Plofkippartijen en permanente crisis: de asielwetten zeggen alles over de huidige politieke cultuur

Het politieke seizoen eindigde donderdagnacht in stijl. De vaste ingrediënten die het afgelopen jaar zorgden voor stilstand en instabiliteit waren opnieuw aanwezig: een gebrek aan regie en een overvloed aan profileringsdrang. En, uiteraard, een twijfelend NSC.

Het ging, ook als altijd, over asiel. Over dit onderwerp zijn de laatste twee kabinetten gevallen, het kabinet-Schoof en het kabinet-Rutte IV. En het scheelde weinig of zelfs het demissionaire kabinet-Schoof (VVD, NSC en BBB) zou uit elkaar gevallen zijn. Tot in de late avond bleef de NSC-fractie verdeeld over de crisis die was ontstaan over de twee asielwetten van (toen nog) minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV), waarover gestemd moest worden.

De verwijten liepen hoog op, onder meer aan het adres van coalitiepartner VVD. Zij hadden vóór een amendement (een wetsaanpassing) van de PVV gestemd, waarmee de wetten nog veel zwaarder zouden worden. Dat amendement werd aangenomen, mede dankzij de VVD. Daardoor zal illegaliteit én hulp aan illegale mensen na invoering strafbaar worden.

Een sussend briefje

Wat was daar gebeurd? Was de VVD al campagne aan het voeren? Of hadden ze buiten geklungel bij de tegenstanders gerekend, die het niet lukte de afwezigheid van Kamerleden te compenseren door te ‘pairen’, waarbij de stemmen van voor- en tegenstanders tegen elkaar worden weggestreept?

David van Weel, VVD’er en demissionair minister van Justitie, kwam na lang aandringen in de late avond met een sussend briefje. Maar de door NSC en SGP vereiste toezegging dat invoering van het amendement geen gevolgen zou hebben voor mensen die naasten helpen, kregen de partijen niet. Er zou nog een achteraf-advies van de Raad van State komen en een Kamerdebat. Toch stemden de kritische partijen in met de asielwetten, waardoor die een meerderheid kregen in de Tweede Kamer.

En zo blijven partijen in Den Haag als motten om een brandende kaars om hetzelfde onderwerp heen zwermen, tot ze in de vlam vallen. De PVV kreeg haar zin, de rest was er toch weer ingetuind.

Al ver voordat de radicaal-rechtse PVV in november 2023 de verkiezingen ruim won, gingen andere partijen op rechts en in het midden er nog meer een gewoonte van maken om de PVV te kopiëren. Angst om iets te missen, angst om kiezersgunst te verliezen – iederéén wilde opeens „grip op migratie”, en „strenger zijn dan ooit”. Iedereen kende wel een boze of bezorgde burger. Let wel: net als de PVV ging het dan meestal om asielmigratie, nog geen 15 procent van het geheel. Over arbeids- en studiemigranten spraken de meeste partijen liever niet, al is het alleen al omdat het partijen intern verdeelt. En dus was de PVV, zeker vanaf de verkiezingen en formatie, geen buitenstaander meer, maar een partij die de agenda bepaalt. De gevolgen waren donderdagnacht te zien.

Uitholling van partijen

Dat was gewoon opportunisme, wordt dan snel gezegd in Den Haag. En deels is het dat ook. Maar er zit ook iets anders achter: politieke partijen zijn in twee decennia grotendeels uitgehold. Ledenaantallen lopen terug en de achterblijvers hebben minder te zeggen. De macht in partijen is gecentraliseerd in de partijtop, die zich weer laat adviseren door interne peilingen, strategen en talkshows.

De afgelopen jaren is de markt enorm gegroeid voor „plofkippartijen”, zoals politicoloog Léonie de Jonge (Universiteit van Tübingen, Duitsland) het noemde. Partijen die razendsnel opkomen omdat ze een sentiment goed verwoorden, een aansprekende leider hebben of een misstand aankaarten. Vooral op de rechterflank, na de moord op Fortuyn in 2002 permanent verweesd, is hier een voedingsbodem voor.

Na de groeifase is de plofkippartij uitgeput: er is geen ideologie of traditie, de organisatie deugt niet of er komt ruzie. De partijen verdwijnen net zo snel naar de marge als dat ze opkwamen: Leefbaar Nederland, LPF, Trots op Nederland, FVD. NSC en BBB dreigt hetzelfde lot.

