In dit zonnige zomerweekend deel ik graag felicitaties uit. Allereerst aan president Trump die door zijn vriend Netanyahu is voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede. De manier waarop Bibi dit grote geschenk aan Donald gaf was teder en oprecht. Wat mij vooral raakte was de ontroerende reactie van de onschuldige Donald, die door dit aanbod volledig overvallen werd en daardoor zeer spontaan en oprecht aangedaan reageerde. Toen ik dit zag dacht ik: de Derde Wereldoorlog is voorlopig nog ver weg.
En ik feliciteer voormalig NSC-Kamerlid Jelle Soepboer die net op tijd van het zinkende partijschip is gesprongen, waardoor hij de totale ondergang van deze splinter eind oktober niet hoeft mee te maken.
Ook proficiat voor de gemeente Coevorden die de komst van veertien minderjarige meisjes heeft weten tegen te houden met brandbommen en openlijke geweldpleging. Echt fantastisch. Zo doen we dat. Ik feliciteer ook de vluchtelingetjes dat hen een verblijf in deze ongeletterdenstam bespaard is gebleven.
Verder feliciteer ik de Turkse president Erdogan, die het wederom gelukt is om in zijn land een aantal corrupte burgemeesters achter de tralies te krijgen zonder dat een westers land daar tegen protesteert. Echt heel knap.
En natuurlijk gaan mijn felicitaties ook naar Vieze Jeroentje Rietbergen die definitief niet vervolgd gaat worden voor verkrachting van de toen negentienjarige Nienke Wijnhoven. Het met lenige pianovingers betasten van een minderjarig meisje door een vunzige muzikant op leeftijd is inderdaad iets heel anders dan verkrachten en daarom inderdaad niet strafbaar.
Wie ik niet mag vergeten te feliciteren is de redactie van het NOS Journaal, die waren deze week zo vriendelijk om het wederom gênante nieuws over hun directeur Renate Eringa, de Geitenpaadjeskoningin des Vaderlands, niet uit te zenden en te gunnen aan hun collega’s van RTL. Echt een journalistiek hoogstandje. Ik denk dat jullie op opslag kunnen rekenen. En jullie weten: Renate is niet lullig met salarissen. Uiteraard feliciteer ik Renate zelf ook omdat ze ondanks alles schaamteloos aan het omroeppluche blijft plakken. Dat noem ik pas karakter lieverd.
En ik feliciteer een straatje in Zwolle omdat het gelukt is om het studentenhuis van Noor Visser tegen te houden. Noor is een meisje dat niet zo lang geleden haar vader verloor en van de erfenis een huis kocht. Daar wilde ze met een paar vriendinnetjes in gaan wonen. De buren kregen daar lucht van en maakten bezwaar bij de gemeente. De argumenten waren uiteraard: overlast, lawaai, drukte, feestjes. Allemaal vrolijkheid waardoor de zure zulten in Noor haar straatje te veel herinnerd zouden worden aan hun eigen baldadige jeugd. Dit soort zit liever gezapig te dommelen in hun verantwoorde laadpalenjungle terwijl het denkt aan de hypotheekrenteaftrek, de zonnepanelenweelde, de elektrieke bakfietsen en het heerlijke verkeersdrempelsucces. Ze willen niet geconfronteerd worden met hun eigen vroeger. Toen hun leven nog leuk was en zin had.
De gemeente verbood het studentenhuis, waarop Noor naar de rechter stapte. Dat leek mij een gelopen koers voor onze Noor. Wie bepaalt wie je in je eigen huis haalt? Zeker bij rechters die zelf ook gestudeerd hebben en daardoor alles weten van alcohol, grensoverschrijdend gedrag en nachtelijke lol. Dus die gaven Noor vast gelijk. Ik rekende op een studentikoos briefje van de president van de rechtbank aan de Zwolse reservaatbewoners waarin uitgelegd werd hoe gezond het is om wakker gehouden te worden door jong spul dat de nachten nog gebruikt voor vrijen en dromen. En niet door snurkende zoutzakken die over relatietherapie liggen na te denken.
Maar helaas. De licht demente rechters zijn hun eigen jeugd vergeten. Dus Noor verloor.
En daarom feliciteer ik ook Noor Visser. Al is het maar omdat ze op tijd gewaarschuwd is. Ik mag hopen dat ze het huis kan verkopen aan een of ander aanleunechtpaar dat in het zeikerige straatje zielsgelukkig gaat worden.
En ik ga de jongens en meisjes van de studentenhuizen hier om mij heen feliciteren met de zomer waarin ze op afgetrapte bankstellen op de stoep bier kunnen drinken. Koud bier. Kortom: proost!
Vlak het neerstorten van een Air India-toestel op 12 juni in Ahmedabad werden de brandstofschakelaars voor beide motoren uitgeschakeld, blijkt volgens internationale persbureaus uit een eerste onderzoek van de Indiase overheidsorganisatie voor luchtvaartongevallen. Daardoor ging er geen brandstof meer naar de motoren en verloor de Boeing 787 Dreamliner direct stuwkracht en hoogte.
Bij de crash kwamen 241 van de 242 inzittenden om het leven en ook 19 mensen op de grond. Op geluidsopnames is te horen hoe de ene piloot aan de andere vraagt waarom hij de brandstoftoevoer heeft afgesloten, maar die antwoordt daarop dat hij dat niet heeft gedaan.
De onderzoekers melden niet hoe de brandstofschakelaars dan wel zijn uitgeschakeld. Volgens een door persbureau Reuters geraadpleegde vliegtuigexpert kunnen ze niet per ongeluk worden aan- of uitgezet. De schakelaars worden gebruikt om de motoren uit te schakelen als het vliegtuig bij de gate is, of bij noodsituaties zoals een motorbrand.
Lees ook
Indiaas passagiersvliegtuig stort onderweg naar Londen neer op gebouw met studenten
De Nederlandse ambassade in Senegal heeft vrijdag besloten om een gepland lhbtiq+-evenement in de hoofdstad Dakar af te blazen. Dat besluit volgde op een waarschuwing van de Senegalese overheid om de bijeenkomst niet door te laten gaan. Tijdens het evenement, dat vrijdagochtend zou plaatsvinden, zou een film worden vertoond, gevolgd door een discussie over lhbtiq+-kwesties in West-Afrika.
Homoseksualiteit is strafbaar in Senegal. Wanneer iemand seks heeft met een persoon van hetzelfde geslacht, kan diegene tot vijf jaar celstraf krijgen. „Senegal accepteert geen enkele vorm van propaganda of promotie van het lhbti-fenomeen op zijn grondgebied”, schreef het Senegalese ministerie van Buitenlandse Zaken in een verklaring op Facebook. Het ministerie wees erop dat dergelijke internationale activiteiten „absoluut in overeenstemming moeten zijn met geldende wet- en regelgeving van het land”.
Ambassadeur ontboden
Een parlementslid van de grootste politieke partij in Senegal, Guy Marius Sagna, riep donderdag al de regering op om het evenement te verbieden. „Nederland en andere landen zijn vrij om lhbti-mensen in hun eigen land te steunen. Hier in Senegal is dat niet mogelijk”, zei hij. De Senegalese regering heeft de Nederlandse ambassadeur daarnaast ontboden.
De Nederlandse ambassade besloot vervolgens het geplande evenement te schrappen. In een korte reactie aan NRC laat het ministerie van Buitenlandse Zaken weten dat Nederland staat voor „mensenrechten en gelijke behandeling”, maar dat het evenement werd geannuleerd vanwege „verschillende factoren”.
De bijeenkomst zou worden georganiseerd in samenwerking met de Equal Rights Coalition, een samenwerking van een aantal gelijkgezinde ambassades. De filmmiddag zou gaan over de rechten van lhbtiq+-vrouwen en trans personen in West-Afrika.
Tot onderhandelen met Israël is Hamas best bereid. Op één voorwaarde: als het maar niet zo loopt als de vorige keer. Toen, in maart, schond Israël eenzijdig de voorwaarden van het staakt-het-vuren door zijn vernietigingscampagne in Gaza te hervatten. Deze keer eist Hamas een harde garantie uit Washington dat Israël dat bij een volgende wapenstilstand niet nog een keer doet.
Uit Washington? Ja, zegt analist Mouin Rabbani: de onderhandelingen over een nieuw staakt-het-vuren in Gaza vinden in feite niet tussen Israël en Hamas plaats. Het is in de praktijk de Amerikaanse president Donald Trump die bepaalt wat de voorwaarden zijn waar beide partijen zich aan moeten houden.
Onafhankelijk is de president niet: hij staat openlijk aan de kant van Israël. „Maar als belangrijkste bondgenoot en wapenleverancier heeft Trump wel de macht om de Israëlische premier Benjamin Netanyahu bindende voorwaarden op te leggen”, aldus Rabbani.
Voedselhulp weer neutraal
Behalve de garantie op een einde aan de oorlog stelt Hamas twee harde eisen. De Israëlische troepen moeten zich terugtrekken tot de posities die ze in maart innamen. En internationale organisaties als de Verenigde Naties moeten weer de leiding krijgen over de verdeling van hulpgoederen, in plaats van de omstreden Gaza Humanitarian Foundation.
De onderhandelingen vinden plaats in Doha, de hoofdstad van Qatar. De afgevaardigden van Israël en Hamas praten daar niet direct met elkaar. In plaats daarvan zitten de delegaties in verschillende gebouwen, terwijl bemiddelaars boodschappen tussen de partijen doorgeven.
Volgens internationale media liggen de contouren klaar voor een overeenkomst over een staakt-het-vuren. Het wachten is op doorslaggevende actie van Trump en zijn manusje van alles, Steve Witkoff.
Maar wie is Hamas nog, nu Israël de afgelopen jaren de meeste leiders van de militante organisatie geëxecuteerd heeft?
In Gaza is er weinig meer over van het vooroorlogse leiderschap van Hamas. Begin vorige maand nodige Israël de internationale pers uit om te komen kijken naar het lichaam van Mohammed Sinwar. Deze leider van de militaire tak van Hamas was omgekomen bij een Israëlische luchtaanval op een ondergrondse tunnel bij een ziekenhuis in de stad Khan Younis.
Enkele maanden eerder had een Israëlische patrouille al zijn broer gedood, Hamas-leider Yahya Sinwar, die gold als het brein achter de aanval van 7 oktober. Te zien op door Israël gedeelde dronebeelden was een zwaargewonde man die nog net een stok richting de camera wist te gooien. Ook topman Mohammed Deif – die eveneens betrokken was bij de voorbereiding van 7 oktober – kwam vorig jaar bij Israëlische bombardementen om het leven.
