Met dertig vrijwilligers ei- en spermacellen opvangen om de verwoesting van koraal op Bonaire tegen te gaan

Het is even balanceren om de zee te bereiken, door de harde wind slaan de golven tegen de rotsige kust. Maar eenmaal in het water bij snorkel- en duikplek Oil Slick Leap is daar niets meer van te merken. Caitie Reza doet haar duikbril op en zwemt behendig naar een markeringspunt, zo’n 25 meter verderop. Hier, op de bodem van de zee, ligt het succesvolste resultaat van koraalvernieuwing dat haar organisatie wist te bereiken.

Reza duikt en wijst. Ruim duizend vierkante meter aan springlevend hertshoornkoraal deint in het kalme water. Talloze vissen in allerlei kleuren zwemmen langs: blauw, geel, paars, rood en alle schakeringen daartussen. Het koraal werd tussen 2013 en 2018 geplant door Reef Renewal Foundation Bonaire, een organisatie die zich inzet om de biodiversiteit van het koraal op Bonaire te beschermen, herstellen en vernieuwen. Sindsdien groeide het zelfstandig uit tot een bloeiend rif. „Onze trots”, zegt Reza als ze bovenkomt. „Al weet ik dat het maar een klein stukje is, vroeger was de hele kust hiermee omgeven.”

Een half uur eerder liet ze achthonderd meter zuidelijker, bij snorkelplek Jeff Davis, zien hoe dood koraal eruitziet. Het is donker, er zijn nauwelijks vissen en het is met zand bedekt – levend koraal is in staat om zelf zand van de uiteinden te verwijderen. Het lijken net grote, dode onderzeestruiken en zijn overal te zien rondom Bonaire.

„Ernaar kijken maakt me treurig”, zegt Reza, terwijl ze langs zwemt. Even verderop neemt ze een grote hap lucht en duikt dertien meter de diepte in. Daar pakt ze een klein schijfje uit iets wat op een grote antenne lijkt en komt boven. Het is een stukje hersenkoraal. Gekweekt om straks ook uit te groeien tot een groot nieuw rif.

Gekweekt hersenkoraal in het laboratorium van Reef Renewal Bonaire. Foto Dan Bender

Afhankelijk van algen

De opwarming van de aarde raakt Bonaire hard. Naast de dreiging van een stijgende zeespiegel, hogere temperaturen en toenemende kans op tropische stormen, warmt het zeewater snel op – met grote gevolgen voor het koraal. Want koraal is afhankelijk van algen om te overleven. Door een symbiotische relatie met eencellige algen krijgt het koraal voeding en zuurstof. Met stijgende temperaturen, al vanaf één graad extra, sterven de algen en komt het witte skelet van het koraal bloot te liggen, een proces dat verbleking heet. Als dat te lang duurt of te vaak gebeurt, sterft het koraal af.

Het aantal koraalriffen in de wereld neemt al decennia af, zegt Reza, in de auto op weg naar de volgende snorkelplek. „Dertig jaar geleden moesten vissers op Bonaire het koraal letterlijk weghakken om in het water te komen, dat is al lang niet meer zo.” Hier, zegt Reza, is in vergelijking met andere plekken nog altijd veel koraal, mensen die voor het eerst duiken zijn vaak wildenthousiast over de hoeveelheid. „Maar vooral de afgelopen twee jaar heeft het koraal enorme klappen gekregen. Het klinkt dramatisch en cliché”, zegt ze, „maar we zijn echt op een kantelpunt beland.”

Bij stijgende temperaturen komt het witte skelet van koraal bloot te liggen, een proces dat verbleking heet. Foto Dan Bender

2024 was met een gemiddelde jaartemperatuuur van 29,1 graden het warmste jaar ooit gemeten op Bonaire. De zeetemperatuur bereikte dat jaar uitschieters tot 30,6 graden en lag met een gemiddelde van 28,7 graad 1,1 graad warmer dan normaal. Ook 2023 was een warm jaar, met een gemiddelde zeetemperatuur die bijna een halve graad hoger lag dan gemiddeld. Het leidde tot een verbleking van 84 procent van het koraal in 2023 en 77 procent in 2024 – bij het begin van de meting in 2016 lag dat op 16 procent.

Koraalpoliepen

Daarbovenop kwam in 2023 de uitbraak van de zeer besmettelijke ziekte van steenkoraalweefselverlies (stony coral tissue loss disease). Deze ziekte treft vooral harde koralen en breekt het weefsel af, waardoor het koraal binnen weken of maanden na infectie afsterft. Het werd voor het eerst ontdekt in Florida in 2014 en heeft inmiddels koraal in vrijwel het hele Caribisch gebied aangetast. In Bonaire zijn sommige soorten naar schatting voor 40 procent dood door deze ziekte, andere soorten zelfs voor 99 procent.

Onderzoekers van Stichting Nationale Parken Bonaire (STINAPA), verantwoordelijk voor het beheer, het behoud en de bescherming van de natuurparken op Bonaire, gebruikten een speciale antibioticapasta om de koraalpoliepen tegen deze ziekte te beschermen. Door het aanbrengen van deze pasta op besmette koralen, een arbeidsintensief proces, probeerden ze de uitbraak zo veel mogelijk in te dammen. „Dat lukte maar beperkt, want het duurde negen maanden na de eerste uitbraak voor we toestemming kregen van de Nederlandse overheid om het te gebruiken”, zegt bioloog Caren Eckrich, verbonden aan STINAPA, in het kantoor aan de kust van Bonaire. De reden daarvoor waren de strikte richtlijnen die bestaan voor het gebruik van antibiotica en de zorgen over het gebruik ervan in open water. „Toen we konden beginnen, had de ziekte zich al over veel koraalriffen verspreid.”

Koraal wordt de ‘kraamkamer’ van de oceaan genoemd, omdat veel zeedieren terugkeren naar het koraal waar ze werden geboren

Gevraagd naar het belang van koraalriffen, begint Eckrich een bevlogen verhaal over de schoonheid van koraal en de biodiversiteit die de riffen waarborgen. „Koraalriffen zijn een van de meest geavanceerde ecosystemen ter wereld, waar duizenden soorten beschutting, bescherming en voedsel vinden”, zegt ze. Koraal wordt ook wel de ‘kraamkamer’ van de oceaan genoemd, omdat veel zeedieren terugkeren naar het koraal waar ze zelf werden geboren, om zich daar voort te planten. „Wij, mensen, zijn de eigenaren van deze fantastische juwelen. Het is onze taak voor het koraal te zorgen. Niet alleen voor ons mensen, maar juist voor al die soorten die er een thuis vinden.”

Voor mensen dient koraal als kustbescherming – zeker op een laaggelegen eiland als Bonaire. Koralen zijn een soort bossen onder water, die hoge golfslag verminderen en zo erosie tegengaan. Ook dienen koraalriffen als inkomstenbron: vanwege de vele vissen die er zwemmen en omdat de schoonheid van het koraal duikers en snorkelaars aantrekt. Bonaire is afhankelijk van (veelal onderwater)toerisme. Er wordt veel geld mee verdiend: de helft van het bruto binnenlands product en de helft van de banen op het eiland is in de toeristische sector. Het is tegenstrijdig. Bonaire heeft belang bij toeristen, die op grote schaal per vliegtuig of cruiseschip naar het eiland komen, waarmee ze juist bijdragen aan een sector die verantwoordelijk is voor de uitstoot van veel broeikasgassen, waardoor klimaatverandering wordt veroorzaakt.

Lees ook

Het koraal kwijnt weg, maar het massatoerisme is te belangrijk voor Caribisch Nederland

Op de bodem van de zee bij snorkel- en duikplek Oil Slick Leap wordt koraal gekweekt.  Foto Dan Bender

Massavoortplanting

Na een korte autorit trekt Caitie Reza opnieuw haar flippers aan. De harde wind is gaan liggen en de zon piept hier en daar tussen het dikke wolkendek door, wat de zee meteen een turquoise gloed geeft. Op deze derde plek, bij Buddies Reef, laat ze de nieuwste aanwinsten van Reef Renewal zien: van de 236.000 koraallarven die de organisatie via een soort koraal-IVF kweekte in een lab, nestelden zich 25.000 op stervormige, keramische tegels. Ze werden teruggezet in zee, om daar zelf verder te groeien. Zo klein nog dat ze met het blote oog niet te zien zijn.

Een vrijwilligers monitort een van de koraalkwekerijen van Reef Renewal Bonaire en noteert hoeveel het koraal is gegroeid. Foto Dan Bender

Koralen planten zich voort door in een keer tienduizenden eicellen en sperma los te laten. „In een gezonde zee vinden eitjes en spermacellen elkaar, omdat koralen dicht bij elkaar groeien”, legt Reza uit. „Maar door het verdwijnen van zoveel riffen op Bonaire, is de kans daarop steeds kleiner geworden.” In een goed voorbereide actie wisten medewerkers van Reef Renewal op vrijdag 23 mei, tijdens een massavoortplanting van gegroefd hersenkoraal, op vier verschillende plekken en van veertien verschillende kolonies ei- en spermacellen op te vangen.

„We hadden hier maanden voor getraind”, vertelt Reza. „Dertig mensen stonden klaar met netten en tubes om alles op te vangen. Een magisch moment, dat tegelijk heel stressvol was, want de timing is essentieel: soms duurt het moment van loslaten maar een paar minuten. Eenmaal opgevangen, moesten we heel snel naar het vasteland. De bundels van sperma en eitjes barsten binnen een uur open, en je wil dat dit plaatsvindt in de gecontroleerde omgeving van een laboratorium. Het was een enorme opluchting toen dat uiteindelijk is gelukt.”

