N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Overgewicht Voor mensen met obesitas bestaat een programma met aandacht voor hun leefstijl. Minder dan de helft voltooit het.
Dat afvallen en op gewicht blijven moeilijk is, is bekend. Zelfs intensieve begeleiding door coaches, fysiotherapeuten en diëtisten biedt geen garantie op succes, blijkt uit een RIVM-monitor. Van mensen die in 2020 begonnen met een programma om gezonder eet- en beweeggedrag aan te leren, maakte minder dan de helft het traject af.
Het RIVM houdt bij hoe effectief de zogeheten Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) is, een intensief programma waarin volwassenen in groepen overgewicht aanpakken met aandacht voor voeding, beweging, slaap en stress. Tussen 2019 en 2022 begonnen 73.740 mensen aan de GLI. Er is in die periode bijna 20 miljoen euro gedeclareerd; leefstijlbegeleiding wordt vergoed door zorgverzekeraars. Het volksgezondheidsinstituut presenteert deze week de nieuwste cijfers.
Obesitasmedicatie
Na een trage start liep het aantal deelnemers geleidelijk op, van minder dan 10.000 in 2020 tot 30.000 in 2022. Die toename kan te maken hebben met de vergoeding voor obesitasmedicatie, schrijft het RIVM. Verzekeraars betalen daar pas voor als aanvragers minimaal een jaar aan de GLI hebben meegedaan.
Beginnen aan de GLI is één ding, afmaken blijkt lastiger. Van de bijna 6.000 deelnemers die in 2020 startten, haakte een kwart in het eerste jaar af. Niet meer dan 48 procent rondde het volledige tweejarige programma af. Langdurige begeleiding is nodig, zeggen deskundigen, omdat gedragsverandering tijd vraagt en de kans op terugval en gewichtstoename groter is naarmate programma’s korter duren.
Bijna alle GLI-deelnemers hebben obesitas: een BMI (verhouding gewicht ten opzichte van lengte) van 30 of hoger. Vrouwelijke deelnemers hadden gemiddeld een BMI van 36,5 en mannen van 35,9. Gemiddeld verloren deelnemers 3,8 kilo, ofwel 3,5 procent van hun gewicht, en van hun buikomvang. Zij bereikten hiermee weliswaar naar eigen zeggen een iets betere kwaliteit van leven, maar volgens de normen nog geen gezond gewicht. Een vrouw van 1,70 meter met een gewicht van 105 kilo heeft een BMI van 36,3. Om onder de 30 te komen, zou zij zo’n 20 kilo moeten afvallen.
Teleurgesteld
Een verklaring voor het geringe succes van de GLI geeft het RIVM niet. Ook Bianca Rootsaert, als directeur van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten betrokken sinds het begin van de GLI, is teleurgesteld. „Voordat je mee kan doen, moet je laten zien dat je gemotiveerd bent, dan zou je minder uitval en meer resultaat bij de volhouders verwachten.”
Een verklaring heeft Rootsaert ook niet. Wel ziet ze deelnemers met uiteenlopende BMI’s en problematiek vaak in één groep komen. Ook wordt de begeleiding na negen maanden minder intensief. „De problematiek verschilt per persoon. Er is een fijnmaziger aanpak nodig. Het is goed dat er met GLI een instrument is om deze zorg betaald te krijgen door verzekeraars, maar er moet nu gestuurd worden op de inhoud van programma’s.”
Rootsaert hoopt op meer onderzoek. „We zien dat deelnemers weinig gewicht verliezen en na twee jaar hun voedingspatroon nauwelijks veranderd hebben. Maar de kwaliteit van leven is wel verbeterd. Wat is belangrijker? We weten nog heel veel niet.”