Een leidraad van Tjeenk Willink: kan dit kabinet de nieuwe tijd aan?

Komende maand zijn regeringsleiders van de NAVO-lidstaten Den Haag, en wat opvalt: veel nieuws over de top gaat over logistiek. Geblokkeerde wegen, politie-inzet, noodverordening.

De top moet een kniebuiging voor Donald Trump worden, zodat de Verenigde Staten eindelijk krijgen wat hij en zijn voorgangers al jaren eisen: hogere defensie-uitgaven van Europese lidstaten. Het zal in Nederland vast nog binnenlandpolitieke spanningen geven.

Maar er sluimert ook een ander dilemma. Het Verdrag van Washington waarmee de NAVO in 1949 werd gevormd, noemt als een van de uitgangspunten dat lidstaten „de principes van democratie, individuele vrijheid en de rechtsstaat” beschermen. Het was decennia vanzelfsprekend. Wás.

Nu doet de Amerikaanse president opzichtige pogingen de scheiding der machten ongedaan te maken. Hij knijpt instituties af – het Congres, media, universiteiten, etc. – die hem weerwerk kunnen bieden. In Europa versterkte hij eenzijdig de onderhandelingspositie van agressor Vladimir Poetin, zodat Oekraïne, Poetins slachtoffer, en de EU in het defensief werden gedwongen.

In andere NAVO-lidstaten gaat het er niet verheffender aan toe. Turkije gooide de voornaamste opponent van president Recep Erdogan in de cel, en vervolgt een Zweedse journalist die daarvan verslag kwam doen. In het Hongarije van Viktor Orbán is de scheiding der machten allang een dode letter. Slowakije gedraagt zich als een opzichtig Russisch slaafje.

En we weten: voorlopig is Europa militair afhankelijk van de VS, het is in de NAVO ‘not done’ elkaars binnenlandse politiek te bekritiseren, dus Trump voor het hoofd stoten lijkt geen optie. Maar de vraag is hoelang dat verdedigbaar blijft.

Massale publiekssteun

De demosclerose brengt ook ander ongemak: de eis dat democratie perfect moet zijn. Maar volksvertegenwoordigingen en regeringen hebben per definitie de zwakte dat ze zich kunnen vergissen, net als trouwens hun kiezers.

Denk aan de massale publiekssteun voor krachtige bestrijding van uitkeringsfraude voorafgaand aan de Toeslagenaffaire. Of aan de naïviteit waarmee Nederland Poetin na diens verkiezing in 2000 in de armen sloot. Zo zijn er zo veel voorbeelden.

De scheiding der machten is het klassieke antwoord: het was Montesquieu die beredeneerde dat macht zonder tegenmacht leidt tot absolute macht. Daarom is het een boeiend misverstand dat Amerikaanse ultraconservatieven de autocratie aanbevelen omdat democratieën te veel fouten zouden maken. Alsof afschaffing van tegenmacht tot minder vergissingen leidt.

Iets anders is dat ook in Den Haag het democratisch normbesef achteruit holt. Herman Tjeenk Willink, onder meer oud-vicepresident van de Raad van State, was in de periode 1994-2021 zevenmaal informateur, en daarvoor als topambtenaar tweemaal secretaris van de formatie. Niemand kent de dilemma’s van de Haagse regeringsvorming beter.

Zodoende is het interessant dat hij in een nooit gepubliceerde notitie – anderhalf A4’tje uit 1994, bijgewerkt in 2017 – vijftien „eisen” opstelde waaraan „kandidaat-bewindslieden” horen te voldoen.

Ik haal er een paar uit.

Punt 1: „inzicht in de grenzen van de democratische rechtsorde” – in de spelregels, kortom, tussen overheid en burgers, en tussen burgers onderling. 4: „Weten wanneer de tijd van gaan [voor bewindslieden] gekomen is.” 5: „Het vermogen te luisteren is even belangrijk als het vermogen om te handelen.” 13: „In staat zijn […] het parlementaire debat (meer dan het uitwisselen van standpunten) serieus te nemen.” 

Alles in kenmerkende Tjeenk Willink-precisie. En wat leert het ons over het kabinet-Schoof? Neem punt 3: bewindslieden moeten naast „individuele verantwoordelijkheid” oog hebben voor hun „collectieve verantwoordelijkheid” als „lid van de ministerraad”. Een minister neemt actief deel aan die ministerraad en accepteert de eenheid van kabinetsbeleid.

Een basale Haagse spelregel waarvan de afgelopen driekwart jaar niets overbleef: premier Dick Schoof werd voortdurend afgevallen. Voorbeelden te over. Hij moest vicepremier Fleur Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, PVV) al in oktober op haar vingers tikken omdat ze neerbuigend was over de Eerste Kamer inzake asielnoodrecht. Dezelfde Agema was in maart, met vicepremier Mona Keijzer (Volkshuisvesting, BBB), openlijk verbaasd over verlengde militaire steun aan Oekraïne, toegezegd door Schoof. Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) gaf, ook in maart, publiekelijk af op Schoof („ik ben er klaar mee”) omdat haar asielwetten de agenda van de ministerraad niet haalden. Et cetera.

Leegheid van kabinetsbeleid. 

Conceptuele fout

Dit verlies van vormelijkheid, van tradities en gewoonten opent de deur naar meer oncollegiaal gedrag en vergroving. En het illustreert een conceptuele fout van Richard van Zwol, een van de informateurs en later de formateur van het kabinet-Schoof. Hij liet fracties elk hun eigen paragraaf schrijven, zodat partijen in de formatie geen echte confrontatie met elkaar hoefden aan te gaan en ze in feite geen gemeenschappelijke conclusies trokken.

Zodoende heeft het land nu een kabinet met veel beginnelingen, zonder deugdelijke grondslag, en zonder gedeelde normen. Het creëert een prisoner’s dilemma, zeker in deze internationaal onzekere periode.

Aan de ene kant is de politiek, die de eigen spelregels met voeten treedt, het voornaamste probleem van de democratische rechtsorde geworden: waar kan de burger nog op rekenen? Tegelijk is de politiek ook degene die zich het minst van die schendingen bewust lijkt. En alleen de politiek kan dit oplossen.