Tot op heden heeft het doden van Hamas-leiders door Israël het einde van de oorlog niet dichterbij gebracht. De nieuwe kopman in Gaza is naar verluidt Izz al-Din al-Haddad, een overlever uit de oude garde van de groep, die in zijn opvattingen niet veel verschilt van zijn voorgangers. Al-Haddad sprak zich in een interview met Al-Jazeera eerder uit over de noodzaak voor een permanent einde tot de oorlog en het volledige terugtrekken van het Israëlische leger uit Gaza.
Pijnpunt
Maar juist de garantie op een definitief einde aan de oorlog is het pijnpunt in de huidige onderhandelingen in Doha – net zoals dat ook het geval was tijdens eerdere vastgelopen gespreksrondes. Netanyahu wil zich het recht voorbehouden om de genocidale oorlog toch weer voort te zetten. Daarbij eist Israël dat Hamas volledig ontwapend wordt en dat de leiders van de organisatie de Gazastrook verlaten.
Strijders van Hamas escorteren een voertuig van het Rode Kruis voor het vervoer van Israëlische gijzelaars die vrijkomen in het kader van een eerder staakt-het-vuren, begin dit jaar. Foto Abed Hajjar/AP
Wat mogelijk deze keer in Doha het verschil maakt is een verschuiving in de machtsbalans in Hamas, die door zowel The Economist als verschillende Israëlische media is opgetekend. Door het omkomen van Hamasleiders in Gaza zou het meer gematigde politieke leiderschap van de groep – dat in het buitenland verblijft – aan invloed hebben gewonnen. Daardoor zouden ze zich flexibeler opstellen bij de onderhandelingen met Israël.
Niet iedereen deelt deze analyse. „De gematigden missen een voorman met het nodige gezag in de beweging”, stelt Hugh Lovatt, Hamas-expert van de denktank European Council on Foreign Relations. Eerder vervulde Ismail Haniyeh die rol – de invloedrijke politieke leider die in 2024 om het leven kwam bij een Israëlische aanslag in Teheran. Zijn dood verstevigde destijds de positie van de hardliners in Gaza.
„Daarbij is Hamas een volksbeweging”, zegt Lovatt. De politieke leiders in Doha hebben veel minder contact met de achterban dan Hamas-leden in Gaza of op de Westelijke Jordaanoever. „Dat ondermijnt enigszins hun macht en aanspraak op legitimiteit.” Anderhalf jaar oorlog heeft volgens Lovatt ook een radicaliserende werking gehad op de militaire tak van Hamas in Gaza: „De houding is verhard, het idee leeft dat men tot het bittere einde door moet gaan met het gevecht tegen Israël.”
Toch zal de relatief gematigde Hamas-vleugel in Doha volgens Lovatt in staat zijn om een overeenkomst over een staakt-het-vuren te sluiten. Juist de inzet van Israël maakt hem pessimistisch over een wapenstilstand. „Hamas overweegt nog wel concessies, bijvoorbeeld over het aantal vrij te laten gijzelaars. Maar als Netanyahu blijft hameren op volledige ontwapening en uitzetting van Hamas-leiders, dan weet je op voorhand dat Hamas dat nooit zou accepteren. Of alleen als onderdeel van een bredere discussie over een Palestijnse staat. En dat is voor Israël weer onbespreekbaar.”
Lees ook
Hoe verdrijving van Palestijnen uit Gaza opnieuw gemeengoed werd in Israël
Diplomaat Marc Kuipers wordt de volgende Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Hij begint op 1 januari 2026 en volgt Pieter-Jaap Aalbersberg op, die in september stopt. De ministerraad heeft vrijdag ingestemd met de voordracht van Kuipers door demissionair minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark (NSC).
Als NCTV-baas fungeert Kuipers straks als ’s lands nationale veiligheidsadviseur. Het wordt onder meer zijn taak om naar het grote publiek te communiceren over dreigingen en de kans op aanslagen. De zeer publieke functie is voor Kuipers de volgende baan in een lange carrière als topambtenaar in Den Haag. Eerder werkte hij als inspecteur-generaal bij de arbeidsinspectie, plaatsvervangend directeur-generaal bij de AIVD en bij het ministerie van Justitie. Momenteel is Kuipers consul-generaal in de Japanse stad Osaka.
Kuipers spreekt in een schriftelijke verklaring over „een tijd van hybride dreiging„, waarbij samenwerking „tussen overheid, professionals en samenleving essentieel” is. Hij wil „verder werken aan een open en weerbaar Nederland”.
Vijfde man
Kuipers is de vijfde man die leiding geeft over de terrorismebestrijdingsdienst van de Nederlandse overheid, een instantie die in 2004 werd opgericht. Eerder vervulde onder meer huidig demissionair premier Dick Schoof deze functie. Schoof en huidig NCTV-baas Aalbersberg moeten binnenkort voor de rechter getuigen in de strafzaak tegen de van spionage verdachte Abderrahim El M. Hij werkte dertig jaar als topanalist bij de NCTV op het gebied van jihadisme en salafisme en zou volgens het Openbaar Ministerie staatsgeheime informatie naar Marokko hebben overgebracht.
In 2021 bracht NRC op basis van eigen onderzoek dat de NCTV zich heeft bemoeid met strafrechtelijke vervolging en toezicht in individuele zaken. Dit heeft geleid tot spanningen met het OM, dat de coördinator hier meermaals op heeft aangesproken. Zo bleef de NCTV, ook na weigering van het OM wegens onvoldoende gronden, aandringen op vervolging van de directeur van het islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam.
Tussen het vertrek van Aalbersberg en het aantreden van Kuipers, van september tot januari, neemt Wieke Vink tijdelijk de positie van NCTV waar.
Lees ook
Het onderzoek uit 2021. De NCTV: autonome terreurbestrijder of loopjongen van de minister?
VVD-leider Dilan Yesilgöz kan „fel en heftig” overkomen. Dat is geen verwijt van haar politieke tegenstanders. Ze zegt het zelf, in een filmpje van 2 juli. „Ik ben in volle overtuiging bezig met opkomen voor jouw vrijheden, soms ongepolijst, maar dat is de strijd.”
In dat filmpje verklaarde Yesilgöz waarom ze zanger Douwe Bob op X een „Jodenhater” had genoemd – waarna hij bedreigingen ontving en met zijn gezin het land verliet. Een probleem vindt ze haar houding zelf niet, het is „ook écht”, zegt ze.
De rechtervleugel van de VVD is nog altijd blij met Yesilgöz. Voorzitter Reinier Geerligs van het conservatieve VVD-netwerk Klassiek Liberaal, noemt haar omschrijving van Douwe Bob een „goeie reactie”. Geerligs heeft „liever een politiek leider die praat met het hart op de tong en zegt waar het op staat, dan eentje die alles wil gladstrijken”.
Maar onder gematigder VVD’ers groeit de twijfel over haar leiderschap. Steeds vaker klinkt kritiek, in de wandelgangen en ook openlijk: Dilan Yesilgöz gedraagt zich niet premierwaardig, ze vervreemdt zich van kiezers. In de VVD is zulke kritiek zeer ongebruikelijk. Onder Mark Rutte is het gewoonte geworden dat VVD’ers elkaar niet afvallen in het openbaar.
Altijd naar rechts
Vorige maand is Yesilgöz, zonder tegenkandidaten, verkozen tot lijsttrekker bij de verkiezingen van 29 oktober. Maar Maurice de Hond peilde deze week dat maar 18 procent van de kiezers enthousiast is over Yesilgöz als premier. Ze staat achter Geert Wilders (PVV), Mona Keijzer (BBB), Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA), burgemeester van Amsterdam Femke Halsema en SER-voorzitter Kim Putters. Favoriete premierskandidaat: CDA-voorman Henri Bontenbal (38 procent).
De zorg in de VVD is dat Yesilgöz vooral probeert om kiezers van Wilders af te pakken, met weinig succes, en daarmee kiezers in het midden dreigt te verliezen.
Oud-partijleider Ed Nijpels spreekt zijn onvrede over Yesilgöz al een tijd publiekelijk uit. Tegen NRC zegt hij dat zijn partij onder haar leiding ook „ideologisch zwalkt”. „Wij zijn liberalen, dat betekent dat we soms links en soms rechts zijn”, zegt Nijpels. Yesilgöz gaat áltijd naar rechts, „en niet zo’n beetje ook”.
Vergelijkbare kritiek hoor je in het netwerk De Nieuwe VVD’ers, een liberale groepering met enkele honderden leden. Toen de VVD het kabinet-Rutte IV in 2023 liet vallen over de beperking van het aantal ‘nareizigers’, gezinshereniging van vluchtelingen, waren zij ontdaan omdat de VVD campagne voerde met het thema asiel en migratie. Nog bozer maakte het hen dat Yesilgöz vorig jaar met PVV ging regeren, én volop meewerkte aan staatsrechtelijk omstreden beleid, zoals de nieuwe asielwetten.
Ook De Telegraaf, voor de VVD een belangrijk medium, wordt steeds kritischer. Politiek verslaggever Wouter de Winther schreef maandag in zijn column dat de VVD de aandacht op zich richt „door ordinair en ondoordacht getwitter en ander geschreeuw”. Dat gedrag is afgekeken van Geert Wilders, stelt hij.
Oud-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff, zeer gerespecteerd in de VVD, kritiseerde bij WNL-talkshow Goedenavond Nederland Yesilgöz’ toon over Douwe Bob. De keuze voor die toon bepaalt of „de ophefmachine aangaat”, zei hij. En Dijkhoff had al vaker over Yesilgöz’ optreden gedacht: „Doe dat niet.”
Dijkhoff richtte onlangs met een aantal andere (oud-)VVD’ers de actiegroep Voor Ons Nederland op, tégen populisme en vóór samenwerking in het politieke midden. Sommige VVD’ers zien die boodschap ook als kritiek op de politieke koers van Yesilgöz.
Oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas is bang dat Yesilgöz zich ook „door de volgende Douwe Bob” uit de tent laat lokken. Hij vindt het zaak dat de VVD het heeft over de inhoud, zoals defensie en economie, in plaats van „PVV-light” te spelen. Weisglas: „Dit moet op deze manier niet doorgaan tot 29 oktober. Zo wordt het een onaangename campagne, waar kiezers niet op zitten te wachten.”
Partijleider Dilan Yesilgöz met haar hond op het VVD-verkiezingscongres in juni.
Foto Ramon van Flymen/ANP
Straatvechter
Yesilgöz heeft politiek carrière gemaakt door zich te profileren op het thema veiligheid. Ze komt uit een seculier Turks-Koerdisch gezin, dat in de jaren tachtig asiel vroeg in Nederland omdat haar vader als mensenrechtenactivist gevaar liep in Turkije. Na omzwervingen langs linkse partijen – achteraf vond ze die betuttelend over haar achtergrond – kwam ze in 2014 namens de VVD in de Amsterdamse gemeenteraad. Vanaf 2017 was ze Tweede Kamerlid, twee jaar later werd ze minister van Justitie en Veiligheid en in 2023 volgde ze Mark Rutte op als politiek leider.
