Praten over invoerheffingen is niet genoeg, zegt het IMF: VS, China én EU moeten eigen economisch beleid bijstellen

Tariffs, oftewel invoerheffingen: het was wel duidelijk dat het daar vooral over zou gaan tijdens de voorjaarsvergadering van het Internationaal Monetair Fonds afgelopen week. Vanwege alle heffingen en contraheffingen stelde het IMF zijn groeiramingen voor de wereldeconomie flink naar beneden bij. Het fonds waarschuwde dat de risico’s voor alle landen „duidelijk neerwaarts gericht” zijn en riep alle regeringen op om „zo snel mogelijk” de handelsspanningen te beëindigen.

Maar de IMF-vergadering maakte ook iets anders duidelijk: achter de chaotische heffingenstrijd van de Verenigde Staten met China, de Europese Unie en tientallen andere handelspartners gaan veel diepere problemen schuil voor de wereldeconomie. Met het sluiten van handelsdeals zijn de spanningen tussen de grote economische machten van de wereld niet zomaar verdwenen.

Wat veelvuldig werd gezegd bij het IMF: de wereldeconomie is in „onbalans” geraakt. Die onbalans gaat over meer dan alleen handelsstromen. De VS, China én de EU moeten hun binnenlandse economische en financiële beleid aanpassen om de wereldeconomie stabieler te maken, zo luidde de boodschap van het fonds. Kort gezegd: de VS moeten minder op de pof gaan leven, China moet minder gaan leunen op export en de EU moet de eigen economie sterker gaan maken.

De IMF-leiding koos zeer voorzichtig haar woorden bij de aanbevelingen aan de drie economische grootmachten. Met name de VS, de grootste aandeelhouder van het IMF, wilden ze in deze politiek ultragevoelige tijden niet voor het hoofd stoten.

Lees ook

Lees ook: IMF: handelsoorlog stort wereldeconomie in grote onzekerheid, kans op financiële instabiliteit groeit

Aankondiging van de voorjaarsvergadering van IMF en Wereldbank in Washington. Foto Shawn Thew/EPA

‘Tekort VS moet omlaag’

„Landen als de VS moeten hun begrotingstekort reduceren”, zei IMF-voorzitter Kristalina Georgieva donderdag. Al jaren hebben de VS zeer forse tekorten op de begroting. De afgelopen twee jaar ging het om ruim 7 procent van het bbp. Economen zeggen al langer dat de VS zo hun handelstekort – waar Trump zo’n hekel aan heeft – zelf verergeren. Want de overheidsdollars uit Washington belanden bij burgers en bedrijven, die er, onder meer, Chinese goederen van kopen. Zo importeren de VS alleen maar méér – en groeit het handelstekort (het verschil tussen export en import) verder.

chart visualization

China, stelde het IMF, moet ook aan de bak. Dat land moet zijn groeimodel, dat al decennia is gestoeld op export, aanpassen. „China moet zijn economie meer in balans brengen richting binnenlandse consumptie”, zei Georgieva. Ook dat wordt al jaren gezegd door economen: meer Chinese binnenlandse vraag, en (relatief) minder export zou helpen het Chinese handelsoverschot te verkleinen. Zo zou ook het Amerikaanse handelstekort wat kunnen gaan slinken.

Het Chinese overschot op de zogeheten ‘lopende rekening’ – die vooral gaat over het handelssaldo – bedroeg 423 miljard dollar in 2024, volgens IMF-data. Dat Chinese cijfer draagt voor een belangrijk deel bij aan het Amerikaanse tekort op de lopende rekening van 1.133 miljard dollar.

Overal waar we kijken in het internationale wereldwijde systeem zien we een onbalans

Scott Bessent
Amerikaanse minister van Financiën

Wat het IMF vraagt van China, is makkelijker gezegd dan gedaan. Chinese consumenten zijn huiverig voor grotere uitgaven, onder meer door de voortgaande crisis in de vastgoedmarkt. De economische malaise van na de pandemie wordt door Beijing weer ‘ouderwets’ opgevangen met een exportoffensief.

Ook de EU, tevens een netto-exporteur, kreeg van het IMF de aansporing meer binnenlandse groei te genereren. Daarvoor is nodig de „interne barrières voor handel” weg te nemen, zei Georgieva. Dat vergt verdere integratie van de Europese interne markt.

Bessent bekritiseert China

Met spanning werd in Washington gewacht op de speech van Scott Bessent, de Amerikaanse minister van Financiën, die woensdag optrad in de marge van de IMF-vergadering.

„Overal waar we kijken in het internationale wereldwijde systeem zien we een onbalans”, zei Bessent. Hij weet dit aan China, dat op oneerlijke wijze, via staatsgefinancierde export, de Amerikaanse industrie zou ondermijnen. „China moet veranderen”, zei Bessent. Het moet „weg van overcapaciteit in de export” en moet juist „zijn eigen consumenten ondersteunen”.

De EU kreeg zowaar een complimentje van Bessent: recent aangekondigde Europese defensie-investeringen creëren een „nieuwe bron van wereldwijde vraag”. Hij spoorde Europa aan de aanbevelingen te volgen van de oud-president van de Europese Centrale Bank, Mario Draghi, om de Europese economie te versterken.

De Amerikaanse minister echode veel van wat het IMF zei. En de VS zelf dan? Bessent liet de Amerikaanse kant van de ‘onbalans’ in de wereldeconomie niet onbesproken. „Wij weten dat we onze begroting op orde moeten krijgen”, zei hij, waarbij hij de vorige regering-Biden de schuld gaf van de tekorten. Hij beloofde dit te zullen „fixen”. Het is sterk de vraag of dit zal lukken, met alle belastingverlagingen die Trump wil doorvoeren.

Amerikaanse kritiek op het IMF

Bij het IMF keken ze ook naar Bessents speech om een andere reden: de gespannen relatie van de regering-Trump met het IMF zelf. Op de achtergrond speelt de vrees dat Trump de VS zal terugtrekken uit het fonds. Hij haalde zijn land eerder al terug uit, onder meer, de Wereldgezondheidsorganisatie. In de radicaal-rechtse beleidsagenda Project 2025 – waaruit Trump nogal eens put – staat dat de VS uit het IMF en uit zusterorganisatie Wereldbank moeten vertrekken, onder meer omdat deze de „mondiale elite” zouden vertolken.

chart visualization

Maar Bessent zei, tot opluchting van de IMF- en Wereldbanktop, dat hij „blijvende waarde” ziet in beide clubs. Wel, zei Bessent, moeten ze allebei hervormen. Het IMF moet zich niet meer bezighouden met zaken als het klimaat en sociaal beleid.

Maar minder aan ‘klimaat’ doen gaat niet zomaar, vindt het IMF zelf, nu klimaatverandering steeds meer schade veroorzaakt in kwetsbare landen. Georgieva noemde het voorbeeld van Barbados, dat IMF-steun krijgt en waar „natuurrampen zeer schadelijk zijn voor de economie”. Het IMF voert geen klimaatbeleid, maar wil landen wel helpen zich in te dekken voor klimaatschade, zei Georgieva.

Ook zei Bessent dat het IMF China harder tot de orde moet roepen vanwege zijn „wereldwijd ontwrichtende beleid”. Zo scherp zou het IMF dat niet kunnen zeggen: China is een grote, belangrijke lidstaat die niet zomaar kan worden geschoffeerd. Wel, zei Georgieva, werkt het IMF aan een paper over steun door de Chinese overheid aan bedrijven. Dit „in samenwerking met de Chinese autoriteiten”.

Zo moet het fonds, in deze tijden van geopolitieke spanningen, op eieren lopen. Het moet de afbrokkelende wereldeconomie een beetje overeind zien te houden – en daarbij alle 191 lidstaten aan boord houden. Inclusief de beide kemphanen in Washington en Beijing.


Ondanks kritiek blijft kabinet bij stikstofaanpak

Het kabinet blijft grotendeels bij zijn plannen voor een uitweg uit de stikstofcrisis, ondanks zware kritiek op de al eerder uitgelekte plannen. Wel neemt het kabinet maatregelen om ook op korte termijn het verlenen van vergunningen weer op gang te krijgen, maatregelen die bij de rechter stand moeten houden.

„Ik geloof oprecht dat hier echt het fundament ligt waarmee we in de toekomst gaan afrekenen met het stikstofspook”, stelde minister Wiersma (Landbouw, BBB) vrijdag na afloop van de ministerraad.

