Hoe kwellend is het als je niets voelt? Eline Arbo bewerkte James Baldwins ‘Giovanni’s Room’

‘Ik ben een man! Ik ben een man! Ik ben een man!” Het kippenvel vliegt je op de armen bij de aan waanzin grenzende wanhoop waarmee acteur Eelco Smits zijn tegenspeler die vier holle woorden toeroept – en nog eens, en nog eens. Het is alsof het personage hoopt dat de frase, door hem maar vaak genoeg te herhalen, misschien vanzelf iets gaat betekenen.

Smits speelt David, de verteller in James Baldwins roman Giovanni’s Room uit 1956, nu door Eline Arbo, zeer trouw aan die roman, op de planken gebracht bij ITA. Het beginbeeld in boek en voorstelling is identiek: David staat voor een raam, maar naar buiten kijken lukt niet, daar is het te donker voor. Hij ziet alleen zichzelf weerspiegeld in het glas.

In Giovanni’s Room onderzocht Baldwin het gevoel van leegte, het onvermogen te voelen, waar hij veel mensen, met name witte mensen, mee zag kampen. Omdat emoties zich niet selectief laten verdoven moeten mensen die hun diepste angsten niet onder ogen durven te komen het ook zonder gevoelens van passie, levenslust en liefde stellen, was zijn premisse.

De kwelling die dát teweegbrengt, dat algehele gebrek aan gevoel, en de in potentie levensgevaarlijke consequenties daarvan – dat is een van de hoofdthema’s van Giovanni’s Room.

Even terug naar David. Mompelend, tegen niemand in het bijzonder, begint hij te vertellen wat hij de afgelopen maanden heeft meegemaakt. Terwijl zijn vriendinnetje Hella in Spanje rondreisde om na te denken over zijn huwelijksaanzoek, viel hij zelf, in Parijs, onverwachts als een blok voor een Italiaanse barman. Wederzijds. Zijn homo- of biseksualiteit vindt hij zelf moeilijk te verdragen. Het grootste deel van de vertelling beschrijft dan ook hoe David, die klem zit tussen zijn obsessie met Giovanni (zo heet de barman) en zijn eigen geïnternaliseerde homohaat, probeert om Giovanni’s huurkamertje, waar hij vrijwel direct is ingetrokken, weer te verlaten.

Op het moment waarop we David treffen, voor die spiegelende ruit dus, is hij daarin geslaagd. Giovanni staat op het punt vanwege moord ter dood gebracht te worden, indirect door Davids toedoen, want als hij wat minder met zichzelf en wat meer met Giovanni bezig was geweest, had hij het kunnen voorkomen.

Wat Baldwin hiermee ook laat zien, is dat het – ook – een privilege is om te zwelgen in je onvermogen iets te voelen. Giovanni, die uit een lagere sociale klasse stamt, en die niet, zoals David, een vader heeft bij wie hij even om wat extra geld kan aankloppen, kan zich een dergelijke onthechting helemaal niet veroorloven. Hij heeft het simpelweg te druk met zichzelf in leven houden.

Acteurs Eelco Smits en Jesse Mensah.

Foto Fabian Calis

Verbinden

Hoe dan ook, het draait hier dus om een personage dat er niet in slaagt zich te verbinden met zijn eigen gevoelens, laat staan met die van anderen. Dat maakt Giovanni’s Room niet per definitie een erg theatrale vertelling. Het is zichtbaar hard werken voor Eelco Smits, die bij gebrek aan verbinding met zijn tegenspelers vrijwel elke impuls uit zichzelf op moet diepen. Met een wonderschone overgave strijdt de acteur zich een weg over de vrijwel leeg gelaten speelvloer (scenografie Roel Van Berckelaer), begeleid door fantastisch gecomponeerde (compositie Thijs van Vuure) en heel erg prachtig door de spelers zelf uitgevoerde en gezongen elektronische muziek.

Het ontroert, de manier waarop Smits in dat kille, masturbatoire spiegelpaleis een lichaam wordt. Dat zich in ongemakkelijke houdingen wringt en zich steeds maar weer uit- en aan- en uit- en aankleedt. We horen het personage spreken over een groezelige kamer, over muren en ondoorzichtige ramen, over vuil en smerigheid, maar wat we zien is: ruimte. Één grote, opengewerkte ruimte, met daarin dat lichaam. Deze man kan alle kanten op. Niets belet hem. De muren en de smerigheid zitten in zijn hoofd.

De verbetenheid waarmee David zichzelf tot voelen probeert te bewegen wordt door Arbo kracht bijgezet met tamelijk zwaar theatraal geschut: toneelrook, synthesizers, regenmachines, een stroboscoop. Het geeft de voorstelling dynamiek, maar doet ergens ook machteloos aan. Alsof de emotionele vlakheid van het personage voor de makers zo ondraaglijk werd dat ze die met theatraal bombast hebben willen compenseren.

Met een wonderschone overgave strijdt de acteur zich een weg over de vrijwel leeg gelaten speelvloer

Intimiteit

Ook in de vertolking van Giovanni lijkt Arbo te zijn gezwicht voor menselijkheid. In het boek blijft Giovanni een luchtspiegeling. We zien hem door Davids ogen: hij is mooi, hij is mysterieus… dat was het wel zo’n beetje. Zodra Giovanni, tegen het einde van de roman, voor het eerst iets over zijn eigen geschiedenis vertelt, is dat voor David eerder afstotelijk dan dat het de intimiteit tussen hen vergroot.

Acteur Jesse Mensah vult Giovanni juist met een weldadige persoonlijkheid. Hij geeft Giovanni de agency die Baldwin hem bewust onthoudt. Mensahs Giovanni sprankelt, hij heeft humor, hij is nuchter en geestig en openhartig. In tegenstelling tot David is hij totaal in harmonie met zijn lichaam en zijn seksualiteit. Het is een verademing. Giovanni is de ware, ronde mens, in deze interpretatie. Het is aan zijn aanwezigheid te danken dat deze voorstelling, naast kilte en doodsheid, toch ook levenslust ademt.

Als David in zijn vertelling is beland bij het moment dat Giovanni over het hakblok van de guillotine gekanteld wordt, kantelt in deze enscenering ook de ruit waar David voor staat. Even vangen we er een glimp in op van onszelf. Zo schuift Arbo Baldwins gedachtengoed zachtzinnig richting toeschouwer. Hoe comfortabel zijn wij eigenlijk, met ons eigen spiegelbeeld? Hoe panisch, voor wat zich daar aan ons zou kunnen openbaren?


Drie schrijvers en één schrijverscollectief genomineerd voor de Toneelschrijfprijs 2024

Vier schrijvers en schrijverscollectieven zijn genomineerd voor de Toneelschrijfprijs 2024. Het gaat om de teksten BOG.2 van BOG, The Story of Travis van Esther Duysker, Tijd zal ons leren van Romana Vrede en Zanger zonder volk van Giovanni Brand. De Toneelschrijfprijs 2024 bekroont de schrijver van een oorspronkelijk Nederlandstalig toneelstuk dat in 2023 voor het eerst is opgevoerd.

De jury prijst vier toneelteksten, omdat ze „op unieke wijze maatschappelijke thema’s en persoonlijke verhalen vertellen, elk met een eigen stem en stijl”.

BOG.2 van het makerscollectief BOG noemt de jury „een poging om het toneelschrijven spectaculair heruit te vinden. Deze tekst is een langgerekte, prikkelend poëtische zang aan het leven. Het is geen klaagzang. Geen winnaarssong. Het is een fantastisch lied dat je overkomt. Dit is rock-‘n-roll zonder gitaren of drums maar met vier pennen die je hart.”

In The Story of Travis van Esther Duysker verlaat Travis zijn geboortestad Chicago om een nieuw leven op te bouwen in Nederland. Op 78-jarige leeftijd bezoekt hij in Chicago het familiegraf en blikt hij terug op zijn leven. Het is volgens de jury „een geweldig opgebouwd stuk, met de allures van een roman. De tekst verweeft het hiernamaals met het ‘hiernumaals’ tot een indringend, voortdurend rakend, heftig maar nooit fatalistisch verhaal.”

Slavenhandel

The Story of Travis werd bij Theater Rotterdam geregisseerd door Romana Vrede, die ook genomineerd is voor een eigen tekst: Tijd zal ons leren. Daarin eert Romana Vrede de helden onder de tot slaaf gemaakten die in opstand kwamen tegen de slavenhandel. En ze eert haar moeder. Volgens de jury is dit door Vrede „zo dwingend, veelomvattend en met grote zorg en gevoel voor ritme neergeschreven, dat je bij ieder woord het gevoel hebt: dit is zó belangrijk.”

In Zanger zonder volk zet Giovanni Brand volgens de jury „drie fascinerende, erg herkenbare personages neer in een uniek eigenzinnige taal. Het is een taal die glashelder toont hoe de taal die je spreekt, je automatisch ‘opdeelt’ – of gevangen houdt – bij een groep.”