Dat was een stijlbreuk voor de VVD. Waar Rutte, zeker in zijn jaren als premier, de vriendelijke verbinder en soms de strenge staatsman wilde zijn, stelt Yesilgöz zich tegenover collega-politici en journalisten vaak op als straatvechter.
Toen het televisieprogramma Bar Laat in mei een satirisch item maakte waarin VVD-staatssecretaris Vincent Karremans zogenaamd cocaïne voor jongeren aanprees, noemde Yesilgöz dat „harddrugs-promotie” die jongeren mogelijk „in gevaar” bracht.
Een jaar eerder kreeg BNNVARA-programmamaker Tim Hofman een veeg uit de pan toen hij opriep om beelden van politiegeweld tijdens Gaza-protesten met hem te delen. Yesilgöz, destijds minister van Justitie en Veiligheid, sprak Hofman er op X direct op aan. Of hij niet ook beelden wilde van „relschoppers die journalisten het werk onmogelijk maken, de Joodse gemeenschap belagen, met stenen en ammoniak naar agenten smijten en spullen en gebouwen sloopten, Tim?”
Onnodig, en niet erg ministerieel, was de kritiek van sommige VVD’ers.
Je kan veel zeggen over Timmermans, maar dat is geen onbekwame man die niet deugt
Haar ministerschap sloot Yesilgöz af met een pijnlijk debat over haarzelf. Tijdens de campagne van 2023 had ze gezegd dat „duizenden” mensen Nederland binnenkwamen via ‘gestapelde gezinshereniging’. Het bleek om tientallen te gaan.
Yesilgöz erkende de fout achteraf en zei dat het geen „doelbewuste leugens” waren geweest. Maar volgens andere partijen in de Kamer leek het wel op misleiding ingegeven door de campagne.
Strategische blunder
De incidenten vormen een patroon, zien partijgenoten. Yesilgöz haalt graag uit, of doet harde uitspraken, en te vaak blijken die overtrokken of pakken ze uit als een strategische blunder. Soms maakt ze een knieval, maar nooit diep. Excuses maakt Yesilgöz nooit; hoogstens betreurt ze de ophef over haar uitspraken.
Volgens bronnen in de partij wordt op Yesilgöz ingepraat door partijgenoten: ze móét haar houding bijstellen. Maar ze blijft regelmatig impulsief handelen.
Ook op nauwkeurig geregisseerde momenten kan Yesilgöz zeer uitgesproken zijn. Zoals tijdens het partijcongres van de VVD vorige maand, toen ze bleef herhalen dat de PvdA is uitgeleverd aan het „extreme, links-radicale, activistische deel van de achterban van GroenLinks”.
Já, er werd hard geklapt en gezellig geborreld achteraf. Maar prominente VVD’ers zeiden off the record tegen journalisten dat Yesilgöz GroenLinks-PvdA in een hoek drijft door zo hard uit te halen naar de partij. Hoe kan de VVD nog gaan formeren met die partij, als zij nu zo polariseert?
Volgens oud-partijleider Nijpels is het zich „extreme afzetten” tegen GroenLinks-PvdA een verkeerde keuze. Hij ziet geen reden waarom de VVD niet met die partij zou kunnen samenwerken. „Je kan veel zeggen over Timmermans, maar dat is geen onbekwame man die niet deugt.” Volgens Nijpels is het belangrijk dat in Den Haag „een normale sfeer” wordt gecreëerd.
Oud-Kamervoorzitter Weisglas onderschrijft dat Yesilgöz de relaties momenteel vooral beschadigt, hij vindt dat de VVD moet „investeren in relaties met andere partijen”. Juist met GroenLinks-PvdA, „want die gaan veel zetels halen”, denkt hij. Verder heeft hij besloten „mild” over Yesilgöz te zijn, nu ze in tegenstelling tot in de vorige campagne samenwerking met de PVV heeft uitgesloten. „Laten we onze zegeningen tellen”, zegt Weisglas.
Voorzitter Geerligs van het conservatieve VVD-netwerk Klassiek Liberaal staat er heel anders in. Hij is tevreden dat de VVD het heeft „aangedurfd” om samen te werken met PVV, BBB en NSC. „Ik vind de PVV uitsluiten in dit stadium niet verstandig”, zegt hij. Geerligs is blij met de „uithalen richting Timmermans”, en vindt dat Yesilgöz nog een stap verder moet gaan en juist GroenLinks-PvdA moet uitsluiten.
Zo verdeelt Yesilgöz de VVD verder. De uitslag van de verkiezingen in oktober kunnen bepalend zijn voor haar verdere politieke carrière. De partij is nu in peilingen min of meer stabiel. Als de VVD in oktober meer zetels wint (het zijn er nu 24), kan ze misschien haar positie versterken. Maar verliest de partij zetels, dan zal de roep om een opvolger vanuit de liberale vleugel luider worden. Een vast contingent VVD-ers hoopt sinds jaar en dag dat Klaas Dijkhoff uit de coulissen zal treden. Daarnaast gaan nu de namen van rond van demissionair minister van Defensie Ruben Brekelmans en demissionair minister van Economische Zaken Vincent Karremans.
Partijleider Dilan Yesilgöz op het VVD-verkiezingscongres half juni in Nieuwegein.
De aankondiging van een nieuwe topman voor het dochterbedrijf van een beursgenoteerde onderneming gaat vaak geruisloos voorbij. Maar bij de Nederlander Jochanan Senf, de nieuwe topman van Ben & Jerry’s, ligt dat anders. De ijsmaker ligt al een tijd in de clinch met moederbedrijf Unilever over zijn activistische karakter. Ben & Jerry’s zou nu ook gepasseerd zijn bij de benoeming van de nieuwe topman.
Allereerst: wie is Jochanan Senf?
Senf is een Unilever-veteraan. Niet lang na zijn studie economie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam trad hij in 2003 aan als commercieel manager voor enkele kleinere voedselmerken. Enkele jaren later werd hij directeur Europa voor Ben & Jerry’s. In 2017 werd Senf door Unilever benoemd tot directeur Indonesië. De laatste jaren had hij onder meer de leiding over de voedingsactiviteiten van het concern in de zogeheten DACH-regio (Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland).
Waarom ligt de benoeming dan gevoelig?
De gevoeligheid zit in de manier waarop de benoeming van Senf zou zijn gegaan, schrijft de Wall Street Journal (WSJ). De vorige topman David Straver werd in maart door Unilever aan de kant gezet. Onder hem zou Ben & Jerry’s in de ogen van Unilever te activistisch zijn geworden. Ben & Jerry’s kent een meer maatschappelijk betrokken profiel dan veel andere bedrijven. Zo komt het sterk op voor de Palestijnen die door Israël worden blootgesteld aan genocidaal geweld. Een verklaring over het Amerikaanse beleid onder Donald Trump zou door Unilever zijn tegengehouden om de Amerikaanse president niet tegen de haren in te strijken. Bij de verkoop in 2000 aan het voedingsmiddelenconcern is vastgelegd dat een onafhankelijke commissie binnen Ben & Jerry’s zeggenschap behoudt over de sociale missie en marketinguitingen van de onderneming. De laatste jaren groeit de weerstand binnen Unilever tegen deze vrijheden. Het vertrek van Straver is onderwerp van een rechtszaak die Ben & Jerry’s voert tegen het moederbedrijf.
Waar zit de gevoeligheid dan nu precies in?
Deze onafhankelijke commissie zou niet geraadpleegd zijn bij het benoemen van een nieuwe bestuursvoorzitter. Die zou volgens de WSJ niet de kans hebben gekregen kandidaten te spreken over hun gedachten over geopolitieke en sociale kwesties. De topman van Unilevers ijsdivisie – waartoe ook OLA (Magnum, Cornetto) behoort en die later dit jaar als zelfstandige onderneming naar de Amsterdamse beurs moet gaan – zou in een interne memo echter hebben geschreven dat de commissie de kans zou hebben gehad individuele kandidaten te bevragen. „De onafhankelijke commissie besloot echter ons aanbod te negeren, het proces te vertragen en te dreigen met een rechtszaak.”
Dan toch nog even: hoe activistisch is Senf?
Dat is lastig zo op het eerste gezicht te zeggen. Op het X-profiel van Senf is te zien dat hij geregeld boodschappen deelt van gebruikers die het opnemen voor vluchtelingen en zelf zich uitspreekt tegen en racisme en extreem-rechts („Thierry Baudet en Theo Hiddema scoren erg laag op EQ”). Als Unilever iemand zocht die Trump wel kan bekoren is dat in ieder geval niet gelukt. In een tweet schreef Senf eerder: „Laat het duidelijk zijn ik ben geen @HillaryClinton fan, maar als @therealdonald wint over vijf dagen dan hebben we echt een probleem.” Ook retweette hij een bericht van de Londese burgemeester Sadiq Khan waarin staat dat Trump niet welkom is in de Britse hoofdstad.
Wat is leuker dan in een bootje stappen, door de havens van Rotterdam varen, wijzen en zeggen: dat is van mij, en dat, en dat ook? Wim Pijbes, directeur van de filantropische stichting Droom en Daad ziet voor zich hoe hij binnenkort met zijn gasten langs het door hem aangekochte Rotterdamse vastgoed vaart, „net zoals Tate doet in Londen”. „Op Katendrecht hebben we Fenix, Santos, Provimi bijna. Verderop opent in oktober het Veerhuis.”
‘We’, dat is het particuliere vermogensfonds Droom en Daad, gefinancierd door de van oorsprong Rotterdamse familie Van der Vorm. Die familie – vanuit Monaco geleid door Martijn van der Vorm – is een van de rijkste van Nederland en staat aan het hoofd van de HAL Holding, een beursgenoteerd bedrijf met een beurswaarde van bijna 11,5 miljard euro in 2024. Ex-Rijksmuseumdirecteur Pijbes koopt voor Droom en Daad op grote schaal vastgoed aan en verbouwt dat tot culturele hotspots.
Zo opende half mei in Rotterdam het Fenix Kunstmuseum voor Migratie en vorige maand het Parkpaviljoen, een „ontmoetingsplaats voor rust en inspiratie”. En de stichting opent dit jaar in Rotterdam nóg drie culturele instellingen: het Veerhuis, het Tramhuis en pakhuis Santos met daarin het Nederlands Fotomuseum. De koop van de Provimi-fabriek op Katendrecht, een wijk in Rotterdam-Zuid, kan volgens Pijbes elk ogenblik zijn beslag krijgen. Daar komt een ‘Danshuis’ met jaarlijks zestigduizend beoogde bezoekers.