Met name de gezamenlijke provincies en natuurorganisaties vinden de voorlopige plannen te vaag en vermoedelijk onvoldoende om Nederland ‘van het slot’ te halen. Ook de landsadvocaat betwijfelde eerder, in een advies aan het kabinet, of de maatregelen voldoende concreet en gebiedsgericht zouden zijn om stand te houden bij de rechter.

Maar het kabinet blijft grotendeels bij zijn oorspronkelijke plannen. Wiersma: „Natuurlijk moeten we nu echt toe naar de uitwerking, ik snap dat provincies dat liever vandaag dan morgen doen, ze kunnen zelf ook meer doen.” Het kabinet wil na de zomer een „nieuw vergunningsstelsel” presenteren „gebaseerd op een beter inzicht in de staat van de natuur en alle bijhorende drukfactoren”.

Lees ook

Nieuwe stikstofaanpak kabinet, andere meetmethode en ‘lokaal maatwerk’. Landsadvocaat vreest dat tempo ‘onvoldoende’ is

Een boer is aan het werk met een tractor, op de achtergrond luchthaven Schiphol. Foto Jeffrey Groeneweg / ANP

Ook wil het kabinet, op de lange termijn, de Natura2000-gebieden „herijken”. Of de duizenden projecten waarvoor nu geen vergunning kan worden afgegeven omdat er stikstof bij vrij komt, van woningbouw tot dijkversterking, binnenkort wél een vergunning kunnen krijgen, is de vraag. „Het huidige vergunningssysteem is niet meer houdbaar”, schrijft het kabinet aan de Tweede Kamer.

„Zelfs verduurzaming wordt geblokkeerd en wandeltochten kunnen niet doorgaan”, aldus het kabinet. „Het leidt ook tot miljoenen economische schade en heeft een negatief effect op het vestigingsklimaat.” Het kabinet hoopt de vergunningverlening weer op gang te brengen door de „rekenkundige ondergrens” voor de uitstoot van stikstof te verhogen van 0,005 mol per hectare naar 1 mol per hectare, maar moet daarover eerst een advies afwachten van de Raad van State, over enkele weken. Met die verhoging van de ondergrens zouden ook ruim 2.500 boeren, zogenoemde PAS-melders, in één klap zijn gelegaliseerd.

Regionale aanpak

Een nieuwe systematiek waarbij zowel boeren als industrie en verkeer worden gehouden aan maximale uitstoot van stikstof, moet op lange termijn uitkomst bieden. Om ook op korte termijn toch al resultaat te boeken, kiest het kabinet voor „een regionale aanpak”. Met voorrang worden de Veluwe en de Peel aangepakt, twee Europees beschermde natuurgebieden „met de meest urgente opgave”. Er komen zones van 250 meter rond „overbelaste” gebieden waarbij als eerste maatregelen worden genomen, zoals versnelde reductie van stikstofemissies.

„Het begint allemaal met vrijwilligheid”, zei premier Schoof daarover vrijdag na afloop van de ministerraad. Maar als er niet genoeg stikstofreductie wordt gerealiseerd, „moeten we kijken of een vorm van drang nodig is”. Ook wil het kabinet rondom kwetsbare natuurgebieden trajectcontroles voor het autoverkeer instellen.

Natuurorganisaties reageren negatief. Er lijkt „geen juridisch houdbaar plan” te liggen, stelt Natuurmonumenten. Greenpeace noemt de plannen een „schoffering van de rechtsstaat”. VNO-NCW, Bouwend Nederland, Natuurmonumenten en Natuur & Milieu benadrukken in een gezamenlijke reactie dat een oplossing snel nodig is. „Door het uitstellen van noodzakelijke politieke keuzes, wordt de rekening nu gelegd bij de natuur, woningzoekenden en ondernemers.”

Ook boerenorganisatie AgrActie is, om heel andere redenen, „zeer kritisch”. Volgens deze organisatie moet het kabinet geen systeem van emissiereductie introduceren, omdat stikstof „niets zegt over de staat van instandhouding van de natuur”, aldus een verklaring.

Lees ook

Lees ook: Stikstof verziekt steeds meer de onderlinge omgang in de coalitie

Minister van Landbouw Femke Wiersma tijdens een debat over stikstof. Foto Bart Maat


Stikstof verziekt steeds meer de onderlinge omgang in de coalitie

Het is nauwelijks nog nieuws als de regeringscoalitie van PVV, VVD, NSC en BBB ergens diep verdeeld over is en ruzie maakt. Maar zeker lijkt wel: er zijn weinig thema’s waar het onderling zo hoog oploopt, al heel lang en soms heel persoonlijk, als bij stikstof en de boeren. Ook weer deze week. De plannen van BBB-minister van Landbouw Femke Wiersma om Nederland door de stikstofproblemen heen te helpen, leiden tot irritatie en boosheid bij leden van het kabinet en Kamerleden in de coalitie.

VVD en NSC voelen zich gesteund door de landsadvocaat, die de plannen van Wiersma in haar kabinetsbrief hard onderuit haalt. En juist om die juridische ‘borging’ draait het nu: pas als de rechter ervan overtuigd is dat de voorstellen de stikstofuitstoot omlaag brengen, kan de vergunningsverlening voor onder andere bouwprojecten weer op gang komen. Volgens BBB is het al enorm ingrijpend voor boeren, en dus voor de eigen achterban, dat er maatregelen komen voor bedrijven die in de Peel en de Veluwe in een straal van 250 meter liggen van stukjes stikstofgevoelige natuur. Die moeten óf weg, óf op een andere, innovatieve manier gaan werken.

In een speciale ministeriële commissie over stikstof, onder leiding van premier Dick Schoof, waren er leden van het kabinet, van VVD en NSC, die een veel grotere strook rond veel meer kwetsbare natuurgebieden hadden gewild, en ook maatregelen die veel dwingender waren voor boerenbedrijven. Voor BBB is dwang, en dus de mogelijkheid van onteigening, onbespreekbaar. En de BBB’ers weten dat ze in de coalitie en het kabinet met een gerust hart kunnen vasthouden aan die ‘rode lijn’.

De PVV wil de kiezers van het platteland niet van zich vervreemden, vindt stikstof verder nauwelijks een belangrijk onderwerp en steunt BBB. Voor de VVD is stikstof ook geen onderwerp waar die partij het kabinet over zal laten vallen – datzelfde geldt voor NSC. Die partij staat in de peilingen op een verlies van achttien zetels en is net partijleider Pieter Omtzigt kwijtgeraakt.

Lees ook

Nieuwe stikstofaanpak kabinet, andere meetmethode en ‘lokaal maatwerk’. Landsadvocaat vreest dat tempo ‘onvoldoende’ is

Een boer is aan het werk met een tractor, op de achtergrond luchthaven Schiphol. Foto Jeffrey Groeneweg / ANP

Bloemetjes en een enkel koetje

En zo is stikstof vooral voor VVD en NSC aan de ene kant en BBB aan de andere kant een conflict geworden dat er voortdurend is, en de onderlinge omgang steeds verder verziekt. Bij BBB klinkt dat VVD’ers en NSC’ers een onrealistisch droombeeld hebben van de landbouw zoals die in de jaren vijftig was: met „bloemetjes en een enkel koetje” in de wei, terwijl volgens BBB de voedselproductie in Nederland en Europa gevaar loopt. Bij VVD’ers en NSC’ers kun je horen dat BBB-leider Caroline van der Plas „het hele land gijzelt” met haar „dwaze idee” dat Nederland voedseltekorten krijgt als er minder vee komt.

Na het mei-reces komt er een debat over de plannen van minister Wiersma en het is al zo goed als zeker dat VVD en NSC, zoals ze in debatten al veel vaker doen, samen zullen optrekken met oppositiepartijen waardoor Wiersma het, zoals vaker, moeilijk zal krijgen. Wat dat uiteindelijk zal betekenen voor de plannen, is nog niet te zeggen. Net zo goed zal meespelen wat er buiten de Haagse politiek gebeurt: welke nieuwe juridische eisen komen er, hoe lopen rechtszaken af die worden gevoerd over natuur en vergunningen, hoe zien boeren de voortdurende onzekerheid?

‘Land op slot’

En: wie wint in de beeldvorming? Houdt BBB ‘het land op slot’ door maatregelen die lang niet ver genoeg gaan om weer huizen te kunnen bouwen? Of is BBB de partij die „toch maar verantwoordelijkheid neemt” op een terrein dat moeilijk ligt bij de eigen achterban?

