Rotterdam vecht tegen de ‘schadelijke mythe’ dat werken niet loont

Als je het zo vaak hoort, kun je het vanzelf gaan geloven: het heeft geen zin om een baan te zoeken vanuit de bijstand. Je inkomen zal er niet of nauwelijks door verbeteren. Ook landelijke politici zeggen graag: werken loont niet in Nederland.

Maar het klopt niet, zegt Tim Versnel (VVD), wethouder werk en inkomen in Rotterdam, in zijn werkkamer in het stadhuis. „Deze schadelijke mythe moet zo snel mogelijk de wereld uit.” Hij ontdekte kort na zijn aantreden, drie jaar geleden, dat het veel bijstandsgerechtigden in zijn stad ontmoedigt. Versnel: „Ze denken: waarom zou ik gaan werken?”

Honderden euro’s meer per maand

Versnel vroeg ambtenaren om berekeningen te maken, en die lieten zien: bijna altijd ga je er met een baan op vooruit. „Je hoeft er niet eens voltijds voor te werken”, zegt Versnel. „Ook bij een werkweek van 26 uur gaat het vaak om honderden euro’s extra per maand. Dat is toch waanzinnig? Het is belangrijk dat iedereen dat weet.”

Daarom krijgen Rotterdammers in de bijstand nu voorgerekend hoe hun inkomen verandert als zij aan het werk gaan. Een complete, persoonlijke berekening, waarin ook alle effecten van het salaris op bijvoorbeeld toeslagen, gemeentelijke regelingen en alimentatie worden meegenomen.

Dat werkt motiverend, zegt ook ambtenaar Ikram Benabdelouahhab, die als ‘werkcoach’ Rotterdammers in de bijstand begeleidt. Mensen hebben vaak meerdere redenen om geen baan te zoeken, vertelt Benabdelouahhab in een gemeentekantoor in de wijk Feijenoord. „Maar ook dan helpt het voor mensen als ze zien dat werken méér loont dan zij dachten.”

Zoals voor de 46-jarige vrouw die nu naast de werkcoach aan tafel zit om haar verhaal te vertellen. Zij zat met een burn-out in de bijstand toen Benabdelouahhab de berekening voor haar maakte. De vrouw was mentaal nog niet toe aan een baan, maar nu zag ze dat ze met een baan „meer, veel meer” inkomen zou krijgen dan ze dacht, zelfs in deeltijd.

Het gaf haar een duidelijk doel. „Ik wist dat ik niet meteen morgen uit de bijstand kon zijn”, zegt ze, „maar er kwam een soort vuur in me: ik ga uit die uitkering”. Een printje van de berekening hing ze thuis op de koelkast en geleidelijk ging ze meer uren werken. Tot ze geen uitkering meer nodig had.

Angst voor verandering

Wat Benabdelouahhab vaak ziet, zeker bij mensen die al lang in de bijstand zitten, is angst. „Angst voor verandering.” Moet ik straks toeslagen gaan terugbetalen? Raak ik mijn salaris kwijt aan de dure kinderopvang? De bijstand is misschien niet hoog, zegt de werkcoach, maar „je hebt wel zekerheid over wat je krijgt”.

Ook wethouder Versnel heeft dat vaak gehoord van bijstandsgerechtigden. „Mensen zijn bang dat hun inkomen heel wiebelig wordt. Als je dan ook nog twijfelt of je er onder de streep op vooruitgaat, dan is het best begrijpelijk dat je je afvraagt: waarom zou ik die stap zetten?”

Waar die mythe vandaan komt, vindt Versnel „een moeilijke vraag”. Feit is dat vooral VVD-leider Dilan Yesilgöz vaak, zeker de laatste weken, verkondigt dat werken niet loont. Een maand geleden presenteerde haar partij een ‘agenda voor werkend Nederland’, met onder meer plannen om de overheid meer geld te laten uitgeven aan werkenden, en minder geld aan mensen in de bijstand.

Bij de presentatie daarvan zei ze dat je „met niets doen meer geld kunt krijgen dan met hard werken”. In tv-programma Dit is Tijs zei ze: „Niet werken wordt meer beloond, dat is wat je nu ziet.”

Draagt Versnels partijgenoot daarmee niet bij aan de mythe die de wethouder zo schadelijk vindt? Versnel is niet van plan om zijn partijgenoot af te vallen. Er is één groep, zegt hij, voor wie een baan nemen nog niet loont. „Een echtpaar dat samen in de bijstand zit, is daar beter af dan als één van hen gaat werken. Dan verliezen ze allebei hun uitkering en krijgen ze er maar één klein loon voor terug.” En, zegt de wethouder: mensen die eenmaal een baan hebben, houden er vaak te weinig geld aan over als zij meer uren gaan werken, bijvoorbeeld doordat zij daardoor minder toeslagen krijgen.

Minimumloon

Dus er is inderdaad een probleem, volgens Versnel. „Méér werken loont onvoldoende. Maar wéér werken loont. Het scheelt bijna een letter, maar die is cruciaal.”

Het is de verantwoordelijkheid van politici, zegt Versnel, om precies te formuleren. „We moeten niet zeggen dat aan het werk gaan vanuit de bijstand niet loont, want het tegendeel is waar. We hebben het hier natuurlijk uitgebreid over gehad in de partij, ook met Dilan erbij.”

Aan het werk gaan zou nog wel meer mogen lonen, vindt ook werkcoach Benabdelouahhab. „Bijvoorbeeld door het minimumloon op te schroeven.” Het verbaast haar dat fysiek zwaar werk, „waarbij je in zeven tot tien jaar je rug verslijt”, vaak nauwelijks meer oplevert dan het minimumloon.

Maar de werkcoach ziet ook hoe mensen kunnen opbloeien zodra ze weer werken. „Ik kreeg een heel leuk bedankje van een vrouw die achttien jaar in de bijstand had gezeten.” Ze had veel last van migraine en rugpijn. „Maar mede doordat ze zag hoeveel ze er financieel op vooruit zou gaan, is ze in kleine stapjes weer aan het werk gegaan.”

De klachten van de vrouw zijn nooit helemaal verdwenen. „Maar dat ze weer meedeed in de maatschappij en minder tijd had om stil te staan bij haar problemen, hielp haar wel om fysiek sterker te worden”, zegt Benabdelouahhab. „Ze zei: als ik dit achttien jaar eerder had geweten, was ik nooit zo lang in de bijstand gebleven.”