NRC brengt de activiteiten van Droom en Daad op het gebied van kunst en cultuur, vastgoed en politiek voor het eerst in kaart. Met het particuliere miljoenenfonds hebben Van der Vorm en Pijbes in Rotterdam als venture philantropists een intransparant monopolie verworven, met – zo zal blijken – ook nadelige maatschappelijke gevolgen.
Het Fenix Museum op Katendrecht.
Het Droom en Daad-pand Muziekwerf vlakbij het Hofplein.
Foto Hedayatullah Amid, Foto Walter Herfst
Vloeibaar aardgas
Wim Pijbes leidde het Rijksmuseum Amsterdam van 2008 tot 2016 door een woelige verbouwing. Enige tijd na zijn vertrek krijgt hij een telefoontje van Martijn van der Vorm: of hij koffie wil drinken. Van der Vorm zoekt een directeur voor de net opgerichte stichting Droom en Daad. Ze kennen elkaar al langer, Pijbes is sinds 2013 commissaris bij Broadview Holding, een dochterbedrijf van HAL dat is gespecialiseerd in vloeibaar aardgas en materiaaltechnologie.
In januari 2017 gaat Pijbes aan de slag. „Ik begon met een rondje langs honderd culturele instellingen”, vertelt hij half mei in zijn kantoor aan de Parkstraat in Rotterdam. „Ik hoorde de losse ideeën, noden en wensen aan en vroeg: ‘En wat zou je doen als je een miljoen kreeg?’” De antwoorden, zegt hij, waren „ontnuchterend”. „Gaten dichten. Niemand kwam met plannen voor iets groots, iets goeds.”
Dat ‘grote’ en ‘goede’ realiseert Droom en Daad sindsdien zelf. Dat kan dankzij de diepe zakken van de stichting. Hoe diep die zijn, wil Pijbes niet zeggen. „Ons vermogen komt van de Mare Foundation in Luxemburg. Daar is niets schimmigs aan.” Maar gevraagd naar documenten, zegt hij: „Dat gaat je geen bal aan.”
Luxemburg is een van de landen waar de familie Van der Vorm al decennia de in Nederland vergaarde miljoenenwinsten buiten het zicht van de Belastingdienst onderbrengt in brievenbusfirma’s – zoals de Mare Foundation. NRContdekte in 2023 dat een deel van de weggesluisde winsten via de Mare Foundation terugvloeit naar Droom en Daad.
De Mare Foundation heeft een Nederlandse ANBI-status, waardoor giften eraan aftrekbaar zijn van de belasting. Volgens de jaarrekeningen ontvangt Mare honderden miljoenen van „een verbonden partij”. Dat is de familie Van der Vorm. De stichting heeft maar één doel, blijkt uit de statuten in de Luxemburgse Kamer van Koophandel: het financieren van Droom en Daad en De Verre Bergen (het tweede in Rotterdam actieve vermogensfonds van Van der Vorm). Externe aanvragen worden niet in behandeling genomen. Sinds de oprichting van Droom en Daad is circa 450 miljoen euro vanuit Luxemburg overgemaakt naar de twee filantropische fondsen in Rotterdam.
Ook Droom en Daad heeft een ANBI-status, en is daarom verplicht openheid te geven over inkomsten en activiteiten. Maar omdat het een vermogensfonds is, hoeft het geen balans te publiceren. Uit het enige jaarstuk dat Droom en Daad publiceert – over 2024 – blijkt niet hoeveel de stichting precies van Mare ontvangt, hoeveel kapitaal in vastgoed zit, hoeveel wordt belegd. De naam Mare wordt nergens genoemd.
Fluitend op de fiets
De hyperactieve, 63-jarige Pijbes gaat naar eigen zeggen elke dag „fluitend op de fiets van en naar zijn werk”. Onderweg komt hij van alles tegen, ook panden in meer of minder deplorabele staat. Dan borrelen er ideeën op voor nieuwe stichtingen, talenten, ambities.
Inmiddels staan 87 culturele instellingen op de lijst van door Droom en Daad gesteunde initiatieven. Sommige, zoals kunstinstituut Melly of het International Filmfestival Rotterdam (IFFR), krijgen meerjarige financiële steun. Over de omvang daarvan wil Pijbes niets zeggen. Wel publiceert Droom en Daad op één A4’tje een algemeen bedrag aan donaties aan culturele instellingen: in 2024 was dat ruim 26 miljoen, in 2023 bijna 50 miljoen euro. Ter vergelijking: de gemeente Rotterdam geeft jaarlijks circa 92 miljoen uit aan cultuur.
Aan sommige donaties zijn voorwaarden verbonden, zoals aan een gift van 80 miljoen euro in 2024 aan Museum Boijmans Van Beuningen. Bij een bouwvertraging van een jaar geeft Droom en Daad geen 80 maar 70 miljoen – blijkt uit een brief van Martijn van der Vorm in 2024 aan het Rotterdamse college en de museumdirectie. „Tuurlijk”, zegt Pijbes desgevraagd. „Ik wil wel druk op de ketel houden.”
Veel begunstigden die NRC spreekt, vinden het fantastisch wat Droom en Daad doet. Het Nederlands Fotomuseum kreeg in 2023 38 miljoen euro. Directeur Birgit Donker (onlangs op non-actief gesteld na meldingen tegen haar) zegt in april tegen NRC: „Er is geen inhoudelijke bemoeienis [van Droom en Daad] en hun vertrouwen in onze aanpak is ongekend groot.” Rob Riemen, directeur van het eveneens begunstigde Nexus Instituut: „Droom en Daad is een van de weinige culturele fondsen die de geest van de Nederlandse Republiek overeind houdt, en zich gelukkig niet heeft laten vergiftigen door de benepen geest van bureaucratisering en politisering waar het gros van fondsen en instituties last van hebben.”
Bij cultuursubsidies vanuit overheden zijn er procedures, codes (onafhankelijk bestuur, fair pay, diversiteit & inclusie) en onafhankelijke beoordelingscommissies. Bij Droom en Daad zijn de donaties ingegeven door de smaak, het oordeel en de persoonlijke voorkeuren van Wim Pijbes. Parken, design, muziek, dans, theater, film, beeldende kunst, literatuur, tuinen en architectuur: op al deze gebieden heeft hij expertise, vertelt Pijbes. Hij werkt niet met adviseurs of commissies. Heel soms belt hij iemand voor ruggespraak.
De plek van het Tramhuis (elders in renovatie).
Foto Walter Herfst
Gedicht van Aboutaleb
Hoewel volgens de statuten van Droom en Daad alleen Rotterdamse cultuurmakers in aanmerking komen voor ondersteuning, staat er één Amsterdamse kunstenaar op de lijst van personen of instellingen die steun krijgen van Droom en Daad: Tinkebell. Zij krijgt geld voor sociaal-maatschappelijk onderzoek in Colombia. Pijbes: „Soms moet je iets geks doen.”
Ahmed Aboutaleb, van 2009 tot oktober 2024 burgemeester van Rotterdam, staat niet op de donatielijst. Toch wordt hij in 2023 op uitnodiging van Pijbes gastredacteur van een dichtbundel, namens een dochterstichting van Droom en Daad, het Veerhuis. De bundel, Zomer, bevat naast commentaren van de burgemeester ook een gedicht van hem: „Laten we een wandeling maken in het park / we hoeven niks te zeggen / de stilte is genoeg / om elkaar te verstaan” – luidt de eerste strofe.
Volgens Pijbes treedt hier geen belangenverstrengeling op. „Ik vind het helemaal prima dat de burgemeester van deze stad, die toevallig een heel goede dichter is, zo’n bundel samenstelt. Ik laat ook weleens een bewindspersoon een opening doen. Die staat dan ook in de spotlights.”
Aboutaleb spreekt door de jaren heen lovend over de activiteiten van Van der Vorm. In 2018 meldt hij de gemeenteraad „trots” te zijn op de Rotterdamse traditie van filantropie: „Stichting Droom en Daad heeft als doel de stad Rotterdam nog mooier en beter te maken.”
In 2020 ontdekt het Rotterdamse journalistieke onderzoeksplatform Vers Beton dat op het stadhuis een ‘stuurgroep filantropie’ bestaat, waarin de twee directeuren van Van der Vorms vermogensfondsen – De Verre Bergen en Droom en Daad – deals sluiten voordat de gemeenteraad er zijn zegje over kan doen. Volgens Vers Beton „koopt” Van der Vorm zo macht in het stadhuis.
Een ‘belevinarium’
Een voorbeeld van zo’n deal is de aankoop in 2020 van de Fenix II-loods, het huidige Fenix Museum. Al in 2018 maakt Pijbes de aankoop bekend in het televisieprogramma De Wereld Draait Door. Er komt iets tussen een museum en een ervaringsplek in, vertelt hij: een „belevinarium”. „De gemeenteraad moet er toch nog over stemmen?”, vraagt presentator Matthijs van Nieuwkerk. „Klopt”, zegt Pijbes, „maar het college van B en W heeft de aankoop vorige week al goedgekeurd.”
In de stuurgroep filantropie zitten hoge ambtenaren, geen gemeenteraadsleden. Raadslid Ruud van der Velden, voorheen fractievoorzitter Partij voor de Dieren en nu onafhankelijk, stelt er geregeld vragen over in de gemeenteraad: waarom bestaan er geen ‘beslisnota’s’ – nota’s met alle transacties tussen gemeente en aankopende partij – over verkopen aan Droom en Daad? Waarom ontbreekt financiële transparantie? Waarom is de zogenoemde Wet Bibob niet toegepast? Die Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, aangenomen in 2003, vereist dat de herkomst van gelden bij vastgoedtransacties wordt onderzocht.
Inmiddels zijn elf, vaak reusachtige panden in bezit van Droom en Daad
Weet Aboutaleb wat de herkomst is van het geld van Van der Vorm, vraagt Van der Velden in juli 2023 in de gemeenteraad. „Nee”, antwoordt de burgemeester. „Dat weet ik niet en hoef ik ook niet te weten.”
Op herhaalde vragen van NRC aan Aboutaleb over zijn banden met Droom en Daad, komt geen antwoord. De huidige burgemeester Carola Schouten wil evenmin met NRC spreken, maar beantwoordt schriftelijk vragen via haar woordvoerder. Over haar visie op filantropie, schrijft Schouten: „De gemeente Rotterdam is blij met en dankbaar voor alle filantropische initiatieven in de stad. Dat zijn er vele, waaronder die van stichting Droom en Daad.”
De stuurgroep filantropie is nog steeds actief. Axel Dees, woordvoerder van het college van Rotterdam, schrijft dat het „gebruikelijk” is om met de directieleden van de twee vermogensfondsen „op verschillende momenten en op verschillende niveaus te spreken”. Dat gebeurt, aldus Dees, „bij alle partijen die projecten of initiatieven hebben in de stad”.