In de Tweede Kamer was op vrijdag het reces al begonnen, het gebouw was zo goed als leeg. Caroline van der Plas was er wél. „Ik wil”, zegt ze in haar werkkamer, „beschikbaar zijn voor de media. Dat ze niet het hele land hoeven door te crossen om mij ergens op een bankje in het park te filmen. Voor ons is deze kabinetsbrief een van de belangrijkste dit jaar.”

Lees ook

Drie keer de goudprijs voor een gram minder stikstof – hoe duur het kan zijn om een varkensboer uit te kopen

Illustratie Roland Blokhuizen


Autoriteit Persoonsgegevens: ‘burgers hebben nu nog de keuze om nee te zeggen tegen Meta’

Het had geruisloos voorbij kunnen gaan. Wie dan voor 27 mei geen expliciet ‘nee’ had gezegd, had impliciet ‘ja’ gezegd tegen het eindeloze gebruik van zijn of haar gegevens door Meta (het moederbedrijf van WhatsApp, Facebook en Instagram) om een nieuw model in kunstmatige intelligentie te trainen. Alle foto’s, reacties, likes en andere gegevens die het bedrijf heeft van gebruikers – veelal veel meer dan mensen zelf doorhebben – zullen namelijk gevoerd worden aan het nieuwe model. Die gegevens worden dan, zegt Monique Verdier van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), „voor eeuwig gebruikt”.

Maar burgers hebben een keuze, zegt Verdier. Dus riep de AP donderdag gebruikers van deze apps op om expliciet bezwaar te maken als ze niet willen dat gegevens gebruikt worden. „Dat is de enige manier om grip te houden op je gegevens”, zegt ze, „anders zijn ze straks weg. De gegevens die worden gebruikt om het model te trainen kun je er achteraf niet meer uit halen.”

Waarom doen jullie deze oproep nú?

„Meta heeft zelf wel wat informatie naar buiten gebracht, maar die heeft veel gebruikers niet bereikt. Wij zijn er om burgers te beschermen, daarom hebben we deze oproep gedaan. Mensen moeten zich ervan bewust zijn dat wat ze op Facebook en Instagram hebben gezet, straks niet meer verwijderd kan worden uit het AI-model. Dus is dit het moment om grip te houden op je gegevens. Als dat je niet uitmaakt, dan doe je het niet. Maar veel mensen posten ook foto’s van hun kinderen. Die foto’s worden óók gebruikt door het model. Als die kinderen eenmaal volwassen zijn, kunnen ze daar geen bezwaar meer tegen maken.”

Wat wil Meta precies gaan doen met die data? Krijgen jullie daar duidelijkheid over?

„Ze gaan AI trainen, maar hoe weet ik niet. Door Europese wetgeving is het aan de Ierse privacy-autoriteit om onderzoek te doen, omdat Meta daar gevestigd is. Ze doen al een vergelijkbaar onderzoek naar X, of het überhaupt wel toegestaan is om zonder expliciete toestemming persoonsgegevens te voeren aan een AI-model. Maar los van of het wel of niet mag vonden we het nodig om te laten zien dat mensen nu nog een keuze hebben.”

Het is dus niet duidelijk of Meta zonder instemming van gebruikers die data mag gebruiken?

„Dat is inderdaad nog onduidelijk. Er zijn platweg twee manieren om data te gebruiken: je vraagt expliciet toestemming of je hebt een gerechtvaardigd belang. Meta vindt dat ze dat hebben, Ierland buigt zich nu over die afwegingen.”

Maar ondertussen begint Meta al wel gegevens te voeren aan zijn AI-model. Dat is toch raar?

„Sommige organisaties houden zich heel erg aan de wet. Die vinden de belangen van mensen belangrijk. Andere staan er niet zo bij stil. En weer andere maken misbruik van de situatie.”

Tot welke categorie behoort Meta?

„Dat kan ik niet zo zeggen. Het punt is wel dat deze bedrijven heel veel macht hebben.”

Dus komen ze ermee weg?

„Ze krijgen wel af en toe boetes. Het probleem is: als er eenmaal zo’n onderzoek ligt als dat wat de Ieren nu doen, dan volgt er een gigantische juridische procedure. En dan zie je dat dit soort organisaties diepe zakken hebben en zo’n procedure heel lang kan duren. Ik zou niet zeggen dat ze ermee wegkomen, maar als Ierland pas na 27 mei een uitspraak doet, is Meta al wel bezig. Relevanter is daarom nú dat mensen weten dat ze hun grip verliezen op hun gegevens, maar ze er nog iets aan kunnen doen.”

Dat impliceert dat mensen nu wel grip hebben op hun gegevens bij Meta. Is dat zo?

„Dat weet je nooit zeker. Het is ook hoe je ermee omgaat. Ik heb zelf ook Instagram, maar heb alles op privé staan en post niets. Als je alles publiek plaatst… En er zijn natuurlijk al meerdere AI-systemen die het internet leeggetrokken hebben. Daar zitten jouw en mijn gegevens waarschijnlijk al in. Maar je wilt erger voorkomen.”

Welke garanties hebben gebruikers dat hun data inderdaad niet gebruikt worden? Hoe wordt er toegezien op naleving door Meta?

„Dat is aan de Ieren, die zullen dat moeten onderzoeken. Maar als burger zelf kun je dat niet controleren. Je kunt wel eens goed door de instellingen van je telefoon gaan. Moet iedereen alles kunnen zien? Welke gegevens deel je al? Gebruik je Siri wel of niet? Welke zoekmachine gebruik je?”

Later voegt ze nog toe: het is goed om te weten dat gegevens over jou op pagina’s van mensen die géén bezwaar hebben gemaakt, wél in het AI-model van Meta terechtkomen. „Foto’s waarin je getagd staat bijvoorbeeld.”

Is de beste veiligheidsgarantie niet om je Meta-account te verwijderen?

„Ja. Maar dan is de vraag: wordt alles ook echt verwijderd? Het mooie van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is het recht om vergeten te worden. Je kunt een organisatie of website verzoeken om al je gegevens te verwijderen. Als je weg wilt van Meta, zou ik eerst zo’n verwijderingsverzoek doen en pas daarna je account verwijderen. Dan heb je een extra borg, maar je weet het nooit helemaal zeker.”

Er zitten, zegt Verdier, ook mooie kanten aan sociale media. „Bijvoorbeeld om contact te houden met mensen aan de andere kant van de wereld. Maar mensen moeten zich bewust zijn van wat ze aan het doen zijn. Dat bewustzijn komt eigenlijk past heel langzaam op gang. We houden Meta verantwoordelijk voor wat ze doen, maar vonden het nodig om burgers te informeren: je hebt een keuze.”


Klaus Schwab verkeerde maar al te graag tussen de machtigen der aarde. Zijn lange carrière is nu abrupt ten einde gekomen

‘Wij zijn niet van de cocktailparty’s.” In de documentaire The Forum (2019) laat Klaus Schwab de afkeer van al te veel poespas bij hem en zijn vrouw Hilde duidelijk blijken. Het moet op zijn World Economic Forum (WEF) gaan over de inhoud, zo is hij stellig.

Des te opvallender zijn de beschuldigingen die deze week naar buiten kwamen over de Duitse econoom (87). Hij zou persoonlijke financiële belangen met die van het WEF hebben vermengd, onder meer door met geld van zijn organisatie privémassages en luxevakanties voor zijn vrouw in het buitenland te financieren. Dat staat te lezen in een klokkenluidersbrief die deze week naar het bedrijf werd gestuurd en die is ingezien door de Wall Street Journal.

Schwab kondigde deze week vrij onverwacht zijn afscheid aan bij het WEF. Meer dan vijftig jaar was de Duitser verbonden aan de organisatie die hij ooit zelf begon. Het jaarlijkse congres in het Zwitserse Davos groeide uit tot een enorme bijeenkomst met invloedrijke figuren. Door de jaren heen stonden op de gastenlijst vele wereldleiders, politici, topmannen uit het bedrijfsleven en invloedrijke denkers.

Lees ook

Lees ook: Onderzoek naar WEF-oprichter Klaus Schwab om financieel wangedrag

WEF-oprichter Klaus Schwab bij een sessie in januari 2025.

Schwab organiseerde in 1971 het eerste World Economic Forum. Wat aanvankelijk begon als een ideeënuitwisseling tussen Europese wetenschappers, groeide uit tot een van grootste netwerkbijeenkomsten ter wereld. Deelnemers aan de jaarlijkse bijeenkomst in het Zwitserse Davos stellen dat zij via de verschillende paneldiscussies en netwerkborrels inzichten opdoen die richtinggevend zijn voor de grote problemen wereldwijd. Toch worden er geen grote besluiten genomen in Davos. Het gaat meer om het uitwisselen van ideeën en kennis.