Door de cellen en zaadjes op te vangen, kan Reef Renewal voor elkaar krijgen wat de natuur zelf niet goed meer lukt: genetische diversificatie. „We kijken welke koralen weerstand tonen tegen ziektes en verbleking”, zegt Reza, „en die soorten kweken we verder. Door veel variaties uit te proberen tussen verschillende riffen, proberen we de soorten te versterken, zoals dat ook in de natuurlijke omgeving zou gebeuren – als die nog gezond zou zijn.”

Ter discussie

Naast lof voor het werk dat organisaties als Reef Renewal doen, stellen sommige wetenschappers gelijktijdig de impact ervan ter discussie. „Hartstikke goed wat ze doen natuurlijk, maar het blijft postzegelwerk, alsof ze met één broodtrommel een hongersnood willen oplossen. Het is veel te kleinschalig om echt iets te kunnen uithalen”, zegt Mark Vermeij, hoogleraar tropische mariene ecologie aan de Universiteit van Amsterdam en als koraalspecialist verbonden aan onderzoeksinstituut Carmabi op Curaçao.

Overheden claimen aan ‘rifherstel’ te doen door zo’n organisatie te subsidiëren, terwijl de oorzaken niet worden aangepakt

Mark Vermeij
hoogleraar tropische mariene ecologie

„Niets ten nadele van Reef Renewal, maar het probleem van kleine koraalkweekorganisaties is dat overheden zich erachter gaan verschuilen”, vervolgt hij. „Die claimen dan aan ‘rifherstel’ te doen door zo’n organisatie te subsidiëren, terwijl het echte probleem er niet mee wordt opgelost, omdat de oorzaken niet worden aangepakt.” Want om koraal te beschermen moet de waterkwaliteit omhoog, moet overbevissing van ecologisch belangrijke soorten, zoals papegaaivissen, worden tegengegaan en moet de uitstoot van broeikasgassen omlaag. „Dat is al zeker veertig jaar bekend. Alleen gebeurt het niet”, zegt Vermeij.

„Kleine eilanden als Bonaire kunnen zelf niets doen tegen klimaatverandering – en dat gebruiken ze als excuus om helemáál niets aan rifbeheer te doen. Wat ze wel kunnen, is iets doen aan de visserij en de verbetering van de kwaliteit van het kustwater. Dat is bovendien veel goedkoper dan actief koraal terugplanten”, zegt hij. „Als we 10 procent zouden terugkweken van alle koralen die de afgelopen tien jaar kapot zijn gegaan, kost dat pakweg 26 biljoen dollar, volgens een recente studie. En dat gaat niemand betalen, natuurlijk.”

Het is systeemkritiek die ook Catie Reza begrijpt. Het onderstreept volgens haar alleen maar de bestaansreden van clubs als Reef Renewal. „Natuurlijk moeten we blijven opschalen. Terwijl wij groeien, groeit ook het vakgebied van koraalherstel – en onze impact is al exponentieel toegenomen. En ja, er móéten wereldwijde maatregelen komen om klimaatverandering tegen te gaan. Tot die tijd doen we wat we kunnen. We kopen er in feite tijd mee.”

In het laboratorium worden ei- en spermacellen in optimale omstandigheden bij elkaar gevoegd, waarna de larven zich op tegels nestelen. Foto Dan Bender

Eenmaal in het laboratorium werden de ei- en spermacellen in de meest optimale omstandigheden bij elkaar gevoegd, waarna de larven zich op de stervormige keramische tegels konden nestelen. „We hebben het zo comfortabel mogelijk gemaakt voor de larven”, vertelt Reza, „met de juiste temperatuur en door ze pekelkreeftjes te voeren, het lekkerste eten denkbaar.”

Na tweeënhalve week, op 9 juni, werden de 25.000 larven teruggezet in zee. „Heel bijzonder”, blikt Reza terug: „Er zijn zoveel variabelen bij het kweken van koraal, er kan van alles misgaan. Maar met elk voortplantingsseizoen leren we meer. Nieuwe technieken en technologieën maken het proces steeds betrouwbaarder. Het is een lange weg, maar we boeken echt vooruitgang. We moeten hoop houden. We kunnen niet anders.”

Lees ook

Nest voor nest waken natuurbeschermers op het strand van Bonaire over het voortbestaan van de zeeschildpad

Daan Zeegers (links) bij een nest van een zeeschildpad, samen met andere medewerkers van Sea Turtle Conservation Bonaire.


Hoho-zang uit 1930 keert terug naar Indonesisch dorp: ‘Ik kon niet vermoeden hoeveel emoties de overdracht zou losmaken’

Te paard trokken etnomusicoloog Jaap Kunst (1891-1960) en kunstschilder Rudolf Bonnet (1895-1978) in april en mei 1930 door Nias, een eiland voor de kust van Sumatra in de Indische Oceaan. Ze waren op jacht. Naar muziek en dans waarvan ze wisten dat die spoedig niet meer gepraktiseerd zou worden. Die moesten ze vangen voor het te laat was. Sinds halverwege de negentiende eeuw hadden de Duitse Rheinische Mission en het Nederlandsch-Luthersche Genootschap voor In- en Uitwendige Zending korte metten gemaakt met oude gebruiken. Zo werd het zingen van oude liederen bestraft met uitsluiting van de communie, en mensen konden niet door Christus in genade ontvangen worden als ze hun voorouderbeelden niet uit hun huizen verwijderden. Geregeld werden die beelden als curiosa door zendelingen meegenomen om te eindigen op een zolder in Nederland.

Donderdag 26 juni Terugkeer

Terwijl ik deze inleidende uitleg schrijf, zit ik te kletsen met mijn buurvrouwen in het dorp. Ze leren me woordjes in Li Niha, de Zuid-Niasse taal. Ik verblijf in het dorp Hilisimaetanö, bij mensen thuis, waar iedereen in- en uitloopt. Ik ben hier voor het project Suara yang Pulang (Stemmen die naar huis terugkeren) om expressievormen die Kunst en Bonnet vastlegden te delen met nazaten van degenen die ze ooit uitvoerden.

Traditionele houten huizen zijn in het dorp om een plein van ongeveer 500 bij 20 meter gesitueerd. Dat plein is een gemeenschappelijke woonkamer: giechelende kinderen in een kruiwagen, vliegeren, volleyballen, er wordt was en rijst gedroogd, mensen kletsen op een bankje. Brommertjes rijden af en aan, overladen met handelswaar en drinkwatertanks.

Kunst en Bonnet waren uiterst kritisch op de protestantse zending. Ze schreven vlammende betogen in Nederlandse kranten waarin ze het Europese culturele superioriteitsdenken op de korrel namen en de waarde van inheemse expressie bepleitten. Kunsts expeditie naar Nias was er één van velen in de archipel, destijds onder Nederlands koloniaal bestuur. Als ‘gouvernementsmusicoloog’ maakte hij

meer dan 300 geluidsopnamen
. Hij verzamelde honderden muziekinstrumenten. Hij nam 6.500 foto’s en schoot zwijgende film van dansen en rituelen. Hij correspondeerde met andere onderzoekers, muzikanten, lokale edelen in het Nederlands, Maleis, Engels, en Duits. Hij bewaarde niet alleen de brieven die hij ontving, maar ook de doorslagen van de brieven die hij uitzond, resulterend in 40.000 pagina’s aan wetenschappelijke correspondentie.

Als Universitair Hoofddocent Culturele Muziekwetenschap ben ik curator van de Collectie Jaap Kunst, beheerd door de Universiteit van Amsterdam, waar Kunst aangesteld was na zijn verblijf in Nederlands-Indië. Bijna een zesde deel van Kunsts verzameling komt uit Zuid-Nias. Hij was totaal overweldigd door de culturele rijkdom van het gebied. En ik snap waarom.

Een dorpeling van Hilisimaetanö begroet Titus bij haar aankomst.

Foto Jhon Wicllif Dakhi

Zaterdag 28 juniPrecieze plek

Ina Zevan (moeder van Zevan – mensen ruilen hun eigen naam in voor die van hun oudste kind zodra ze kinderen krijgen) is stomverbaasd dat mijn buren in mijn woonplaats Utrecht geen familie zijn. Dat ik daar alleen woon, en met mijn 51 jaar geen man en kinderen heb is moeilijk te begrijpen, maar ze is niet de enige wier ogen oplichten als ik vertel dat ik het juist fijn vind om ongebonden te zijn, en al mijn energie kan steken in mijn werk en reizen.

Het restitutieproject Suara yang Pulang is uitgedacht door Doni Kristian Dachi, afkomstig uit Zuid-Nias. Hij weet werkelijk alles van lokale Niasse cultuur, geschiedenis, traditionele gebruiken en ook van de manieren waarop die gebruiken door buitenstaanders, zoals de vele zendelingen in het gebied en mensen als Kunst en Bonnet, gerepresenteerd zijn in publicaties, afbeeldingen, en tentoonstellingen voor een wereldwijd publiek. Dankzij een eerder restitutieproject, in Kupang, Oost-Indonesië, kwam Doni op de website van ons project Decolonizing Southeast Asian Sound Archives (DeCoSEAS) terecht waar alle opnamen die Kunst maakte te raadplegen zijn. „Ik krijg kippenvel”, schreef hij me zomaar uit het niets per email. „Ik hoor voor het eerst de stem van mijn overgrootvader, duada (voorouder) Barani.”