Informateur Herman Tjeenk Willink tijdens de kabinetsformatie in het voorjaar van 2024.
Foto David van Dam

In de VS bracht het decennialange verlies van vormelijkheid, en de politieke onmacht dit te stoppen, politici als Trump voort, die alle macht opeisen. Ze stellen als eerste de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ter discussie.

Het zegt achteraf alles dat Trump hierover al in zijn eerste termijn, in 2018, in conflict kwam met de hoogste rechter, voorzitter John Roberts van het Hooggerechtshof. Trump deed een hem onwelgevallige gerechtelijke uitspraak over een asielzoeker af als de keuze van een „Obama-rechter”, waarna Roberts hem erop wees dat de VS geen politieke maar „onafhankelijke rechters” kennen.

Vorig jaar ging JD Vance, nu vicepresident, veel verder: elke gerechtelijke inperking van presidentiële handelingsruimte is volgens hem ondemocratisch. In Politico besprak hij het voorbeeld waarin het Hooggerechtshof bepaalt dat de president niet al zijn eigen medewerkers kan kiezen. „Dát is dan de constitutionele crisis, want dan zegt het Hof dat de president geen controle meer mag hebben over zijn eigen regering.”

Het is de houding van politici die elke begrenzing van hun macht afwijzen. Politici die de kern van de democratie niet kunnen accepteren: dat macht door bijvoorbeeld de Grondwet wordt beperkt, en dat ze de macht altijd kunnen verliezen – door opponenten, kiezers of eerder gestelde normen.

Trumps rancunepolitiek – het afpersen van instituties en tegenstanders – is er een logisch gevolg van. Verplichte onderdanigheid aan de machthebber. En uiteindelijk eist de machthebber absolute macht op: hij presenteert minder gehoorzame opponenten als gevaar, als vijanden, wier burgerrechten ontnomen moeten worden.

Het herinnert aan Abel Herzberg, de Joodse advocaat en schrijver die in Bergen-Belsen zag dat de diepe ellende van het kampleven onmenselijk gedrag bovenbracht: jatten, vechten en meer. Maar voedsel stelen om de honger te stillen verdiende straf, vond Herzberg, want de bestolene had ook honger. Hij begon met enkele andere juristen een rechtbank in het gevangenenkamp.

Historicus Hans Goedkoop sprak er mooi over in zijn 4 mei-lezing van 2022. De zittingen trokken zelfs bekijks van de kampcommandant, een SS’er bij wie de herinnering aan de rechtsstaat terugkeerde.

Dus waar bepaalde politici nu rechters politiseren om ze te kunnen diskwalificeren, daar zag Herzberg zelfs in de onmenselijkheid van het kamp de waarde van het recht: het belang van regels, van grenzen, van gelijke rechten.

En wat je niet weet: hoe de politiek en de publieke opinie zouden reageren als hier de rancunepolitiek gaat domineren. Voorlopig zie je vrij weinig gealarmeerde reacties op het democratische verval in de VS, of op het verlies van democratisch normbesef in het hart van het eigen landsbestuur.

Maar mensen ervaren ook geen directe bedreiging: er is redelijke welstand, vrijheid, vaak zonneschijn.

In Februari 1933. De winter van de literatuur (2021) van Uwe Wittstock, een prachtig boek over Duitse schrijvers in Hitlers eerste weken als rijkskanselier, las ik dat het al tijden ijzig koud was toen de nazi’s op 30 januari 1933 aan de macht kwamen. Schrijvers reageerden zoals andere mensen: heldhaftig, gehoorzaam, angstig, overmoedig.

Het deed er niet veel meer toe. Het regime reed als een stoomwals over Heinrich Mann, Thomas Mann en alle anderen heen. Op 7 maart, kort nadat Hitler in tussentijdse verkiezingen zijn macht versterkte, volgde de eerste boekverbranding, in Dresden. In vijf à zes weken werd een hoogstaande cultuur vernietigd.


De geheimen van het oude Binnenhof

Al bijna vier jaar zit de Tweede Kamer in een tijdelijke locatie. En ook de Eerste Kamer en het ministerie van Algemene Zaken moesten naar een ander onderkomen terwijl het oude Binnenhof verbouwd wordt. Het einde van de verbouwing, die maar vijf jaar zou duren, is nog lang niet in zicht.

Maar ondanks die verbouwing is er nog genoeg politiek te vinden. Bij de verbouwing zijn allerlei archeologische vondsten gedaan – en ook de meer recente parlementaire geschiedenis vertelt een verhaal. Samen met Titia Ketelaar en Hanna Hosman gaan we deze week op reis door de rijke geschiedenis van het Binnenhof.  

Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].

Verder lezen en luisteren

De Tweede Kamerlift als sociaal experiment

Het Binnenhof had in de dertiende eeuw een ‘keizerlijk paleis’ moeten worden

Premier Schoof wil langer in Torentje blijven, ondanks zorgen over brandveiligheid

Podcast Haagse Zaken – Wat je niet mocht weten over de Binnenhofverbouwing

Podcast Haagse Zaken – De soap die de verbouwing van het Binnenhof heet

Podcast Haagse Zaken – (Voorlopig) afscheid van het Binnenhof

Podcast Haagse Zaken – Een jaar op het Malieveld

Gasten:
Hanna Hosman en Titia Ketelaar
Presentatie:
Guus Valk
Redactie & productie:
Iris Verhulsdonk
Montage:
Pieter Bakker
Foto:
Robin van Lonkhuijsen / ANP


Langgekoesterde wens Trump in vervulling: militaire parade op verjaardag

Een grote wens van de Amerikaanse president Donald Trump om eenheden en voertuigen van het Amerikaanse leger door de straten van Washington te laten paraderen, gaat in vervulling. Het Witte Huis heeft vrijdag bevestigd dat op 14 juni, als de Amerikaanse strijdkrachten hun 250e verjaardag vieren, een militaire parade in Washington zal plaatsvinden.

Op 14 juni viert Trump ook zijn 79e verjaardag. Volgens The Washington Post rijden er 150 voertuigen mee in de parade en zullen zo’n 6.600 militairen meelopen. Daarnaast zullen zo’n vijftig vliegtuigen over de parade vliegen. Verder worden er naar verwachting muziekoptredens, demonstraties en vuurwerkshows gehouden.