Door de jaren heen is het WEF voer geweest voor complotdenkers die beweerden dat de elite er bijeenkwam om te werken aan een zogenaamde nieuwe wereldorde, waarin regeringen met overheden zouden samenspannen op weg naar een surveillancemaatschappij. Met name Schwabs pleidooi voor globalisme werd daarbij onder vuur genomen.

Vooral in coronatijd deden die theorieën opgang, nadat Schwab was gekomen met het idee voor een ‘Great Reset’. Die naam verwijst naar het thema van de WEF-bijeenkomst in 2021. De Duitser maakte zich samen met de Britse prins Charles hard voor het aanpakken van de post-covid-ongelijkheid. Welvaart zou eerlijker over de wereld verdeeld moeten worden, bepleitten ze. Schwab deed de beschuldigingen altijd af als onzin. „Globalisering is een realiteit, net zoals het weer dat is”, zei hij daarover.

Lobby voor Nobelprijs

De laatste jaren kwam steeds vaker de vraag of de tachtiger Schwab niet eens ruimte moest gaan maken voor een nieuwe generatie bestuurders. Maar de Duitser kon zijn geesteskind maar moeizaam loslaten. Nog jaarlijks poseerde hij met zichtbaar genoegen voor fotografen met wereldleiders en sprak hij in kenmerkend Engels met zwaar Duits accent de gasten toe. In de marge van de top waren ook geluiden te horen dat Schwab door zijn uitgebreide netwerk een welhaast perfect gevoel heeft voor wat er in de wereld speelt, maar naar zijn eigen positie kijken vond hij moeilijker.

Vorig jaar deed Schwab alsnog een stap terug als bestuursvoorzitter van het WEF. In plaats daarvan nam hij zitting in de raad van toezicht. Maar ook daar is hij nu vertrokken. Hij gooide dat in een eigen reactie nog op zijn leeftijd. Maar later deze week bleek dat er meer speelde rond Schwab zelf.

Een van de klachten die in brief staat die deze week verstuurd is, is dat er een gebrek aan controle was op de uitgaven die Schwab de afgelopen jaren deed. Zo zou hij medewerkers hebben gevraagd namens hem van WEF-rekeningen duizenden dollars op te nemen bij geldautomaten. Dat geld zou voor privégebruik zijn.

Het zogeheten Global Competitiveness Report, een ranglijst van de concurrentiekracht van landen waarover NRC ook meermaals berichtte, zou bovendien zijn gemanipuleerd ten faveure van bevriende regeringen.

Lees ook

Lees ook: ‘Predikant van het globalisme’, dankbaar personage in complottheorieën: wie is Klaus Schwab, de man achter het World Economic Forum?

Klaus Schwab tijdens de 54ste editie van het World Economic Forum in Davos.

Ook speelde zijn al nooit geringe ego steeds meer op, meldden betrokkenen. Zo vroeg hij mensen binnen zijn organisatie om zich hard te maken voor een Nobelprijs voor de Vrede voor Schwab.

De vele aantijgingen waren voor zijn opvolger Børge Brende reden een onderzoek in te stellen naar financieel wanbeheer en zelfverrijking. Schwab verzette zich daar de afgelopen dagen nadrukkelijk tegen, zo schrijft de Wall Street Journal. Daarbij vond hij WEF-bestuursleden als voormalig Amerikaans presidentskandidaat Al Gore en Thomas Buber (topman Franse verzekeraar AXA Group) tegenover zich.

Het nu aangekondigde onderzoek, waarbij ook een externe partij mee zou kijken, was niet het eerste onderzoek dat de afgelopen tijd werd verricht bij het WEF. Eerder meldden zich al voormalige medewerkers die Schwab en andere mensen uit het management beschuldigden van onder meer racisme en slecht bestuur. Harde bewijzen richting Schwab zouden uit dat onderzoek niet naar voren zijn gekomen, maar Brende voerde wel flinke wijzigingen door in de hoogste managementlagen.

In een officiële reactie sprak Schwab woensdag van „karaktermoord” op hemzelf. Maar feit is dat er deze week een abrupt einde is gekomen aan de 54-jarige carrière van de Duitse econoom, die er zijn levenswerk van maakte te verblijven tussen de invloedrijkste figuren ter aarde. De man met een netwerk zo dik als een telefoonboek die maar geen afscheid kon nemen, moest zijn WEF alsnog loslaten.


Waarom veranderen klassieke ensembles en festivals zo graag hun naam? ‘Ik vind ‘de muziek’ nu ineens heel stom klinken’

Meestal sta je er niet bij stil: ‘boom’, ‘droom’, ‘Rotterdams Philharmonisch Orkest’, zo heten die dingen gewoon. Een naam valt pas op wanneer hij verandert. Vorige week maakte nieuwemuziekensemble Asko|Schönberg bekend dat het vanaf volgend seizoen onder een nieuwe naam zal opereren: Het Muziek.

„Ai, dat belooft weinig goeds”, was de reactie van muziekpublicist Thea Derks. Taalschrijver Paulien Cornelisse worstelde zich naar een vorm van begrip: je zult maar een nieuwemuziekensemble zijn „in deze cultuurhatende tijd”, dan word je „natuurlijk op een bepaald moment gek, en dan denk je dat de verlossing ligt in rebranding.” Muziekjournalist Merlijn Kerkhof van de Volkskrant: „‘Het Muziek’ is infantiel, een modegril, en stompzinnig: onvindbaar in iedere zoekmachine.”

‘Niet te googelen’ is een veel geuit bezwaar tegen de nieuwe naam, maar volgens artistiek directeur van Asko|Schönberg Fedor Teunisse valt het mee: de online vindbaarheid van ‘Het Muziek’ is uitgebreid getest door designbureau Lava, met wie het ensemble de nieuwe naam bedacht heeft, en zoekmachines kunnen er prima mee overweg, ook zonder aanhalingstekens.

Blijft de vraag: waarom zou je de naam Asko|Schönberg, een sterk ‘merk’, vervangen door een naam met een ‘taalkundige breuk’ (aldus het persbericht) die kennelijk veel weerzin wekt?

Met streepje, zonder streepje

„Wat fascinerend is aan de vele reacties”, zegt Teunisse in een videogesprek, „is dat al die mensen met sterke meningen onze huidige naam anders schrijven. Met streepje, zonder streepje, met een ander streepje, met een spatie, wel of geen umlaut, als afkorting. Ik neem het ze niet kwalijk! Ook hebben we een onhandig e-mailadres, met ‘oe’ in plaats van ‘ö’, omdat url’s geen umlaut aankunnen. Belangrijker: ‘Asko|Schönberg’ is geladen met betekenis, dat voel ik ook, maar in feite heeft de naam geen betrekking op wie we nu zijn. Het is een vreemde fusienaam met een muurtje tussen de delen. Dat muurtje wilden we neerhalen, zo is dit proces begonnen.”

Het Asko Ensemble (in 1977 voortgekomen uit het Amsterdams Studenten Kamer Orkest) en het Schönberg Ensemble (in 1974 opgericht door Reinbert de Leeuw en studenten van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag) werkten al decennia veel samen voordat ze in 2009 fuseerden. Het nieuwe gezelschap geldt sindsdien als het voornaamste nieuwemuziekensemble van Nederland, met een repertoire dat constant in ontwikkeling is.

Na de covidperiode en het overlijden van spilfiguren Louis Andriessen en Reinbert de Leeuw merkte het ensemble dat er „een bladzijde is omgeslagen”, zegt Teunisse: in de huidige tijd is het belangrijk om nieuw publiek en nieuwe speelplekken te vinden, en daarbij bleek ‘Asko|Schönberg’ een naam die deuren sluit. Testen met klankbordgroepen toonden dat die deuren voor ‘Het Muziek’ juist opengaan.

„We wilden geen saaie beschrijvende naam, maar iets met karakter, dat onze identiteit weerspiegelt.” De zoektocht voerde langs verschillende titels van Andriessen, godfather van de Nederlandse ensemblecultuur, zoals De Stijl of De Materie. Teunisse: „‘Het Muziek’ kwam zomaar uit de lucht vallen. Simpel, speels, gek genoeg toch ook gelaagd. Het is een naam die ons erfgoed centraal zet: eigenwijze hedendaagse muziek. Bij mij is het omgekeerd, ik vind ‘de muziek’ nu ineens heel stom klinken.”

