysteem in deze klasse. De Renault 5 is prijziger en krapper achterin, de Hyundai Inster ruimer en flexibeler, maar in de meest complete versie met de grote 49kWh-batterij ondanks een tijdelijke prijsverlaging duurder. De Dacia Spring is spotgoedkoop, maar zelfs voor de goedkoopste Dolphin geen partij: ruimte, comfort, veiligheid en prestaties blijven ondermaats.
Zelfs voor decoratie was nog budget, en de materialen zijn kwalitatief van hoog peil.
Foto’s Merlijn Doomernik
Sportief precies
Je kunt bedenkingen hebben tegen het uiterlijk of het interieurontwerp, maar achter het stuur merk je snel hoe de Surf Comfort met zijn voor deze klasse hyperbolische 156pk-motor de verzamelde concurrentie afserveert. Hij stuurt sportief precies, de afwerking is hoogwaardig en het geluidsniveau laag, het voorzieningenniveau van het infotainmentsysteem uitzonderlijk. Hij vernietigt de Citroën ë-C3 en verslaat de uitstekende Dongfeng Box, die een driefasenlader mist. En welke mededinger is zo zuinig? Ik kwam tot 11,2 kWh per 100 kilometer na een 180 kilometer lange rit van Amsterdam naar Groningen, de eerste helft via de snelweg en de tweede over binnenwegen. De boordcomputer gaf bij aankomst een batterijniveau van 48 procent en een restbereik van 160 kilometer aan, waar ik met 80 dik tevreden was geweest. Met zulke cijfers ligt een actieradius tot 350 kilometer binnen handbereik, ruim meer dan BYD belooft. De beste verleiderstruc: Underpromise, overdeliver.
Ja, Europa mag het benauwd krijgen van de Dolphin Surf. Terwijl er heus wat op valt af te dingen. Het gemis van een warmtepomp, grillige stuurreacties van de lane-keeping-assistent, de hysterische vermoeidheidssensor die bij mij al na 500 meter begon te tetteren dat ik moest pauzeren. En hoe de batterij zich in de winter houdt staat te bezien. Toch is dit autootje nu al een van de grote gebeurtenissen van 2025. Als ceo in Wolfsburg of Parijs zou het me koude rillingen bezorgen. Kinderziekten en verborgen gebreken voorbehouden is er niets beters voor dit geld.