Een samenwerking was geboren. De meer dan vijftig geluidsopnamen, de tientallen foto’s, de zwijgende film – ze moeten terug, besloten Doni en ik, want de meeste mensen in Nias weten niet dat hun erfgoed in Amsterdam opgeslagen ligt, laat staan dat ze erbij kunnen. We kozen voor een symbolische overdracht aan nazaten van de degenen wier stemmen Kunst in 1930 opnam. Restitutie via het internet of aan een nationale overheid of museum in een land zo groot als heel Europa maakt het erfgoed namelijk niet toegankelijker. Het moet terug naar de halaman kampung (het dorpserf).

Dat nam Doni letterlijk. Dankzij Kunsts uitgebreide documentatie konden we de precieze plek bepalen waar Kunst zijn Amberola-50 fonograaf in april 1930 neerzette en mensen vroeg in de hoorn van het apparaat te zingen: voor het grote huis van de siulu (edelman) duada Barani in Hilisimaetanö. Het huis is er niet meer, maar het plein wel. Met zijn duizelingwekkende sociale netwerk had Doni de burgemeester, de districtsbestuurder voor Onderwijs, Cultuur en Sport, hoofden en gemeentebesturen van naburige dorpen en een groot aantal inwoners van Hilisimaetanö uitgenodigd. Speciale genodigden waren een aantal ervaren zangers van hoho, de verhalende zangkunst met voorouderlijke wijsheden, uit het dorp, die live de bijna honderd jaar oude opnamen aanvulden.

Onderstaande video bevat geluid.

Speciale genodigden in Hilisimaetanö zijn een aantal ervaren zangers van hoho.

Ik kon niet vermoeden hoeveel emoties die overdracht zou losmaken, bij de mensen die het audiovisuele materiaal op een USB-stick overhandigd kregen in een speciaal door Doni ontworpen Suara-yang-Pulangdoosje, maar ook bij mij.

Zondag 29 juniHuilen

Het is zover. Een podium is ingericht op het plein, onder een afdak tegen de ongenadige zon. Ik vertel de bijna honderd aanwezigen wie ik ben, waarom ik hier ben. Dat doe ik – met vallen en opstaan – in het Indonesisch. Ik noem alle namen van de dorpen waar Kunst opnames maakte. Ik noem de namen van alle zangers die hij noteerde, met hun gepaste voorouderlijke titel duada. Ik laat een aantal opnames uit 1930 van hoho-zang en orahua-recitatie horen. Na afloop hoor ik dat een oude vrouw moest huilen, omdat ze de stem van haar grootvader weer hoorde en herkende.

Een traditionele ceremonie.

Foto Emanuel Valit Lase

Ik laat ook Bonnets foto’s uit 1930 zien en vergelijk ze met foto’s die ik zelf maakte tijdens een zeldzame Si’ulu-Si’ila-ceremonie die ik toevallig enkele dagen eerder bijwoonde: de inauguratie van het nieuwe balö jiulu (dorpshoofd). De vergelijking van beelden laat zien dat de tradities nog gepraktiseerd en gewaardeerd worden. De aanwezigen applaudisseren bij het zien van de gelijkenissen. Ik denk dan: „Het is de zendelingen lekker niet gelukt de oude gebruiken met hun straffen uit te bannen.” Desalniettemin zijn al mijn toehoorders rechtgeaarde protestanten die met net zo veel enthousiasme psalmen zingen op zondag. Hoho wordt niet meer in het moment geïmproviseerd, en het repertoire wordt alleen nog gezongen door enkele oudere mannen.

Er zijn ook kritische vragen, van studenten van de net opgerichte Universitas Nias Raya: wat restitueren we eigenlijk? Voor Jaap Kunst waren de stemmen die hij opnam „specimens” (zijn eigen woorden) van een onveranderlijke en tijdloze „etnische groep” die voor altijd ‘anders’ moest blijven. Als exotische vlinders met een speldje aan de muur geprikt. Kunsts opname van orahua-recitatie duurt 4 minuten (want langer kon niet op een wasrol), maar voorafgaand aan de Si’ulu-Si’ila-ceremonie die ik bijwoonde duurde de orahua uren. Kunst gaf instructies over wat hij wel en niet wilde horen. Hij maakt selecties op basis van wat hij (vanuit Europees perspectief) het uniekst en het meest exotisch vond klinken. Ja, dan is hoho fenomenaal, vol met overmatige kwarten (tritonus-intervallen) die in eeuwen Europese muziek als duivels werden beschouwd. De opnames zijn dus allerminst neutrale registraties van wat ooit was, en dat wordt hier opgemerkt.

Bezoek aan het huis waar de Jaap Kunst collectie wordt tentoongesteld.

Foto Jhon Wicllif Dakhi

De plechtigheid bereikt een hoogtepunt nadat iedereen gesproken heeft en het tijd is voor de daadwerkelijke overdracht. Het zijn gedigitaliseerde data die we overdragen, geen objecten zoals de kris van Prins Diponegoro. De wasrollen zijn nauwelijks meer af te spelen. Maar de stemmen van de voorouders komen ook zonder die geluidsdragers weer tot leven, omdat ze gehoord en begrepen worden door mensen die binding hebben met de traditie waarin die stemmen stonden en staan. Ze zijn niet langer museumstaaltjes/specimens van een statische ‘etnos’, maar persoonlijkheden met familieleden en een geschiedenis.

Doni vindt dat ik de honneurs moet waarnemen en de doosjes moet overhandigen. Ik voel me daar ongemakkelijk bij. Ik wil niet overkomen als een weldoener die goodies komt brengen, en bovendien heeft Doni dit allemaal georganiseerd. Maar Doni blijft op de achtergrond. En ik snap ook wel dat mijn aanwezigheid hier iets betekent.

Een voor een overhandig ik de doosjes aan de nazaten die Doni zorgvuldig uitgezocht heeft en ik druk hen de hand. Ik voel dat hun handen dag-in dag-uit in de aarde werken – gespierde vingers, lagen eelt, verkruimelde nagels – en ik realiseer me hoe weinig handen ik in mijn leven geschud heb die zo voelen, ook niet in Indonesië waar ik al zo lang kom. Mijn handen raken alleen toetsenborden en af en toe een pen aan.

Barbara Titus met een nazaat van een zanger, wiens stem in 1930 is opgenomen.

Foto Emanuel Valit Lase

Daarna is het tijd voor een tegengeschenk. Zo hoort dat in Indonesië. Ik krijg een speciaal voor mijn grote lijf op maat gemaakt traditioneel Nias kostuum dat ik onmiddellijk (met hulp van de buurvrouwen) moet aantrekken om de uitvoering van huidige hoho-zang bij te wonen. Ook hier voel ik me ongemakkelijk bij, met alle ogen op me gericht, maar het heeft zoveel diepe betekenis voor iedereen dat ik hier ben en dat we dit proces samen doormaken.

Woensdag 2 juli en donderdag 3 juliNazaat

Ik bezoek de dorpen Hiliamaetaniha, Botohilitanö, Hiliganöwö en Bawömataluo in de omgeving van Hilisimaetanö om ook daar digitale geluids- en filmbestanden bij de voordeur af te leveren en met mensen in gesprek te gaan. Als ik een doosje overhandig aan de nazaat van duada Fodziako in Bawömataluo, breekt zijn stem als hij me bedankt. Als dat gebeurt sta ik ook bijna te huilen. In Indonesië toon je je emoties niet zo snel als in Nederland, zeker niet als man. Dat hij dat toch doet, betekent heel veel.

Wandeling naar Tetegewo in centraal Nias.

Foto Emanuel Valit Lase

Vrijdag 4 juliGelijkwaardigheid

Maar liefst dertien Indonesische (online) mediakanalen, waaronder het gerenommeerde weekblad Tempo, rapporteren over Suara yang Pulang en onze werkwijze: het project is slechts het begin van een weg die we samen opgaan. Daarin staat niet de overdracht van objecten centraal, maar samen voelen en bedenken wat we ermee willen doen. Zo kunnen we de wensen van brongemeenschappen leidend maken. Mijn rol als curator beperkt zich tot bemiddelaar: hoe kunnen we die wensen vanuit Amsterdam faciliteren? Op die manier is niet langer Amsterdam het centrum, en de voormalige koloniën de periferie, maar kunnen we werken aan sociale en culture verhoudingen waarin gelijkwaardigheid hopelijk beter gegarandeerd wordt.


Goor, geil, teder, ambivalent: een Don Giovanni uit duizenden op het festival van Aix-en-Provence

Hitte, zengende hitte. In het openluchttheater d’Archevêché wapperen bezoekers met festivalwaaiers, of ze leggen elkaar bevroren flesjes Evian in de nek. Voorstellingen beginnen vanwege de warmte sowieso pas om half tien ’s avonds maar dan nog: tijdens Louise, een vergeten romantische opera van Gustave Charpentier, is het buiten tot elf uur bijna dertig graden.

Elke voorstelling op deze 77ste editie van het Festival d’Arts Lyriques is opgedragen aan Pierre Audi. De op 3 mei plots gestorven festivaldirecteur leidde in Nederland onder meer dertig jaar De Nationale Opera, en maakte daarna van Aix de place to be. Niet voor wie behaagkunst zoekt, wél voor wie door opera geprikkeld en geraakt wil worden. Hier zag je zomers de wereldpremière van Innocence van Kaija Saariaho: zo’n werk waarvan je meteen voelt dat het muziekgeschiedenis schrijft, en dat daarna in operahuizen overal ter wereld werd hernomen. Je raakte gedeprimeerd van de gitzwarte ensceneringen die regisseur Romeo Castellucci maakte van klassiekers als Mahlers Tweede symfonie en het Requiem van Mozart.