Teunisse begrijpt de heftige reacties best, zegt hij. „Ik heb me er zelf ook schuldig aan gemaakt. Toen VocaalLab ooit verderging als Silbersee dacht ik: waarom, in hemelsnaam? Maar ze waren de lab-functie ontgroeid, het was een logische stap. Nu vind ik Silbersee een ijzersterke naam. De mens is een gewoontedier, misschien moet dat de conclusie zijn.”

Veel namen veranderden al

Nee, het is niet voor het eerst dat een ensemble van naam verandert. Onlangs nog liet het Nederlands Philharmonisch Orkest het ‘Orkest’ uit zijn naam vallen. Holland Symfonia werd Het Balletorkest. Het Orkest van het Oosten probeerde het ooit onder de enigszins lachwekkende noemer ‘HET Symfonieorkest’, draaide de wijziging een jaar later terug en is inmiddels opgegaan in Phion. Teunisse van Asko|Schönberg is zelf ook ervaringsdeskundige: het andere ensemble waar hij artistiek directeur is veranderde in 2023 van Slagwerk Den Haag in HIIIT. Het is nog te vroeg om cijfers over publieksbereik te kunnen vergelijken, zegt Teunisse, maar de respons op ‘HIIIT’ is „overwegend positief” geweest.

Ook Neil Wallace, artistiek directeur van festival The Big Sing in Haarlem, heeft nog geen harde cijfers: het festival dat hij in 2001 oprichtte als ‘de Internationale Koorbiënnale’ veranderde in 2022 van naam. Wallace: „Laten we eerlijk zijn: koormuziek heeft een imagoprobleem. Men denkt vaak aan amateurs die vals Mozart zingen. En wie weet nou wat ‘biënnale’ betekent? Festivals in de actuele pop hebben fantasievolle namen als Le Guess Who? of Into The Great Wide Open. Waarom kan zo’n naam met energie, ambitie en uitstraling niet in de klassiek? The Big Sing was best een controversiële keuze – ook nog eens in het Engels – en een klein groepje vindt het nog steeds niets, maar de algemene teneur is: fris, aantrekkelijk, passend voor wat we zíjn.” Over ‘Het Muziek’ is Wallace uitgesproken: „Dat komt wel goed, want hoe radicaal dan ook, het is een keuze die getuigt van lef.”

Nog een voorbeeld: de Operadagen Rotterdam. Daarvan bleef vier jaar geleden enkel de beginkapitaal over: ‘O.’, met als ondertitel ‘Festival for Opera. Music. Theatre’. „De naam Operadagen was internationaal ingeburgerd en we kregen best boze reacties. Mensen zeiden: ‘Jullie hebben ons festival afgepakt!’ terwijl er niets veranderde aan de inhoud”, zegt artistiek directeur Guy Coolen. Maar: „Onze vlaggen in de stad werden ineens veel meer opgemerkt. We kregen projectvoorstellen uit gemeenschappen die we voorheen nauwelijks bereikten. Toen ik vroeg waarom ze niet eerder bij ons waren gekomen kreeg ik te horen: ‘Ach, opera, dat is niks voor ons.’” Het woord ‘opera’ bleek mensen af te schrikken. Nu programmeert O. meer kleinschalige producties en trekt het een diverser en jonger publiek. Het kwam het festival op lof te staan van de beoordelingscommissie van de Raad voor Cultuur.

Zelf vond Coolen ‘O.’ aanvankelijk ook nogal radicaal, maar achteraf is hij „zeer blij” met de naamswijziging, omdat de oude naam „niet meer klopte met de inhoud”. Ze zijn niet iets anders gaan doen, benadrukt Coolen: „We programmeren nu alleen mét de mensen in plaats van vóór hen. Ze komen zelf naar ons toe. Dat komt echt door de naam. En van het oude publiek dat is gebleven horen we ook dat ze blij zijn met de nieuwe energie en de jonge bezoekers.”


Anouk gooit opnieuw het roer om – en een onverschrokken duik in de verbeelding van Isidora Zebeljan

Anouk gooit opnieuw het roer om

Groots maar niet bombastisch, rock maar niet clichématig. Voor de verzameling liedjes op haar nieuwe, vijftiende album Set This Thing On Fire koos Anouk een ruigere stijl dan ze de laatste jaren liet horen. Het is een van de eigenschappen die haar uitzonderlijk maakt: de behoefte om het roer om te gooien. Is het wispelturigheid? Angst voor verveling? Of is het leven te kort voor één muzikale kleur? Want Anouk (Den Haag, 1975) heeft een brede smaak.

De liedjes op haar vorige album, Deena & Jim (2023), kregen een ‘filmische’ begeleiding, met groot orkest en dramatische wendingen, ingegeven door haar liefde voor Disney-soundtracks. Eerder maakte ze het Nederlandstalige Wen d’r maar aan (2018), met singer-songwriterachtige nummers met verstaanbare teksten.

Haar flair verlegt ze nu naar opwindende rock. Anouk zal deze zomer geregeld optreden op festivals en festivals gedijen bij rocknummers, vindt ze. Vandaar dat negen van de tien nieuwe liedjes opruien en vlammen.

Zo is ze nu terug bij het begin van haar carrière, die ooit werd aangezwengeld door het succes van rocksong ‘Nobody’s Wife’ (1977). Afgezien van het ruigere Fake It Till We Die (2016), en een poppy rockliedje als ‘Girl’ werd het rockthema goeddeels gepasseerd.

Maar daar zijn ze weer: de gierende uithalen in de zang, knetterende akkoordreeksen op gitaar en hoog opgestuwde tempo’s van de drums. Muzikanten van eerdere versies van haar band, zoals gitarist Leendert Haaksma en bassist Michel van Schie, spelen het met verve.

Producer Thomas Azier, die ook de rocknummers op het recente album van Hang Youth een verrassend randje gaf, werkte eerder aan haar Deena & Jim. Als producer weeft hij hier lucht tussen de zware elementen. Zo dreunen de drums nooit werkelijk, veel nummers krijgen een licht keyboarddeuntje als leitmotiv.

Aanjager van de opwinding is Anouk zelf, haar stem krult en kronkelt als een demoon langs de toonladders. Ze geeft ruim baan aan alle soorten expressie, ze klinkt gemeen, fel, pruilerig. Haar stem klinkt vers geslepen en daardoor scherper, strakker en dynamischer dan in het verleden.

Ze schreef de liedjes deels alleen en deels met vaste medewerker Martin Gjerstad. De teksten passen bij rock, met hun bozige toon en negatief zelfbeeld. Want hoe succesvol ook, bij Anouk is het glas doorgaans half leeg. In een tijd waarin veel muzikanten zich graag op de borst slaan, is dat verfrissend. Anouk bezingt zichzelf zo: „Forgive me and my manners, I’d rather be alone” (in ‘Can’t Fix Repeaters’); „My heart is just a big ego rooted in dark dirt” (‘Where The Mind Goes’), en soms kwetsbaar, „You better be careful/ That’s my heart you hold” (‘That’s My Heart You Hold’).

Na de aangenaam schel-frisse rock-douche van opener ‘That’s My Heart You Hold’ zijn ook ‘How To Clear A Room’ en het titelnummer geslaagd. Afsluiter ‘Vicky Lane’ is de enige ballade, een vroeg kerstnummer met licht sentimentele tekst („Will you be home for Christmas?”). Tussen de rake uithalen zijn er enkele missers. Zo klinkt de hoge zang te dramatisch in ‘Losing My Mind’ en ‘Outrage 3,2,1’. ‘I See You’ daarentegen ontwikkelt zich mooi geleidelijk van lichte rock tot steeds ruigere smeekbede.

Een ode aan de muzikale ziel van Isidora Zebeljan

Het schemerde in Belgrado die eerste dag van september vorig jaar. Met zijn tweeën wandelden we door de wijk Vračar met zijn monumentale christelijk-orthodoxe kerk. En niet ver hiervandaan stond hun huis, vertelde Borislav Cicovacki, bioloog, hoboïst en schrijver van beeldrijke en melancholieke romans over het uiteenvallen van Joegoslavië.

Het schemerde in Belgrado die eerste dag van september vorig jaar. Met zijn tweeën wandelden we door de wijk Vračar met zijn monumentale christelijk-orthodoxe kerk. En niet ver hiervandaan stond hun huis, vertelde Borislav Cicovacki, bioloog, hoboïst en schrijver van beeldrijke en melancholieke romans over het uiteenvallen van Joegoslavië.

