Met drie medailles – van elke kleur een – sloot de Nederlandse atletiekploeg woensdag de succesvolste editie van de Europese kampioenschappen in haar geschiedenis af. Twaalf medailles in totaal, drie keer goud. In 1950, 2016 en 2022 werd er een gouden medaille meer gewonnen, maar minder plakken in totaal.
Het waren de estafetteteams die op de laatste dag voor succes zorgden. Eerst de vrouwen op de 4×400 meter, met Lieke Klaver, Lisanne de Witte, Cathelijn Peeters en Femke Bol. Hun gouden medaille lag enigszins in de lijn der verwachting; de ploeg is regerend wereldkampioen en een van de topfavorieten voor de Olympische Spelen van Parijs. Maar eerder dit toernooi werd Nederland verrassend geklopt op de gemengde estafette door Ierland en Italië. Die kwamen dit keer niet in de buurt bij slotloopster Bol.
Verrassender waren het zilver (mannen) en brons (vrouwen) op de 4×100 meter estafette. De mannen werden knap tweede achter de ongenaakbare Italianen, die deze EK heersten in het Stadio Olimpico in hun eigen hoofdstad en 24 medailles (elf gouden) wonnen. Enige domper was dat de tijd van de Nederlandse ploeg niet snel genoeg was om zich ook meteen te kwalificeren voor de Spelen. Maar dit team heeft, in tegenstelling tot de mannen op de 4×400 meter, de komende periode nog een aantal kansen om een snellere tijd neer te zetten.
De sprintploeg van de vrouwen is wel zeker van deelname in Parijs en kan zich op een goede avond met de besten van de wereld meten. Nu waren de Britten en de Fransen sneller, maar Nederland hield knap Zwitserland achter zich met tweehondersten van een seconde.
Juiste route
Technisch directeur van de Atletiekunie Vincent Kortbeek gaf woensdag, toen er al negen medailles binnen waren, aan dat hij voorafgaand aan het toernooi wel kansen had gezien om het historische medailletotaal te verbeteren. „Maar dan moeten de atleten het nog wel doen.” De mooiste verrassing noemde hij het brons van Liemarvin Bonevacia op de 400 meter.
Nu gaat het vizier op de Olympische Spelen. Daar begint het atletiektoernooi op 1 augustus op de paarse atletiekbaan van Stade de France ten noorden van Parijs. Kortbeek wilde waken voor te hoge verwachtingen richting de Spelen. „Het is niet zo dat als je hier een medaille wint, je dat dan ook even op de Spelen doet.” Maar hij had wel een heel hoog niveau gezien gedurende het hele toernooi. „Dat zegt wel heel veel. Ik denk dat we van veel atleten hebben gezien dat ze op de juiste route zitten richting Parijs.”
De Nederlands atletiekploeg reist 21 juli naar het Noord-Franse gemeente Liévin voor het laatste trainingskamp richting de Spelen. Vanuit daar zullen de atleten, afhankelijk van hun tijdschema, afreizen naar het olympisch dorp. Kortbeek: „Een groot deel van deze ploeg zal daar ook staan en ik denk dat prestaties bijdragen aan een goede sfeer. Dat zullen we meenemen naar Parijs.”
Een zwak, mak en inspiratieloos Oranje speelde maandagavond een van de slechtste helften onder bondscoach Ronald Koeman. Duitsland was in München oppermachtig, maar won slechts met de minimale score: 1-0. Zo blijft het in de tweede termijn van Koeman, maart 2023 gestart, wachten op een overwinning op een topland.
Van de buitenkant licht de ufo-vormige Allianz Arena op in de nationale driekleur. Opgetild door de steun van het volk speelden beide landen hier in de zomer hun meest overtuigende EK-duels – Duitsland-Schotland (5-1) en Nederland-Roemenië (3-0). Nu is het onmiskenbaar meer het reguliere werk, deze vochtige maandagavond in oktober. Een wedstrijd in de groepsfase van Nations League, een toernooi dat in de plaats is gekomen van oefenduels, spreekt minder tot de verbeelding.
Johan Neeskens
Het is een ontspannen gebeuren, met Thomas Müller die samen met Manuel Neuer, Ilkay Gündogan en de afwezige Toni Kroos afscheid neemt als international. Samen waren ze goed voor ruim 450 interlands. ‘Dank für alles, jungs’, staat in kapitalen. Er is fraai applaus voor de recent overleden Duitse doelman Dieter Burdenski en Johan Neeskens, in de stad waar hij zijn befaamde strafschop maakte in de WK-finale van 1974.