Lees ook

„Dit festival is niet voor gezellige voorstellingen na het diner.”

Scène uit Requiem van regisseur Romeo Castellucci.

Voor de ambitieuze programmering, vorig jaar uitmondend in een begrotingstekort van drie miljoen euro, won het festival dit jaar de Birgit Nilssonprijs ter waarde van één miljoen; steun in de rug om de „synergie tussen innovatie en kwaliteit die het festivalhandelsmerk is te kunnen blijven koesteren”, aldus Audi in een nog voor zijn dood geschreven bedanktekst. Op de editie van dit jaar is 14% bezuinigd, maar het restbudget van 24 miljoen is nog altijd zo’n zes keer meer dan het Holland Festival heeft (en een derde van de Salzburger Festspiele).

Wereldpremières

Pierre Audi beschouwde vernieuwing als kerntaak en dat merk je aan alles. Van Benjamin Brittens broeierige zeebonkenopera Billy Budd maakten regisseur Ted Huffman en componist Oliver Leith voor het intieme Théâtre du Jeu de Paume een bekorte bewerking die staat als een huis. Even nog mis je Brittens orkestrale woelingen, maar al snel bevredigt de uitbening voor drie keyboards en percussie (van klokkenspel tot donderplaat) volledig. Ook op de bühne volstaat een witte brug als simpel speeltoneel voor de eveneens in wit geklede matrozen en hun fatale web aan homo-erotische machtsintriges. Mocht deze voorstelling in Amsterdam worden hernomen (graag!), dan liefst ook met de jonge Amerikaanse bariton Ian Rucker: met zijn zoete timbre en engelachtige doch stoere voorkomen is hij de gedroomde Billy Budd.

Benjamin Brittens broeierige zeebonkenopera Billy Budd Foto Jean-Louis Fernandez

Sterren te over in Aix. Die van de toekomst, zoals Rucker, en die van nu. Voor sopraan Elsa Dreisig is de ‘herontdekte’ opera Louise van Gustave Charpentier (1893) een tour de force; ze staat drie uur lang non stop op het podium en kan nergens verslappen. Dreisig imponeert vocaal en theatraal. Maar Louise is niet de rol van haar leven, daarvoor mist de partituur (een soort Frans verismo) balans en originaliteit – hoe liefdevol het operaorkest uit Lyon onder Giacomo Sagripanti er ook mee omgaat. De ene aria die wél bekend is, ‘Depuis le jour’, is ook gewoon het mooiste.

Regisseur Christof Loy liet zich inspireren door de psychologie van de plot, een voor die tijd ongewoon realistische schets van Louises onderdrukte seksualiteit en de giftige familiebanden die haar beknellen – vooral die met haar al te knuffelgrage, sneue vader. Loy geeft er een draai aan door de hele opera te situeren in het soort kliniek waar ‘geesteszieke’ meisjes met hun gefrustreerde libido’s destijds werden weggestopt, met lange houten wachtbanken als symbolisch speeltoneel. Het is allemaal echt goed bedacht en uitgevoerd, maar je had de makers beter materiaal gegund.

De ‘herontdekte’ opera Louise van Gustave Charpentier (1893) met sopraan Elsa Dreisig. Foto Monika Rittershaus

Robert Ickes operadebuut

Een groot publiekssucces is Louise wél, in tegenstelling tot de bij de première stevig weggeboede Don Giovanni waarmee de Britse theaterregisseur Robert Icke (38) zijn operadebuut maakt. Toegegeven: zijn concept is erg duister en te complex. Maar Icke maakte wel een voorstelling die aan het denken zet, tot tranen roert en doet voelen wat opera vermag wanneer zoveel klopt.

Met het eredivisie-orkest van de Beierse Omroep zorgt dirigent Simon Rattle voor een Mozartstijl vol leven, beweging, adem en detail. Wat je hoort is vaak om diep van te zuchten zo goed, ook dankzij de cast met André Schuen als een Don uit duizenden. Hij is goor, geil, teder, ambivalent – en dat alles in zowel stem als spel. Golda Schultz is een Donna Anna vol vocale esprit en kracht, Magdalena Kozena een getekende Donna Elvira.

De bij de première stevig weggeboede Don Giovanni waarmee de Britse theaterregisseur Robert Icke (38) zijn operadebuut maakt. Foto Monika Ritterhaus

Interessant aan Ickes concept is dat hij Don Giovanni bekijkt door de ogen van de ‘consent’-generatie. En dan is een moordlustige rokkenjager die toevallig mooi zingt niets anders dan een ordinaire psychopaat. Voor de uitwerking van dat idee bedacht Icke een list. Don Giovanni en de Commendatore (de door hem vermoorde oude vader die hem uiteindelijk de hel in sleurt) zijn één persoon, oud en jong, waardoor Donna Anna in Don Giovanni geconfronteerd wordt met de vader die haar als meisje verkrachtte.

Het probleem is dat je die ingreep te laat snapt, en tijdens de voorstelling soms met vragen blijft zitten. Dat is jammer, maar de bewondering voor Ickes onmiskenbare theatertalent prevaleert verre. Je hoopt dat hij met zijn sensitieve fileermesje snel meer grote opera’s te lijf gaat. Van deze productie blijven bij: de aangrijpende stomme rol voor een lief 9-jarig meisje dat ook aan Dons dierlijke lusten ten prooi valt (jonge Donna Anna) en de ‘catalogusaria’ die zijn veroveringen opsomt. Daarbij paradeert hier een stoet aan Miss Worlds in badkleding langs – in alle eenvoud een geniale, hilarische vondst.

Toxische mannelijkeid

Is ‘toxische mannelijkheid’ dit jaar de rode draad door de programmering? Het staat nergens, maar het valt wel op in elk van de vier grote producties. De Nederlandse regisseur Jetske Mijnssen is in een sowieso succesvol jaar (eerder deze zomer deed ze Wagners Parsifal in Glyndebourne) aangetrokken voor La Calisto van Cavalli (1651), een vroege barokopera met prachtige muziek, de pan uit swingende intermezzi en tekstgrappen waar Charpentier van had kunnen leren.

La Calisto Foto Monika Rittershaus

De Griekse goden waar de opera om draait – Jupiter, Juno, Diana en de nimf Calisto – zijn net mensen: kwetsbaar of juist machtswellustig, tuk op erotische avontuurtjes. Mijnssen weekt de opera los van barok én oudheid en maakt er een soort gezongen Les Liaisons Dangereuses van, met decors en kostuums in rococo-stijl. Behalve dat het allemaal prachtig oogt, werkt het ook theatraal geweldig en door de energie van de zangers waardeer je de oorspronkelijkheid, de humor én de ernst van de partituur als nieuw. De musici in het Ensemble Correspondances onder Sébastien Daucé schotelen een bonbonnière vol eigenzinnig ingekleurde barokke oorverwennerijtjes voor. In de cast excelleert de pas 25-jarige sopraan Lauranne Oliva in de titelrol, naast een sterke, lekker weerbarstige Alex Rosen als Jupiter-in-travestie.

Opera’s worden lang vooruit gepland, dus waarschijnlijk kun je nog tot 2027 elementen van Audi’s koers aantreffen in Aix. Een opvolger wordt al geworven. Die kan door met de uitdagingen – innovatief en smaakmakend blijven maar binnen budget én met de in Frankrijk ook belangrijke lokale verankering – waarvan Pierre Audi voortijdig werd losgerukt.


Opinie | Down the Rabbit Hole is juist de plek voor activisme

FestivalWake-up call van Massive Attack was nodig

Wat een out of touch-recensie van Frank Provoost over Down The Rabbit Hole 2025 (Op doorgaans sprookjesachtig Down the Rabbit Hole was Gaza onontkoombaar, 6/7). Als hij naar optredens van Saint Levant, Amyl and the Sniffers, Sami Galbi, Hang Youth, Greentea Peng of Zaho de Sagazan was geweest had hij gezien dat de huidige generatie snakt naar eerlijkheid, een politieke stand en empathie. Dat Live Nation (eigenaar DTRH) ook aandeelhouders heeft met banden met Israël (waaronder Vanguard en Blackrock) en bedrijven als Starbucks (zelfde aandeelhouders) en Rabobank (betrokken bij de illegale nederzettingen in Israel die in strijd zijn met het internationaal recht) een prominente plek krijgen op het festival laat maar zien hoe nodig de wake up call van Massive Attack was. De tijd van wegkijken is voorbij, ook op festivals!

Saskia Haverkamp Den Haag


FestivalGemaakte tegenstelling

Wat een rare, gemaakte tegenstelling creëert Frank Provoost in zijn recensie van popfestival Down The Rabbit Hole, afgelopen weekend in Beuningen. Hij voert Gaza op als ongenode gast die een ongedwongen feestje komt verpesten, maar ik ervaarde iets totaal anders.

Provoost schetst een karikaturaal beeld van festivalbezoekers die even aan de werkelijkheid willen ontsnappen, maar vervolgens van een koude kermis thuiskomen door een activistische show van Massive Attack. Nu waren er ongetwijfeld argeloze feestbeesten die een dansje dachten te doen op de hoofdact van de vrijdagavond, maar de gemiddelde festivalbezoeker zal bij de naam Massive Attack echt wel een vermoeden hebben gehad van een duister slotakkoord. En dat werd het inderdaad.

Maar Gaza was niet onontkoombaar, zoals Provoost stelt, het was prominent aanwezig. Veel bands toonden zich solidair met hun vakgenoten die eerder hun nek uitstaken. En bezoekers verwelkomden de diverse statements met luid gejuich en Palestijns vlaggenvertoon.