Ook zullen er historische verwijzingen zijn, onder meer naar de Amerikaanse Revolutionaire Oorlog, de Amerikaanse Burgeroorlog, beide wereldoorlogen, de Korea-oorlog, de Vietnamoorlog en de Golfoorlog. Eerder was er kritiek van de Democratische burgemeester van Washington Muriel E. Bowser, die vreesde dat de infrastructuur in haar stad niet bestand zou zijn tegen het gewicht van onder meer tanks.

Liveblog
Amerikaanse politiek


Langgekoesterde wens van Trump in vervulling: militaire parade op verjaardag


Wat vindt NRC | Herdenken is niet alleen bedoeld om terug te kijken, maar ook om te leren van het verleden

Herdenken is niet vrijblijvend. Die twee minuten stilte op 4 mei hebben een doel: wie herdenkt, wie denkt aan en over de slachtoffers van oorlog – specifiek de Tweede Wereldoorlog – kan de vrijheid vieren waarin we nu in Nederland leven. Die beseft wat het waard is om te zeggen wat je wilt, wanneer je wilt en tegen wie je dat wilt. Beseft dat het niet altijd vanzelfsprekend is om te zijn wie je bent, te geloven waarin jij gelooft en je leven te delen met wie jij samen wil zijn. Dat het de moeite waard is om in verzet te komen als de rechtstaat in gevaar is.

Herdenken is niet vrijblijvend. Niet in een land waar de trauma’s van de oorlog tachtig jaar na dato nog voelbaar zijn. De directe pijn en rouw vervagen misschien nu de laatste ooggetuigen overlijden, kinderen nog toen Nederland bezet was. Maar hun kinderen leerden leven met de zwijgzaamheid van oudere generaties, kwamen er soms pas later achter wát zich had afgespeeld, en baseerden hun idealen daarop.

Hun kinderen weer, leerden vragen stellen en kregen antwoorden waaruit bleek dat oorlog noch vrijheid zwart-wit zijn. Goed was niet altijd goed, en fout niet altijd even fout. En nooit meer oorlog bleek helaas een mythe.

Voor hun kinderen is de Tweede Wereldoorlog een oorlog die misschien ver weg voelt. Maar het blijft belangrijk open te staan voor de verhalen van toen, zeker dit jaar, nu de laatste nog levende veteranen die kunnen vertellen. Belangrijk om je bewust te worden en je bewust te zijn van de invloed die de bezetting had en heeft op Nederland.

Net als beseffen dat herdenken niet alleen is bedoeld om terúg te denken, maar ook om te leren van de geschiedenis. In haar 5 mei-lezing in 2021 verwees de toenmalige Duitse bondskanselier Angela Merkel daar expliciet naar. Ze zei: „Wij zullen nooit vergeten dat wij het verleden niet ongedaan kunnen maken. Wij kunnen en moeten er de juiste lessen uit trekken.”

Het ongemak dat sommigen dit jaar voelen, gaat dáár over. Hoe betekenisvol is immers een herdenking van het verleden als er in het heden, onder meer in Gaza, dagelijks mensen sterven door oorlogsgeweld? Hoe is te rijmen dat één van de lessen van de Tweede Wereldoorlog is dat we niet mogen wegkijken, terwijl dat nu wel gebeurt.

De pijnlijkheid daarvan werd afgelopen week expliciet. Het Wereldvoedselprogramma en VN-Kinderfonds Unicef meldden dat gaarkeukens in Gaza hun laatste voorraden kregen, na een inmiddels twee maanden durende grensblokkade door Israël waarin er geen eten of andere noodhulp wordt doorgelaten.

Nederland herdacht op hetzelfde moment Operatie Manna, waarbij tachtig jaar geleden Britten, Polen, Australiërs en Amerikanen met voedseldroppings de vele honderdduizenden inwoners van West-Nederland aan eten hielpen, na een maandenlange Duitse blokkade. Het akkoord daarover tussen geallieerden en bezetter zou de aanloop zijn naar de capitulatiebesprekingen.

Lees ook

Lees ook: Voedsel is niet langer een middel om te overleven. Het is een symbool van vernedering geworden’

Een gewonde vrouw en kind zitten met anderen voor hun tent in Deir al-Balah op de Gazastrook.

Het is goed een discussie op te werpen of dit te vergelijken is. Voor sommige mensen zal dat een affront zijn, zoals zij het ook verwerpelijk zullen vinden dat er zondag een alternatieve herdenking is waarbij juist de aandacht op Gaza wordt gevestigd. Zij vinden dat de dodenherdenking zou moeten gaan over de slachtoffers van de nazi’s – en dan met name de opzettelijke vervolging van en moord op ongeveer zes miljoen Joden.

De afgelopen tachtig jaar is er vaker (luidruchtig) gedebatteerd over wie er herdacht wordt. Of zou mogen worden herdacht.

Dé Dodenherdenking heeft nooit bestaan. In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog herdachten verzetsstrijders hun omgekomen kameraden, pas in de jaren zestig kwam daar de aandacht voor de slachtoffers van de Holocaust bij, meest recentelijk ook de slachtoffers die vielen tijdens de koloniale oorlog in Indonesië. In de jaren tachtig lag de nadruk op de verbinding met eigentijds racisme en het waarschuwen voor vreemdelingenhaat. In de jaren negentig legde de burgemeester van Amsterdam de link met de oorlog in Joegoslavië, twee jaar geleden met de oorlog in Oekraïne.

Het mooie van die twee minuten is dat ze stil zijn. Niet elke inwoner van dit land zal aan hetzelfde denken, en is dat ook niet verplicht. Zolang niemand maar bang hoeft te zijn dat die twee minuten niét stil blijven.

Tweemaal zestig seconden per jaar is bovendien slechts een ogenblik in een leven. Het gaat uiteindelijk om ieders inzet in de rest van de tijd.


Column | Imitatio: voor popsterren en de gewone man

Deze week hoorde ik van het bestaan van Benson Boone: een popster uit 2002 met een zwarte snor, een matje en een glitterend acrobatenpakje. Hij is een kopie van Freddie Mercury, maar dan met PrEP en TikTok tot z’n beschikking. De gelijkenis is zo groot dat Queen-gitarist Brian May afgelopen maand naast hem op het podium kroop tijdens het op influencers gerichte muziekfestival Coachella. Op sociale media uitte Boone zijn frustratie over het weinige applaus dat May ontving van het publiek, dat tot dan dacht dat ‘Bohemian Rhapsody’ een cocktail is.