Op basis van deze genomineerde teksten stelt de jury vast dat „de soms verbijsterende tijd waarin we leven vraagt om urgentie, virtuositeit en inventiviteit aan de schrijftafel”. Deze teksten geven inzicht.

De jury van de Toneelschrijfprijs 2024 bestaat uit recensent Els Van Steenberghe, schrijver en jurist Rachida Lamrabet en schrijver en docent Thomas Verbogt. Zij selecteerden de genomineerde teksten uit 68 inzendingen die in 2023 voor het eerst zijn opgevoerd in Nederland en Vlaanderen. De winnaar wordt dit keer bekendgemaakt op 4 april tijdens festival Shakespeare is dead in Amsterdam.

Het doel van de Toneelschrijfprijs is de Nederlandstalige toneelschrijfkunst en de opvoering van Nederlandstalig toneelwerk te stimuleren. De winnaar ontvangt een bedrag van 10.000 euro. De overige genomineerden ontvangen ieder 1.000 euro.


Vijftien tips voor IFFR: van mainstream tot experimenteel

Mainstream films

Memoir of a Snail (Adam Elliot)

Grace vertelt haar levensverhaal aan haar slak, nadat haar vriendin Pinky is overleden. Na de dood van haar verlamde vader werd ze van haar tweelingbroer gescheiden. Het leven werd sindsdien een smoezelige worsteling. Het zal je verbazen, met zo’n synopsis, dat dit een animatiefilm is. Maar een kinderfilm is het niet. Bloed vloeit, onappetijtelijke naakte lichamen paraderen, en met name de emotionele diepgang van het verhaal vergt wat van je. Mede dankzij de briljante stopmotion: waardoor de film constant tussen hilarisch en diep bedroevend laveert.

The Seed of the Sacred Fig (Mohammad Rasoulof)

Iraanse onderzoeksrechter Iman worstelt met twijfel tijdens de oplaaiende protesten in Iran. Het regime sommeert hem mensen ter dood te veroordelen zonder het bewijs te onderzoeken. Hij gehoorzaamt, terwijl zijn dochters juist meeleven met de demonstranten, onder wie hun opgepakte vriendin Sadaf. Als Imans dienstwapen vermist wordt, slaat zijn angst om in paranoia: een imploderende politieke thriller die met recht de Special Jury Prize won op het filmfestival van Cannes.

I’m Still Here (Walter Salles)

Ontroerend: een kandidaat voor de publieksprijs van IFFR. Hoofdrolspeler Fernanda Torres verdiende een Golden Globe als sterke moeder wier linkse man verdwijnt tijdens de militaire dictatuur in Brazilië. Veteraan Walter Salles, die indertijd bij de familie over de vloer kwam, filmt hoe de terreur op kousenvoeten binnensluipt, een idylle verkilt en een gezin overleeft.

A Complete Unknown (James Mangold)

I’m Not Here was een bewonderenswaardige cerebrale interpretatie van ‘shape shifter’ Bob Dylan. Meer aards is deze verrukkelijke, meeslepende kroniek van zijn meteorische opkomst uit het niets, grote doorbraak en hoe Dylan daarna in 1965 de wollige folkscene opschudt door akoestisch voor elektrisch te verruilen. Liefjes en liedjes, bekend verhaal zeer meeslepend verfilmd met Timothée Chalamet die indrukwekkend met de ongrijpbare jonge Dylan versmelt.

Vermiglio (Maura Delpero)

De jonge deserteur Pietro komt in 1944 aan in Vermiglio, een klein Italiaans bergdorpje. Daar bestaat de oorlog amper. Hij wordt verliefd op Lucia, de oudste dochter van de dorpsleraar. Een grote liefde bloeit op, maar wanneer de oorlog eindigt, moet Pietro weer naar huis, met alle consequenties van dien. Een slopend drama, dat de juryprijs won op het filmfestival van Venetië én de Italiaanse inzending is voor de Oscars.

Miséricorde (Alain Guiraudie)

Alain Guiraudie kennen we sinds L’inconnu du lac – man valt voor mogelijke seriemoordenaar in cruise zone – als specialist in macabere, seksueel geladen gay thrillers. Hier keert koekoeksjong Jéremy bij de dood van zijn stiefvader, een dorpsbakker, terug naar het leeglopende dorpje Saint-Martial, een broeinest van onvervuld verlangen en verknipte lust. We weten wat Jéremy uithaalt, komt hij ermee weg? De pastoor speelt een dubieuze sleutelrol.

Le Comte de Monte-Cristo (Matthieu Delaporte en Alexandre de La Patellière)

Deze nieuwe bewerking van Alexander Dumas’ De graaf van Monte-Cristo was de Franse hit van 2024. Meer dan 8 miljoen kaartjes werden verkocht in Frankrijk alleen. Regisseurs Delaporte en De La Patellière vervormden het boek tot een drie uur lang epos, met zwaardgeslinger en prachtkostuums en stijlvolle muziek. Er zijn wel twintig film- en seriebewerkingen van het boek. Deze behoort tot de beste.


Voor de avonturier

Brutus en Katoenhuis

Rotterdam-West is het jongste zwaartepunt van het IFFR; havens maken hier plaats voor woningen en oude loodsen dienen als culturele vrijplaatsen. Stap in tram of metro voor het Katoenhuis, ‘hub voor Immersive Experiences’, dat vier grote installaties herbergt. In Joep van Lieshouts Brutus is er tweemaal de totaalervaring An Uaihm Bhinn, gebaseerd op de wonderlijke Fingal’s Cave in Schotland: een installatie, expo en optreden in ‘een voortdurend veranderende akoestische en ruimtelijke ervaring’, zo heet het.

Fiume O Morte! (Igor Bezinovic)

Poëet, militair, fascist en dandy Gabriele d’Annunzio bezette in 1919 de stad Rijeka aan de Dalmatische kust met zijn vierduizend troepen. Hij zou Fiume (de Italiaanse naam van de stad) toevoegen aan het Italiaanse Rijk, dat de glorietijden van Rome moest gaan herleven – alleen: de Italiaanse overheid had hem niet gevraagd dit te doen. In deze humoristische documentaire spelen stadsbewoners de bezetting van Fiume na – burgers spelen militairen (sommigen alleen gecast omdat ze „kaal zijn”), voetbalhooligans doen dienst als optochten.

Le deuxième acte (Quentin Dupieux)

Het is een curieus droste-effect, deze film die door AI zou zijn geschreven en geregisseerd, maar niet heus. Absurdist Dupieux opende vorig jaar Cannes met wat even een Franse liefdescarrousel lijkt te worden, maar al heel snel schiet de fine fleur van de Franse acteerwereld uit zijn rol met commentaar op de scènes en op elkaar, om daarna acteurs te spelen die acteurs spelen die acteurs spelen… Enfin, u komt er zelf maar uit.

An Unfinished Film (Lou Ye)

In deze hybride mix evoceert veteraan Lou Ye onnavolgbaar en uiteindelijk ontroerend de Covid-pandemie. Een Chinese regisseur wil een gay romance na negen jaar alsnog afmaken, maar cast en crew moeten in quarantaine in hun hotel bij Wuhan: opeens is alles onafgemaakt. Documentair bij de eerste verwarring, paniek en razernij, dan een Covidfilm met veel smartphone-gedoe rond depressie en introspectie, met onverwachte uitbarstingen van virtueel samenzijn en rebellie. Lou Ye smokkelt er steeds meer echte beelden van Wuhan in. Een film tastend en ongewoon als de lockdowns zelf.

2551.03 – The End

Pastiche op een expressionistische Duitse stille film anno 1920. Aapmens zwerft door een ondergronds, post-apocalyptisch gangenstelsel bewoond door groteske gemaskerde creaturen. Liefst te nuttigen laat op de avond en licht beneveld, maar ook zonder dat hypnotiseren de surrealistische episodes, de industriële of meditatieve noise en de stroboscopen. De Weense kunstenaar Norbert Pfaffenbichler lijkt een en ander te willen beweren over activisme, macht en kunst, maar met zijn adembenemend gevoel voor mise-en-scène doet dat er verder niet zo toe.

Vitrival – the most beautiful village in the world

Een vandaal teistert het Belgische Vitrival met fallische graffiti van penissen. Aan twee jonge agenten de taak de pikspuiter te vinden door middel van ouderwets politiewerk. Is het „die Turkse jongen”, van wie het hele dorp vermoedt dat hij het is? Op traag tempo rijden ze door het dorp, lurkend aan vapes en koffiekopjes. Het wordt een humoristisch portret van een welbekende, kabbelende gemeenschap (gespeeld door de echte dorpelingen) die geniet van „mild weer” en geïrriteerd raakt door de zoveelste wegwerkzaamheden, maar waar ook iets tragisch sluimert.