Het hoogtepunt hiervan was het optreden van Saint Levant, geboren Gazaan, die de recensie van Provoost helaas niet haalde. Levant toverde het podium om tot een Arabisch huwelijksfeest, inclusief tuinstoeltjes, een feest-dj en thee. Zijn opgewekte show werd een euforische viering van saamhorigheid in een uitpuilende tent. En zijn indringende speech over het koesteren van je roots als immigrant, zorgde ervoor dat menig traantje werd weggepinkt.

En zo kozen artiesten hun eigen weg om het grootse onrecht in de wereld niet te negeren, maar te benoemen. Van terloops tot prangend, van confronterend tot mobiliserend. De solidariteit met Palestina was geen verstoring van een idylle, maar een belangrijk onderdeel van de saamhorigheid waar het festival op dreef en waar bezoekers ongetwijfeld zo naarstig op zoek zijn in deze barre tijden.

Teun Meurs Amsterdam

Lees ook

Na Bob Vylan op Glastonbury: hoe gaan festivals om met activisme op het podium? ‘Wij laten ons niet forceren’

Politieke uitingen op Best Kept Secret in juni dit jaar.


FestivalNatuurschade blijft onbenoemd

Ik begrijp niet hoe NRC al die openluchtfestivals, waar tienduizenden mensen de natuur molesteren, kan verslaan zonder zelfs de milieuschade te noemen. Een massale boycot door het publiek van deze festivals zou op zijn plaats zijn.

Joost van Leeuwen Soest


AsielPolitiek debat behoeft nuance

Er is nu sprake van veel politieke retoriek rond de asielnoodmaatregelenwet die de nodige nuance behoeft. Het zou veel waard zijn de maatschappelijk crisis rond immigratie, na decennia maatschappelijk ongenoegen, op weg te helpen naar meer grip op immigratie.

De aanname van de twee wetten ter beperking van de immigratie ging gepaard met de (onbedoelde) aanname van een amendement gericht op het strafbaarstellen van illegaliteit met een maximum straf van zes maanden. Theoretisch kan dan ook de hulpverlener van illegalen gestraft worden omdat je als burger niet mag bijdragen aan
strafbare handelingen.

Deze situatie valt te repareren langs de weg van een novelle [een wetsvoorstel tot wijziging van een wetsvoorstel dat nog bij de Eerste Kamer ligt, red.]. Los hiervan kan het Openbaar Ministerie in de praktijk van de wetstoepassing kiezen voor het opportuniteitsbeginsel en van vervolging afzien. Uit de strafrechterlijke statistiek blijkt dat vaker niet dan wel vervolgd wordt. Dit komt onder meer door de grote capaciteitstekorten in de strafrechtketen. Het cellentekort maakt het in het bijzonder niet snel denkbaar dat zelfs bij het ongewijzigd passeren van de wet snel tot vervolging zal worden overgegaan.

Overigens zou met de mogelijkheid tot opsluiting van notoire overlastgevers uit de welbekende landen die geen kans op asiel geven  wel aan een maatschappelijke behoefte worden voldaan. Dit zou aan de veiligheid van de burger en het draagvlak voor asiel sterk bijdragen.

Tenslotte merk ik op dat bij het toepassen van de wet gaat om het oordeel van de rechter in iedere individuele zaak. Weging van persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke context worden altijd meegenomen. De rechtspraktijk redelijk kennende verwacht ik bij dit type casus een uiterst terughoudende opstelling van de
rechter gelet op de maatschappelijke impact.

Ruud Nijhof Amsterdam

Lees ook

De Tweede Kamer kreeg meermalen het advies ‘neem de tijd bij amendementen’ om ongelukken te voorkomen. Hoe nu verder?

Demissionair minister David van Weel (Asiel en Migratie) voorafgaand een debat in de Tweede Kamer deze week over de wijziging van de vreemdelingenwet. Foto LINA SELG/ANP


AsielGeen kabinet houdt ons tegen

Op 3 juli werd de asielnoodmaatregelenwet door onze volksvertegenwoordigers aangenomen (NSC akkoord met asielwet na toezeggingen Van Weel rond strafbaarstelling illegaliteit, 3/7). Illegaal verblijf in Nederland wordt strafbaar, evenals mogelijk het bieden van humanitaire hulp aan mensen die hier zonder vergunning verblijven.

Dit is in strijd met het werk en moreel besef van veel Nederlanders, evenals met de artseneed. Het is voor mij, internist in opleiding, en andere zorgverleners ondenkbaar om een patiënt vanwege zijn of haar verblijfsstatus geen noodzakelijke zorg te bieden. Geen kabinet houdt ons daar in tegen.

Anna-Sophie Vinke Groningen

Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’


Duitsland ontbiedt Chinese ambassadeur na laserincident op de Rode Zee

Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Chinese ambassadeur dinsdag ontboden, nadat een Chinees marineschip een krachtige laser had gericht op een Duits maritiem patrouillevliegtuig. Het vliegtuig was betrokken bij een EU-missie in de Rode Zee. Het Duitse buitenlandministerie schreef dinsdag op X dat de agressieve daad van China „volstrekt onaanvaardbaar” is, dat „mensen en apparatuur” erdoor in gevaar zijn gebracht, en dat „de operatie verstoord” werd.

Door de Chinese ambassadeur formeel te ontbieden, maakt Duitsland gebruik van een diplomatiek instrument om zijn onvrede kenbaar te maken.

Duitse media, waaronder Taggeschau, schrijven dat het incident begin juli plaats vond. Aangestraald worden met een krachtige laser geldt als een agressieve daad. Sinds vorige jaar is China bezig zijn oorlogsschepen uit te rusten met wapens voor zogeheten gerichte energie, waaronder lasers.

Filipijnen

Begin 2023 werd China al eens beschuldigd laserlicht te gebruiken door de Filipijnen. Toen werd de bemanning van een Filipijns kustwachtschip in de Zuid-Chinese Zee tijdelijk verblind door laserlicht, waardoor het zich terug moest trekken. De Filipijnse kustwacht noemde het incident destijds een „duidelijke schending van de Filipijnse soevereine rechten” in de wateren die zij zelf de West-Filipijnse Zee noemen.

Zes maanden eerder zei het Australische ministerie van Defensie dat hun schip in de Arafurazee bij Noord-Australië ook doelwit was geworden van Chinese lasers van „militaire kwaliteit”.

Welk type verkenningsvliegtuig Duitsland voor de missie gebruikt, is niet bekendgemaakt. Wel is duidelijk dat het vliegtuig is voorzien van verschillende sensoren, van radar tot infrarood, waarmee het objecten en bewegingen op zee kan waarnemen en volgen. Het vliegtuig is „ons oog in de lucht”, aldus het Duitse ministerie van Defensie. Laserlicht kan optische sensoren verstoren, verblinden en, afhankelijk van de sterkte, ook beschadigen.

Operatie Aspides

Sinds februari 2024 neemt Duitsland deel aan operatie Aspides op de Rode Zee, de EU-missie die als doel heeft om de handelsroute op de Rode Zee te beschermen tegen aanvallen de Jemenitische Houthi-rebellen. Sinds het begin van de oorlog in Gaza valt die groep regelmatig handelsschepen aan om een vermeende band met Israël. Ook Nederland is onderdeel van de missie, zij het momenteel niet met schepen.

De EU-missie opereert naast een door de Verenigde Staten geleide maritieme missie in het gebied, operatie Prosperity Guardian.

Het Chinese oorlogsschip met de laser zou zich al vaker in dat zeegebied hebben bevonden, „zonder kennelijke reden en zonder voorafgaand contact” [te maken met de Europese schepen], aldus het Duitse ministerie van Defensie tegen persbureau Reuters.

De missie van het vliegtuig werd na het incident afgebroken. „Het vliegtuig is veilig geland op de basis in Djibouti en de bemanning is veilig”, aldus het ministerie. Inmiddels zou het vliegtuig weer inzetbaar zijn.


Is een duur medicijn een schending van mensenrechten? Woensdag spreekt de rechter zich daarover uit

Kan een farmaceutisch bedrijf met terugwerkende kracht worden teruggefloten voor de prijs die het jarenlang heeft gevraagd voor een gepatenteerd medicijn? Om die vraag draait het in een rechtszaak tegen geneesmiddelenfabrikant AbbVie. De stichting Farma ter Verantwoording heeft in 2023 de fabrikant van het reumamedicijn adalimumab, merknaam Humira, gedaagd voor de rechtbank Amsterdam. Naar verwachting doet de rechter deze woensdag een uitspraak.

AbbVie zou in Nederland een miljard euro aan „buitensporige winst” hebben gemaakt in de periode 2004-2018, toen er een octrooi op Humira zat. Dat geld, zo beredeneert Farma ter Verantwoording, had ook uitgegeven kunnen worden aan andere patiënten die zorg nodig hebben.

Juristen, zorgverleners en gezondheidseconomen in binnen- én buitenland houden de zaak nauwlettend in de gaten. Het medische vakblad The Lancet noemde de verwachte uitspraak „potentieel baanbrekend”. Farma ter Verantwoording is in 2018 opgericht door voorzitter Wilbert Bannenberg (72), een voormalig arts publieke gezondheid die zich inzet voor betaalbare geneesmiddelen.

Bannenberg hoeft geen straf voor AbbVie, of een boete, zegt hij tegen NRC. „Ik hoop op rechterlijke erkenning van het uitgangspunt dat winst op geneesmiddelen – ook als die winst wettelijk is toegestaan – toch juridische grenzen kent.”