In dat huis woonde hij met zijn vrouw, componist Isidora Zebeljan. Vijf jaar geleden, twee dagen na haar 53ste verjaardag, stierf zijn grote liefde. „Ze was iemand”, mijmerde hij, „met een onweerstaanbare muzikale ziel. Haar noten brachten tranen in onze ogen en droogden ze in het voorbijgaan. Isidora liet liefde ontwaken in het gemoed van haar luisteraars.”

Vrijdag verscheen het album Three Curious Loves, een ode aan Zebeljan door de Nederlands-Britse violist Daniel Rowland en zijn – en haar – vrienden. De titel van het klarinetkwintet ‘Song of a Traveller in the Night’ vat treffend het wezen van haar muziek samen: een onverschrokken duik in de verbeelding, inwendig luisterend naar wat licht en duisternis te vertellen hebben, vaak vrijmoedig dansend met alles wat angst kan aanjagen.

Zebeljans stukken zijn grillig en mysterieus, maar altijd vol levenslust, zelfs de meest verstilde ervan, bijvoorbeeld ‘Dark velvet’ en ‘Intimate Letter from Judean Desert’, beide gloedvol vertolkt door het ‘Nederlandse’ Arethusa Quartet. ‘Dark velvet’ schreef Zebeljan twintig jaar geleden bij wijze van In Memoriam voor de componist Gustav Mahler, de man die zocht – en dat lijkt zij ook te doen – naar een spirituele kern.

Zebeljan schreef ook twee wonderlijk mooie en verhalende stukken, ‘The Cherry Orchard’ en ‘Andrey’s Violin’, bij de twee beroemde toneelwerken De Kersentuin en Drie zusters van de Russische schrijver Anton Tsjechov. Het album omvat een staalkaart van haar kunnen. De stukken bewijzen andermaal de ontwikkeling van de laatste jaren dat de hedendaagse componisten de naoorlogse intellectualistische veren hebben afgeschud, want met die veren konden ze niet vliegen. Tegenwoordig krijgt de fantasie weer gewoon de vrijheid. En Zebeljans kunst is er een goed voorbeeld van.

Het titelwerk ‘Three Curious Loves’ – een vioolconcert opgedragen aan Daniel Rowland – werd door de componist aan hem beschreven als een avontuurlijke speurtocht over „zeven bergen en oceanen, naar drie magische schatten, die verborgen zaten in gouden eieren in de beboste Twentse heuvels”. Rowland zou daarin, zei ze, drie liefdes vinden. Hij had er maar één, de Servische cellist Maja Bogdanovic, wierp de violist tegen. Maar Zebeljan kreeg gelijk: in de jaren erna werden er twee dochters geboren.

Deze aanstekelijke verbeelding – bij de componist en de musici – verklankt een muzikale ziel die niet alleen, om met Cicovacki te spreken, „onweerstaanbaar” is, maar ook onsterfelijk lijkt.

Latin
Natalia Lafourcade
Cancionera

Cancionera is een album dat je steeds een beetje harder zet. Je wil die piano in, tegen de gitaarsnaren kruipen, de stem van Lafourcade nog net iets dichterbij halen. Het is een prachtig, kraakhelder album, waarop ze de perfecte balans tussen Latijns-Amerikaanse traditie (son jarocho, ranchera, bolero en meer) en haar indiepop-neigingen vindt, in songs die als one-takes zijn opgenomen en ook zo klinken: levend, urgent, vol emotie. (Peter van der Ploeg)

Indie rock
Josephine Odhil
Monstera

Het solo-debuut van de Amsterdamse zangers Odhil, ooit bekend als voorvrouw van The Mysterons, heeft niet de grote charme die ze live wel heeft. De Twin Peaks-achtige mysterieuze geluidswolken ontbreken hier. Een mooie volle stem, een aantal hoekige synthesizerliedjes (‘Empathy’) en het catchy ‘In The Dark’ trekken nu de aandacht. (HC)

rock
Messa
The Spin

Op het heel grote podium van Roadburn verdronken ze een beetje, en dat is zonde want muzikaal staat het vierde album van Messa als een (verlaten, behekst) huis. De doomrockband uit het Italiaanse Cittadella ademt mysterie, en is ondanks de donkere onderstroom meeslepend en warm – denk Moonspell, Sinistro en Windhand. Sara Bianchin heeft de perfecte stem voor die Mediterraanse melancholie. (PvdP)

country
Julien Baker en Torres
Send A Prayer My Way

Aangenaam schonkig en rudimentair klinkt het country-album van zangeres Julien Baker (bekend van Boygenius) en Torres. Er is jammerende samenzang en er klinkt een vlammende pedalsteel-gitaar. Hun alternatieve versie van de Nashville-stijl wordt extra opgefrist door de ode aan homoseksuele liefde in het liedje ‘Sugar In The Tank’. (HC)

klassiek
Nicola Benedetti & Aurora Orchestra o.l.v. Nicholas Collon
Beethoven – Vioolconcert

Het Vioolconcert van Beethoven werd talloze keren opgenomen. Maar voor wie nog een cd-kast bezit: ruim een mooie plek in voor de nieuwe betoverend frisse en kamermuzikale benadering van de Schotse violist Nicola Benedetti en de uit het hoofd – of mooier: by heart – spelende musici van het Aurora Orchestra en dirigent Nicholas Collon. (JG)


Nieuw maatregelenpakket Hermans laat zien: klimaat is voor het kabinet geen prioriteit meer

Sophie Hermans kan de coalitie niet naar haar wil buigen. Klimaat is geen prioriteit meer. Het aanvullende klimaatpakket, dat het kabinet vrijdag naar buiten bracht, komt vermoedelijk tekort om in 2030 55 procent minder uit te stoten dan in 1990. Het kabinet schraapt maatregelen bijeen die enkele megatonnen CO2 verminderen, maar doet minder dan nodig is om de doelen voor 2030 met enige zekerheid (50 procent) te halen.

Zo zet het kabinet in op meer CO2-opvang, bijvoorbeeld bij afvalcentrales en de industrie. Ook wordt het gebruik van biobrandstoffen (gemaakt uit bijvoorbeeld plantaardig afval) voor het zware wegverkeer verder aangejaagd. Nieuwe zakelijke auto’s worden vanaf 2027 fiscaal gestimuleerd elektrisch te zijn. Tegelijkertijd bestaat een aantal klimaatmaatregelen nog vooral uit voornemens: er wordt onderzocht of de warmtepomp weer meer gestimuleerd kan worden, nadat het kabinet de verplichting eerder juist afschafte. Ook komt er een pilot waarin huiseigenaren via de Nationale Hypotheekgarantie goedkoper kunnen lenen om het energielabel van hun huis te verbeteren.

Lastige keuzes heeft het kabinet niet durven nemen

De afgelopen maanden werd duidelijk dat Hermans grote moeite had om draagvlak te vinden binnen het kabinet voor aanvullende klimaatmaatregelen, die volgens het Planbureau voor de Leefomgeving nodig waren. Daarvoor was Hermans ten dele (voor het verduurzamen van verkeer, woningen en de landbouw) afhankelijk van andere ministers in het kabinet. Een blik op het klimaatpakket toont dat extra, groene maatregelen enkel haalbaar waren als deze geen al te dwingend karakter voor burgers of bedrijven hadden.

In oktober zei Hermans in een interview met NRC dat het „laaghangende fruit inmiddels wel geplukt” was en dat er „lastige keuzes” aankwamen die mensen zouden „voelen”. Het kabinet had immers afgesproken de klimaatdoelen te halen. Een halfjaar later blijkt dat het kabinet juist relatief pijnloze maatregelen heeft genomen, die bedoeld zijn om bedrijven en burgers zo veel mogelijk te ontzien. Lastige keuzes heeft het kabinet dus niet durven nemen.

Lees ook

‘Shell en Total trekken zich deels terug uit cruciaal CO2-opslagproject, overheid springt bij’

Shell en TotalEnergies gaan niet investeren in pijpleidingen voor Aramis, een voor het kabinet cruciaal CO2-opslagproject onder de Noordzee. Foto Markus Kaempfer

Kernenergie

In de coalitie bestaat weinig animo om verduurzaming te verplichten of extra geld voor klimaat uit te trekken. De compromissen die zijn gesloten zijn erop ingericht dat ze de schatkist niet belasten. Minister Hermans moet de plannen betalen uit het bestaande Klimaatfonds, waarin het overgebleven geld nog voornamelijk voor kernenergie was bedoeld.

Veel ‘klimaat’-maatregelen zijn bedoeld om de pijn van verduurzamingskosten voor bepaalde sectoren te verzachten.