Maar voor andere partijen, zo blijkt, is het veel lastiger om toegang te krijgen tot het stadhuis.
Ratten en schimmel
„Stenen”, antwoordt Pijbes, als Harry-Jan Bus hem vraagt waar zijn interesses liggen. Bus, directeur van Theater Walhalla, vertelt het gesprek na in zijn kantoor op Katendrecht. Pijbes is net aangesteld bij Droom en Daad, en Bus leidt hem rond door de wijk. Ze kijken met name naar de Fenix II-loods, waar dan de Fenix Food Factory zit, een populaire culinaire hub.
Met het aankopen van ‘stenen’ begint Pijbes in 2018, een jaar nadat hij is aangetreden als directeur van Droom en Daad. Uit koop- en erfpachtaktes die NRC opvraagt bij het Kadaster, blijkt dat hij in ruim zeven jaar voor meer dan 40,5 miljoen euro vastgoed koopt in Rotterdam en één keer in Schiedam. Dat bedrag is exclusief de tientallen, zo niet honderden miljoenen aan renovatiekosten. Inmiddels zijn elf, vaak reusachtige panden in bezit van Droom en Daad, waaronder rijks- en gemeentelijke monumenten. Drie andere gebouwen staan op de nominatie om aangekocht te worden, de Provimi-fabriek op Katendrecht voorop.
Het Droom en Daad-pand Batavierhuis (voor muzikanten).
Foto Walter Herfst
Een deel van het vastgoed is gemeentelijk bezit, zoals de Fenix II-loods, het Parkpaviljoen en het Veerhuis. Droom en Daad betaalt voor alle drie de panden 0 euro. Ook de eeuwigdurende erfpacht koopt de stichting af. Voor het Veerhuis (430 m2) bedraagt die 1 euro, voor het Parkpaviljoen (240 m2) zeventigduizend euro, en bij de in redelijke staat verkerende Fenix II-loods (17.000 m2) 5,2 miljoen euro. De verkoopprijs van het eveneens gemeentelijke, zwaar verwaarloosde en kolossale Katoenveem in het westelijk havengebied is nog onbekend. Het pand staat al wel op de website van Droom en Daad als bezit.
De meeste van de gemeentelijke panden zijn niet in goede staat. „Bij Droom en Daad”, zegt Pijbes, „hebben we een abonnement op incourante, soms in heel slechte staat verkerende panden. Die strijd gaan we aan. Want Wim weet wat-ie wil. Als je de middelen hebt, dan kan dat. Dus ik denk: waarom niet?”
Het Veerhuis bijvoorbeeld, zit vol ratten en schimmel. Het pand – schrijft Aboutaleb in 2021 in een brief aan de gemeenteraad – staat nog net niet op „totale instorting”. Pijbes wil er een schrijvershuis vestigen, waar schrijvers en dichters in alle rust kunnen werken. Op de begane grond komt horeca. Pijbes’ initiatief „komt als geroepen”, aldus Aboutaleb in zijn brief.
De Kadernota Vastgoed van de gemeente uit 2024 schrijft voor dat gemeentelijke panden in principe openbaar verkocht moeten worden. „Ik tender niet. Nooit”, zegt Pijbes. „Ik bel en zeg: ‘noem je prijs’.” „Snelheid”, benadrukt hij, „is onze kracht.” Volgens woordvoerder Dees van de gemeente is tenderen niet verplicht „als de afdeling vastgoed, de wethouder, of het college van B en W hiervoor toestemming geeft”. En dat gebeurt steeds bij Droom en Daad. Taxatierapporten wil de gemeente niet overleggen, omdat – zo stelt een woordvoerder van wethouder Chantal Zeegers van Klimaat, Bouwen en Wonen – „de taxatie concurrentiegevoelige informatie bevat”.
Muziekles aan kinderen
Lage verkoopsommen en lage erfpachtprijzen zijn nadelig voor de gemeente – er vloeit minder overdrachtsbelasting naar de kas.
Ook van kerkgenootschappen koopt Droom en Daad panden aan voor schappelijke prijzen. De Doopsgezinde Gemeente vindt het zo sympathiek dat Droom en Daad in hun kerkgebouw muziekles wil geven aan kinderen, dat ze niet kiezen voor een marktconforme prijs. Ze verkopen de kerk plus pastorie, monumentaal orgel en toebehoren aan Droom en Daad voor 1.950.000 euro.
‘Ik tender niet. Nooit. Ik bel en ik zeg: noem je prijs. Snelheid is onze kracht’
Voor die kerk heeft Pijbes een bestemming. Maar niet voor het parochiehuis van de Oud-Katholieke Paradijskerk aan de Nieuwe Binnenweg. Op 28 december 2022 koopt hij dit pand voor 700.000 euro – ruim onder de WOZ-waarde die na de jaarwisseling op 932.000 euro ligt.
De aankoop ging snel, vertelt Pijbes. „Ik werd vlak voor Kerst gebeld door Minke Weeda, directeur van het naastgelegen poppodium Rotown. ‘Wim’, zegt ze, ‘de kerk wil het pand naast ons verkopen. Maar de projectontwikkelaar is afgehaakt. Wij zijn als de dood dat er woningen in komen. Dan is het einde oefening met onze nachtvergunning. Kun jij iets doen?’” Pijbes: „Ik ga met de kerk in gesprek en een week daarna kopen wij het pand. Niet dat we daar direct een bestemming voor hadden, behalve dan Rotown te beschermen voor mogelijke claims.”
Met zijn schijnbaar ongelimiteerde geldbronnen bouwt Droom en Daad landmarks in de stad en behoedt het panden – zoals het Veerhuis – voor totaal verval. De keerzijde is dat uitgewerkte voorstellen van anderen – gevestigde culturele instellingen of burgers – afketsen.
Het Veerhuis, bedoeld voor schrijvers, gaat open in oktober.
Foto Walter Herfst
Een voorbeeld is de Fenix II-loods. In 2012 komt een groep Rotterdammers en cultuurmakers, verenigd onder de naam ‘Dutch Montmartre’, met een plan voor „een dynamisch museum” in de loods. Op het dak komen tweehonderd woningen – een eis van de gemeente. In 2016 ontwikkelt een consortium van ondernemers van de Fenix Food Factory een vergelijkbaar plan – ook met het verplichte aantal huurwoningen op het dak. Investeerders worden gevonden, architectenbureau MVRDV tekent voor het ontwerp. Er volgen gesprekken met de gemeente. Die reageert enthousiast, zeggen de ondernemers. In 2017 stuurt het consortium het plan naar het stadhuis.
Dan blijft het stil. Een van de ondernemers, die anoniem wil blijven: „Wij kregen uiteindelijk een telefoontje van de gemeente: ons plan was kwijtgeraakt in de postkamer.”
Glimmend uitzichtpunt
Ook Dutch Montmartre vangt bot. Daarom stuurt de groep op de openingsdag van het Fenix Museum, 15 mei dit jaar, een brief aan college, gemeenteraad, Droom en Daad en ambtenaren. „Terwijl wij [met ons voorstel] destijds geen doorgang kregen, kreeg Droom en Daad – zonder openbare aanbesteding of transparant participatieproces – wel toegang […] tot substantiële gemeentelijke samenwerking”, schrijft de groep. „Volgens welke criteria wordt bepaald wie wel of geen toegang krijgt tot publieke ruimte en erfgoed?”
Het cluster stadsontwikkeling van de gemeente stelt in een reactie dat de verkoop van de Fenix II-loods „democratisch” is gegaan. Maar stukken waaruit de afwikkeling met andere gegadigden blijkt, wil stadsontwikkeling niet overleggen.
De loods gaat in 2018 – dan nog officieus – naar Droom en Daad. De gemeentelijke eis van woningen is geschrapt. In plaats daarvan komt op het dak een glimmend uitzichtpunt: de ‘Tornado’.
Behalve woningen, stranden ook culturele initiatieven. Museum Rotterdam bijvoorbeeld, is sinds 2020 nagenoeg dakloos. In opdracht van de gemeente doen verkenners twee jaar onderzoek naar de ideale vestigingsplaats van een vernieuwd stadsmuseum. Zij wijzen in 2022 veevoederfabriek Provimi op Katendrecht als „voorkeurslocatie” aan.
Maar Provimi gaat naar Droom en Daad. Er komt een ‘Danshuis’. Het ontwerp, van hetzelfde architectenbureau als het Fenix Museum, is al klaar. Pijbes in 2023 tegen de Volkskrant: „Je hebt minstens 50 miljoen euro nodig om daar iets te kunnen neerzetten. Laat anderen maar komen met hun plannen. Wij hebben de financiering al rond.”
Designwarenhuis
Museum Rotterdam kijkt ook naar koffiepakhuis Santos als vestigingslocatie, een rijksmonument van circa negenduizend vierkante meter. Toenmalig directeur Paul van de Laar, bijzonder hoogleraar stadsgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, werkt een businesscase uit met een creatief ondernemer en een particulier investeerder. „Vanuit de gemeente kreeg ik nul samenwerking”, zegt Van de Laar. „Die liet het aan de markt. Als culturele instelling maak je dan geen enkele kans.”
De gemeente verkoopt Santos in 2021 aan de Hamburgse projectontwikkelaar Alexander Garbe voor een kleine 870.000 euro. Garbe wil er een designwarenhuis vestigen. „Ridicuul”, noemt Van de Laar de verkoopprijs: die was voor Museum Rotterdam ook een optie geweest.
Volgens een woordvoerder van stadsontwikkeling drukte de noodzakelijke investering van „vele miljoenen” de waarde van het pand. Er bestond „een renovatieopgave voor de buitenkant” en het was binnen „niet geschikt” voor het beoogd gebruik: een designwarenhuis. Tegelijk schrijft ze: „[Santos] was gezien de leeftijd (bouwjaar 1903) in relatief goede staat met een aantal aandachtspunten.”
Toch komt er geen warenhuis. Twee jaar later verkoopt Garbe Santos namelijk voor 21,6 miljoen euro door aan het Nederlands Fotomuseum: bijna 20,8 miljoen euro meer dan in 2021. Directeur Birgit Donker zet haar naam op 3 augustus 2023 onder de koopakte en tekent dezelfde dag een akte waarin ze het grondeigendom aan Droom en Daad „verkoopt” voor 21,6 miljoen. De prijs voor het grondeigendom wordt verrekend met een schenking van 38 miljoen van Droom en Daad aan het museum.
Pijbes zegt desgevraagd „niets” te weten van de lage aankoopprijs uit 2021. De akte uit 2021 heeft hij „niet” gezien. Donker stelt in verschillende media dat het museum eigenaar is van Santos. Pijbes: „Ik weet niet hoe dat juridisch heet, maar beschouw ons als bruikleengever.” Als het museum ooit vertrekt, valt het pand automatisch toe aan Droom en Daad.