Meest verkochte medicijn

Humira is het paradepaardje van AbbVie. De omzet van alleen dit middel bedroeg wereldwijd 21,6 miljard dollar in 2021. Toen het middel in 2002 werd toegelaten op de Amerikaanse markt, was dat een doorbraak in de behandeling van reuma. Later bleek de ontstekingsremmer ook een effectieve remedie tegen tal van andere ontstekingsziekten, zoals de ziekte van Crohn (ontsteking van de dunne darm), colitis ulcerosa (ontsteking van de dikke darm) en psoriasis (een huidaandoening). Zo groeide Humira uit tot het meest verkochte medicijn ter wereld.

Ook in Nederland was Humira jarenlang het bestverkochte en winstgevendste medicijn. Tot 2018, toen het octrooi afliep, kostte de behandeling 460 euro per injectie, jaarlijks zo’n twaalfduizend euro per patiënt. Dat leverde AbbVie Nederland 2,1 miljard euro op. In 2023, vijf jaar nadat het octrooi op Humira was verlopen, was de prijs met bijna 90 procent gedaald. Andere partijen konden het tegen die tijd als generiek middel op de markt brengen.

Die prijsdaling bewijst volgens Bannenberg dat Humira jarenlang onnodig duur was. „Patiënten zijn afhankelijk van dat ene middel zolang het nog onder octrooi is”, zegt hij. Humira zit in het basispakket en wordt daarom vergoed door de zorgverzekeraars. Via premies en inkomensafhankelijke bijdragen betalen alle Nederlanders dus mee aan een vergoed medicijn. „Iedere euro die we als samenleving te veel uitgeven aan Humira, kunnen we niet uitgeven aan andere zorg”, zegt Bannenberg.

Zorginstituut Nederland stelt vast welk bedrag we als samenleving bereid zijn te betalen voor één extra levensjaar in goede gezondheid. Bannenberg liet op basis daarvan berekenen dat van de 1 miljard euro van AbbVie 14.000 mensen een jaar langer in goede gezondheid hadden kunnen leven. Hij noemt het een „verdringing van ons collectieve recht op gezondheid”.

De zaak-Shell

Die nadruk op de schending van mensenrechten maakt deze zaak bijzonder en belangrijk, zegt Brigit Toebes, hoogleraar gezondheidsrecht in een internationaal perspectief aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze is lid van de adviesraad van Farma ter Verantwoording, de stichting van Bannenberg.

Toebes maakt een vergelijking met de zaak in 2024 tegen Shell, waarin Milieudefensie een halvering van de CO2-uitstoot eiste. Het hof in Den Haag gaf Shell gelijk. Maar wat wel overeind bleef, zegt ze, was belangrijker: „De erkenning van de rechter dat naast overheden ook bedrijven een mensenrechtenverantwoordelijkheid dragen.”

Het hoofdkantoor van het farmaceutisch bedrijf AbbVie in Mettawa, Illinois, in de Verenigde Staten. Foto Tannen Maury/EPA

In de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties staat dat niet-statelijke actoren, dus ook bedrijven, daarin verantwoordelijkheid dragen. Dat uitgangspunt werd later uitgewerkt in een aantal ‘principes voor bedrijven en mensenrechten’, ook wel de Ruggie Principles genoemd. „Dat zijn geen regels die bij wet zijn vastgelegd, maar wel de kaders waar Milieudefensie zich op beriep”, zegt Toebes. „En nu dus ook Farma ter Verantwoording.”

Met dit verschil dat onder de zaak tegen AbbVie een concretere berekening ligt, vindt Toebes. „In de zaak-Shell blijft het speculeren hoeveel klimaatschade het bedrijf in de toekomst zal aanrichten.” De schade die AbbVie heeft veroorzaakt is wel te berekenen, zegt ze.

Duurder en duurder

Het verhaal van farmaceuten die gigantische prijzen in rekening brengen voor hun geneesmiddelen is niet nieuw, en hun verweer evenmin. De hoge onderzoeks- en ontwikkelkosten van een medicijn moeten worden terugverdiend. Slechts een deel van het onderzoek resulteert in een veilig en effectief medicijn.

Maar de afgelopen jaren is er wel iets veranderd, ziet Rianne van den Ham. Zij is farmaco-epidemioloog aan de Universiteit Utrecht en deskundige op het gebied van gelijke toegang tot geneesmiddelen. „Behandelingen worden steeds complexer en daardoor duurder. Daardoor zijn er steeds meer innovaties bij ingewikkelde ziektebeelden zoals kanker en zeldzame aandoeningen.” Van den Ham zag de al hoge prijzen van gepatenteerde geneesmiddelen de afgelopen twintig jaar in rap tempo nóg verder stijgen.

De grenzen komen in zicht, bleek afgelopen maand. Toen besloot het Zorginstituut om een aantal behandelingen voor borstkanker niet langer te vergoeden, omdat het niet voor alle patiëntengroepen leidde tot een langere overleving. „Dat besluit was gebaseerd op tegenvallende onderzoeksresultaten, maar het laat ook zien dat we als land niet langer alle behandelingen vanzelfsprekend kunnen vergoeden”, zegt Van den Ham. „Domweg omdat we het niet meer allemaal kunnen betalen.”

Haar stijl is het niet, geeft Van den Ham toe, een complexe discussie als deze uitvechten in de rechtbank. „Maar we hebben mensen als Wilbert Bannenberg wel nodig om het systeem op te schudden. Hij is niet bang om vijanden te maken en hij zegt waar het op staat.”

Bernie Sanders

Bij Bannenberg leefde al jaren geleden het idee om een „principezaak” te beginnen tegen de farmaceutische industrie. Dat AbbVie het doelwit zou worden, was toen nog niet duidelijk. „We zochten naar een middel met een prijs waarvan iedereen zich gelijk kan voorstellen: dit zou niet moeten kunnen”, zegt Bannenberg.

Het werd Humira, dankzij hulp uit onverwachte hoek. De Amerikaanse senator Bernie Sanders maakte zich in 2022 boos over de prijs van Humira in de VS, die daar was opgelopen tot 80.000 dollar per patiënt, in vergelijking met zo’n 12.000 euro in Nederland. AbbVie moest in het Congres onder ede verklaren hoeveel het had uitgegeven aan onderzoeks- en ontwikkelingskosten van het medicijn, en hoeveel winst het ermee had gemaakt. Voor het eerst werd zulke gevoelige informatie openbaar. „We konden dus een reële rekensom maken over de overmatige winst van Humira, met cijfers van de farmaceut zelf, de meest onverdachte bron die je kunt hebben”, zegt Bannenberg. „Dat maakt deze zaak veel sterker dan wanneer je moet gaan rekenen met eigen schattingen.”

Risky Industries

Maar hoe kwam Farma ter Verantwoording tot de conclusie dat er 1 miljard euro „buitensporige winst” werd gemaakt? „Daar is geen definitie van”, zegt Bannenberg. „Maar we hebben het geprobeerd om te draaien door een maatschappelijk aanvaardbare prijs te berekenen. Wat overblijft durven wij buitensporig te noemen.” De stichting extrapoleerde de cijfers die AbbVie vrijgaf in de VS naar de Nederlandse context en stelde zo vast dat het bedrijf met Humira in de octrooiperiode ongeveer 2,1 miljard euro omzet maakte. 29 procent van dat bedrag, zo’n 600 miljoen euro, acht Farma ter Verantwoording een „redelijke winst”. Dat percentage is gebaseerd op allerhande rekenmodellen over eerlijke winsten in de farmaceutische industrie. Trek je van de omzet nog de geschatte kosten voor onderzoek en ontwikkeling van Humira af, geschat op zo’n 440 miljoen euro, dan blijft 1 miljard euro excessieve winst over.

„Elegant” noemt Van den Ham de rekenmethode. „Logischerwijs verweerde AbbVie zich in de rechtszaal door te zeggen dat de aannames onder dit rekenmodel niet kloppen, maar ze geven ook geen inzicht in wat die cijfers wél zouden moeten zijn.” Ze vindt het logisch dat een bedrijf „zulke gevoelige informatie niet wil geven, het tast de concurrentiepositie aan. Maar daardoor is niet duidelijk welk bedrag een farmaceut nou daadwerkelijk investeert in onderzoek en ontwikkeling. Welk deel van dat bedrag is bijvoorbeeld met publiek geld betaald, en kunnen we daar iets van terugzien in de prijs die de farmaceut vraagt?”

Stelt de rechter Farma ter Verantwoording woensdag in het gelijk, dan is nog onduidelijk welke consequenties dat gaat hebben. Verwacht niet dat de rechter een uitspraak gaat doen over hoeveel te veel winst AbbVie heeft gemaakt, zegt Bannenberg: „In het beste geval wordt vastgesteld dat AbbVie in algemene zin te veel winst uit het systeem heeft gehaald, en weten andere farmaceuten dat zij daar ook voor op de vingers getikt kunnen worden.”

Hoogleraar Toebes hoopt dat „farmaceutische bedrijven door deze zaak gaan nadenken over hun beleid, en zich bewuster worden van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.”


Dit kolenverbod kon je zien aankomen

De zaak

De eigenaren van drie elektriciteitscentrales die grotendeels op kolen stoken, eisen schadevergoeding van de overheid. De centrales moeten op grond van het klimaatbeleid van de overheid eerder met de kolenstook stoppen dan dat ze aan het eind van hun levensduur zijn. Het gaat om de energiebedrijven RWE en Uniper.