La gran historia de la filosofía occidental (Aria Covamonas)

Een kosmische animator verfilmt de geschiedenis van de westerse filosofie in opdracht van Mao Zedong. U merkt al: dit wordt geen ‘drie aktes en eind-goed-al-goed’. In collage-achtige animatie versmelten oud en nieuw in auto-botsingen tussen Disney en Plato. Je kan er kritiek op het kapitalisme in lezen, kritiek op kritiek op het kapitalisme, of helemaal niets. Geestig voor de avonturier, maar u bent gewaarschuwd.

Focus: Matthew Lax

IFFR wijdt een programma op Matthew Lax, een schrijver, filmmaker en kunstenaar die queerinterpretaties doet van kunst, teksten, dieren en intermenselijke relaties. In zijn persoonlijke tweeluik A TIRED DOG IS A GOOD DOG richt hij zich op het houden van dieren. Én op koppels die honden nadoen in de slaapkamer. Experimenteel, anders en gewaagd – na één film weet je of je ervan houdt.


NSC en BBB willen dat mensen kunnen stemmen of ze overstappen naar nieuw pensioenstelsel

NSC heeft samen met BBB dinsdag een langverwacht amendement ingediend voor verplichte referenda bij de overgang van het oude naar het nieuwe pensioenstelsel. De indieners van het amendement willen dat deelnemers van pensioenfondsen actief kunnen stemmen over die overstap, wat nu niet het geval is. De nieuwe pensioenwet is na een jarenlange aanloop van kracht en per 1 januari van dit jaar zijn de eerste fondsen overgestapt op het nieuwe stelsel.

Kamerleden Agnes Joseph, Pieter Omtzigt (beiden NSC) en Henk Vermeer (BBB) willen dat deelnemers gezamenlijk instemmingsrecht krijgen bij de overgang naar het nieuwe stelsel. Volgens de Kamerleden is meer inspraak nodig om het draagvlak voor het nieuwe pensioenstelsel te vergroten.

Eigenlijk hebben de indieners van het amendement de voorkeur voor een individueel bezwaarrecht, schrijven ze. Maar omdat de transitie al op gang is en zo’n individuele procedure „lastigere praktische vraagstukken” met zich meebrengt, hebben ze voor een gezamenlijk instemmingsrecht gekozen. Het instemmingsrecht moet per fonds gaan gelden voor zowel gepensioneerden als werkenden die nog pensioen aan het opbouwen zijn. Voor fondsen die al overgestapt zijn naar het nieuwe stelsel, zal het instemmingsrecht niet gaan gelden.

NSC-leider Pieter Omtzigt pleitte al langer voor instemmingsrecht bij de overgang naar het nieuwe stelsel. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen zomer voerde zijn partij hiervoor campagne.

De Telegraaf meldde afgelopen weekend dat aan het eind van de formatie een akkoord is gesloten. Omdat de onderhandelende partijen het niet eens konden worden over het pensioendossier, besloten ze dat het een ‘vrije kwestie’ zou zijn, wat betekent dat partijen niet gebonden zijn aan coalitieafspraken. Daarnaast werd afgesproken dat tot 1 januari dit jaar geen nieuwe plannen zouden worden ingediend, bevestigen Haagse bronnen aan NRC.

Nu die datum verstreken is, laat Joseph in een persbericht weten dat de nieuwe pensioenwet het „onmogelijk [heeft] gemaakt persoonlijk bezwaar aan te tekenen”. Ze verwacht dat haar plannen kunnen leiden tot meer betrokkenheid van pensioendeelnemers en „meer draagvlak”.

Daarnaast publiceerde ze een document waarin ze stelt dat het instemmingsrecht het vertrouwen in het pensioenstelsel kan vergroten. Ook roept ze daarin op tot „realistischere communicatie” over het nieuwe stelsel en te verwachten resultaten „om onnodige teleurstellingen te voorkomen” en „betere mogelijkheden om te sturen op koopkrachtbehoud” – gepensioneerden zijn volgens haar in het nieuwe stelsel minder goed beschermd tegen het risico van inflatie.

BBB-Kamerlid Henk Vermeer zegt in het persbericht tegenstander te zijn van de nieuwe pensioenwet, maar nu die er is, is volgens hem „de deelnemers laten bepalen wat er met het door hen zelf opgebouwde geld gebeurt” het minste wat je kunt doen. Vermeer: „Fondsen vinden dat niet leuk, maar zij zijn er voor de werkenden en gepensioneerden, en niet andersom.”

Angst voor verdere vertraging

De plannen zorgen voor onrust op het ministerie van Sociale Zaken en in de pensioensector, die druk bezig is met de transitie. Men vreest een chaotische situatie met verdere vertraging van de overstap, waar alle betrokken partijen druk mee aan de slag zijn. Bovendien zou het amendement de toch al complexe uitvoering verder bemoeilijken en extra kosten met zich meebrengen.

Vakbond CNV, die in het bestuur van veel pensioenfondsen zit, noemt het „een ingrijpende wetswijziging” die „volstrekt onverantwoord” is. Bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen van ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, zei ruim een jaar terug al dat referenda „doorgeschoten schijndemocratie” zouden opleveren. „We hebben zo lang gesproken, het wordt tijd dat we gaan uitvoeren”, zei hij destijds tegen Z360, een interviewprogramma van RTL.

Fondsen vrezen onder meer hoge uitvoeringskosten. Zeker als hun deelnemers tegen stemmen: dan moet het fonds twee systemen naast elkaar in de lucht houden. Voor de nieuwe pensioenopbouw gaan namelijk wel de nieuwe regels gelden, maar voor de oude pensioenopbouw moeten dan de oude regels blijven gelden. Joseph verwacht dat dit wel mee zal vallen, zegt ze tegen NRC. „Ik denk juist dat dit de kans op fouten en chaos kan beperken. Want je legt mensen een echte keuze voor. Daarmee krijg je ook een regeling waar meer draagvlak onder zit.”

Een ander, juridisch bezwaar waar hoogleraar pensioenrecht Erik Lutjens op wijst is dat het referendum in strijd kan zijn met internationale afspraken, die zijn opgenomen in een verdrag van de internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Het bewuste verdrag geeft vakbonden rechtsmacht om namens werknemers te onderhandelen over collectieve arbeidsvoorwaarden, zoals rond het pensioenakkoord van 2019 het geval is geweest. Referenda zouden dat collectieve onderhandelingsproces kunnen doorbreken en daarmee de positie van de vakbonden ondermijnen, aldus Lutjens.

Volgende week debatteert de Tweede Kamer over een kleine wijziging van de nieuwe pensioenwet met NSC-minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). NSC en BBB willen hun amendement daaraan toevoegen. Het is de vraag hoe de grootste coalitiepartner PVV zich daarbij zal opstellen. De partij van Geert Wilders was altijd tegen de nieuwe pensioenwet en zou de indieners van het amendement aan een meerderheid in de Tweede Kamer kunnen helpen. Als dat gebeurt, is het nog onzeker hoe de Eerste Kamer hiermee omgaat. Daar hebben critici van de nieuwe pensioenwet geen vanzelfsprekende meerderheid.

Met medewerking van Christiaan Pelgrim.


Vrouwelijke filmpioniers die vergeten zijn, door mannen

Langzaamaan wordt bekend dat in de eerste decennia waarin het medium film zijn opgang deed veel vrouwelijke filmmakers actief waren. Ze waren zowel voor als achter de camera te vinden, als regisseurs, scenaristen, editors en acteurs. Dit was niet beperkt tot de Verenigde Staten, het was een wereldwijd fenomeen. Dat deze vrouwen jarenlang vergeten zijn, komt door mannen. Die schreven de eerste filmgeschiedenisboeken, maar hadden weinig aandacht voor het aandeel van vrouwen in met name de eerste dertig jaar van de filmgeschiedenis, de zo cruciale pioniersjaren (1895-1925). Het IFFR wijdt dit jaar een Focusprogramma aan filmmaker Katja Raganelli, die in haar werk de verdiensten van vrouwelijke filmmakers belicht.

In de documentaire Alice Guy Blaché (1997) memoreert Raganelli (1939) dat veel van Blachés films door filmhistorici als Georges Sadoul aan mannen werden toegeschreven, terwijl zij in werkelijkheid meestal de regie-assistenten van Blaché waren. Alice Guy Blaché (1873-1968) was een Franse filmpionier die eerst in Frankrijk werkte (tussen 1896 en 1906 bij Gaumont) en later met haar (camera)man Herbert Blaché naar de VS verhuisde. Ze bouwde er een filmstudio en zette een productiebedrijf op: Solax. Tussen 1910 en 1914 produceerde Solax zo’n driehonderd korte films, waarvan het merendeel verloren ging, een lot dat naar schatting 75 tot 90 procent van de films uit de periode van de zwijgende cinema trof.

IFFR programmeert enkele van Guy Blachés producties, waarin vaak met veel humor de traditionele man-vrouwverhouding wordt uitgedaagd, met soms travestie als onderdeel van de plot. In de komedie A House Divided (1913) is de vrouw niet ondergeschikt aan de man maar absoluut zijn gelijke.