Het Fotomuseum neemt – zo staat in de koopakte – het complete bouwplan van Garbe over, inclusief goudgeel gestulpt dak. De oudbouw wordt ‘opgetopt’ met drie nieuwe verdiepingen voor horeca en zestien short-stay appartementen.
Door overname van Garbe’s complete ontwerp komen ook die appartementen – luxe studio’s van maximaal 25 vierkante meter², met vergulde kranen en wc-rolhouders – onder beheer van het Fotomuseum. Het museum verhuurt niet tegen een cultureel tarief, maar wordt, via een intermediair, commercieel verhuurder. De opbrengsten vloeien, zo bevestigt Donker schriftelijk, naar het Fotomuseum: „Sinds eind vorig jaar wordt hier al gelogeerd en genereren wij extra inkomsten als huur van de short stay-exploitant.”
De appartementen zijn voor 107 tot 269 euro per nacht te boeken, via sites als Booking en Airbnb. Gasten laten recensies achter die soms niet mals zijn. Er is niemand in het pand bereikbaar in geval van calamiteiten, gasten klagen over bouwherrie en „dode dieren” op het gezamenlijke balkon.
Filantrokapitalisten
In zijn boek Winners Take All (2018) beschrijft politiek analist Anand Giridharadas hoe wereldwijd ‘filantrokapitalisten’ culturele en maatschappelijke projecten financieren, liefst in eigen initiatieven met een belastingtechnisch gunstig verdienmodel. Vastgoed en kunst onderbrengen in een stichting is zo’n verdienmodel.
In een vertrouwelijk rapport uit 2017, in handen van NRC, schrijven Pijbes en de directeur van het fonds De Verre Bergen aan de gemeente: „Rotterdam kan de eerste stad van Europa zijn die 21ste-eeuwse filantropie omarmt. En dat op een schaal die veel verder strekt dan losse gebouwen of projecten.”
Gevraagd naar wat hij bedoelt met „21ste-eeuwse filantropie”, antwoordt Pijbes: „Venture philanthropy”. In deze uit het durfkapitalisme ontstane vorm van filantropie worden goede doelen gesteund die op lange termijn rendement opleveren. Anders dan vroegere filantropen houdt de venture-filantroop altijd de regie.
Burgemeester Aboutaleb omarmde de 21ste-eeuwse filantrokapitalisten. Ook bouwwethouder Zeegers is enthousiast. In 2024 wordt bekend dat Droom en Daad ook de openbare ruimte op Katendrecht opknapt: een nieuwe fietsenstalling, de ruimte rond het toekomstige Danshuis en het park ernaast. „Het goede nieuws”, zegt Zeegers tegen het AD: „Dit alles kost de gemeente geen euro.”
In de door VVD en Leefbaar Rotterdam gedomineerde gemeenteraad overheerst blijdschap over de giften van Droom en Daad. Alleen Ruud van der Velden van de PvdD en, vanaf 2023, Theo Coşkun zijn kritisch. Coşkun is fractievoorzitter van de eveneens kleine SP. In mei 2024 vraagt hij in een raadsvergadering of cultuurwethouder Said Kasmi (D66) wel de werkelijke wethouder van Cultuur is. Of is dat Wim Pijbes?
Beeldend kunstenaar Anne Wenzel: „Voor de gemeente heeft cultuur geen urgentie, dat zie je aan hun gebrekkige visie.” Hoogleraar Van de Laar: „Gelukkig vullen de filantropische fondsen van Van der Vorm het gat op dat de gemeente bewust heeft laten ontstaan. Het bestuurlijk onvermogen van deze stad op cultureel gebied is zeer zorgwekkend.”
Op zijn werkkamer in het stadhuis werpt wethouder Kasmi de kritiek verre van zich. „Willen we als overheid alles financieren?”, zegt hij. „Nee, want dat kunnen we niet.” „Ik zie echt geen probleem in filantropen die stellen: ‘Wij willen wel iets terugdoen voor de samenleving’. Waarom moet alles met subsidie gaan in de cultuursector?”
In de raad vinden Leefbaar Rotterdam en VVD de donaties van Van der Vorm zo prachtig, dat ze afgelopen oktober zoeken naar een ‘blijvend bedankje’. Het voorstel: doop Museum Boijmans Van Beuningen om tot Museum Boijmans Van Beuningen Van der Vorm.
Kasmi belooft het voor te leggen aan Van der Vorm en Pijbes. Een half jaar later zegt hij zich dat „niet” te herinneren. „Ik weet bijna zeker dat Van der Vorm niet zit te wachten op zijn naam aan de gevel van het museum.” Burgemeester Aboutaleb, zegt hij, heeft namens het college een bedankbrief aan Van der Vorm gestuurd. Kasmi heeft zelf ook nog een „bedankappje” gestuurd.
„Het gaat de familie niet om henzelf”, benadrukt Kasmi. „‘Wat voor goeds kunnen we doen voor Rotterdam?’ vragen ze me. ‘We hebben hier namelijk heel veel geld verdiend.’”
Vanmiddag heeft gynaecoloog Gunilla Kleiverda een bespreking in Almelo, morgen in Leeuwarden, en later gaat ze naar Alkmaar. Ze is zeventig en had al zorgeloos van haar pensioen kunnen genieten, maar ze reist deze dagen langs artsen en ziekenhuizen in heel Nederland om de grootste studie ooit op te zetten naar een hormoonloze anticonceptiepil: mifepriston. Dertien ziekenhuizen kreeg ze al zover om mee te doen. Uiteindelijk zullen twaalfhonderd vrouwen deelnemen aan het onderzoek.
„Breaking: Na 60 jaar is er ein-de-lijk een nieuwe anticonceptiepil zonder hormonen”, kopte een groot tijdschrift nadat het onderzoek dit voorjaar was aangekondigd. „Ik kan wel janken”, zegt een enthousiaste influencer op TikTok, in een van de vele viral-filmpjes over dit onderwerp. De uitgelaten respons wekt de indruk dat dit middel nog maar pas als anticonceptie op de radar van de wetenschap is gekomen, maar het tegendeel is waar, weet ook Gunilla Kleiverda.
Het geld voor het onderzoek wordt – onder meer via crowdfunding – bijeengebracht door vrouwenrechtenorganisatie Woman on Waves, waar Kleiverda voorzitter van is – in 2001 voer zij mee op de eerste tocht van de ‘abortusboot’ van Women on Waves, bedoeld om abortus toegankelijk te maken voor vrouwen in landen waar het niet is toegestaan.
„Normaal worden dit soort onderzoeken gedaan door de farmaceutische industrie, met veel geld”, zegt Kleiverda. „Maar voor deze studie wilden ze niet betalen.” Omdat er weinig aan te verdienen is, denkt ze. „Het patent op mifepriston is al heel lang verlopen.” Ze vermoedt daarnaast dat de „gevoeligheid” van het middel een rol speelt. Mifepriston wordt namelijk al jaren gebruikt voor medicamenteuze abortussen, het is (naast misoprostol) een van de twee medicijnen die samen bekend zijn als ‘de abortuspil’.
Kleiverda ontvangt NRC aan de keukentafel van haar Amsterdamse woning. Naast haar laptop liggen boeken over vrouwengezondheid, zelfbeschikking en feminisme. Bovenop een boek van Étienne-Émile Baulieu, de onlangs overleden biochemicus en endocrinoloog die mifepriston in 1980 ontdekte. Toen al werden de eerste kleinschalige onderzoeken naar het middel gedaan – waaruit bleek dat het een goed anticonceptiemiddel met weinig bijwerkingen zou kunnen zijn.
Waarom kwam u pas zo veel later tot de overtuiging dat mifepriston als anticonceptiemiddel op de markt moet komen?
„Om eerlijk te zijn sloeg ook ik lang niet aan op dat idee, ook niet na de verschijning, in 2007, van een relatief grote Chinese studie met veelbelovende resultaten. Wij kwamen deze studie pas in 2013 op het spoor, toen een wetenschappelijke stagiair van Women on Waves ons erop wees.”
Mifepriston binnen handbereik op het nachtkastje is voor mij een logische volgende stap
Eerder was de tijd er nog niet rijp voor, denkt Kleiverda. De emancipatiestrijd speelde zich lang op andere fronten af, zoals rond vergoeding van de pil vanuit de basiszorgverzekering. In 1964 werd de (hormonale) pil in Nederland onthaald als revolutionair, dat liet in de decennia erna weinig ruimte voor een gesprek over bijwerkingen en alternatieven.
Verder hadden vrouwenrechtenactivisten lang hun handen vol aan abortus. In 1984 werd uiteindelijk de abortuswet ingevoerd, waardoor vrouwen voortaan legaal hun zwangerschap konden afbreken – zij het alleen in speciale klinieken. Aanvankelijk kregen vrouwen daar zuigbehandelingen (curettages); rond de millenniumwisseling werd de medicamenteuze behandeling met mifepriston en misoprostol mogelijk. Pas sinds dit jaar is deze abortusmedicatie (‘de abortuspil’) behalve bij de achttien abortusklinieken ook bij huisartsen te verkrijgen.
Hoe verliep de omslag in uw denken over mifepriston?
„Het was een logisch gevolg van de ontwikkeling die we doormaakten bij Women on Waves. In 2001 wilden we op een boot voor de Ierse kust curettagebehandelingen geven, maar we hadden ook abortusmedicatie mee aan boord. Dat was nog maar net verkrijgbaar op de Nederlandse markt, alleen in een abortuskliniek of bij een gynaecoloog.” Abortus via medicatie was makkelijker dan met een zuigbehandeling, want je kon het middel mee naar huis geven.
„Tijdens een trip naar Portugal in 2004 kwam ik tot het inzicht dat abortus nóg toegankelijker kon worden. Twee oorlogsschepen belemmerden ons de toegang tot de nationale wateren. We waren zo boos, dat Rebecca [Gomperts, oprichter van Women on Waves, red.] op de Portugese huisvrouwen-tv heeft uitgelegd hoe je zelf thuis een abortus kunt doen met misoprostol, dat ook in sommige pijnstillers zit en in hoge dosering weeën opwekt. Dat konden ze zonder recept kopen bij de apotheek. Abortus zonder tussenkomst van artsen en zielenknijpers dus.
„Niet lang daarna richtten we Woman on Web op. Via die route konden vrouwen overal ter wereld medicatie die nodig is voor een abortus thuis laten bezorgen, na online consultatie. Mifepriston als anticonceptie, binnen handbereik op het nachtkastje, is voor mij een logische volgende stap.”