De beide Duitse concerns zijn eigenaar van de Eemshavencentrale (in Groningen), de Amercentrale (bij de Biesbosch) en de MPP3-centrale (op de Rotterdamse Maasvlakte). Op grond van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie, die in 2019 in werking trad, mag er vanaf 2030 niet meer op kolen worden gestookt; de oudere Amercentrale moest daar al uiterlijk begin dit jaar mee ophouden.

In drie procedures bij de rechtbank in Den Haag stelden de bedrijven dat ze in totaal bijna 2,5 miljard euro schade leden – wat neerkomt op bijna een half procent van de rijksbegroting. Bij het begin van hun investeringen in 2009 zouden ze, in strijd met hun eigendomsrecht, namelijk niet hebben kunnen weten dat de overheid op termijn het gebruik van kolen zou verbieden.

De rechtbank wees in uitvoerige vonnissen de vorderingen af. Het kolenverbod is een inbreuk op het eigendomsrecht van de elektriciteitsbedrijven, maar de eigenaren hadden in 2009 toekomstige beperkingen kunnen zien aankomen. En afgewogen tegen het algemeen belang dat met het klimaatbeleid wordt gediend, zijn hun belangen niet onevenredig getroffen.

De uitspraak: vorderingen afgewezen

Bij het gerechtshof in Den Haag beriepen RWE en Uniper zich wederom op de eigendomsbescherming van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Maar opnieuw slaagt hun beroep niet. Net als de rechtbank zet het hof uitgebreid uiteen hoe de elektriciteitsbedrijven al in 2009 uit allerlei uitingen van de overheid hadden kunnen opmaken dat het stoken van kolen vóór het eind van de levensduur van de centrales sterk zou moeten worden beperkt. Ze hadden ook vanaf 2019 de tijd om zich op alternatieven als biomassa voor te bereiden, zeker nu het verbod pas in 2030 ingaat. En uit de belangenafweging concludeert het hof net als de rechtbank dat de belangen van de bedrijven niet onrechtmatig worden geschaad.

Het commentaar

„Wanneer een bedrijf langetermijninvesteringen doet, mogen de regels niet onderweg worden veranderd”, reageerde eerder een woordvoerder van Uniper op het rechtbankvonnis. Maar als veranderingen voorzienbaar zijn, behoren de tegenvallers tot het ondernemersrisico. Daarom is voorzienbaarheid de centrale kwestie in deze procedures.

Advocaat Jelmer Procee (Pels Rijcken) stond met zijn team de Nederlandse staat bij. Hij doet geregeld bestuursrechtelijke schadevergoedingszaken, maar „deze zaak was relatief groot. Het kost veel tijd om het klimaatbeleid van de afgelopen decennia met een goed verhaal voor het voetlicht te brengen. Op grond daarvan besliste het hof dat Uniper en RWE er ten tijde van de investeringen rekening mee moesten houden dat er gedurende de levensduur van de centrales beperkingen aan de CO2-uitstoot zouden komen, met eventueel ingrijpen door de overheid.”

Alle aspecten kwamen ook bij de rechtbank al aan de orde. „Daar bouw je op voort. Maar ik heb geleerd dat het gevaarlijk is om te denken dat het hof wel net zo zal denken als de rechtbank. Het zijn weer nieuwe rechters, de tijd schrijdt voort en alle argumenten moet je weer opnieuw doornemen. Je moet er weer volledig staan.”

Dat zegt ook advocaat Marinus Winters (A&O Shearman), die samen met anderen optrad voor Uniper. „Met zo’n uitgebreid dossier begin je na het vonnis van de rechtbank feitelijk opnieuw. We hebben onder andere de voorzienbaarheid weer uitgebreid bestreden, evenals de beslissing van de rechtbank dat omschakeling op biomassa de centrale na 2030 nog rendabel zou maken. We onderzoeken momenteel of cassatie mogelijk is.” De Hoge Raad kijkt daarbij alleen naar juridische klachten.

Chris Backes, hoogleraar omgevingsrecht in Utrecht, mailt dat „redenering en uitkomst goed herkenbaar zijn binnen de relevante juridische kaders. Dat wil niet zeggen dat je dit wellicht uiteindelijk ook anders kunt zien binnen exact dezelfde kaders.” Om dat te beoordelen, zou je lang in de stukken moeten duiken. Bij de Hoge Raad kun je alleen klagen over fouten in het recht. „Feiten en bewijskwesties, bijvoorbeeld van wat voorzienbaar was en wat niet, worden door de Hoge Raad niet getoetst. Daardoor zijn de kansen van een mogelijk beroep in cassatie kleiner.”

In het algemeen is weinig te zeggen over de vraag of beperkingen door milieubeleid voorzienbaar waren – en daarmee schadeclaims kansrijk. Duurzaamheid en milieubeleid moeten het volgens hoogleraar Backes overigens vooral van iets anders hebben. „Veruit de meeste reducties van de uitstoot van broeikasgassen door industrie en sommige andere sectoren worden bereikt via het in 2005 ingevoerde emissiehandelssysteem.” Op basis van deze ETS-regeling van de EU krijgen of (ver)kopen bedrijven emissierechten waarmee ze een bepaalde hoeveelheid CO2₂ mogen uitstoten. „Dat is prima voorzienbaar. Daar zijn schadevergoedingen niet aan de orde, ook al gaat het emissieplafond jaarlijks met meer dan 4 procent naar beneden.”

Uitspraak: Gerechtshof Den Haag 24 juni 2025; ECLI:NL:GHDHA:2025:1160


De opmerkelijke ommezwaai van Donald Trump: spreekt voor het eerst steun uit aan Oekraïne en hervat wapenleveranties

De relaties tussen Donald Trump en de Oekraïense regering vertonen elke week meer kenmerken van een achtbaan van de grilligste soort. Sinds zijn terugkeer in het Witte Huis zocht de Amerikaanse president maandenlang in alle openheid toenadering tot de Russische president Vladimir Poetin, de agressor in de oorlog tegen Oekraïne, terwijl hij Volodymyr Zelensky in de hoek zette als een opstandig kind. Oekraïne kreeg wel Amerikaanse wapensteun, dan weer niet. Wel militaire inlichtingen, dan weer een week niet – zoals in maart gebeurde na de knallende ruzie tussen Trump en Zelensky in het Witte Huis.

De Oekraïners zijn de laatsten die te vroeg zullen juichen, maar maandagavond, in Washington, leek het er daadwerkelijk op dat Trump iets is opgeschoven in zijn beoordeling van de Oekraïens-Russische oorlog: hij zei onomwonden dat „we meer wapens gaan sturen”, omdat Oekraïne „zich moet kunnen verdedigen”, het land wordt op dit moment immers „keihard getroffen”.

Concreet betekent het – mocht Washington de leveranties inderdaad hervatten – dat Oekraïne in elk geval weer geavanceerde luchtafweerraketten en andere munitie krijgt, waaronder Patriotraketten, waarmee het land zijn burgers beter kan beschermen tegen de aanhoudende Russische aanvallen met drones en raketten, op sommige dagen meer dan vijfhonderd in een etmaal.

Desastreuze bezoek

Gezien de toenemende hevigheid van die dodelijke Russische aanvallen komt de opmerkelijke ommezwaai in Trumps zwabberende Oekraïne-beleid voor Oekraïne geen dag te vroeg. Vorige week schortte het Pentagon de wapenleveranties die nog voortvloeiden uit afspraken onder het presidentschap van Joe Biden plotseling op vanwege slinkende Amerikaanse wapenvoorraden, zo luidde de officiële lezing. Kort daarvoor, tijdens de NAVO-top in Den Haag, had Trump nog gezegd te zullen kijken of de VS méér konden doen om de Oekraïense luchtverdediging te versterken.

Gelet op Trumps uitgesproken voorkeur voor het oorlogsnarratief van Poetin in de afgelopen maanden is de grote vraag wat de Amerikaanse president langzaam heeft doen opschuiven in de richting van Zelensky, de president die, aldus Trump in februari, „de oorlog nooit had moeten beginnen”.

Verwoeste woningen na een Russische aanval met drones en raketten op Kyiv, op 4 juli. Foto Alina Smutko/Reuters

Allereerst heeft Zelensky sinds zijn desastreuze bezoek aan het Witte Huis eind februari geen moment laten passeren om zijn relatie met Trump te herstellen. Zelensky stemde al in maart in met het voorstel van de regering-Trump tot een tijdelijk staakt-het-vuren – terwijl Poetin vooral onrealistische eisen stelde.

Diplomatieke wervelwind

Zelensky volgde sindsdien onvermoeibaar het voetspoor van de Amerikaanse president – uitgenodigd of niet; hij sprak Trump in het Vaticaan, overlegde met hem in Den Haag, belde regelmatig en bood zelfs aan rechtstreeks in overleg te gaan met Poetin, in Istanbul, om de oorlog tot een einde te brengen.

De eerste gevolgen van Zelensky’s diplomatieke wervelwind werden afgelopen vrijdag voor het eerst zichtbaar, na opnieuw een lang telefoongesprek met Trump. Opnieuw wees Zelensky op de honderden Russische drones en raketten die Oekraïense burgers elk dag te verwerken krijgen, en de kennelijke onwil van Poetin om zelfs maar te reageren op Trumps voorstellen om de oorlog te beëindigen.

Trump had de dag ervoor al contact gehad met Poetin en was „zeer teleurgesteld” in de Russische president, die volgens hem weigert de oorlog te beëindigen. Enkele uren nadat Trump de telefoon had neergelegd bestookte Rusland de Oekraïense bevolking met de grootste barrage aan drones en raketten tot nu toe in de oorlog, waarna vooral in Kyiv urenlang enorme branden woedden.