Raganelli’s documentaire over deze filmpionier bevat een in 1982 opgenomen televisie-interview met Blachés dochter Simone, die met veel liefde over haar moeder vertelt. Ook zit er een gesprek in met Bessie Love. Zij speelde in D.W. Griffiths notoir racistische film The Birth of a Nation (1915) en diens historische epos Intolerance (1916), maar ook in enkele komedies van Guy Blaché, die ze roemt om haar rake gevoel voor humor. In ensceneringen speelt Eva Mattes de rol van Alice Guy Blaché. Daar moet je van houden, maar feit blijft dat Raganelli een van de eersten was die aandacht vroeg voor het werk van Guy Blaché, de eerste vrouwelijke filmmaker ter wereld.

Raganelli’s documentaire over Guy Blaché is onderdeel van haar omvangrijke project over vrouwen in de film- en kunstgeschiedenis. Deze werden gemaakt door haar eigen productiemaatschappij Diorama Film, opgericht samen met haar (camera)man Konrad Wickler. Het project begon in 1977 met een portret van de Franse regisseur Agnès Varda – te zien op IFFR, evenals enkele van Varda’s korte films. IFFR vertoont tevens Margery Wilson – Vom Stummfilmstar Hollywoods zur Filmregisseurin (1998). Net als Alice Guy was Wilson (1896-1986) een regisseur, maar van haar tussen 1920 en 1923 gefilmde oeuvre is niets meer over. Ook speelde ze, net als Bessie Love, in Griffiths Intolerance en in de stille westerns van en met westernster William S. Hart: IFFR vertoont The Return of Draw Egan (1916). Raganelli interviewde Wilson in 1982, haar herinneringen aan die periode zijn haarscherp, ze vertelt er met smaak over. Van de dominante Hart moest ze bijvoorbeeld niet veel hebben.

Beeld uit Katja Raganelli’s ‘Lotte Reiniger – Hommage an die Erfinderin des Silhouetten’ (1997).

Geanimeerde silhouetten

Daarnaast maakte Raganelli documentaires over recenter in de filmindustrie actieve vrouwen, behalve Varda de Hongaarse filmmaker Márta Mészáros, de Zweedse regisseur (en voormalig acteur) Mai Zetterling en de Duitse animatiepionier Lotte Reiniger, maker van prachtige films met uitgeknipte en geanimeerde silhouetten.

Als laatste is er Raganelli’s portret van acteur en (activistisch) filmmaker Delphine Seyrig, Die Liebe ist ein Mythos (1978). Iets om naar uit te kijken is Seyrig die voorleest uit het Scum-manifest (1967) van Valerie Solanas (in de gelijknamige film). Scum staat voor de Society for Cutting Up Men, haar manifest is een radicale afrekening met mannen. Die zijn emotioneel beperkt, egocentrisch, weinig empatisch en niet in staat tot oprechte interactie. Solanas’ utopie is een wereld zonder mannen.

Op Raganelli’s oeuvre wordt de laatste jaren voortgeborduurd door vele (vrouwelijke) historici en bijvoorbeeld het Women Film Pioneers Project (WFPP), dat sinds 2013 een groeiende online database verzorgt met daarin zowel artikelen over de belangrijke rol(len) van vrouwen in de filmindustrie als biografieën van (min of meer) vergeten vrouwelijke makers. Raganelli’s veelal voor de Duitse televisie gemaakte films waren ook vrijwel vergeten. Goed dat IFFR haar nu in het zonnetje zet.


Veel familieconflict in Nederlandstalige IFFR-films

Het IFFR opent dit jaar met een Nederlandse film, Fabula. Dat komt niet zo vaak voor. De nieuwe film van Michiel ten Horn (Aanmodderfakker) is een heerlijk absurde misdaadsatire, met Fedja van Huêt als uitgerangeerde Limburgse crimineel Jos, met dialogen in vet dialect en folklore-elementen als bokkenrijders om het geheel extra smaak te geven. IFFR-programmeur Koen de Rooij: „Voor de opening wil je een film die een groot publiek aanspreekt. Een verhaal dat liefst een beetje humor bevat, niet te traag of polariserend is én bekende namen bevat.” Tussen de festivalinzendingen zit niet elk jaar een Nederlandse film die al die criteria afvinkt.

Er werden veel Nederlandse en Vlaamse (co)producties geselecteerd voor het festival dit jaar. Liefst proberen ze ieder jaar een gevarieerd aanbod van zo’n vijf lange Nederlandstalige films uit Nederland en ten minste twee uit België te programmeren, legt De Rooij uit. Dat is dit jaar ruimschoots gelukt.

Ook nu zitten er tussen de Nederlandstalige films potentiële publiekslievelingen. Grootste kanshebber lijkt Alpha., de nieuwe film van Jan-Willem van Ewijk (Pacifica.), een vader-zoonthriller waarin de hoofdpersonen worden gespeeld door acteur Reinout Scholten van Aschat en zijn echte vader Gijs, en ook hun namen dragen. Vader en zoon gaan op een totaal andere manier om met het verlies van hun respectievelijke echtgenote en moeder. Dat botst als de flamboyante charmeur Gijs zijn zoon opzoekt in de Alpen, waar hij tegenwoordig werkt als snowboardleraar. Frustratie, rouw en vrieskou blijken een ontvlambare combinatie.

Alpha. is niet de enige Nederlandstalige film op het IFFR over ouder-kindrelaties. In Drie Dagen Vis komt vader (Ton Kas), die in Portugal woont, enkele dagen naar Rotterdam voor een medische controle. Ook hier loopt de communicatie tussen vader en volwassen zoon (Guido Pollemans) stroef en gaat het nader tot elkaar komen moeizaam. Visueel en qua sfeer zijn de films uitersten: thriller Alpha. zit vol gestileerde shots en majestueuze (natuur)beelden. In Peter Hoogendoorns droogkomische film in zwart-wit, die deel uitmaakt van het RTM-programma met films over Rotterdam en door Rotterdammers, sjokken vader en zoon door alledaagse stedelijke plekken.

Beeld ut ‘Alpha.’ van Jan-Willem van Ewijk, een vader-zoonthriller Gijs Scholten van Aschat (links) en zoon Reinout.

Ook voor liefhebbers van coming of age is er dit jaar keuze qua stijl in de Nederlandstalige selectie. Zo gaat tijdens het festival de eerste speelfilm van Mercedes Stalenhoef in première. Zij was eerder werkzaam als documentairemaker en won een Gouden Kalf voor docu Mijn grote broer. In Ik zal zien verliest de 17-jarige Lot (Aiko Beemsterboer) haar gezichtsvermogen door een ongeluk. De kijker volgt Lots praktische worstelingen en neemt de wereld soms waar zoals zij dat doet, maar wordt vooral meegenomen in het acceptatieproces van haar beperking. Dat gaat moeizaam en soms gepaard met uitspattingen.

In twee Belgische films, Julie Zwijgt en Soft Leaves, zien we eveneens de transformatie van tienermeisjes door extreme gebeurtenissen, al gebeurt dat ingetogener en subtieler. Voor meer ongeduldige kijkers zal het mogelijk zelfs wat te ingetogen zijn. Julie Zwijgt volgt tennistalent Julie. Als haar coach wordt geschorst na de zelfmoord van een clubgenote, worden alle jonge tennissers uitgenodigd over hem te getuigen. Julie, zijn meest getalenteerde protegé, houdt de lippen op elkaar. In debuut Soft Leaves woont de 11-jarige Yuna alleen met haar vader. Als hij in een coma belandt, komt haar moeder terug uit Japan en moet Yuna zich verhouden tot een ouder en halfzusje van wie ze is vervreemd.

Alle bovengenoemde films zijn vrij traditionele narratieven. Wie op zoek is naar iets experimentelers tussen de Nederlandstalige speelfilms kan dit jaar terecht bij Digna Sinke.

In haar Hemelsleutel horen we Sinke het scenario voorlezen van een film over fotografe Lea die transities in het Amsterdamse havengebied vastlegt. We zien acteurs teksten uit de potentiële speelfilm opdragen, krijgen beelden van industrie en (tijdelijke) natuur en horen via de reflecties van de voice-over over persoonlijke transities en verlies hoe de grens tussen hoofdpersoon en maker vaag blijkt.

Er zitten dit jaar geen Nederlandse films in de hoofdcompetitie van het festival, de Tiger Competition. Wel zit De Idylle, de nieuwe van Aaron Rookus (Goodbye Stranger), in de Big Screen Competition. Ook Soft Leaves is hiervoor geselecteerd. Rookus maakte een tragikomische mozaïekfilm over familieleden die worstelen met en fantaseren over wat ze echt willen in wat er rest van hun (korte) levens. Tussen droom, daad en twijfel blijken bij Rookus niet alleen praktische bezwaren, maar soms ook gezinsleden te staan die erg met zichzelf bezig zijn.

Familieconflicten, ze blijken dit IFFR weer een onuitputtelijke bron van inspiratie.