De bewegingsruimte is dus beperkt geweest voor Hermans. Dat blijkt onder andere uit het feit dat het Klimaatfonds, dat is bedoeld voor structurele verduurzaming, in de Voorjaarsnota gebruikt is om energiekosten voor burgers en grote industrie te drukken. Ook brengt het kabinet een compensatie voor elektriciteitskosten voor de industrie terug, de zogeheten IKC, en verlaagt het de energiebelasting voor burgers met twee tientjes.

Duidelijk is dat veel ‘klimaat’-maatregelen bedoeld zijn om de pijn van verduurzamingskosten te verzachten. Zo wordt de glastuinbouw gecompenseerd voor de hogere CO2-prijs die de sector vanaf 2027 moet betalen volgens Europese regels. Ook schrapt het kabinet een regel die het gebruik van circulaire plastics moest stimuleren, na kritiek vanuit Nederlandse plasticverwerkers. De bedrijven vreesden door de regel de concurrentie met het buitenland niet aan te kunnen. De sector gaat de komende tijd om tafel voor een alternatief. Ook de plicht voor de industrie om groen gas (gemaakt uit mest) te gebruiken in hun processen, wordt afgezwakt

Het kabinet luistert dus naar de kritiek vanuit de industrie over de pijn van de energietransitie, maar neemt ook prikkels weg die de vraag naar groene producten moet stimuleren. Opvallend in dat licht is dat de CO2-heffing voor de industrie, waarop veel kritiek was, wel blijft staan. Al wordt deze iets versoepeld vóór 2030 en juist extra aangescherpt ná 2030. Volgens Hermans is dit een signaal aan de industrie dat deze wat meer ademruimte krijgt de komende jaren, maar verduurzaming wel nodig blijft.

Afscheid van klimaatdoel

Met deze maatregelen is het maar zeer de vraag of de energietransitie genoeg versneld kan worden om de doelstellingen in 2030 te halen. Het Planbureau voor de Leefomgeving schatte in oktober nog in dat Nederland pas in 2035 – vijf jaar later dan de bedoeling – 55 procent minder zou uitstoten. Het tempo van verduurzaming was te zeer vertraagd ten opzichte van afgelopen jaren, concludeerde het PBL.

Met deze klimaatmaatregelen lijkt het kabinet langzaamaan afscheid te nemen van het klimaatdoel van 2030. Verschillende maatregelen, zoals CO2-opslag dat nog in de kinderschoenen staat en het aanscherpen van de CO2-heffing, hebben pas wezenlijk effect ná 2030. Ook is het nog onduidelijk hoe de landbouw gaat bijdragen aan klimaatdoelen.

Zo schuift Hermans meer grote kwesties voor zich uit. Een oplossing voor de stagnerende uitrol van windparken op zee blijft nog uit: voor de zomer komt ze met een actieplan. Hoe het kabinet wil betalen voor de noodzakelijke miljardeninvesteringen in het stroomnet, besluit de regering in augustus. Het kabinet geeft de voorkeur aan een route die de kosten over een langere periode uitsmeert. Wel kondigt het kabinet flexibel stroomgebruik te willen stimuleren: door piek- en daltarieven voor stroom en regels voor slim energiegebruik door apparaten.

Draagvlak verdampt

Achter de schermen valt te horen dat dit pakket voor Hermans het hoogst haalbare was. De minister zit niet alleen in een onwillige coalitie, ook de VVD was altijd huiverig om verduurzaming via regels en belastingen op te leggen. In het vorige kabinet botste D66, en in mindere mate CU, daarover regelmatig met CDA en VVD. In de huidige coalitie is draagvlak voor dat soort verplichtende maatregelen zo goed als verdampt.

Als klimaatminister is Sophie Hermans zelf direct verantwoordelijk voor de industrie en elektriciteitssector. Toch wordt in het pakket van maatregelen niet direct duidelijk hoe ze de vastgelopen verduurzamingsafspraken met de industrie wil vlottrekken. De minister ambieert de randvoorwaarden op orde te brengen, zoals toegang tot het stroomnet, zodat de industrie kán verduurzamen. Het is niet gezegd of de industrie vóór 2030 daar echt stappen in kan maken.

Het is dan ook twijfelachtig of het kabinet met het huidige pakket het tempo van verduurzaming weet op te schroeven. Het kabinet ambieert de uitvoering te verbeteren, maar blijft zitten met een van de grootste bottlenecks: de vastgelopen stikstofvergunningen, zodat ook energieprojecten moeten wachten. Met het nieuwe stikstofpakket lijkt er nog weinig schot in de zaak te komen.


De slag om de vraag ‘Waar is Willy?’ ontvouwt zich verder bij het penistellen op het Tapijt van Bayeux

Het is al langer een discussie onder Britse historici: hoeveel penissen zijn er op het beroemde middeleeuwse Tapijt van Bayeux te zien? De kwestie was: zijn het er 88 of 93? Het hangt er een beetje vanaf van welke school je bent: tel je alleen de ‘knobbels’ die de paarden tussen hun benen hebben hangen, of ook die bij enkele mannen? Het is een discussie die bij de Britten de bijnaam 1066 with knobs on heeft, die in 2018 al een nieuwe wending aannam en nu opnieuw ter discussie is komen te staan.

Aanvankelijk ging men uit van 88 penissen, omdat er alleen naar de paarden werd gekeken. In 2018 stelde een hoogleraar uit Oxford, de mediëvist George Garnett, echter vast dat er te weinig aandacht was geweest voor de zichtbare delen van enkele mannen. Van de 626 menselijke figuren (waaronder zes vrouwen) zouden er vijf mannen zijn met een (zichtbare) penis.

Dat oordeel moet wat de historicus Christopher Monk betreft bijgesteld worden: hij ontwaarde een zesde man met afgebeelde penis, schrijft The Guardian vrijdag.

Het wereldberoemde borduurwerk van 70 meter bij 50 centimeter, dat rond 1068 gemaakt werd, verbeeldt in stripvorm de Slag bij Hastings in 1066. Op het werk zijn 626 mensen te zien, 190 paarden, 35 honden, 506 andere dieren, enkele gebouwen en wat bomen en struiken. Het was de slag waarbij Willem de Veroveraar op het slagveld de Engelse koning Harold II versloeg. Harold was negen maanden eerder op de troon terechtgekomen, terwijl die eerder was beloofd aan Willem.

Wie heeft het grootste paard?

Op het Tapijt van Bayeux zijn zowel de aanloop als de slag zelf te zien. Zo is bijvoorbeeld de belofte aan Willem de Veroveraar afgebeeld, en de instemming van Harold II met de opvolging van zijn oom door Willem. Behalve de aanloop is ook de negen uur durende strijd op 14 oktober 1066 erop te zien, die eindigde met de dood van Harold (de kijker ziet hem met een pijl in zijn oog). De overwinning is aan Willem, en dat had de kijker al kunnen weten, want diens paard is op het werk het grootst van allemaal. „Zo zie je maar: size matters”, merkt The Guardian droogjes op.

Het is een even onbeduidende als vermakelijke discussie bij een werk dat geprezen wordt om de manier waarop de dynamiek, de chaos en empathie allemaal zo precies zijn weergegeven in houdingen, gezichtsuitdrukkingen en gebaren van de figuren op het tapijt. Archeologen en historici hebben zich al vaak over het werk gebogen, en wat dat betreft mag het best verrassend zijn dat er tot 2018 alleen aandacht was voor de genitaliën van de paarden (waarvan dus niet eens de helft met een penis is toebedeeld) en niet voor die van de mannen.

Alles is inmiddels zo’n beetje tot in detail bestudeerd, geteld en geïnterpreteerd. Daar is nu dan de 94ste penis bij gekomen. Historicus Monk vond een zesde in een rennende man die een penis onder zijn tuniek uit laat bungelen: „Ik twijfel er niet aan dat het aanhangsel een afbeelding is van mannelijke genitaliën – de ontbrekende penis, zullen we maar zeggen. De details zijn anatomisch gezien verrassend rijk”, lichtte hij zijn vondst toe. Garnett daarentegen is ervan overtuigd dat het om de schede van een zwaard of een dolk gaat. Wie er gelijk heeft, blijft in het midden: the penis is in the eye of the beholder.

Lees ook

Het Tapijt van Bayeux is digitaal te bekijken: Steek voor steek de elfde eeuw tot leven gewekt

Deel van het Tapijt van Bayeux, met de komeet Halley


Het geweldige / vreselijke verhaal van Fischer-Price-punker Mark Hoppus

Waarom Fahrenheit-182 een geweldig boek is

Is de kans één op een miljoen? Dan gaat het sowieso gebeuren. Zo vat Mark Hoppus (53) zijn leven samen. Alles wat schijnbaar onmogelijk is, lijkt hem te overkomen, schrijft de zanger-bassist van de Amerikaanse punkband Blink-182 in zijn autobiografie Fahrenheit-182.