In de lijn der mannelijke popsterren is Boone de directe opvolger van Harry Styles, die weer talloze keren is vergeleken met Mick Jagger. Hetzelfde donkere haar, dezelfde brede mond, niet vies van een beetje oogpotlood. De enige die het niet eens is met de vergelijking, is Sir Mick. „Ik bedoel, ik droeg altijd veel meer make-up dan hij. Kom op, ik was veel androgyner.” Vechten om wie er het meest androgyn uitziet: het blijven alfamannetjes. Styles’ kledingkast is hoe dan ook identiek aan die van Jagger en bevat pantalons met wijde pijpen, jasjes met brede revers, boa’s en strakke turnpakjes voor op het podium. What’s next? Een roodharige gen Z’er met een turquoise outfit en een bliksemschicht diagonaal over z’n snoet?

De reden dat zo veel mannelijke idolen zich androgyn kleden, is om zich te onderscheiden van gewone mannen, van wie velen een kleurenpalet van lichtgrijs tot donkerblauw hanteren. Bordeauxrood is het gekste wat er kan gebeuren. We worden omringd door polo’s, verwassen spijkerbroeken, Happy Socks, teenslippers en T-shirts onder colberts. In deze wereld mag je al je handjes dichtknijpen als je vriend een paar Samba’s aantrekt.

De meeste Nederlandse jongens en mannen hebben natuurlijk geen schuld. Hun vaders deden aankopen bij V&D of C&A. Ze zijn opgegroeid met winkelstraten waarin het kiezen was tussen WE of Jack & Jones. Nergens is hulp.

De enige die zich uitspreekt over wat mannen zouden moeten dragen, is stijlpastoor Arno Kantelberg, en die blijft er maar op hameren dat broekspijpen niet te lang mogen zijn en mouwen niet te kort. Zo ver zijn de meesten helemaal nog niet! Leg eerst maar eens rustig uit wat er mis is met V-halzen en enkelsokjes.

Toen ik onlangs een roedel jongvolwassen mannen in pufferjassen op het station van Heerhugowaard zag, moest ik denken aan een video. My boyfriend was a 6 when I met him but I turned him into a 9, was de titel. De vriendin had zijn hoodie vervangen door een wit shirt en zijn skinny jeans door een beige linnen broek met een dunne zwarte riem, alsof hij zo was weggelopen uit La Chimera of Call Me By Your Name. Dat is dan wel weer schattig van mannen, dat de meesten zo’n restyling wel best vinden.

Sinds de Bob Dylan-biopic lijken de meeste mannen helemaal geen hulp meer nodig te hebben. Ze lopen rond in suède jasjes en donkerblauwe jeans − alleen de gitaar en neusprothese die Timothée Chalamet in de film droeg ontbreken. Levi’s bracht zelfs ‘een kleine capsulecollectie’ op de markt, bestaande uit een reproductie van Dylans jack en jeans inclusief „inzetstukken met bootcut-panelen, geïnspireerd op de inzetstukken die zijn toenmalige vriendin erin naaide”. Ere wie ere toekomt.

Niets mis met een beetje imitatio, de uitkomst voor zowel rijzende popsterren als de gewone man. Binnenkort verschijnt de vierdelige biopic over The Beatles. Zolang de styling voor Sgt. Pepper’s buiten beschouwing wordt gelaten, liggen ook daar kansen voor het straatbeeld.

Tessa Sparreboom is neerlandicus en oud-redacteur van Propria Cures.


Column | Wel of geen aandacht voor Gaza op 4 mei?

Deze week gebeurde er iets interessants op de radio. Bij Dit is de Dag gingen rabbijn Yanki Jacobs en antropoloog Danielle Braun, ook Joods, in gesprek over de Nationale Dodenherdenking. De aanleiding was de alternatieve herdenking in Den Haag, waar ook aandacht wordt besteed aan Gaza. Jacobs vond dat 4 mei moet draaien om de Tweede Wereldoorlog, Braun wilde ook ruimte creëren voor slachtoffers van hedendaags geweld, zeker als Nederland er indirect bij betrokken is – zoals in Gaza.

Jacobs moest er niets van weten. „De keuze om specifiek op 4 mei, de dag van de Nationale Dodenherdenking, stil te staan bij Gaza, heeft niets met het welzijn van de Palestijnen te maken en niets met het herdenken van de Tweede Wereldoorlog; het is een bewuste keuze, wat mij betreft, om te polariseren en te provoceren.”

Het interessante zijn hier de woorden „wat mij betreft”. Jacobs claimt niet alleen te weten wat de enige juiste manier is om te herdenken, maar ook wat het motief is van de mensen met een andere visie. Het gaat hen helemaal niet om de Palestijnen, nee, ze kiezen er bewust voor om te provoceren. Dat is hun echte doel.

Ook het Centraal Joods Overleg verklaarde bij monde van voorzitter Chanan Hertzberger dat de alternatieve herdenking een „provocatie” is „jegens datgene wat Nederland samenbindt, jegens onze collectieve historie”. Ook Hertzberger kende de intenties: „Wat we vooral niet moeten doen is ons herdenken politiseren. Dat is nu net wat deze mensen van plan zijn.”

Eerder al had Theodor Holman hetzelfde gedaan. „Plegen de Israëliërs nu genocide op de Palestijnen omdat het Palestijnen zijn? Natuurlijk niet. Worden er zomaar Gazanen vermoord omdat het Gazanen zijn? Neen”, stelde hij onlangs in zijn Parool-column. „Die beschuldiging van genocide komt door een smerig taalspel. Een truc. Door taalbedrog; door definities welbewust verkeerd te hanteren. Men gebruikt woorden als poep die door te kleine gaatjes geduwd moet worden. Het is welbewust kwetsend.”

Holman is ervan overtuigd dat Israël geen genocide pleegt in Gaza, want: „Wie Israël beschuldigt van genocide beschuldigt Joden dat zij dezelfde intenties hebben als de nazi’s in Duitsland hadden.” Dit is een geheel particuliere interpretatie van het woord genocide, want niemand zegt dat alle genocideplegers precies dezelfde intenties moeten hebben. Als dat zo was, dan sloeg het nergens op om überhaupt een categorie als genocide te hanteren. Het idee van een categorie is dat er verschillende gevallen in zitten die bepaalde kenmerken met elkaar delen, wat niet wil zeggen dat ze tot in detail op elkaar lijken.