Rotterdam als videotheekhoofdstad van Nederland: ‘De seksfilm lag onderop, dan hoefde niet iedereen hem te zien’

Net als de Rotterdamse kunstenaar Gyz La Rivière heb ik ook ergens nog een handvol pasjes liggen van videotheken die niet meer bestaan. Herinneringen aan een kwart eeuw zogeheten home-entertainment. Videotheken waren zoveel meer dan een plek waar je films kon huren. Het was een vrijetijdsbesteding. Een subcultuur. En een eindeloze bron van frustratie als je op vastgelopen, versleten of te vaak gekopieerde banden tussen de sneeuw, het geflikker en fluorescerend groene blokken en strepen kennis wilde maken met Japanse zwart-wit klassiekers of Amerikaanse technicolor musicals. Na verloop van tijd begon het er allemaal hetzelfde uit te zien. Tegenwoordig is dat een Insta-filter: VHS-esthetiek.

Een goed moment om terug te kijken dus naar de tijd van die vrijhavens. Zeker nu Covid de laatste videotheken de das om heeft gedaan. Daarom komt het Internationaal Filmfestival Rotterdam (IFFR) met een eerbetoon aan de videotheek, aan een tijdperk waarin thuis in je eigen tijd films kijken populairder werd dan naar de bioscoop gaan, cultfilms mainstream werden, en waarin het verzamelen van films een grote vlucht nam. Sleutelfilm: de wereldpremière van Gyz La Rivières Videotheek Marco, een documentaire hommage aan de Rotterdamse videotheekcultuur.

Videotheek Marco is een geweldige campy collage van regionale en landelijke nieuwsuitzendingen, reclames, instructiefilmpjes en interviews die samen een kleine media-archeologie vormen van een verdwenen fenomeen. Een sociaal-culturele fabel over millennial-nostalgie, stadsvernieuwing en het verdwijnen van sociale cohesie. Het is terecht primair een Rotterdams verhaal, met 135 videotheken was Rotterdam de videohoofdstad van Nederland. Met alle uitwassen (piraterij en criminaliteit) en niche-verschijnselen van dien. Bij de laatste moet je overigens niet alleen aan de onvermijdelijke porno denken – want zoals bij elk nieuw medium floreerden horror en porno – maar ook aan gespecialiseerde shops die Turkse voetbalwedstrijden en ‘Bollywood’-epossen verhuurden.

Wie was iemand als Quentin Tarantino geweest, de beroemdste videotheekmedewerker die filmmaker werd, als hij niet tussen de tienduizenden banden van videowinkel Video Archives in Manhattan Beach in Californië had kunnen grasduinen? Zijn films zitten vol citaten en schitterende verwijzingen naar genrefilms van over de hele wereld.

Videotheek Marco, Gyz La Rivière, 2025 (videotheek de Filmfreak, 1989)
Foto Nelly Schaeffer-Wal
Videotheek Marco, Gyz La Rivière, 2025 (Videotheek, Hoogstraat, 1981.)
Foto Ton den Haan, Nederlands Fotomuseum

Telefoonkaarten en condooms

Op het hoogtepunt van de videoboom rond het jaar 2000, waren er in Nederland iets van 1.250 videotheken, ongeveer zoveel als er nu nog boekwinkels zijn. Al werden toen in die videotheken ook al steeds meer dvd’s verhuurd, kauwgum, telefoonkaarten en condooms verkocht. Er zat er op een gegeven moment eentje in elke grote winkelstraat, in elke stad of dorp.

Naar de videotheek gaan werd een vrijdagavonduitje. Met het pasje van je ouders kon je allerlei films kijken waar je in de bioscoop niet in kwam. Achter in de zaak kon je blote borsten en piemels zien op de hoesjes van de films voor volwassenen. En achttienplussers (de enige leeftijdgrens die een beetje in de gaten werd gehouden) konden die films ook daadwerkelijk huren. Verstopt in een stapeltje James Bonds of Bridget Jonesen. Of zoals één van de mensen in La Rivières hilarische videotheekhommage Videotheek Marco zegt: „De seksfilm lag onderop, dan hoefde niet iedereen hem te zien.”

Door de komst van informele bestandsuitwisseling via platforms als Pirate Bay in 2004 en in 2013 de introductie van streaminggigant Netflix in Nederland hoefde je voor film nog nauwelijks je huis uit. De wereld was op dit kruispunt van VHS, dvd, downloads en streaming voor filmliefhebbers een utopie: alles wat ooit gemaakt was, waar dan ook, door wie dan ook, was beschikbaar.

Wie was Quentin Tarantino geweest als hij niet had kunnen grasduinen in videotheek waar hij werkte?

Het duurde niet lang voordat deze Babylonische Bibliotheek onder druk van de commercie z’n deuren moest sluiten. Ik weet het, dat is een controversiële opmerking, want de zogeheten piraterij heeft de filmindustrie ook veel inkomstenderving berokkend. Maar de panische anti-piraterijmaatregelen zonder soepele alternatieven voor het uitwisselen van kopieën van klassieke films, of films die niet wereldwijd beschikbaar waren, hebben het rijke aanbod van die gouden jaren voor de videotheek de das om gedaan. Met het resultaat dat de streamers nu bepalen wat filmgeschiedenis is en heel veel klassiekers of films voor een klein publiek niet meer legaal beschikbaar zijn. Er zijn online veel te weinig serieuze experimenten gedaan met de mogelijkheid om per film te betalen.

La Rivière stelde eerder al het boek Home Video, videotheken en video in groot Rotterdam (2021) samen, waarin hij foto’s opnam van bijna alle videotheken die de regio Rijnmond op een gegeven moment rijk was. Hij maakt ook levensgrote installaties van en met video’s, waaronder ‘Colour Bars’ (2021), waarvoor hij zo’n tweeduizend plastic videohoezen opstapelde, die samen een gigantisch testpatroon van verticale kleurenbalken vormen. La Rivière is overigens even oud als de VHS-tape zelf – het ‘video home system’ dat in Europa de standaard werd.

Videotheekfilms

Video leidde ook tot het tussen de jaren tachtig en het jaar 2000 florerende subgenre van de ‘videotheekfilm’. Dat waren vaak Amerikaanse onafhankelijke films van toen opkomende makers die een eerbetoon brachten aan de plek waar ze het merendeel van hun tijd doorbrachten. De beroemdste is waarschijnlijk Clerks (1994) van Kevin Smith die destijds ook op het IFFR werd vertoond. De film volgt een groepje slampampers die zich met zielloze baantjes in supermarkten en videotheken door het leven slaan, en ondertussen vol zitten met referenties aan filmlevens waaraan ze nooit deel zullen hebben.

Wat La Rivière deed voor de geschiedenis van de videotheek in Nederland, deed de Amerikaanse filmmaker Alex Ross Perry voor deze zogeheten videotheekfilms. Zijn Videoheaven is temidden van andere curiosa ook op het IFFR te zien. Geïnspireerd door het boek Videoland: Movie Culture at the American Video Store (2014) van filmwetenschapper Daniel Herbert, stelde hij een drie uur durende monstermontage samen van tientallen films die zich in videotheken afspelen. Ross Perry duikt ook in het verschijnsel van lowbudget horrorfilms die direct zonder bioscoopuitbreng naar video werden verbannen. Daarnaast wordt een aantal niet-Amerikaanse voorbeelden op het IFFR vertoond, van Uruguayaanse amateurfilms, Kroatische martial arts spoofs en Japanse metahorror over het verschijnsel snuff film (misschien een video-mythe: films die beweren echte moord- en doodslag te laten zien). Ze geven een indruk van wat er ooit op de onderste planken van de videotheek moet hebben liggen verstoffen.

Videotheek Marco, Gyz La Rivière, 2025 (videotheek IJsselmonde, 1988)
Videotheek Marco, Gyz La Rivière, 2025 (Video All-In, 1984.)
Foto Ton den Haan, Nederlands Fotomuseum

Dat David Cronenbergs The Shrouds (2024) in het programma is opgenomen, is een fijne verrassing. Zeker omdat de laatste film van de regisseur die met Videodrome (1983) al de ultieme film-over-video maakte, nog niet voor distributie in Nederland is aangekocht. The Shrouds gaat echter over een heel andere technologie en vorm van thuiskijken. De lijkwades uit de titel zijn geavanceerde 3D-scan-camera’s waardoor nabestaanden in de graven van hun overleden geliefden kunnen kijken. Het is daarmee ook de enige speelfilm in het programma die niet voornamelijk olijk anti-intellectualistisch is. The Shrouds roept terecht een andere toepassing van video in herinnering die in de jaren zeventig werd geïntroduceerd: surveillance. Daarmee zet Cronenberg de toon voor een heel andere vergeten geschiedenis van home-entertainment.


Brady Corbet over grandioos architectenportret ‘The Brutalist’: ‘Razernij stimuleert mijn creativiteit’

Vindt hij het niet wat zorgelijk dat hij opeens zo populair is? Acteur-regisseur Brady Corbet (36) veert op van zijn stoel en grinnikt. „Inderdaad! Normaliter hoefde ik maar twee weken mijn grot uit om mijn films te promoten, nu ben ik al bijna een half jaar onderweg. Ik woon in New York maar vlieg continu naar Los Angeles en pendel naar Europa. Het lijkt wel een blockbuster. Heel raar.”