Bijna vijfentwintig jaar na die eerste boottocht leidt Kleiverda een onderzoek dat de drie zaken verenigt waar ze haar hele carrière voor heeft gestreden: zelfbeschikkingsrecht van vrouwen, goede anticonceptie én laagdrempelige abortus. Want het onderzoek naar mifepriston als hormoonloze anticonceptiepil heeft een dubbele agenda, daar is Kleiverda desgevraagd eerlijk over. „Met mifepriston kan ook de kloof tussen anticonceptie en abortus worden gedicht.” Abortus en anticonceptie liggen in elkaars verlengde, zegt Kleiverda. „Uiteindelijk gaat het allebei om zorg voor vrouwen die niet zwanger willen zijn. Daar willen zij een goed medicijn voor hebben.”
U vindt het vanuit emancipatoir oogpunt belangrijk dat dit anticonceptiemiddel voor vrouwen beschikbaar is?
„Het stempel ‘abortuspil’ suggereert dat er sprake is van een zwangerschap die wordt afgebroken. Maar vanaf wanneer ben je zwanger? Is dat direct na bevruchting, na een positieve zwangerschapstest, na het uitblijven van de eerste menstruatie, na de innestelling van de bevruchte eicel in de baarmoederwand? Die grens schuift steeds verder naar voren op. De nieuwste zwangerschapstesten kunnen een paar dagen voordat je menstruatie uitblijft al een positieve uitslag geven.
„In Nederland is er de laatste jaren onrust over het stijgende aantal abortussen, maar als we de cijfers beter bekijken, zien we een groeiende groep vrouwen die zich al meldt voor een zwangerschapsafbreking voordat de eerste menstruatie is uitgebleven. Ze zijn nog niet eens over tijd, maar ze willen niet zwanger zijn en daar een medicijn tegen krijgen. Nu noemen we dat abortus; vroeger hadden deze vrouwen nog wekenlang in onwetendheid geleefd, misschien een miskraam gehad.”
Kleiverda legt een hand op het stapeltje boeken naast zich. „Baulieu, de uitvinder van mifepriston, bedacht om die reden een veel passender term voor dit middel, hij noemde het de ‘un-pregnancypill’ en spreekt van contragestion – het tégengaan van zwangerschap, voor of na seks. Mifepriston doet precies dat. Het is werkzaam als voor- en nabehoedsmiddel en dus ook als morning-afterpil. De huidige morningafterpil, ulipristal oftewel Ella-One, een zusje van mifepriston, kun je al bij de drogist kopen. We moeten helemaal af van dat onderscheid tussen anticonceptie en abortus. Noem het: zorg voor vrouwen die niet zwanger willen zijn. Deze pil brengt dat allemaal samen.”
Aan iemand die vraagt om een borstverkleining vraag je ook niet of ze heeft nagedacht over een borstvergroting
Stel, die pil wordt een succes, dan hebben vrouwen straks wellicht grote hoeveelheden mifepriston op hun nachtkastje liggen. Dat vindt subsidieverstrekker ZonMW „gevaarlijk”, mede daarom heeft die organisatie besloten uw onderzoek niet te subsidiëren.
„De medisch-ethische toetsingscommissie vindt ons onderzoek verantwoord, maar ZonMW zei inderdaad: mifepriston is een middel dat abortus opwekt; bij herhaaldelijk voorschrijven voor anticonceptie bestaat er risico op opsparen en illegale doorverkoop voor abortus. Dat is een non-argument. Opsparen en doorverkopen kan met alle medicijnen. In 2007 schreef ik al in een opiniestuk: de vrouw beslist, abortuspil bij de drogist. Als vrouwen een zwangerschap willen afbreken, doen ze het. En als ze het niet willen, doen ze het niet.”
Wat moet er nog gebeuren voordat het middel op de markt kan komen?
„Nadat het Europees Medicijn Agentschap het middel heeft goedgekeurd – vermoedelijk over drie tot vijf jaar – zal het Zorginstituut Nederland zich moeten buigen over de vraag of het ook vergoed gaat worden als anticonceptiepil.”
Kan de politiek nog dwarsliggen?
„De politiek heeft geen poot om op te staan. Het is van groot belang dat we mifepriston als een normaal geneesmiddel zien, met verschillende toepassingen. In de Verenigde Staten is het, in hoge dosis, geregistreerd voor de behandeling van de ziekte van Cushing; in Nederland wordt het op grote schaal gebruikt en nu zelfs vergoed voor de behandeling van miskramen; het is een medicijn voor de behandeling van hormoongevoelige tumoren. En er is dus een enorme behoefte aan mifepriston als hormoonloos anticonceptiemiddel. De associatie met abortus moet worden losgelaten.”
U heeft het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen tijdens uw werkende leven zien toenemen, maar er waait nu weer een conservatieve wind. Hoe kijkt u daarnaar?
„Nederland lijkt progressief. Toch staat abortus hier nog steeds in het wetboek van strafrecht. Artsen zijn daarom bij een verzoek om abortus wettelijk verplicht de vrouw te vragen of zij de zwangerschap niet toch wil doorzetten. En: of zij adoptie heeft overwogen, of pleegzorg. Van de zotte! Onethisch. Aan iemand die vraagt om een borstverkleining vraag je ook niet of ze heeft nagedacht over een borstvergroting?
„Ik zie een nieuwe generatie vrouwen die zich hier heel actief voor inzet.” Lachend: „De Dolle Mina’s zijn wederopgestaan. En ik kijk met verbijstering naar de ‘tradwifes’, vrouwen die zichzelf en andere vrouwen terugwensen naar het aanrecht. Er is nog veel te doen.”
Jonas Vingegaard zit in zijn eentje op de fiets. Hij heeft de rollerbank waarin zijn fiets vastzit achter de teambus laten zetten, uit de zon die op het asfalt op de Mûr-de-Bretagne aan het branden is. Teamgenoten of ploegleiders zijn er niet, met zijn spiegelende zonnebril nog op zijn neus en een strak gelaat trapt Vingegaard stoïcijns zijn pedalen in het luchtledige rond.
Alleen is Vingegaard echter niet. Aan beide uiteinden van de bus, op het gras aan de andere kant van de greppel naast de bus, zelfs ín de greppel verzamelen zich steeds meer mensen. Twee jongens zetten klapstoelen in het gras neer en zitten op enkele meters afstand in stilte te kijken hoe de Deen zijn spieren lostrapt. Tientallen telefoons leggen elke beweging vast.
De meeste besproken renner van de eerste Tourweek is zonder twijfel Jonas Vingegaard. De Deense kopman van de Nederlandse ploeg Visma-Lease a Bike (LAB) viel allereerst op door zijn prestaties; de eerste vier dagen was hij geweldig in vorm, vervolgens verloor hij woensdag verrassend veel tijd in de tijdrit. De dagen erna leek hij weer hersteld; zowel donderdag als vrijdag kwam hij in dezelfde tijd als zijn rivaal Tadej Pogacar over de finish. Vingegaard staat nu vierde in het algemeen klassement, op 1 minuut en 17 seconden van leider Pogacar.
Ook buiten de koers trok Vingegaard alle aandacht, door een interview dat zijn vrouw Trine Marie Hansen aan de Deense krant Politiken gaf. Ze verweet Visma-LAB dat het team haar echtgenoot uitknijpt. „Ik vrees dat hij zijn kaarsje aan beide kanten opbrandt”, zei ze.
Hansen gaf aan dat hij te veel van huis is, en vroeg zich hardop af waarom de ploeg niet alleen inzet op de gele trui van Vingegaard, maar ook etappes wil winnen met andere renners. Van Wout van Aert is bekend dat hij zijn tiende ritzege wil winnen deze Tour. „Daardoor neem je middelen weg die je ook voor Jonas in kunt zetten”, zei ze, waarna ze haar bewondering uitsprak voor de manier waarop Pogacar wel alle ondersteuning krijgt van zijn ploeg UAE Team Emirates-XRG.
Het is een groot contrast met de afgelopen maanden, toen je vrijwel niks van of over Vingegaard hoorde. Na een wonderbaarlijk jaar waarin hij hard viel in april, razendsnel revalideerde en boven verwachting presteerde in de Tour, verdween hij lang van de radar.
Tadej Pogacar houdt Jonas Vingegaard vrijdag achter zich op de Mûr-de-Bretagne en herovert de gele trui op Mathieu van der Poel.
Foto Loic Venance/AFP
Nu de Tour komende maandag voor het eerst de bergen ingaat, is de vraag: hoe is het hem sinds de vorige Tour de France vergaan, en hoe is het na de eerste Tourweek met Jonas Vingegaard?
Snelkookpan
Een vergaderzaaltje in een hotel langs de snelweg in Lille puilt uit van de journalisten. Het is de vrijdag voor de Tour, de persconferentie van Visma-LAB gaat beginnen. Iedereen wil weten hoe Vingegaard zijn kansen inschat, nu Pogacar het wielervoorjaar heeft gedomineerd en als topfavoriet aan de Tour begint. „Ik hoop beter te zijn dan ooit”, zegt hij tegen de wereldpers.
Bij de Nederlandse ploeg hebben ze er vertrouwen in; ze zien een hele andere Vingegaard aan de start dan vorig jaar, toen de Deen weliswaar knap tweede werd maar kansloos was in zijn tweestrijd met Pogacar. „Een verschil van dag en nacht”, zegt ploegbaas Richard Plugge over zijn kopman.
Trainer Tim Heemskerk stond in april vorig jaar in een Baskisch ziekenhuis aan de rand van het bed van Vingegaard. De Deen ging in een afdaling in de Ronde van Baskenland hard onderuit en hield er een klaplong, gebroken sleutelbeen en gebroken ribben aan over. „Het eerste wat hij zei toen hij van de IC gereden werd”, zegt Heemskerk, „was dat hij naar de Tour wilde”.
Binnen een maand zat Vingegaard weer op de fiets. In de Tour won hij verbazingwekkend een etappe en werd tweede in het algemeen klassement. „Hij was daar enorm trots op”, zegt Nathan Van Hooydonck, oud-ploeggenoot en vriend van de Deen, „dat hij dat binnen drie maanden had kunnen bereiken.”
Omdat hij door zijn val nog weinig gekoerst had, wilde Vingegaard na de Tour per se meedoen aan de Ronde van Polen. „Maar eigenlijk zag je daar al dat Jonas moe was”, zegt Heemskerk. „Je zag het aan zijn gezicht, aan zijn waarden. Ik zat thuis te kijken en dacht meermaals: als je nu wegrijdt, dan beslis je de wedstrijd. Maar dat deed hij niet.” Dankzij een sterke tijdrit in de tweede etappe won Vingegaard alsnog de koers. „Puur op wilskracht”, zegt Heemskerk.