Een kort fluitconcertje klinkt als de naam wordt omgeroepen van Koeman, die het sinds het EK van 1988 nooit helemaal goed meer kan doen in Duitsland. Bij de volksliederen worden de vier gouden sterren prominent getoond – verwijzend naar de vier wereldtitels. ‘Ein großer Fußballabend in München’, belooft de stadionspeaker met veel enthousiasme.
Geholpen door gerommel bij Oranje, begint het inderdaad spectaculair. De hoge, agressieve pressie van Duitsland drukt Nederland meteen naar achteren. Linksback Jorrel Hato, basisdebutant, geeft een onmogelijke bal op centrale verdediger Micky van de Ven. Serge Gnabry onderschept, Jamie Leweling schiet al na honderd seconden binnen. Maar Oranje heeft geluk, het is nipt buitenspel.
De onervarenheid en gebrek aan automatismen zijn direct zichtbaar bij Oranje. Tegenover het ontbreken van de eerste drie aanvoerders bij Nederland – Virgil van Dijk, Nathan Aké, Frenkie de Jong – staat eveneens een flink verzwakt Duitsland. Naast de gestopte internationals moet bondscoach Julian Nagelsmann aanvaller Jamal Musiala, middenvelder Kai Havertz en keeper Marc-André ter Stegen missen. Doelman Oliver Baumann is deze avond met 34 jaar een van de oudste debutanten bij Duitsland.
Oranje wordt overlopen
Koeman stapt na een paar minuten al uit zijn dug-out, ziet dat Nederland direct overlopen wordt. De centrale verdedigers Stefan de Vrij en Van de Ven lijken niet te weten wanneer ze door moeten dekken, terwijl middenvelders Quinten Timber en Ryan Gravenberch niet lijken te weten wanneer en met wie ze terug moeten lopen. Een dodelijke combinatie, die leidt tot twijfel, halve keuzes, balverlies, gevaarlijke situaties.
Koeman roept meerdere keren naar De Vrij, die bij afwezigheid van Van Dijk aanvoerder is. Hij probeert duidelijk te maken wie welke middenvelders en aanvallers moet oppakken. Maar de Duitse aanvalslinie – met Leweling, Florian Wirtz, spits Tim Kleindienst en Serge Gnabry – wisselt veel van positie. Nederland weet zich er compleet geen raad mee.
Koeman is ontevreden over bijna alles. Over een verre uitworp van doelman Bart Verbruggen op linksbuiten Cody Gakpo na acht minuten, die leidt tot balverlies. Over een enorme kans van linksback Maximilian Mittelstädt, die op Verbruggen mikt. Over balverlies van Gravenberch, na een moeilijke pass op hem.
Er is nauwelijks organisatie, geen structuur. Koeman is „stinksauer” [extreem boos], merkt een Duitse commentator op de perstribune op. Foeterend draait hij zich om naar zijn assistenten, broer Erwin en Wim Jonk. Gaat dan even zitten. Dan weer staan. Het is een wonder dat het na een kwartier nog 0-0 staat.
De verwijtende blikken en felle aanwijzingen houden aan. Ook na een half uur is de oplossing nog niet gevonden. Koeman maakt de indruk dat hij het zelf soms ook niet weet, zo onmachtig staat hij langs de lijn. Hij schreeuwt zijn spelers naar voren met wilde armgebaren, om iets van druk te krijgen op Duitsland. In balbezit lijkt Oranje totaal geen idee te hebben. Combinaties mislukken continu.
Gegenpressing
Als een wave wordt ingezet, na 34 minuten, mokt Koeman verder. Gravenberch loopt zich vijf minuten later zomaar vast op het middenveld – hij twijfelt, weet niet naar wie hij moet spelen. Daar waar Timber een terugspeelbal pardoes inlevert bij een Duitse aanvaller. Het is ontluisterend, zeldzaam armoedig.
De Duitsers likken hun vingers af bij de formidabele gegenpressing. Zoals wanneer Gakpo op eigen helft even ruimte lijkt te hebben voor een spaarzame aanval, nadat Oranje de bal cadeau kreeg. Maar meteen zetten de Duitsers de aanvaller klem.