Brady Corbet voert half beduusd Oscarcampagne voor The Brutalist, zijn historische epos van drieënhalf uur dat op het filmfestival van Venetië onthaald werd op een staande ovatie van dertien minuten. Oscarmateriaal, besefte je daar al direct: grandioos, evocatief en diep, met prachtrollen van Adrien Brody als bezeten architect László Tóth, Guy Pearce als patriarch Harrison Lee Van Buren en Felicity Jones als gehandicapt echtgenote Erzsébet. Recentelijk won The Brutalist drie Golden Globes voor beste drama, regie en acteur, straks is hij op IFFR te zien. En dat alles voor een filmbudget van nog geen 10 miljoen dollar.

Brady Corbet is een gewezen kindacteur uit Arizona die neigt tot weerbarstige arthouse. Als acteur kon hij het regisseren afkijken van de besten: hij speelde de hoofdrol in Michael Hanekes remake van Funny Games (2007) en acteerde in Lars von Triers Melancholia (2010). Corbet: „Lars is de grootste vernieuwer van filmtaal in de laatste halve eeuw, ze jatten nog dagelijks van hem. En dan ook zo’n fantastisch persoon, lief en grappig en bedachtzaam en sardonisch op een heel aardige manier.”

Brady Corbet.
Foto Daniel Gonzalez/EPA

In Corbets enigmatische, op Jean-Paul Sartre gebaseerde regiedebuut The Childhood of a Leader (2015) groeit een androgyne, kleine huistiran uit tot een populistisch dictator. De film haalde hier de bioscoop niet, maar bleek vlak voor de opkomst van radicaal-rechtse demagogen heel visionair. In Corbets omstreden drieluik Vox Lux (2018) overleeft de frêle tiener Celeste een schietpartij op school om dat trauma om te zetten in een breekbaar liedje dat het hart van Amerika verovert. Waarna we haar twintig jaar later treffen als egocentrische, benevelde en afgestompte popdiva: haar verdriet inspireerde en perverteerde, werd herverpakt en doorverkocht. Celeste belichaamt de kapitalistische bulkhandel in emoties.

Bauhaus

Corbets interesse lijkt historisch: hoe is iets zo gegroeid? In The Brutalist draait het om een beroemde, multifunctionele betonkolos op een heuveltop in Pennsylvania, gebouwd ter meerdere eer en glorie van het geslacht Van Buren. We volgen de Hongaars-Joodse Bauhaus-architect László Tóth, die Buchenwald overleeft en in 1947 emigreert naar de VS. Daar vindt hij een mecenas in patriarch Harrison Van Buren. Tóth mag een monument voor zijn ijdelheid bouwen en doet dat volstrekt compromisloos, terwijl allerlei krentenwegers aan zijn visie knabbelen. Pas in de finale begrijpen we echt waar die bezetenheid vandaan komt.

The Brutalist stipt van alles aan: de Joodse immigratie in de VS, hoe zij Amerika vormden en Amerika hen. Maar vooral: de tango van mecenas en kunstenaar.

Noorwegen exporteert olie en gas zodat men het zich kan veroorloven in Tesla’s te rijden

Voor Brady Corbet zelf begon de film met fascinatie voor de naoorlogse ‘stille’ generatie, vertelt hij in een Zoomgesprek van een half uur. „We schreven deze film tijdens het eerste tijdperk-Trump. De conservatieve agenda romantiseert de jaren vijftig enorm, een tijd van repressie en misogynie waarin vrouwen werden uitgerangeerd en mannen elk gevoel leerden onderdrukken. Ik herinner me mijn opa en zijn tweelingbroer, die afschuwelijke dingen meemaakten in de Tweede Wereldoorlog, mijn opa werd met zijn vliegtuig neergehaald. Tijdens familiediners werden dat vrolijke anekdotes. ‘Wat mij toen toch voor iets geks overkwam! Opeens had die man geen hoofd meer!’ Maar ik zag als kind dat hij er erg onder leed. Hij las een hoop filosofie en droeg zijn leven lang een existentiële last op zijn schouders.

„Ik wilde een film maken over het trauma van zijn generatie, en ook over hun seksualiteit. Ze oogden zo fris en netjes en proper, maar ze neukten er duidelijk als konijnen op los. Iedereen had zes tot tien kinderen. The Brutalist geeft László Tóth al na tien minuten een seksscène die narratief vaststelt dat de oorlog hem impotent maakte, maar hem ook erotiseert. Holocaust-overlevers worden vaak neergezet als altruïstisch, lijdend en seksloos. Tóth is dol op zijn vrouw én een schuinsmacheerder, volstrekt normaal in de jaren vijftig.”

Tóth overleeft het nazisme en zet daarna het kapitalisme naar zijn hand. Uw film heeft harde woorden voor Amerika, toch blijft dat ‘the land of opportunity’.

„Mijn vrouw is Noors [filmmaker Mona Fastvold], dus ik heb een redelijk scherpe blik op het leven in zowel een kapitalistisch als een socialistisch land – mijn dochter zat in beide op school. Ik heb een voorkeur, maar het is helaas gemakkelijker je een leven na de dood voor te stellen dan een leven na het kapitalisme. Noorwegen exporteert olie en gas over de hele wereld zodat men zich kan veroorloven in Tesla’s rond te rijden en de zaken schoon en rechtvaardig te houden. Ook dat idealisme leunt uiteindelijk op kapitalistische transacties.”

Voor mij ging ‘The Brutalist’ vooral over de relatie van mecenas en kunstenaar. U eindigt de film met La Bionda’s hit ‘One for you, one for me’.

„Grappig genoeg had ik bij deze film een fantastische ervaring met mijn financiers. Zonder hun grenzeloze loyaliteit was The Brutalist nooit gelukt. Weet je: zeven jaar werken aan een film van drieënhalf uur in antiek Vista Vision-formaat – dat is geen commerciële pitch. En na de pitch werd het pas echt ingewikkeld en doodvermoeiend en lastig en soms pijnlijk. Er waren conflicten, mensen die vertrokken met slaande deuren en toch terugkwamen. Er was de Covid-pandemie. Er was een plan te draaien in Polen tot het belastingkrediet daar wegviel door de Russische invasie in Oekraïne. Van alles liep mis, maar niemand trok de stekker eruit.”

https://www.youtube.com/watch?v=muv59YJN-fE

U moest als László Tóth eindeloos buffelen om uw magnus opus te realiseren?

„Bij eerdere films was de relatie met zekere financiers een bezoeking. Iedere filmmaker heeft verhalen over een interne vijand die zijn project saboteerde, denk ik. Dat gaat vaak niet eens over geld, maar over macht en controle. Heb je met grote moeite twee draaidagen geschrapt om 150.000 dollar vrij te maken voor extra celluloid, incasseren ze die twee dagen zonder je dat budget terug te geven. Dus moet je smeken… Enfin, met zulke shit moest ik jarenlang dealen, en mijn vrouw bij haar films ook. In dat opzicht is The Brutalist inderdaad een exorcisme van al onze wrok en woede. Dus ja, mecenas en kunstenaar.”

Dus u bént László Tóth!

„Ja, maar mijn vrouw, met wie ik het script samen schreef, nog ietsje meer. Zij is een immigrant en heeft haar eigen portie frustraties over alle bloedzuigers en idioten en acteercoaches van sterren die rond je filmproject zwermen om er hun stempeltje op te drukken. Je hebt 250 mensen nodig voor een film en dan is het een kwestie van statistiek dat één totale schurk alles saboteert. Het is eerder verbazingwekkend dat alle 249 anderen zo getalenteerd en toegewijd en briljant zijn. Daar zou ik meer op moeten focussen, hoewel: razernij lijkt mijn creativiteit te stimuleren. En paniek. Ik heb enorme angstaanvallen, maar ik ging nooit in therapie omdat dat mij maakt tot wie ik ben, en mijn werk tot wat het is.”

Foto Lol Crawley/AP

Het is interessant dat u brutalisme kiest, een strenge bouwstijl die weinig opdrachtgevers echt wilden. Het bezorgde ze prestige, maar persoonlijk zagen ze vermoedelijk liever suikertaarten met colonnades…

„Ik weet dat er veel brutalistische meesterwerken bestaan, maar heb geen speciale voorkeur voor de stijl. Sommige gebouwen zijn gewoon lelijk en niet eens functioneel. Modernisme en brutalisme waren volgens mij een reactie op die curieuze obsessie van autocraten en tirannen met neoklassieke bouwstijlen. Ik ben er 99 procent zeker van dat Donald Trump niet weet wie Albert Speer is, toch is hij zijn grootste fan. Modernisme is te herleiden tot Bauhaus in de jaren twintig en dertig. Dat het na de oorlog zegevierde, is deels een reactie op besmette historische en romantische bouwstijlen.”

