Schaf de cum-laudepromotie maar af, zegt hoogleraar Thijs Bol. ‘Wat willen we ermee?’

Thijs Bol: „Ik denk dat er ook excellente proefschriften zijn die géén cum laude krijgen.”

Foto Roger Cremers

Interview

Thijs Bol | socioloog De excellente proefschriften die géén cum laude krijgen, zijn relatief vaak van vrouwelijke onderzoekers, denkt Thijs Bol.

Als masterstudent sociologie werkte Thijs Bol in de sociologie-koffiekamer van de Universiteit van Amsterdam. Koffie en broodjes verkopen. Hij sprak er met de docenten, en op een keer kreeg hij de vraag of hij niet twee weken later een les kon overnemen. „En ik vond lesgeven zó leuk”, vertelt Bol. „Een motivatie om te gaan promoveren. Stel dat ik een ander bijbaantje had gehad. Was ik dan ook gaan promoveren, hoogleraar geworden?” Waarschijnlijk was die bijbaan een van de bepalende toevalsfactoren in zijn carrière.

Het is een stokpaardje van Bol: succesvolle mensen redeneren graag terug alsof ze dat succes helemaal zelf hebben bewerkstelligd. „Maar hoeveel invloed heb je nou echt op waar je terechtkomt? Succes komt vaak door hoe de dingen gewoon lopen. Je moet je ervan bewust zijn dat mensen die even goed zijn niet altijd evenveel succes hebben.”

Bol werd vorige maand hoogleraar sociale stratificatie en ongelijkheid aan de UvA. Hij onderzoekt ongelijkheid in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en in de wetenschap. We praten, bij wijze van uitzondering, over nog ongepubliceerd onderzoek van hem, omdat deze krant zijn inspiratie ervoor was.

Vijf jaar geleden schreef ik als journalist voor NRC op basis van eigen onderzoek dat aan alle Nederlandse universiteiten mannen anderhalf tot twee keer zoveel kans hadden om cum laude te promoveren dan vrouwen. Voor cum laude afstuderen moeten je cijfers hoog genoeg zijn, maar bij cum laude promoveren zijn de criteria niet objectief gedefinieerd. Als een hoogleraar (de promotor) het proefschrift van zijn of haar promovendus cum laude waard vindt, stelt die hoogleraar dat voor aan de promotiecommissie. De leden (niet louter hoogleraren) moeten instemmen, twee externe beoordelaars ook. Zonder objectieve criteria is er alle ruimte voor seksediscriminatie.

Alle universiteiten meenemen zou mooi zijn, maar het is ingewikkeld om die data te krijgen

Er ontstond discussie over het artikel onder wetenschappers. Bol: „Mensen vroegen zich af: is dit echt discriminatie of promoveren vrouwen vaker in disciplines waar minder vaak cum laude wordt toegekend? Ligt het aan de samenstelling van de commissie? Dat kon je met jouw data niet onderzoeken.” Die data waren inderdaad gebrekkig. De meeste universiteiten gaven de gegevens niet graag en gingen dit sowieso pas na het artikel goed bijhouden.

Bol herhaalde het onderzoek met completere gegevens, van één grote Nederlandse universiteit. Van de 5.239 mensen die er tussen 2011 en 2021 waren gepromoveerd, ontdekte hij, hadden de mannen 1,8 keer zoveel kans om cum laude te promoveren als de vrouwen. Er was een sekseverschil in alle vakgebieden en het werd niet kleiner. Het geslacht van de promotor deed er niet toe, maar zelfs bij dezelfde promotor hadden mannen een grotere kans op cum laude dan vrouwen. En het gat was het grootst als de promotiecommissie alleen uit mannen bestond. Dat was bij 27,8 procent van de promoties zo. Nog geen 10 procent van de commissies bestond voor minstens de helft uit vrouwen. „Dat blijft een uitdaging”, zegt Bol. „In sommige vakgebieden zijn weinig vrouwen en die worden al overvraagd, die moeten in elke commissie zitten.”

Waarom heb je maar één universiteit onderzocht en niet allemaal?