Maar Holman weet zeker dat zijn eigen interpretatie van het woord genocide klopt. Het kan dus niet zo zijn dat andere mensen er anders over denken; nee, wie het niet met hem eens is, is welbewust aan het kwetsen. Dezelfde gedachtegang hanteren Jacobs en Hertzberger. Mensen die op 4 mei aandacht willen voor de slachtoffers in Gaza denken niet simpelweg anders over de aard van de Dodenherdenking en de ernst van de slachtpartij in Gaza; zij willen provoceren en de samenleving splijten.

Hier gebeurt iets wat je vaker ziet: mensen redeneren vanuit hun eigen referentiekader. Als de acties van een ander volgens dat kader niet kloppen, dan heeft die ander niet een andere kijk op de zaak, maar heeft die het simpelweg mis. Sterker nog: dat die ander volhardt in dit gedrag, ondanks dat het zo overduidelijk verkeerd is, duidt op kwade intenties of op zijn minst een gebrek aan respect.

Ik heb mij ook wel eens schuldig gemaakt aan deze gedachtegang, maar dan op een heel ander en relatief onbeduidend vlak. Ik vier elk jaar groots mijn verjaardag, dat is voor mij een belangrijke dag. Onderdeel daarvan is het krijgen van cadeautjes. Ik houd van cadeautjes geven en krijgen: het is een manier om te laten zien wat iemand voor je betekent.

Helaas nemen sommige vrienden zelden of nooit een cadeau mee. „JE HOUDT NIET VAN ME!”, is dan mijn onwillekeurige eerste gedachte. Het mechanisme is hetzelfde als bij Jacobs, Hertzberger en Holman: ik geloof dat er één juiste handelwijze is (in dit geval: een cadeau geven op een verjaardag). Iedereen weet dat, degene die met lege handen aankomt ook, en dus zijn die lege handen een teken van desinteresse. Een provocatie, zou je het zelfs kunnen noemen.

Hier is een woord voor, namelijk betrekkingswaan. Je denkt dat iets over jou gaat, maar dat is niet zo. Dat mensen mij geen cadeau geven verraadt vooral hoe zij denken over cadeaus geven, niet hoe zij denken over mij. Dat kan ik alsnog heel stom vinden (het is in elk geval niet attent), maar dat maakt het nog geen provocatie.

Hetzelfde geldt voor de mensen die op 4 mei aandacht willen voor Gaza. Daar kun je van alles van vinden, maar dat ze dat willen zegt niks over jou. Het zegt precies wat ze zeggen dat het zegt: dat ze het onverteerbaar vinden dat er, tachtig jaar na de Tweede Wereldoorlog, op grote schaal mensen worden gedood terwijl de hele wereld toekijkt.

Floor Rusman ([email protected]) is redacteur van NRC


Opinie | Natuurlijk

Vandaag is het de eerste zaterdag van mei en dat betekent maar één ding: Internationale Naakt Tuinieren Dag. En een feestdag moet gevierd worden. De zon voelt aangenaam op mijn huid. De aarde voelt warm en klam. Dit is de geur van het leven. Zo actief ben ik zelden op zaterdag. Komkommerzaadjes verdwijnen vlot in de grond. In mijn gulle bui krijgen alle aardbeienplantjes een ruimer potje. Zonder sokken wurmt de aarde zich tussen mijn tenen.

Dit is de dag waarop de natuur dichterbij komt — en ook de buren.

Gelukkig heb ik geen tuin.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Column | Interammer Renaatje

Nederland op zijn graaist. Heerlijk om een schijtlaars van de NOS te horen uitleggen dat het schofterige salaris van interim-directeur Renate Eringa van dit noodlijdende omroepclubje bijna 29.000 euro per maand bedraagt. Ik gok dat daar ook nog een auto met chauffeur bij komt. Plus een vorstelijke onkostenvergoeding natuurlijk. Of dat interimmen in haar geval van korte duur is? Renaatje zit daar de komende drie jaar gebakken.

De NOS verdedigt zich met mistig geneuzel over de Wet Normering Topinkomens, die mij ook niet bedacht lijkt door een roedel toeslagouders. Daar is op de Amsterdamse Zuidas tegen een vorstelijk uurtarief hard aan gewerkt.

Vraagje: moet een directeur, die een publieke omroep in zwaar weer bestuurt, niet een fel kloppend hart voor de zaak hebben? Dus dat ze er alles aan doet om ervoor te zorgen dat het bedrijf zo snel mogelijk weer gezond wordt? Daarom moet ze op de kosten letten. En op de salarissen. Alle salarissen. Dan kan je toch niet zelf met een ordinair bedrag van bijna dertig ruggen per maand gaan lopen patsen? Dan ben je toch een emotioneel zwakzinnige die volstrekt niet geschikt is voor dit baantje?

Toen ik de naam Eringa las, dacht ik: zal zij de zus van die rare Pier zijn? Pier was voorzitter van de RvC van Ajax in de tijd dat de krankzinnige data-Duitser Sven Mislintat meer dan 120 miljoen uit de clubkas liet verdampen en de Amsterdammers zelfs kortstondig op de achttiende plek in de Eredivisie stonden. Malle Piertje had daarop moeten toezien. En in moeten grijpen. Maar hij keurde elke transfer goed. Als een zeven miljoen kostende eenbenige speler uit het vierde elftal van het Hamburgse Sankt Pauli met een rolstoel de Johan Cruijff Arena werd binnengeduwd, stond Eringa te juichen omdat de man volgens hem enorm veel kopkracht had.

En nou komt het: Pier is niet de broer van Renate, maar haar man. Deze twee wonen in één huis. Zal Pier onder het genot van een heerlijke witte Bourgogne nog wel eens tegen Renaatje een potje pochen over zijn successen bij Ajax? En zet zij daar dan haar heerlijke omroepsalaris tegenover? Misschien vertelt ze dan ook dat ze in een eerder baantje bij de Publieke Omroep met succes heeft ingegrepen in de beloningen van de presentatoren.

Nee, de Eringaatjes lijkt me een heerlijk koppel dat op het komende kampioensfeest van Ajax zeker van de partij zal zijn. Polonaise in de skybox.