Ik begrijp dat u de film voor minder dan 10 miljoen dollar maakte, ook nog op duur celluloid. Hoe kan dat?

„Er is nog maar één bedrijf in de wereld dat 65mm-film maakt, PhotoCam in Los Angeles. En maar twee filmlabs die het ontwikkelen. Niets komt ook maar in de buurt van het visuele resultaat, toch is celluloid het eerste wat sneuvelt bij het budgetteren.

„Ik vind het idioot om exorbitant veel geld uit te geven aan middelmatig eten voor vijftig man in een hotelbar en dan celluloid te schrappen. Maken wij een film, dan persen we vijftig, zestig mensen gezellig in ons appartement, koken knoflookpasta met salades en bestellen een stapel pizza’s met een krat wijn. Ik hoor daar niemand over klagen, want op een filmset deelt iedereen een passie voor film en raakt men opgewonden van de ambitie iets te maken met serieuze culturele impact. Dat is pas goed voor de sfeer.”


Trump wil dat de VS ongeremd olie en gas oppompen – wat betekent dat voor het klimaat?

De enorme voorraad Amerikaanse energie ongeremd exploiteren, ontdaan van zijn ketenen – dat is wat president Donald Trump wil bereiken met het energiedecreet ‘Unleashing American Energy’, dat hij maandag direct na zijn aantreden heeft ondertekend. Over de aard van die ketenen bestaat geen enkele twijfel: het zijn de maatregelen die de vorige regering heeft genomen om klimaat, milieu en water te beschermen.

De Verenigde Staten zijn „ gezegend met een overvloed aan energie en natuurlijke hulpbronnen, die historisch gezien de economische welvaart van onze natie hebben gevoed”, aldus het decreet. „In de afgelopen jaren heeft belastende en ideologisch gemotiveerde regelgeving de ontwikkeling ervan belemmerd.” Daar moet nu een einde aan komen.

Lees ook

Trump is terug met een stortvloed aan radicale decreten

De Amerikaanse president Donald Trump ondertekende maandagavond direct veel decreten.

Trump heeft alle ministeries en agentschappen opgedragen om binnen dertig dagen met een lijst te komen van maatregelen die het ongebreideld oppompen van olie en gas, het winnen van steenkool en van grondstoffen voor onder meer kernenergie in de weg zitten. Die moeten, liefst onmiddellijk, allemaal ongedaan gemaakt worden.

Wegkwijnende kolenmijnen

Het lijkt erg op wat Trump acht jaar geleden probeerde aan het begin van zijn eerste termijn. Ook toen wilde hij de energievoorziening weer op een fossiele leest schoeien. Toen ging het vooral om steenkool – hij had staten als West-Virginia, Wyoming en Pennsylvania beloofd om de wegkwijnende kolenmijnen nieuw leven in te blazen. Het plan mislukte, de markt dacht er anders over. Ook in 2017 werd iedere zeventien dagen één kolencentrale gesloten, telde milieuorganisatie Sierra Club.

De vraag is of het deze keer anders zal gaan. De VS zijn al jaren de grootste olie- en gasproducent ter wereld. Onder president Joe Biden werd het land ook de grootste exporteur van LNG, vloeibaar aardgas. Maar de markt (vooral die van olie) is behoorlijk verzadigd. Met Trumps oproep ‘Drill baby drill’ zou de olie-industrie zichzelf gemakkelijk in de voet kunnen schieten. „Je kunt een paard naar het water leiden, maar je kunt het niet dwingen om te drinken”, zei een Amerikaanse olie-analist tegen nieuwszender CNBC.

Met Trumps oproep ‘Drill baby drill’ zou de olie-industrie zichzelf gemakkelijk in de voet kunnen schieten

Trump wil met zijn decreet ook de Inflation Reduction Act de nek omdraaien. Met deze wet maakte Biden – met steun van het Congres – honderden miljarden dollars vrij voor duurzame energie en vergroening van de infrastructuur. Betalingen worden met onmiddellijke ingang opgeschort, maar dat besluit zal vrijwel zeker tot rechtszaken leiden, ook in staten die door Trumps Republikeinse partij worden bestuurd.

De rol van individuele staten zal de komende tijd sowieso groeien. Zeker ook in de strijd tegen een tweede klimaatdecreet dat Trump meteen heeft ondertekend en dat tot doel heeft om „de VS op de eerste plaats te zetten in internationale milieuovereenkomsten”. Net als in Trumps eerste termijn trekken de VS zich weer terug uit het Klimaatakkoord van Parijs. De VS hebben altijd een leidende rol gespeeld „bij mondiale pogingen om het milieu te beschermen”, aldus het decreet. Maar dat ging mis na de toetreding tot het Parijsakkoord, een van de overeenkomsten die „niet de waarden van ons land of onze bijdragen aan het nastreven van economische en ecologische doelstellingen weerspiegelen.”

Internationale verplichtingen

Trump onttrekt zich daarmee aan internationale verplichtingen voor het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen. De financiële hulp die de VS hebben toegezegd voor landen die zelf niet het geld hebben om hun economie te verduurzamen wordt direct stopgezet – overigens betaalde Biden vorig jaar ook maar 1 miljard van de beloofde 11 miljard dollar.

Hoe groot de gevolgen zijn van het vertrek, is nog onduidelijk. Op de valreep heeft Biden nog een nieuw ‘nationaal klimaatdoel’ voor de periode tot 2035 ingeleverd bij het klimaatbureau van de Verenigde Naties – zoals het Parijsakkoord vereist. Met opzet zijn veel maatregelen opgenomen die door staten, en dus niet op federaal niveau, kunnen worden uitgevoerd.

Een vrouw kijkt toe nadat klimaatactivisten maandag een spandoek met de tekst ‘Trump: klimaatgenocide’ hebben opgehangen aan de Londense South Bank, tegenover het Britse parlement.
Foto Benjamin Cremel / AFP

Bovendien is de kans groot dat zowel staten als bedrijven via de rechter zullen proberen Trumps plannen te dwarsbomen – ook Republikeinen. Trump mag dan vinden dat windparken „onze natuurlijke landschappen aantasten en niet goed zijn voor Amerikaanse energieverbruikers”, maar voor (Republikeinse) staten als Texas en Iowa is het nu de goedkoopste energievorm.

„Vertrekken uit het Klimaatakkoord van Parijs zal Amerikanen niet beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering, maar het zal China en de Europese Unie een concurrentievoordeel geven in de bloeiende economie van schone energie en leiden tot minder kansen voor Amerikaanse werknemers”, zegt Ani Dasgupta, directeur van het World Resources Institute. „Het is domweg onzinnig dat de VS vrijwillig hun politieke invloed opgeven en kansen laten liggen om de exploderende markt voor groene energie vorm te geven.”

Mondiale klimaatwetenschap

Toen Trump acht jaar geleden president werd, duurde het maar even of de klimaatwebsite van het EPA, het Amerikaanse milieuagentschap, ging op zwart. Medewerkers wisten de informatie veilig te stellen en toegankelijk te houden via een eigen server. Ook nu vrezen klimaatorganisaties van de overheid voor de gevolgen. Deze keer zou het NOAA, het Amerikaanse KNMI, een van de verliezers kunnen zijn.

Het agentschap speelt een belangrijke rol in de mondiale klimaatwetenschap, zowel door de kennis van de klimaatwetenschappers die er werken, als vanwege de enorme hoeveelheid dat die het instituut verzamelt. Maar conservatieve Amerikanen beschouwen het NOAA al veel langer als een „drijvende kracht achter de klimaatalarm-industrie”. Ze pleiten voor het ontmantelen en privatiseren van de organisatie. Zo ver is het nog niet, maar de mondiale gevolgen daarvan zouden groot kunnen zijn, misschien wel net zo groot als van de beleidsmaatregelen die Trump tot nu toe heeft aangekondigd.

Lees ook

De aarde is in 2024 door de 1,5 graden opwarming gegaan – de 2 graden komen in zicht

Een herder zoekt in Senegal naar water.


Donald Trump wil door de internationale porseleinkast denderen: welkom in de nieuwe wereldorde

Welkom in een wereld waar het recht van de sterkste wordt gevierd, internationaal overleg het zwaar krijgt en territoriale afspraken niet meer in beton gegoten zijn. Wie geeft om de naoorlogse wereldorde van samenspraak, normering en recht, moet vanaf nu bij de les blijven.

Aan een toch al instabiele orde met de oorlogszuchtige Vladimir Poetin en zijn autocratische supporter Xi Jinping is maandag een van zelfvertrouwen blakende Amerikaanse president met een messiascomplex toegevoegd. God, zei Donald Trump tijdens zijn inauguratie, heeft hem tijdens een aanslag aan de dood laten ontsnappen omdat hij voor Amerika een taak te vervullen heeft.

De nieuwe Amerikaanse president heeft niet alleen de wil om door de internationale porseleinkast te denderen, maar ook de macht. Politieke instellingen in Washington liggen aan zijn voeten en de grootmacht die hij overnam staat er economisch ook nog eens tamelijk sterk voor. Hij heeft zich omringd met Big-Tech-oligarchen die met hun greep op apps en sociale media de bloedsomloop van de democratie beheren. Big Oil paait hij met deregulering.