Na rust oogt Oranje iets stabieler, als Timber en Tijjani Reijnders worden vervangen door Mats Wieffer en Donyell Malen. Maar de 1-0 kan niet uitblijven. En valt na 64 minuten: een ziedend schot van Leweling in de bovenhoek, na een afgeslagen hoekschop. Verbruggen kan alleen maar kijken. Een opgewonden vreugdesprongetje is te zien bij Nagelsmann.
Voetbal blijft soms een ongrijpbaar spel, want in slotfase kan Oranje zomaar nog gelijkmaken. Een kwartier voor tijd spat een afstandsschot van Xavi Simons, via de vingertoppen van doelman Baumann op de bovenkant van de lat. En kort voor tijd schiet Malen gevaarlijk in de hoek, Baumann redt spectaculair met zijn rechtervuist.
Zo blijft het 1-0. Terwijl in München een klein feestje wordt gevierd, loopt Koeman om 22.39 uur meteen naar de spelerstunnel, richting de kleedkamer. Na een in vele opzichten verloren avond.
Een Franse onderzoeker is maandag veroordeeld tot drie jaar in een Russische strafkolonie. Volgens de rechter in Moskou heeft Laurent Vinatier, die in juni werd gearresteerd, militaire informatie verzameld zonder dat hij in Rusland geregistreerd was als ‘buitenlands agent’. De advocaten van Vinatier hebben aangekondigd in beroep te zullen gaan.
De Fransman werkte als adviseur voor de in Zwitserland gevestigde ngo Centre for Humanitarian Dialogue, die zich bezighoudt met conflictoplossing, toen hij werd opgepakt in juni. Volgens Russische aanklagers hield hij zich bezig met het verzamelen van informatie over Russische militaire activiteiten.
In de rechtbank verklaarde Vinatier dat hij niet wist dat hij zich had moeten registreren. Een pleidooi om zijn gevangenisstraf om te zetten in een boete werd afgewezen. De rechter beriep zich op een controversiële wet, waarbij iedereen in Rusland die voor een buitenlandse ngo werkt of steun ontvangt uit het buitenland zich moet registreren als ‘buitenlands agent’.
Repressieve wet
Met de wet probeert het Kremlin kritische journalisten, activisten en mensenrechtenorganisaties aan te pakken. In Georgië werd ondanks soortgelijke wetgeving aangenomen. Het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het proces veroordeeld en uitgehaald naar de repressieve wet.
“De wetgeving over ‘buitenlandse agenten’ draagt bij aan een systematische schending van fundamentele vrijheden in Rusland, zoals de vrijheid van vereniging, de vrijheid van mening en de vrijheid van meningsuiting”, zegt een buitenlandwoordvoerder volgens Le Figaro. De wet zou daarnaast bijdragen “aan de afschaffing van de laatste vrijheden voor het maatschappelijk middenveld, de onafhankelijke media en de politieke oppositie in Rusland”.
Maandag is een eerste schip met migranten die onderweg waren naar Italië, naar Albanië gestuurd. Dat schrijft het Italiaanse persbureau ANSA. Er zouden zestien mensen aan boord zijn, uit Bangladesh en Egypte. Het schip komt naar verwachting woensdagochtend aan bij een van de twee door Italië opgezette migratiecentra ten noorden van hoofdstad Tirana.
Die twee centra werden afgelopen vrijdag geopend. In november kondigden de Italiaanse premier Giorgia Meloni en haar Albanese ambtsgenoot Edi Rama een nieuw migratieakkoord aan: migranten die per boot onderweg zijn naar de Zuid-Italiaanse kust, worden door de kustwacht voortaan naar Albanië gebracht, waardoor ze de EU niet binnenkomen. Het zou vooral gaan om migranten met weinig kans op een verblijfsvergunning, die snel weer kunnen worden uitgezet.
De centra moeten volgens Meloni’s plan 3.000 asielprocedures per maand gaan afwerken, 36.000 per jaar. Het is voor het eerst dat een EU-land een deel van de asielprocedure uitbesteedt aan een niet-EU-land. Asielzoekers die in Albanië niet worden teruggestuurd, maar worden erkend, mogen alsnog naar Italië.
Lees ook
Wat vinden Albanezen van de migratiedeal met Italië? ‘Dit mag niet de plek worden waar Europa bootvluchtelingen dumpt’