Ach het is maar dom geld en ik vrees dat dit stel in bepaalde kringen als handige slimmeriken wordt gezien. Maar het zou leuk zijn als de NOS ballen toont en uit solidariteit met het gewone personeel onze Renaatje naar de uitgang begeleidt. Wedden dat dat niet gebeurt?

Maar laten we het over echt leed hebben: de zelfgekozen dood van die arme Virginia Giuffre, die door pooier Epstein en hoerenmadam Maxwell lange tijd gratis werd uitgeleend aan keurige heren met veel geld en hoog aanzien. Er doolden nogal wat respectabele helden door de bordelen van dit tweetal. Clinton, Trump, die zielige Britse zweetprins Andrew, maar ook Stephen Hawking werd genoemd. Hoewel ik denk dat deze laatste zelf misbruikt werd.

Zal een van deze hoerenlopers de moed hebben om een bloemetje naar het afscheid van Virginia te sturen? Of kiezen ze met z’n allen voor een stemmige krans met een lekker laf anoniem lint?

Tot slot een persoonlijk compliment van mij voor onze minister Faber: wat ontzettend goed Marjolein dat jij geregeld hebt dat een stelletje kansloze asielzoekers niet op onze kosten een paar uurtjes naar de Efteling gaat. Waarom zou je kinderen zonder toekomst een pleziertje gunnen? Echt geweldig. Trots op je!

Maar toch iets anders: ik ben bereid om die kosten van dat goedbedoelde asielzoekersuitje op me te nemen. En wie weet doet de Efteling wel grootmoedig mee. En als ik geld tekort kom? Dan bel ik gewoon Renate Eringa.

Misschien laat ze haar chauffeur de bus sturen. Op kosten van de NOS uiteraard.


Column | Paus

Het was de ochtend van Tweede Paasdag. Landerig zaten we op de bank in de woonkamer, iedereen geklonken aan een scherm, toen Willem uit de keuken riep dat godnondeju de paus dood was. Direct werd er verbinding gelegd met Brabant, waar Willems oude vader, voormalig priester, nog niet op de hoogte was van het nieuws. „Pap, hou je vast. De paus is dood”, zei Willem. Er klonk weer gevloek, een aantal keer ‘och toch’ en daarna ving het concilie aan. Robert Sarah, zo heet een kanshebber. „Robert SARAH!”, brulde Willem richting de bank, wees naar mij en zei voor de zekerheid, een hand op de hoorn: „Net als jij!”

Dan was er nog een Nederlander, Eijk, nonde nonde, als die het werd, stonden we er niet best op. „Wie is er nou weer dood?”, vroeg Kaas (5) aan me. „De Paus”, zei ik, toch een beetje aangedaan. Zelfde geboortejaar als mijn vader, dat moest het zijn. „WAT of WIE is de paus?”, vroeg Kaas weer, zijn ogen ondertussen strak op het scherm van de iPad. „Dat is de belangrijkste man van de katholieke kerk”, zei ik afwezig, en boog me over NOS.nl.

„Ezra, Jezus is dood”, zei Kaas tegen zijn broer, die nog steeds verdiept was in Minecraft.

Ik dacht aan 2013, het jaar dat Willem elkaar ontmoetten.

Ik had in De Balie een programma over de nieuwe paus georganiseerd. ‘Popi Jopi’, hadden we het genoemd. Alle katholieken van Noord-Holland hadden zich verzameld in de zaal, zo’n 25 stuks. Na afloop dronken ze rode wijn in het café. Een maand daarna stonden Willem en ik aan dezelfde bar elkaar te versieren, met veel cultuurkatholieke bombarie. ‘Onze Frans’ bleek een punt van herkenning, een teken van een gedeelde achtergrond waar we, zo bleek, allebei een la vol rozenkransen en flesjes heilig water aan hadden overgehouden. Franciscus was natuurlijk een vat conservatisme geweest, zoals alles pausen. Hij vond abortus een absolute schande. Maar, in zijn laatste dagen had hij trans sekswerkers nog een hart onder de riem gestoken, hij belde iedere dag met de Christelijke kerk in Palestina, hij gaf vrouwen belangrijker posities binnen de kerk en, ook niet geheel onbelangrijk: hij was nogal vies van de volgelingen die bij de mis aan zijn hand lebberden. Zou ik ook hebben. „Wel erg voor God dat Jezus dood was, al dacht ik dat hij al dood was gegaan een paar dagen geleden”, mijmerde Kaas.

Ik was opgestaan en naar de keuken gelopen, waar Willem het gesprek afrondde.

„Ik vind het toch wel een ding”, zei ik. Willem knikte, zijn newsfeed ondertussen verversend. „JD Vance, die rotzak, het zou me niet verbazen”, mompelde hij. „Ik zei, ik vind het toch wel een ding”, zei ik nu luider. Willem keek verstoord op.

„Ja, ik weet niet, soms kunnen willekeurige dingen opeens zo’n periode in je leven afsluiten”, begon ik. Hij knikte en keek weer naar zijn telefoon. „Ik bedoel”, probeerde ik opnieuw. „Ik kan best een knuffel gebruiken.” Hij keek me verbijsterd aan. „Serieus?”, zei hij. „Die man was 88.” „Je kan ook gewoon die knuffel geven, zonder na te denken over de terechtheid ervan”, zei ik, iets bozer. Willem keek me nu werkelijk radeloos aan. „Ja, zeg”, zei hij en maakte een snoekduik richting de woonkamer. „En nu ALLEMAAL van die iPads AF!”, riep hij, een perfecte, ook nog eens nobele afleiding van onbestendigheden in ons huwelijk.

„Kijk papa”, zei Ezra. Hij draaide zijn scherm om. Een enorm kruis, gebouwd in Minecraft, met daarop een vreemd glimlachende man gespijkerd. ‘R.I.P. PAUS’ stond eronder in grote, fluorescerende letters.

Sarah Sluimer schrijft elke week een column. Ze is de auteur van boeken, essays en toneelstukken.


‘Israël exporteert de in Gaza toegepaste oorlogstechnologie trots naar andere landen’

Surveillancetorens bij het door de Verenigde Staten gebouwde hek langs de grens met Mexico. Spionagesoftware waarmee activisten in de Verenigde Arabische Emiraten worden aangevallen. Traangas afschietende drones die door de Indiase regering worden ingezet tegen demonstrerende opponenten.

