Ombudsman: burgers krijgen zonder dat ze het weten een ‘terrorismevinkje’ en worden niet beschermd

Burgers kunnen een ’terrorismevinkje’ krijgen zonder hierover te worden ingelicht, en weten niet waar ze terechtkunnen als ze hierdoor in de problemen komen. Dat schrijft de Nationale Ombudsman in een dinsdag verschenen rapport over de zogeheten CTER-registratie, kort voor Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering.

De organisatie die het CTER-register bijhoudt is na de terroristische aanslagen in Parijs en Brussel in 2015 en 2016 opgericht om dergelijke scenario’s in Nederland te voorkomen. Sinds 2018 bestaat er een landelijke aanpak waarbij de politie en de Koninklijke Marechaussee personen registreren en monitoren die mogelijk een gevaar voor de samenleving vormen.

Eind vorig jaar schreef onderzoeksplatform Follow the Money dat tienduizenden Nederlanders een CTER-registratie hebben, terwijl slechts „enkele honderden” als potentieel gevaarlijk worden gezien. Toenmalig justitieminister Dilan Yesilgöz (VVD) ontkende destijds stellig. „Onze diensten werken dag en nacht keihard om ons veilig te houden en te beschermen tegen terroristen. Dat is wat erachter zit, en niet iets anders.”

Geweigerd bij de grens

Bij de ombudsman zijn de afgelopen jaren tien klachten binnengekomen van burgers die tegen problemen aanliepen die vermoedelijk het gevolg waren van zo’n ’terrorismevinkje’. Ze werden aan de grens van een vakantieland geweigerd, of zelfs gevangengenomen. Om hoeveel mensen dit gaat is niet bekend, partijen waarmee de ombudsman heeft gesproken zeggen dat het probleem „groter is dan nu zichtbaar”.

Burgers weten vaak niet dat ze een ’terrorismevinkje’ hebben, om wat voor redenen en met welke landen en instanties informatie over hen is gedeeld. Inzageverzoeken leveren vaak niets op. De ombudsman noemt het „vrijwel onmogelijk” om een CTER-registratie aan te vechten en vindt dat een slechte zaak: „Beslissingen van de overheid moeten navolgbaar, uitlegbaar en controleerbaar zijn”, zegt Reinier van Zutphen.

Mensen die vermoeden dat ze CTER-geregistreerd zijn kunnen terecht bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Die mag controleren of de registratie op terechte gronden is gebeurd. De weg naar de AP is maar weinig mensen bekend: de organisatie kreeg afgelopen jaren slechts één klacht binnen, zegt ze tegenover persbureau ANP.


Lees ook

De angst van betogers voor het ‘smoelenboek’ van de politie

Pro-Palestinademonstranten begin deze maand op het Binnengasthuisterrein van de Universiteit van Amsterdam.