Plofkippartijen hebben volgens Léonie de Jonge de neiging dit fenomeen in stand te houden: ze storten zo snel in, dat hun kiezers geen natuurlijke plek hebben om naartoe te gaan, en zich snel aansluiten bij de volgende belofte.

Deze partijen permitteren zich, juist door hun gebrek aan inspraak, ideologie en traditie, maximale bewegingsvrijheid. Het standpunt van vandaag kan het tegendeel zijn van dat van gisteren. Maar, opmerkelijk genoeg, blijkt dit gedrag besmettelijk. Ook gevestigde partijen, die wél een ideologische basis hebben, hebben dit overgenomen.

‘Volwassen politiek’

Dit leidt tot permanente rolwisselingen in de politiek. Zo kan de PVV op de ene dag als regeringspartij asielbeleid verkopen als het beste, meest vergaande ooit, om de volgende dag uit het kabinet te stappen en er alles aan te doen het kabinetsbeleid te frustreren. De VVD heeft het over „volwassen politiek”, en deed er de afgelopen maanden alles aan dat beeld uit te stralen: Dilan Yesilgöz ging met die impliciete bedoeling op de foto met de Oekraïense president Zelensky.

Alleen: de afgelopen week draaide Yesilgöz zich steeds verder in de problemen door een X-bericht waarin ze zanger Douwe Bob van „Jodenhaat” beschuldigde, omdat hij niet wilde zingen op een Joodse bijeenkomst in Amsterdam. Het ging Douwe Bob om „zionistische posters en pamfletten” die tegen de afspraken in zichtbaar waren op het Joodse voetbaltoernooi Jom Ha Voetbal. Douwe Bob werd hierna bedreigd. Yesilgöz maakte achteraf een filmpje van zeven minuten waarin ze niet verder wilde gaan dan de ophef betreuren. Ook binnen de VVD was de irritatie over het ‘effectbejag’ van de partijleider groot. Maar de top deed of er niets aan de hand was en deed deze week waar hij zo goed in is: de banden met geldschieters aanhalen. De gulste gevers kregen een ontspannen meet and greet in luxehotel De L’Europe in Amsterdam, met Dilan Yesilgöz en VVD-bewindslieden.

‘Goed bestuur’

Of neem coalitiepartij NSC, opgericht door Pieter Omtzigt omdat (met name) de controle op wetgeving in Den Haag beter moest. Uitgerekend deze partij ging regeren met de PVV, die antirechtstatelijke opvattingen heeft. NSC nam genoegen met een inlegvel in het coalitieakkoord, en deed deze week hetzelfde met het briefje van David van Weel. De demissionaire justitieminister had het over een toets achteraf door de Raad van State. De partij die toetsing vóóraf zo belangrijk vindt, om die reden ongeveer bestaat, accepteerde deze uitleg. Op één Kamerlid na, Faith Bruyning, stemde de gehele fractie daarom in met de asielnoodmaatregelenwet.

Zo lijkt het soms alsof de partijen gezamenlijk om een verkleedkist zitten en voortdurend andere kostuums passen. Maar dat kan alleen gebeuren omdat de publieke verantwoording van politici over ideeën en beleidskeuzes minder zwaar is gaan wegen. In de Amerikaanse context is dat #lolnothingmatters-politiek gaan heten, met Trump als bekendste voorbeeld: haha, niets doet er meer toe.

De kiezer, inmiddels gewend aan vluchtigheid en inconsequenties, accepteert het toch wel. Maar het instabiele politieke klimaat van het afgelopen jaar, waarin het kabinet-Schoof niet alleen viel, maar ook nog eens vrijwel geen enkele wet wist te produceren, heeft wel degelijk gevolgen voor de langere termijn. Het Sociaal en Cultureel Planbureau waarschuwde vorige maand in het rapport Burgerperspectieven voor nóg meer afkeer van politiek onder burgers, nóg meer cynisme. Deze „frustratie en machteloosheid” blijft zich ophopen, en moet ergens naartoe. Na de zomer, als in oktober nieuwe verkiezingen zijn, zal blijken wáár naartoe.