Het is stuk voor stuk Israëlische technologie, uitgetest in bezet Palestina. Dat laat de Australisch-Duitse onderzoeksjournalist Antony Loewenstein zien in een recente televisiedocumentaire van Al Jazeera, waarvoor hij naar diverse landen afreisde om de gevolgen in kaart te brengen van de export van wapens en surveillancetechnologie door Israël. Eerder werkte hij als journalist in Oost-Jeruzalem. Twee jaar geleden verscheen zijn boek The Palestine Laboratory.

„In wezen exporteert Israël zijn bezettingstechnologie wereldwijd, en dat heeft gevolgen voor ons allemaal”, zegt Loewenstein via een videoverbinding vanuit Sydney.

Ook de EU leunt graag op Israëlische technologie om ‘Fort Europa’ te bewaken, zo laat Loewenstein in de documentaire zien. Onder meer de grenstechnologie in vluchtelingenkampen aan de grenzen van Griekenland komt uit Israël. En EU-agentschap Frontex laat drones van Elbit, de grootste Israëlische wapenproducent, over de Middellandse Zee vliegen om vluchtelingen te detecteren. 

Loewensteins boek verscheen enkele maanden voor de aanval van Hamas op Israël, op 7 oktober 2023. De vernietigende oorlog die Israël daarop in Gaza liet volgen heeft de thematiek van zijn boek nog urgenter gemaakt. Zo schreef Loewenstein al over het gebruik van AI door het Israëlische leger en over shadow banning, het blokkeren van Palestijnen en pro-Palestijnse berichten op sociale media.

De Israëlische defensie-industrie maakt sinds het begin van de oorlog recordwinsten. Ook Nederland koopt steeds meer Israëlische wapens, rapporteerde NRC in november vorig jaar, waaronder van Elbit. Deze Israëlische producent heeft de afgelopen anderhalf jaar stevig geprofiteerd van de aanvallen op Gaza, door de inzet van onder meer munitie, drones en raketten.

U bent kritisch over de berichtgeving over Israëls wapen- en surveillance-industrie. Kunt u een voorbeeld geven van waar dat misgaat?

„Enkele jaren geleden werden in internationale media goede artikelen gepubliceerd over de Israëlische spionagesoftware Pegasus en mensen die daarmee waren gehackt in verschillende landen. Pegasus werd daarin afgeschilderd als een Israëlisch schurkenbedrijf dat wereldwijd zaken doet met dictaturen.

„Maar wat meestal werd genegeerd, is dat NSO Group, het Israëlische bedrijf achter Pegasus, geen onafhankelijk bedrijf is. Dit soort bedrijven wordt openlijk door de Israëlische staat gebruikt als diplomatiek wapen. Wat dit in de praktijk betekende, is dat premier Benjamin Netanyahu of de inlichtingendienst Mossad naar landen als India of Rwanda afreisde, en daar instrumenten als Pegasus aanbod in ruil voor diplomatieke steun in de Verenigde Naties of andere internationale fora.

„De inlichtingen die via zijn technologie worden verzameld geven het bedrijf ongelooflijk veel macht over een bepaald land en zijn inlichtingendienst, en de mogelijkheid om mensen te chanteren met deze informatie, of pro-Israëlische stemmen in de VN te winnen. Verschillende landen hebben hun opstelling in de VN aangepast, waaronder Mexico in de jaren 2010.”

In uw boek noemt u het idee van Israël als een ‘start-upnatie’, met een bloeiende hightechsector, een ‘ideologische mythe’ die verbloemt dat diezelfde sector teert op de bezetting.

„De manier waarop veel internationale media verslag doen over de ‘start-upnatie’ Israël lijkt erg op de manier waarop veel Amerikaanse media schrijven over Silicon Valley. Er overheerst een soort aanbidding van big tech – al heeft Elon Musk iets van die glans weggepoetst sinds de verkiezing van Trump.

„Wat vaak wordt genegeerd, is dat de Israëlische defensiesector een belangrijk onderdeel is van de hightechindustrie. Degenen die werkzaam zijn in deze sector doen hun ervaring en training vaak op in het Israëlische leger, dat veel tijd doorbrengt – vooral in de inlichtingeneenheid 8200 – met het vinden van manieren om Palestijnen te monitoren. Een van de meest succesvolle Israëlische start-ups is het in cybersecurity gespecialiseerde Wiz, een bedrijf opgericht door veteranen uit Eenheid 8200, dat onlangs voor 32 miljard dollar aan Google is verkocht.”

Israëlische bedrijven zeggen trots dat ze technologie verkopen die succesvol is gebruikt in Gaza

De bezetting en de controle over de Palestijnen wordt door de inzet van technologie steeds onpersoonlijker. Kunt u dit proces beschrijven?

„Een van de dingen die Israël al lange tijd ontwikkelt is het idee van een ‘wrijvingsloze bezetting’, waarbij er door digitale technologie steeds minder persoonlijke interactie is tussen een Israëlische soldaat en een Palestijn. De Palestijnse activiste voor digitale rechten Mona Shtaya spreekt van een ‘panopticum’ van surveillance [zoals in een koepelgevangenis]. Die bestaat uit een reeks van bewakingscamera’s, biometrische hulpmiddelen, het gezichtsherkenningsprogramma ‘Rode Wolf’, of het smartphone-programma ‘Blauwe Wolf’, waarmee gezichtsfoto’s van Palestijnen worden gemaakt.

„In theorie is er steeds minder behoefte om iemand daadwerkelijk fysiek te zien, omdat er een database wordt opgebouwd van Palestijnen. Shtaya zegt in mijn documentaire dat Palestijnen hierdoor het gevoel hebben dat ze hun ‘beste gedrag’ moeten vertonen. Ze kunnen niet publiekelijk laten zien dat ze boos of gefrustreerd zijn, omdat ze dan als een bedreiging worden gezien, en er een zogenaamde rechtvaardiging kan zijn om hen te arresteren of te doden.”

De bezetting raakt daarnaast ook meer geprivatiseerd, schrijft u in het boek.

„Het is duidelijk dat de Israëlische staat elk jaar waanzinnige hoeveelheden geld uitgeeft om de bezetting in stand te houden. Maar er zijn ook veel mensen en bedrijven die er geld aan verdienen, zowel binnen Israël als wereldwijd. Die privatisering is een onmiskenbare verschuiving in de bezetting.