Om maar meteen met de grootste toevalstreffer te beginnen: hoe kon het anders dat drie opstandige tieners de wereld veroverden en meer dan vijftig miljoen platen verkochten met uitsluitend een paar akkoorden en rijmende onderbroekenlol?

Maar er is meer, betoogt Hoppus. Waarom brak er precies op het moment dat zijn smetvrees en virus- en bacteriefobie piekte (hij waste zijn handen al jaren stuk en hield bij ontmoetingen met fans zijn adem in) een wereldwijde pandemie uit? Waarom moest uitgerekend drummer Travis Barker – het enige bandlid met chronische vliegangst – uit de lucht vallen (maar wist hij óók weer als een van de weinigen die crash te overleven)? En de hoofdprijs van Hoppus’ miljoenenjacht: waarom overleefde hij wél kanker, en zo veel anderen niet?

Moraal van het verhaal: „One-in-a-million happens to me all the time.”

Dat mantra maakt van Fahrenheit-182 een waargebeurd jongensboek waarin alles tóch nog goed afloopt en alle dromen uitkomen, ondanks alle jeugdtrauma’s, angsten, depressies, dwangstoornissen en zelfmoordgedachten. En nee, het is goddank geen zweverige zelfhulpbijbel die verklapt hoe je wereldwijd succes behaalt of tumoren weg kunt manifesteren. Hoppus schrijft alles (met dank aan journalist en ghostwriter Dan Ozzi) broodnuchter, zelfrelativerend en vol humor op, alsof het hem ook maar is overkomen.

Kanker overleven is niet ‘moedig’ of ‘dapper’, benadrukt hij, hoeveel mensen dat hem ook proberen wijs te maken. „Het enige wat ik heb gedaan was in een stoel zitten en gif innemen.” Dat gif is zo heftig dat zijn gezin tot drie dagen na de behandeling niet hetzelfde toilet mag gebruiken, blijkt uit een fragment van het dagboek dat hij op aanraden van zijn therapeut tijdens de chemokuur heeft bijgehouden en waaruit hij – wél dapper – veelvuldig citeert.

Hoe vreemd dat ook klinkt, uiteindelijk heeft kanker hem veel goeds gebracht, vindt Hoppus. De ziekte verdrijft niet alleen zijn depressies maar zorgt ook voor een hereniging met zijn verloren gewaande boezemvriend. Zanger-gitarist Tom DeLonge leek Blink-182 definitief te hebben verlaten om zich te storten op zijn andere band, techbedrijf en (tsja) ufo-onderzoek. Na vier jaar radiostilte belt hij opeens weer.

Hun chemie is het geheim van Blink-182. Vanaf de eerste toevallige (één-in-een-miljoen!) ontmoeting zijn de twee tieners instant soulmates. Ze voelen elkaars pijn over de vechtscheiding van hun ouders, zijn even roekeloos in skateboarden, vertikken het om volwassen te worden en delen daarom dezelfde obsessie voor poep-, pies-, en piemelgrappen.

Vanaf het eerste moment maken ze elkaars zinnen én liedjes af. Over snel stuiterende punkrockbeats en elementaire gitaardeuntjes plakken ze mierzoete melodieën die blijven kleven als kauwgom. De als poppunk verpakte kinderliedjes sluiten uitstekend aan bij de (skate-)-punkhype die halverwege de jaren negentig zijn hoogtepunt beleeft met bands als The Offspring en Green Day. Platenbazen vechten om de band.

Als de zelfbenoemde „Lennon and McCartney of dick jokes” elkaar als vijftigers weer in de armen vallen, blaast dat de band nieuw leven in, met als hoogtepunt een last-minute-show als headliner op het Amerikaanse festival Coachella. Het wordt het grootste optreden ooit, voor ruim 150.000 uitzinnige fans, van wie „de meeste jonger zijn dan wij toen we de band begonnen”.

Het is precies die bevredigende climax (huh-huh) die Hoppus een paar pagina’s eerder had aangekondigd: „I promise this story will give you a happy ending (grow up).”

Waarom Fahrenheit-182 een afschuwelijk boek is

Altijd als de moeder van Mark Hoppus naar een optreden van haar zoon komt kijken, begroet hij haar vanaf het podium op dezelfde manier: „That’s my mom. She gives great blowjobs!

Tsja, de maatschappij of het grootkapitaal zal Blink-182 met hun recalcitrantie niet omverwerpen. Maar dat was ook nooit de bedoeling, schrijft Hoppus. „We waren nooit punk”, geeft hij volmondig toe. „We waren Fischer-Price-punk.”

Had hij het daar maar bij gehouden. Dan was er namelijk helemaal niets aan de hand geweest. Willen jullie kleuterpunk maken? Prima joh! Ga vooral zo door (maar pas een beetje op je moeder).

Maar helaas: ondanks de stelligheid waarmee Hoppus verklaart géén punker te zijn, wurmt hij zich telkens in onmogelijke bochten en spagaten om te bewijzen dat hij dat toch wél is. Het gaat gruwelijk mis als hij claimt dat de band „bloedserieus” wilde werken aan een opvolger van het übergladde en overgeproduceerde doorbraakalbum Enema of the State (1999) dat was ontploft dankzij gelikte videoclips met naakt rondrennende (‘What’s My Age Again’) of als boybands verklede bandleden (‘All the Small Things’).

Dan volgt namelijk de meest wanstaltige passage uit een rock(auto)biografie ooit: „We vielen terug op veel van onze zwaardere, hoekigere invloeden, zoals Fugazi en Quicksand, en dat sijpelde door in de manier waarop we songs schreven. We putten meer uit emo- en post-hardcore-referenties. Zelfs de grappen waren heftiger, met nummers over klaarkomen in sokken en gepijpt worden door je vader, maar qua geluid klonk alles volwassener.”

Oef.

Even voor alle niet-ingewijden: Fugazi is de politiekcorrectste punk- (of eigenlijk: post-hardcore)band aller tijden waarvan de voorman en oppericoon Ian Mac-Kaye geldt als het ultieme geweten van de wereldwijde tegencultuur. De band bedacht een unieke cocktail van dwarse gitaarmuziek (die kan klinken als experimentele indie, razende punkrock of dansbare reggae). Fugazi heeft nul grappige (laat staan puberale) teksten en zal dus nooit of te nimmer komen aanzetten met banale rijmelarijen als „Unless your dad will suck me off”, „your mom will touch my cock” en „ejaculate into a sock” zoals Hoppus doet op de vierde Blink-plaat Take Off Your Pants and Jacket (2001) die exact even gelikt, überglad en overgeproduceerd klinkt als zijn voorganger.

Iedere suggestie van welke gelijkenis dan ook is kortom volkomen misplaatst… tenzij je door dikdoenerig te namedroppen je geloofwaardigheid wilt opkrikken om van je kleuterpunkcomplex af te komen. Hey fellow kids! Kijk mij eens credible zijn!

Die combinatie van zelfoverschatting en gebrek aan realiteitszin lijkt een leidraad te worden in de carrière van Blink-182. Even later is Fugazi alweer vergeten en claimt Hoppus uitsluitend nog met The Beatles, Pink Floyd en The Beach Boys te willen wedijveren. De band overweegt de vijfde plaat, die uiteindelijk geen titel krijgt, zelfs nog even Our Pet Sounds te noemen.

De bijbehorende promo-shows waarvoor de kaartjes slechts één dollar kosten, zijn dan juist weer wél „een terugkeer naar onze punkroots”. Alleen heeft het megalomane proces om die plaat te voltooien een miljoen dollar gekost, én zeven producers. Een paar jaar later worden behalve ontelbare producers ook voortdurend liedjesschrijvers schaamteloos ingevlogen. Do it yourself kun je ook uitbesteden natuurlijk!

Het toppunt van tegendraadsheid? Dat is natuurlijk optreden op een vliegdekschip in de Perzische Golf tijdens de War on Terror. Als een klein kind beschrijft Hoppus hoe indrukwekkend de tournee verloopt langs de in het Midden-Oosten gelegerde Amerikaanse troepen (voor alle niet-ingewijden: die vochten in Irak een op leugens gebaseerde oorlog uit). Trots signeert Hoppus geweerkolven van soldaten. Het is de definitieve dood van de Fischer-Price-punk.