‘Beste gesprek’ met Trump

Het contrast met het gesprek dat Trump dezelfde dag voerde Zelensky kon niet groter: volgens de Oekraïense president was dat „het beste gesprek” dat hij al die tijd met Trump had gehad, „maximaal productief”, en hij toonde zich naderhand dankbaar voor alle Amerikaanse hulp. Ronduit opmerkelijk was dat Trump volgens The Wall Street Journal tijdens het gesprek met Zelensky had gezegd dat hij niet verantwoordelijk was geweest voor het stopzetten van de wapenleveranties aan Oekraïne.

Met zijn opmerking tegen Zelensky liet Trump zijn minister van Defensie, Pete Hegseth, keihard vallen

Daarmee liet Trump zien dat hij in eigen land zijn eigen schaakspel speelt. Want met zijn opmerking tegen Zelensky liet hij zijn minister van Defensie, Pete Hegseth, keihard vallen. Eerder was binnen Amerikaanse politieke kringen, maar ook in Europa, al openlijk twijfel geuit over de ‘zorgen’ die het Pentagon zou hebben over de eigen munitievoorraden. Veel van de munitie bestemd voor Oekraïne lag immers al in Polen opgeslagen.

Volgens NBC handelde Hegseth volledig op eigen houtje toen hij de levering van de precisiemunitie aan Oekraïne stopzette, zonder dat zijn eigen defensiespecialisten daarvan de noodzaak zagen. Daarmee overviel Hegseth, die de afgelopen maanden al het nieuws haalde door blunders als ‘Signal-gate’, niet alleen het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, maar ook het Congres, de Oekraïense regering en Europese bondgenoten.

Senaat wil Moskou straffen

Met name in de Senaat in Washington bestaat nog altijd brede steun voor militaire hulp aan Oekraïne, én voor meer strafmaatregelen tegen Moskou: senator Lindsey Graham, een van de trouwste Trump-aanhangers in het Congres, probeert samen met zijn Democratische collega Richard Blumenthal al maanden veel zwaardere economische sancties in te stellen tegen Rusland. Een forse meerderheid in de Senaat steunt die plannen.

Lees ook

Nederlandse inlichtingendiensten: Russen zetten in Oekraïne op grote schaal chemische wapens in

Oekraïense militairen oefenen in de regio Charkiv om zich te kunnen wapenen tegen chemische wapens. Foto by Sergey Bobok/Anadolu via AFP)ab

Tot slot lijkt Zelensky bij Trump diplomatieke punten te hebben gescoord met een belangrijke personeelswijziging op de Oekraïense ambassade in Washington. Zelensky zou vrijdag hebben toegezegd de huidige ambassadeur, Oksana Markarova, te vervangen. De aanwezigheid van Markarova is veel Republikeinen in Washington een doorn in het oog, omdat zij te opzichtig zou aanschurken tegen de Democraten. Volgens de Financial Times zou de regering-Trump een stem krijgen in de benoeming van de opvolger van Markarova. Zelensky zou aansturen op de aanstelling van een diplomaat die een „goede dealmaker” is en die „wordt begrepen” door zowel het Witte Huis als het Congres.


Ragfijne nuances van rouw en liefde in Parijs portiekdrama

In het scherp geobserveerde en hartverwarmde bourgeoisdrama L’Attachement van de Franse regisseur Carine Tardieu smeedt verlies nieuwe sociale banden. Wat ingewikkeld is: soms hecht je jezelf te snel aan een ander, soms om heel andere redenen dan je denkt.

Plaats van handeling is Parijs, waar vader Alex zijn vroegwijze zoontje Elliot stalt bij Sandra, de overbuurvrouw in zijn portiek. Een noodgeval: echtgenote Céline bevalt. Ze overlijdt in haar kraambed, en met de zorg voor Elliot en baby Lucille moet weduwnaar Alex zijn verdriet binnen de perken zien te houden.

L’Attachement springt door de tijd in hoofdstukken gekoppeld aan de leeftijd van baby Lucille. Regisseur Tardieu fileert de rouwverwerking helder: haar personages zijn redelijk en intelligent, gekwetste gevoelens escaleren nooit in gooi– en smijtwerk. Dit is een troostrijke, wijze film.

We observeren de zaken meestal via buurvrouw Sandra. Zij is rond de vijftig, eigenaar van een feministische boekhandel en erg gesteld op haar privacy. Met kinderen heeft ze weinig, denkt ze. Maar buurjochie Elliot banjert gewoon binnen met droge observaties en confronterende vragen. En Sandra raakt nolens volens dieper betrokken bij het gebroken gezin in haar portiek.

Misschien hecht Elliot zich juist aan de afhoudende Sandra omdat ze niet moederlijk is; zijn dode moeder meteen vervangen zou emotioneel verraad zijn. Vader Alex maakt zichzelf op zijn beurt wijs dat hij valt voor Sandra, tot zij hem uitlegt dat die liefde uit pijn voortkomt. Hij is niet verliefd op haar, maar op de houvast die ze biedt nu hij worstelt met schuld, angst, verlies en isolement.

Onbewuste drijfveren

Als baby Lucille negen maanden oud is, dient zich voor Alex alsnog de ware liefde aan met kinderarts Emilia. Maar is zij niet te gretig, is hij er wel klaar voor? Als ze halsoverkop trouwen, geeft Alex haar – quasi humoristisch – pas na drie keer zijn ja-woord.

De duivel schuilt in zulke details; L’Attachement legt knap de vinger op de nuances van schuld, projectie, onbewuste drijfveren en leugentjes die we onszelf vertellen. Sandra, voortreffelijk vertolkt door Valeria Bruni Tedeschi, zou als wijze amateur-therapeut nogal onuitstaanbaar worden, ware het niet dat ook zij zichzelf maar wat wijsmaakt. Hoort ze buren kibbelen, dan peinst ze dat zulke geluiden haar eenzaam maken, hoe graag zij ook alleen is. Maar is zij wel zo graag alleen? Adopteert zij Alex’ gezin niet ook omdat ze zelf geadopteerd wil worden?

De dood slaat in L’ Attachement een gat, het leven vult dat op. Baby Lucille zien we opgroeien tot een peuter van 22 maanden: de katalysator, maar zonder emotionele bagage. Voor haar spreekt het nieuwe sociale netwerk dat zich vormt voor zich. Zij staat voor het leven, dat altijd een nieuwe bedding vindt.


Kotsen, watten eten en een lintworm inslikken: speelfilm ‘Toxic’ laat zien hoe ver Litouwse tienermeisjes gaan om model te worden

Alles is grauw en treurig in het Litouwse plaatsje waar tiener Marija door haar moeder in Toxic wordt achtergelaten. De industrie die boven de huizen uittorent, de roestplekken die de muren vanbinnen en vanbuiten bedekken, de jeugd die alles wat verdooft slikt, snuift of naar binnen giet. Tegelijkertijd zijn de jonge vrouwen er volgens hedendaagse schoonheidsidealen vaak bloedmooi: mager, met opvallende jukbeenderen en eindeloze benen.

Hun uiterlijk zien ze dan ook als een van de weinige ontsnappingsmogelijkheden uit deze roestige vergeethoek. Een louche modellenschool maakt daar gebruik van en claimt een opstapje te bieden naar een internationale carrière. Het programma bestaat uit rondjes lopen, controleren of je slank genoeg bent én geld betalen aan de oprichters. Marija mankt en zag zichzelf nooit als modellenmateriaal, maar begint – om in de buurt te zijn van haar frenemy Kristina – deel te nemen aan het programma.

Saule Bliuvaite (1994) won met dit regiedebuut het Gouden Luipaard, de hoofdprijs van het filmfestival van Locarno, met strak gecomponeerde en bevreemdende beelden van cameraman Vytautas Katkus (1991). Die geven alle treurigheid in het stadje en het verhaal geregeld iets humoristisch en zelfs esthetisch, net als de absurde en videoclipachtige momenten. Het schept ook een soort afstand die helpt om niet volledig afgestoten te worden door een personage als Kristina, die snoeihard en onaardig is en – terecht waarschijnlijk– alleen bezig met haar eigen ontsnapping.

Kristina (Leva Rupeikaite) is in ‘Toxic’ alleen bezig met haar eigen ontsnapping uit grauw en treurig in het Litouws plaatsje.

Bruut en pijnlijk

Langzaam ontwikkel je toch enige sympathie voor de twee ‘vriendinnen’ en in hun slipstream de andere tieners in dit plaatsje die volhardend doen alsof ze volwassen zijn en enige controle hebben over hun toekomst. In de praktijk blijkt hun gewicht een van de weinige dingen waarop ze echt invloed hebben. Dus zien we hoe er wordt gekotst, watten worden gegeten en een lintworm ingeslikt.

Je voelt vanaf het begin dat dit onmogelijk goed kan aflopen. De overstap van het pijnigen van hun jonge lichaam om af te vallen naar andere manieren om het in te zetten om vooruit te komen, is niet groot. Hoewel het verlies van naïviteit en jeugdigheid in Toxic bruut en pijnlijk is om te zien, voelt Bliuvaite’s film toch als een verademing tussen andere rauw-realistische films over volwassen worden op de verkeerde plek of moment. Met haar beelden toont ze dat er tussen alle tragedie ook humor en schoonheid te vinden is – en af en toe een sprankje liefde. Zo sluit Toxic aan bij het poëtische sociaal-realisme van onder andere de Britse regisseur Andrea Arnold, die nooit opzichtig naar medelijden hengelt voor haar personages, ondanks al hun tragiek. Saule Bliuvaite en Katkus zijn makers om in het oog te houden.