„Dat was qua data ingewikkeld. De universiteit die ik onderzocht, registreerde gender van de promovendi, promotores en commissieleden, de faculteit, en ook namen. Ik heb ethische goedkeuring moeten vragen. Die kreeg ik omdat je dit verder goed anoniem kunt onderzoeken en rapporteren. Alle universiteiten meenemen zou mooi zijn, maar het is ingewikkeld om die data te krijgen, merkte jij ook al. En hun systemen verschillen: de data harmoniseren is ingewikkeld. Je wilt ook geen jaren wachten, het onderzoek is maatschappelijk relevant.”

In Duitsland is cum laude eerder een negatief signaal. Daar wil je summa cum laude of magna cum laude

Waarom noem je de universiteit die je hebt onderzocht niet in je artikel?

„Ik wil discussie over het grote verschil dat ik vond, niet over het beleid van deze specifieke universiteit. De cum-laudeprocedure is op alle universiteiten vergelijkbaar. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat deze verschilt van de andere.”

Het zou bij cum laude promoveren om ‘de 5 procent beste’ proefschriften gaan. Hoe kunnen de commissieleden zoiets vaststellen?

„Dat kunnen ze ook niet. Die 5 procent is sowieso onzin. Ten eerste: het creëert een artificiële schaarste die nergens op slaat. Er kunnen best in een jaar meer excellente proefschriften zijn. Ten tweede: mensen moeten dus zeggen of een proefschrift tot de beste 5 procent behoort zonder alle 100 procent proefschriften te lezen. Dat kan niet. Er kunnen volgordeeffecten zijn: als je net twee keer cum laude hebt toegekend, leg je de lat voor de derde dan hoger? We weten niet hoe mensen de cum-laudeafweging maken; dan zou je ze moeten interviewen. Ik denk dat we proefschriften intuïtief en subjectief beoordelen, een beetje zoals we naar muziek luisteren.

„Toevallig krijgt trouwens wel ongeveer 5 procent van de proefschriften cum laude. Het is onduidelijk hoe dat komt. Maar zijn dat de 5 procent beste? Het zijn vast excellente proefschriften, maar ik denk dat er ook excellente proefschriften zijn die géén cum laude krijgen en dat daar relatief veel proefschriften van vrouwen bij zitten. Net als bij mensen van kleur en uit lagere sociaal-economische klassen. Die factoren zijn minder makkelijk te registreren en dus op deze manier te onderzoeken dan gender.”

Hoe zit het in andere landen met cum laude promoveren?

„In veel landen bestaat het niet. En in Duitsland bijvoorbeeld is cum laude eerder een negatief signaal. Daar wil je summa cum laude of magna cum laude. Cum laude promoveren heeft internationaal weinig betekenis.”

De universiteit is heel hiërarchisch en er zijn veel impliciete machtsverhoudingen

Moeten we er dan in Nederland ook niet mee stoppen?

„Ja, schaf de cum-laudepromotie maar af. Op zijn minst hoop ik dat er discussie komt: wat willen we ermee? Op zich is selectie in de wetenschap nodig, banen en beurzen zijn schaars. Maar cum laude promoveren is een arbitraire grens met een ingewikkelde, niet transparante procedure. Een van de meest subjectieve beoordelingen in de wetenschap. Als een promotor cum laude wil, kan hij in theorie een commissie samenstellen met mensen van wie hij denkt dat die wel willen meewerken. Ook vanuit het oogpunt van werkdruk en sociale veiligheid begrijp ik niet waarom we dit doen.”

Voor wie kan het dan onveilig zijn?

„Vooral voor de commissieleden. Die zijn soms afhankelijk van de promotor, omdat ze op dezelfde afdeling werken, of omdat de promotor straks weer hun beursaanvraag beoordeelt. Dan kan het lastig zijn om te zeggen: ik vind dit geen cum laude. Het gaat ook niet anoniem. De universiteit is heel hiërarchisch en er zijn veel impliciete machtsverhoudingen. Volgens een mooi rapport van de KNAW vorig jaar is dat een voedingsbodem voor sociale onveiligheid.”