Na Polen stuurde de ploeg Vingegaard naar huis. „Jonas besloot na zijn val in een soort snelkookpan te springen om op tijd klaar te zijn voor de Tour”, zegt Mathieu Heijboer, prestatiemanager van de Nederlandse ploeg. „Je kunt je voorstellen dat er daarna een enorme decompressie volgde.” Van half augustus tot half september lieten ze hun kopman met rust.
Spiermassa
Of hij nu een sprinter is? Vingegaard laat de vraag even op zich inwerken. Hij is zojuist derde geworden in de etappe naar Boulogne-sur-Mer, achter Mathieu van der Poel en Pogacar. Het is de tweede dag op rij dat de Deen meesprint in de finale; in de openingsrit was hij een van de aanstichters van waaiervorming in een hectische finale, waardoor hij direct tijd pakte op concurrenten als Remco Evenepoel en Primoz Roglic.
Toen Vingegaard zich half september meldde voor de voorbereidingen op het nieuwe seizoen, zagen ze bij het team een frisse, gemotiveerde kopman. „Hij had de vermoeidheid uit zijn systeem gekregen”, zegt Heemskerk. Terwijl het seizoen 2024 nog bezig was, begonnen ze de trainingen voor 2025. Dat was nodig, zegt Heemskerk. „Eigenlijk wil je dat renners elk jaar meer trainingsuren maken, en Jonas liep door zijn val flink achter.”
Jonas Vingegaard maandag in Valenciennes, voor de start van de etappe naar Duinkerken.
Foto Benoit Tessier/Reuters
Door zijn val en revalidatie was Vingegaard 2,5 kilo aan spieren kwijtgeraakt. „Hij moest sterker en explosiever worden”, zegt Heijboer. Dus ging het team in het krachthonk aan de slag met zijn benen, bovenlichaam en achillespezen, waar Vingegaard in het verleden snel last van kreeg.
Die blessures moesten maar eens verleden tijd zijn, vond de ploeg. En als Vingegaard een kans wilde maken tegen Pogacar, moest de Deen de explosieve versnelling van de Sloveen kunnen bijhouden. Het is een zwakke plek waar Vingegaard mee aan de slag wilde. „We wilden hem sneller maken bergop en in korte sprints”, zegt Heijboer.
In Frankrijk blijkt dat gelukt te zijn. „Jonas is huge”, zegt ploeggenoot Matteo Jorgenson in Lille, doelend op diens spiermassa. In Boulogne-sur-Mer krijgt Vingegaard de definitieve bevestiging dat zijn voorbereiding heeft gewerkt. „Ik heb nu twee massasprints gedaan”, zegt hij met een glimlach op zijn gezicht, „dus je kunt me wel een sprinter noemen.”
Mentale energie
Het is tijdverspilling. Op gepikeerde toon laat Vingegaard voor de start van de derde etappe blijken hoe hij over het interview met zijn vrouw Trine Marie Hansen denkt. „Het is uit zijn verband gerukt”, zegt de Deen tegen de NOS. „Mijn vrouw heeft iets verteld en de media hebben van niets een verhaal gemaakt.”
Ook ploegleider Grischa Niermann van Visma-LAB zegt dat de teksten „een beetje uit proportie getrokken zijn”. Hij benadrukt dat de banden tussen de ploeg en het echtpaar Vingegaard goed zijn.
Bij het Nederlandse team zijn ze niettemin onaangenaam verrast. Ze weten hoe belangrijk zijn familie voor Vingegaard is. Dat hij graag thuis is, ook al is het vlakke Denemarken niet de beste plek om zich op zware bergetappes voor te bereiden. En dat thuis zijn alleen maar belangrijker is geworden sinds de geboorte van Vingegaards tweede kind, na een dochter nu een zoontje, half september vorig jaar.
Volgens Van Hooydonck was dat een belangrijk moment voor zijn vriend. „Jonas is echt iemand die er als vader voor zijn kinderen wil zijn. Ik denk dat de geboorde van Hugo ook een fijne afleiding is geweest van al die moeilijke momenten die hij afgelopen seizoen heeft gehad.”
Dat Vingegaard graag bij zijn jonge gezin wilde zijn, speelde een belangrijke rol bij de beslissing hem in februari niet mee te nemen naar het jaarlijkse trainingskamp op het Spaanse eiland Tenerife. „We wilden hem dit seizoen niet te snel opbranden”, zegt Heijboer. „Jonas was bang dat hij anders al snel moeite zou hebben zich op te laden voor alle hoogtestages die nog zouden komen. Hij wilde mentale energie overhouden voor de rest van het seizoen.”
Vingegaard met zijn echtgenote Trine Marie Hansen en hun dochter Frida, in 2023 na zijn eindzege in de Tour de France.
Foto Marco Bertorello/AFP
Dichter bij de Tour nodigde Visma-LAB alle familieleden van de renners uit in het Franse Tignes, toen het team zich daar op hoogte voorbereidde. „Dit is iets waar we het met de renners heel vaak over hebben in aanloop naar het nieuwe seizoen”, zegt Heemskerk. Het schema voor Vingegaard was eind vorig jaar al duidelijk, geeft zijn trainer aan.
De andere kopman van de ploeg, Wout van Aert, is teleurgesteld na het interview. Voor de Belg voelt het alsof zijn toewijding om met Vingegaard de gele trui te winnen in twijfel wordt getrokken, terwijl juist hij een groot aandeel had in de twee Tourzeges van Vingegaard in 2022 en 2023. Er volgt een gesprek tussen de twee renners. „We zijn nog steeds vrienden, het was ook niet Jonas die iets heeft gezegd”, zegt Van Aert daarna tegen de Belgische zender Sporza. „We willen hier de gele trui winnen en ik wil een rit winnen. Dat is voor iedereen duidelijk, ook voor Jonas.”
Lullige val
Hij heeft er geen verklaring voor. Ploegleider Grischa Niermann stapt woensdagmiddag in Caen de bus uit en een meute media in. Vingegaard heeft net meer dan een minuut verloren op zijn voornaamste concurrenten Pogacar en Evenepoel. „Dit is niet de tijdrit waarop we gehoopt hadden”, zegt Niermann.
De verrassing is groot omdat Vingegaard een paar weken eerder, in het Critérium du Dauphiné, in de tijdrit vóór Pogacar was geëindigd, en maar net achter Evenepoel. Vingegaard leverde die prestatie in zijn eerste wedstrijd in drie maanden tijd.
Dat was aan het begin van het seizoen niet de planning. Vingegaard wilde juist meer gaan koersen na afgelopen jaar. Maar na een val in Parijs-Nice kon er een streep door die plannen. „Dat was een hele grote tegenslag”, zegt Heijboer.
Het was een lullige val: bergop ging een renner voor hem onderuit, Vingegaard kon nergens heen. Hij kneusde zijn hand en liep een hersenschudding op. Een week mocht hij niet op de fiets zitten. De ploeg besloot dat Vingegaard niet meer in actie zou komen tot de Dauphiné. „We hebben wel nagedacht over de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik, en de Ronde van Baskenland of Romandië, maar daar ging hij nooit 100 procent aan de start staan”, zegt Heijboer. „Dat vonden we het niet waard.”
Bang voor een nieuw trauma na zijn val in Parijs-Nice was de ploeg niet. Op Vingegaards linkerschouder herinnert weliswaar een groot litteken aan de val in Baskenland, zegt Heemskerk, maar van mentale restanten van zijn crash is geen sprake meer. „Als je ziet hoe hard Jonas in de Dauphiné afdaalde, op een halfnatte weg – dat toonde dat hij geen angst meer heeft om te vallen.”
De ploeg gebruikte de wedstrijdloze weken om in het Deense Aalborg, onder leiding van Heijboer, windtunneltesten uit te voeren. „We hebben zijn positie op de fiets bekeken, waar hij zijn handen moet houden, hoe het materiaal en de fietskleding optimaal ingezet kon worden”, zegt Heijboer.
Jonas Vingegaard woensdag tijdens de tijdrit in en om Caen.
Foto Christophe Petit Tesson/EPA
Daarom was het vertrouwen vóór de tijdrit in Caen groot bij de ploeg. Maar naderhand moet Vingegaard concluderen dat hij een slechte dag had. „Ik had geen goede benen en dat heeft me verrast. Maar dat hoort bij wielrennen.”
Een dag later komt Vingegaard in Vire Normandie netjes in het wiel van Pogacar over de streep. „Ik voelde me vanochtend alweer een stuk beter”, zegt de Deen na afloop van de zesde etappe. Maar hij en zijn ploeg weten niet wat er gebeurd is. „Dat zijn onze mensen aan het onderzoeken”, zegt Niermann. „Maar daar zijn we nog niet achter.”
Mooie herinneringen
Terwijl Pogacar op de top van de Mûr-de Bretagne zijn vuist in de lucht steekt, kijkt Vingegaard achterom. Hij is opnieuw bij zijn grote rivaal gebleven, óók in de zevende etappe, en wil nu weten of de rest op achterstand is gezet.
Het verschil is klein, maar het gaatje is er: Evenepoel verliest twee seconden, net als Kévin Vauquelin en Oscar Onley, twee andere renners in de top-10 van het algemeen klassement. Het goedmaken van de achterstand van Vingegaard is begonnen.
Ondanks het verschil van meer dan een minuut met leider Pogacar geven Vingegaard en Visma-LAB de strijd nog niet op. Ze weten dat ze er dicht bij zitten: kijk maar naar de uitslagen van Vingegaard en Pogacar in de eerste zeven ritten: 20 om 18, 3 om 2, 70 om 71, 3 om 1, 10 om 9 en 2 om 1. Alleen de tijdrit valt uit de toon: de Sloveen wordt daar tweede, de Deen dertiende.
Bovendien moeten de etappes met zware beklimmingen nog komen; dat is het terrein waarop Vingegaard Pogacar in eerdere Touredities wist te verslaan. „Luchon-Superbagnères, de Mont Ventoux, de Col de la Loze en naar La Plagne, dat zijn de allerzwaarste ritten en daar liggen kansen voor ons”, zegt Niermann.
Eind april ging Niermann met Vingegaard de belangrijkste bergetappes van de Tour verkennen. Op de Hautacam hadden ploegleider en kopman een discussie over waar Wout van Aert, met Vingegaard in zijn wiel, Pogacar losreed en daarmee de Tour van 2022 besliste. „Er kwamen mooie herinneringen boven”, zegt Niermann. „Jonas was daar zo gefocust, zo strijdbaar. Hij gelooft er echt in dat hij het Pogacar moeilijk kan maken.”
Hij voelt zich sterker dan ooit, zegt Vingegaard tegen het einde van de eerste Tourweek. Maar of het genoeg is om de gele trui te winnen, weet hij niet. De Deen bekent dat toen hij het routeboek voor het eerst zag, hij dacht dat het een makkelijke eerste week zou worden. Vingegaard: „Ik moet eerlijk zeggen: dat is het niet geweest.”