„Veel van de zogenaamde bewakers bij grensovergangen of nederzettingen zijn geen soldaten, maar particuliere beveiligers met wapens. Maar weinigen zijn zich ervan bewust dat de interactie tussen Palestijnen en Israëlische soldaten deels geprivatiseerd is; veel Palestijnen die ik in de loop der jaren heb ontmoet wisten het ook niet. Maar ongeacht wie het is, zo zegt een Palestijn in mijn boek, de bewaker vernedert Palestijnen en maakt hun leven tot een hel.”

Schrijver en onderzoeksjournalist Antony Loewenstein.
Foto Jessica Hromas

Voor Israël betekende 7 oktober, met de uitbraak van Hamas door het zwaarbeveiligde ‘hightech’-grenshek rond Gaza, een strategisch en technologisch falen. Tot zover het ‘succes’ van Israëls hightech en surveillance?

„Israël had rond Gaza een enorme hoeveelheid grens- en bewakingstechnologie geïnstalleerd, waaronder een ondergrondse muur met sensoren, onder het mom van het veilig houden van met name het zuidelijke deel van Israël. Er was daarnaast een controlesysteem voor iedereen die Gaza in of uitging. Israël maakte in wezen de fatale fout om te veel te vertrouwen op zogenaamde technologische ‘oplossingen’. Dat werkte duidelijk niet, om me zacht uit te drukken.

„Er is nog veel onbekend over wat er op 7 oktober precies gebeurde. Maar we weten wel dat er waarschuwingssignalen over wat Hamas van plan was zijn genegeerd. En ongeveer een jaar voor 7 oktober schakelde Israël het toezicht op de walkietalkies van Hamas uit, omdat ze dachten dat er niet veel interessants werd gezegd.”

Het journalistieke platform +972 Magazine schreef afgelopen jaar dat Israël AI inzet om doelwitten te bepalen in Gaza. Soms worden honderden burgerslachtoffers geaccepteerd als nevenschade voor het doden van één Hamas-commandant.

„Israël gebruikt AI om allerlei data in een systeem te stoppen, dat vervolgens informatie uitspuwt over mensen, huizen en gebouwen in Gaza. Daarvoor leunt Israël op de enorme hoeveelheid informatie over Palestijnen, waarover het al beschikte via veiligheidsscreenings en surveillance.

„Maar wie is volgens Israël een terrorist, en wat is de rechtvaardiging voor wie er wordt gedood? En waaruit bestaat het menselijk toezicht, dat volgens deze publicaties minimaal is? Er wordt een enorm aantal burgers vermoord in Gaza, het is niet alsof ze in Israël niet weten dat dat gebeurt.”

Er schuilt een zeker ongemak in de focus op AI in deze publicaties, omdat het een rationaliteit of logica suggereert achter de aanvallen op Gaza.

„In een van die artikelen van +972 Magazine stond een citaat van een Israëlische bron die de sfeer in het leger omschreef als ‘wraakzuchtig’. Dat vat in zekere zin het hele verhaal samen. Je kunt AI hebben, of welk instrument dan ook, maar uiteindelijk is het doel na 7 oktober altijd geweest om Gaza volledig te vernietigen. AI wordt door Israël gebruikt om genocide te rationaliseren. Overigens wil ik daarmee niet de risico’s van AI-gedreven oorlogsvoering minimaliseren. Ik denk dat deze reëel zijn en toenemen.”

De Israëlische defensie-industrie maakt sinds het begin van de oorlog recordwinsten

In uw documentaire zegt een journalist van het platform Mekomit, een zusterorganisatie van +972, dat hun artikelen over AI nooit de Israëlische militaire censor zouden zijn gepasseerd als de Israëlische defensiesector daar geen belang bij had.

„Israëlische en Amerikaanse wapenbedrijven als Elbit of Lockheed Martin verkopen al decennialang producten met het argument dat je daarmee efficiënter en effectiever kunt doden. In eerdere oorlogen die Israël voerde, ging het nog om geavanceerde drones of gevechtsvliegtuigen. Nu is het een verkoopargument van AI-ondersteunde oorlogsvoering geworden: dat je burgers veel minder schade zou toebrengen, omdat AI terroristen kan lokaliseren en tot doelwit kan maken. Ik twijfel er niet aan dat wat Israël in Gaza heeft ingezet, in aangepaste vorm in andere landen zal opduiken.”

Wordt het testen van wapens en technologie op Palestijnen door Israël expliciet als handelsmerk gebruikt?

„Het is verre van subtiel. De afgelopen maanden waren er bijvoorbeeld grote wapenbeurzen in de Verenigde Arabische Emiraten. Daar waren ook Israëlische bedrijven aanwezig die wapens, drones, spyware of bewakingstechnologie verkopen. Deze bedrijven zeggen trots dat ze technologie verkopen die succesvol is gebruikt in Gaza. Ik ben ervan overtuigd dat er veel landen zijn die nu zeer geïnteresseerd zijn in Israëlische wapens en bewakings- en grenstechnologie. We hebben de verkoopcijfers uit 2024 nog niet, maar ik verwacht dat de Israëlische defensie-export van 13,1 miljard dollar in 2023 zal worden overtroffen.”

Israël exporteert wapens naar zowel democratieën als autocratieën, maar u schrijft ook dat Israël een bijzondere aantrekkingskracht uitoefent op „etno-nationalistische staten” als India.

„Israël en India hebben vandaag de dag niet alleen defensierelaties, maar er is ook een ideologische affiniteit van racisme. In het Westen vinden we het nog steeds erg ongemakkelijk, zeker na de Holocaust, om over Joodse suprematie te praten. Ik zeg dit als iemand die Joods is en familie heeft verloren in de Holocaust: ik denk dat er een moedwillige blindheid is voor Israëls wereldwijde inspiratie van etno-nationalisten. Ook ontwikkelt zich, als onderdeel van de wereldwijde opmars van ultrarechts, steeds openlijker een vreemde alliantie: extreem-rechtse, vaak antisemitische, neonazistische of historisch door de nazi’s gesteunde partijen die nu nauw samenwerken met Israël.”

Correctie (3 mei 2025): Het bedrijf Wiz werd in een eerdere versie van dit artikel Wix genoemd. Wiz is gespecialiseerd in cybersecurity, niet in webdesign. Dit is verbeterd.