Sloophamer

In Trumps eerste termijn moest de wereld leren dat de Verenigde Staten niet langer bereid zijn om de rol van internationale politieagent te spelen. Het internationale stelsel – met de Verenigde Naties en haar talrijke zusterorganisaties als kern – had decennia geprofiteerd van de vaderlijke steun van hypermacht VS, die op die manier de wereld naar zijn hand zetten. Trump wilde die rol als beheerder van het systeem niet meer vervullen.

De eerste 24 uur van zijn tweede termijn duiden erop dat Trump dit stelsel met een sloophamer te lijf wil.

Hij stapte meteen uit het Klimaatakkoord van Parijs dat te boek staat als de laatste grote multilaterale afspraak. Na ‘Parijs’ ging het internationaal bergafwaarts. Hij stapte ook uit de Wereldgezondheidsorganisatie, een club van onbetwist praktisch nut. De Wereldhandelsorganisatie draait al jaren moeilijk door Amerikaanse obstructie. Vrijhandel is voor Trump handel die ‘vrij’ en voordelig is voor de VS.

Trump vertrekt niet alleen uit VN-organisaties en afspraken, hij speelt ook met territoriale integriteit en soevereiniteit van andere staten. Daarmee raakt hij aan het kroonjuweel van de internationale ordening. De afspraak is dat territorium of de controle daarover weggeven mag worden, maar het niet onder dwang toegeëigend kan worden. Groenland, waar hij eerder deze maand zijn oog op liet vallen, noemde Trump maandag niet in zijn inauguratierede. Wél herhaalde hij dat de VS het Panamakanaal, dat vanaf 1977 door de net overleden president Jimmy Carter aan Panama werd gegeven, terug willen.

Met Trump weet je nooit helemaal zeker of je een dreigement letterlijk moet nemen of het moet zien als een openingszet in onderhandelingen. Tegenover multilateraal overleg stelt Trump nu weer de kunst van de deal. Net zoals in het zakenleven ziet hij in de internationale politiek elk overleg als een zero-sum-game: er is altijd een winnaar en een verliezer. En die verliezer heet niet Trump.

Handelsoorlog

In onderhandelingen knoopt hij dossiers graag aan elkaar. Hij dreigde China met een importtarief van 100 procent, als China niet bereid is minstens de helft van TikTok te verkopen aan een Amerikaanse onderneming. Europa, dat zich al maanden op een handelsoorlog voorbereidt, stelde hij ook importtarieven in het vooruitzicht, al liet hij zich nog niet uit over de hoogte ervan. Wél gaf hij Europa een mogelijkheid om die tarieven omlaag te krijgen: door meer Amerikaanse olie te kopen.

Importtarieven behoren tot Trumps diplomatieke standaarduitrusting. Hij gelastte een vergaande herziening van het Amerikaanse handelsbeleid. Hij wil ook een External Revenu Service in het leven roepen om het buitenland te ‘belasten’, analoog aan de Internal Revenu Service, de federale Amerikaanse belastingdienst.

Ontwikkelingshulp, traditioneel een belangrijk diplomatiek instrument, wordt negentig dagen stopgezet. Veel hulp is niet in overeenstemming met Amerikaanse belangen of Amerikaanse waarden, vindt Trump. Tijdens de opschorting worden ontvangers en voorwaarden tegen het licht gehouden. De opschorting is Trumpiaans bruut, maar vermindering van ontwikkelingshulp is een internationale trend.

Alternatief wereldbeeld

Heeft de wereld nog iets te kiezen of is het vanaf nu ieder voor zich?

De Europese Unie én China presenteerden dinsdag op het World Economic Forum prompt een alternatief wereldbeeld. Landen zetten zichzelf in Davos altijd graag in het zonnetje, op zoek naar investeerders en handelspartners. Vlak na de Amerikaanse inauguratie klonken de marketingtoespraken van de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen en de Chinese vicepremier Ding Xuexiang ook als antwoord op Trumps Amerikaanse Gouden Eeuw. De EU en China presenteerden zich als vluchtheuvels in een door Trump omgewoelde wereld.

Net als in het zakenleven ziet Trump in de internationale politiek elk overleg als een zero-sum-game: er is altijd een winnaar en een verliezer. En die verliezer heet niet Trump.

Von der Leyen noemde Trump in haar toespraak op het hoofdpodium in Zwitserland niet één keer en bewaarde de VS tot het allerlaatst. Ze presenteerde de EU als een betrouwbare internationale partner die open staat voor handel en internationaal overleg. Ze haalde het net gesloten handelsakkoord met Latijns-Amerika (Mercosur) aan en kondigde aan dat de eerste reis van haar nieuwe Commissie een bezoek aan India is. Ze erkende dat er handelsfricties zijn tussen Brussel en Beijing, maar zocht tegelijk toenadering tot het land. En niemand, zei ze, kan om de gevolgen van klimaatverandering heen.

Von der Leyen onderstreepte het belang van de Atlantische relaties en de economische verwevenheid van de twee machtsblokken. „Voor beide kanten staat veel op het spel.” De EU, zei ze, in wat klonk als een schot voor de boeg, zal pragmatisch zijn, maar zijn principes niet verloochenen.

Lees ook

Trump is terug – wat drijft zijn buitenlandbeleid?

Trump ziet niets in langdurige steun voor Oekraïne en wil dat er zo snel mogelijk onderhandeld wordt tussen Moskou en Kyiv.Foto Frederic J. Brown/AFP

China blijft vergroenen

Ding verwees naar een Davos-toespraak van zijn baas Xi Jinping. Deze vergeleek protectionisme eens met een donkere kamer. De kamer houdt regen en wind buiten, maar ook zonlicht. Globalisering is noodzakelijk en handel is juist geen zero-sum-game, zei Ding. Hij stak de loftrompet over het multilateralisme en onderstreepte het belang van de VN, die dit jaar tachtig jaar bestaan, en de Wereldhandelsorganisatie. En, kondigde hij aan, China zal blijven vergroenen, de circulaire economie verder ontwikkelen. Hij haalde het voorbeeld aan van een Chinees bedrijf dat een nieuw T-shirt maakt uit acht oude plasticflessen.

Terwijl Ding zijn best deed om China te laten glanzen, sprak Xi met Poetin, aldus het Kremlin. In een videoconferentie van anderhalf uur bespraken de twee de gesprekken die ze individueel voerden met Trump. Xi en Poetin belden met Trump in de aanloop naar de inauguratie. Ook onderstreepten de twee leiders nogmaals hun onderlinge samenwerking, die sinds Poetins inval in Oekraïne veel hechter geworden is. Rusland is economisch afhankelijker geworden van China en heeft Chinese dual-use-goederen, die zowel geschikt zijn voor een civiele als voor een militaire toepassing, nodig voor de oorlogsvoering.

De Amerikaanse relatie met Europa, China én Rusland zal ook bepaald worden door van het verloop van Poetins oorlog. Trump noemde Oekraïne maandagavond niet in zijn toespraak, maar maakte in zijn afrekening met de periode-Biden een opmerking die niet veel goeds voorspelt voor Kyiv. Hij hekelde het dat de VS wel ongelimiteerd fondsen ter beschikking heeft gesteld om buitenlandse grenzen te verdedigen, maar weigerde zijn eigen grenzen te verdedigen. Trump heeft er in de campagne geen geheim van gemaakt dat hij zo snel mogelijk van de kostbare steun aan Oekraïne af wil en koerst aan op vredesbesprekingen.

Veiligheidsgaranties

De Oekraïense president Volodymyr Zelensky zei in Davos dat hij een goede band met Trump heeft, maar dat hij zich er zorgen over maakt dat er in Trump’s omgeving te veel mensen zijn die pro-Russische boodschappen verkondigen. Europa moet daarom van zich laten horen, zodat Trump begrijpt wat er in eventuele besprekingen over de toekomst van Oekraïne op het spel staat, vindt hij. Zelensky wil alleen praten over een staakt-het-vuren als daar stevige veiligheidsgaranties van het Westen tegenover staan. Als de afschrikking niet op orde is, vreest hij, zal Poetin na verloop van tijd opnieuw aanvallen, maar dan met een veel sterker leger dat ook NAVO-lidstaten kan bedreigen.

Zelensky dreef in Davos tot op zekere hoogte de spot met een Europa dat angstig naar Washington staart in afwachting van wat de nieuwe president gaat doen. De VS zijn voor Europa een onmisbare bondgenoot, zei Zelensky, maar Europa is dat niet voor de VS. Europa moet sterker worden zodat Washington weer naar Europa leert kijken. En als dat betekent dat defensie-uitgaven in Europa naar 5 procent moeten van het bbp, zoals Trump voorstelde, dan moet dat maar.

Trump spreekt donderdag via een video-verbinding het publiek in Davos toe.