BHP Group, het grootste mijnbouwbedrijf ter wereld, staat op het punt om zijn grote concurrent Anglo American over te nemen. Het Australische bedrijf heeft een bod van 36 miljard euro gedaan op zijn Britse rivaal, zo meldde BHP donderdag.
Als de overname doorgaat is het een van de grootste deals ooit in de mijnbouwindustrie. De overname van Anglo American zou BHP (omzet: 53 miljard dollar) in één klap de grootste koperproducent ter wereld maken. BHP is nu de op twee na grootste, na het Chileense Cadelco en het Amerikaanse Freeport. Anglo American, dat zijn hoofdkantoor heeft in Londen, bezit onder meer belangrijke kopermijnen in Chili en Peru.
Anglo American is ook, met 85 procent van de aandelen, de belangrijkste eigenaar van het Zuid-Afrikaanse diamantbedrijf De Beers. De winst van De Beers daalde vorig jaar met 94 procent vanwege afnemende vraag naar diamanten uit China en de Verenigde Staten. Analisten stelden tegenover The New York Times te verwachten dat, als de overname doorgaat, BHP de diamantdivisie zal afstoten om zich zo meer op het veel lucratievere koper te kunnen concentreren.
Cruciaal voor energietransitie
De vraag naar koper stijgt momenteel enorm vanwege de energietransitie. Koper wordt veel gebruikt in de productie van warmtepompen en batterijen voor elektrische auto’s. Ook voor de productie van computerchips is koper cruciaal.
De prijs van koper steeg door de toenemende vraag dit jaar met ruim 15 procent naar ongeveer 10.000 dollar per ton. De stijgende prijs komt mede doordat mijnbedrijven kampen met tegenvallers in de productie van koper. Het delven van het metaal, cruciaal voor een groene toekomst, heeft ironisch genoeg veel negatieve impact op het klimaat.
Deze maand verwierp de Amerikaanse president Biden een plan voor een nieuwe weg van 340 kilometer dwars door een natuurgebied in Alaska na protesten van milieu-organisaties. met de weg wilde mijnbedrijf Amber Metals een moeilijk toegankelijke koperreserve ter waarde van 7,5 miljard dollar toegankelijk maken. Hetzelfde gebeurde in Panama, waar de overheid een mijn ter waarde van 10 miljard dollar van mijnbedrijf First Quantum Minerals annuleerde vanwege milieubezwaren.
Een overname van Anglo American zou BHP meer slagkracht moeten geven om de koperproductie fors op te voeren. Het bedrijf meldde donderdag aan aandeelhouders van Anglo American dat het bereid is om 31 dollar per aandeel te betalen, ruim 30 procent boven de huidige koers.
Volgens persbureau Reuters reageerden aandeelhouders van Anglo American in eerste instantie met termen als „zeer opportunistisch” en „onaantrekkelijk” op het aanbod van de grote concurrent. De verwachting is dan ook dat het bod van BHD het begin zal zijn van een forse biedingsstrijd.
Een reisbemiddelaar neemt begin juli 2021 77 winkels en de onlineactiviteiten over van een reisorganisatie die drie maanden eerder failliet is gegaan. De heropening van een van die winkels betekent voor een medewerker van die winkel een vast contract bij de nieuwe reisbemiddelaar.
Ze kampt dan al met gezondheidsproblemen en is sinds eind 2020 met tussenpozen ziek geweest. Haar laatste ziekmelding dateert van februari 2022. Een maand later krijgt zij een brief van haar nieuwe werkgever, die onvrede uit over veelvuldig te laat komen, erg veel ziekteverzuim en bovendien onbereikbaar zijn voor werkgever en bedrijfsarts. De werkgever wijst de vrouw erop dat zij op werkdagen telefonisch bereikbaar moet zijn voor leidinggevende en bedrijfsarts. Als zij zich niet aan de verzuimvoorschriften houdt, zal haar loon worden opgeschort.
Meteen de volgende dag spreekt de vrouw met de bedrijfsarts. Die concludeert dat van „gebrek” sprake is. „Betrokkene heeft op dit moment medische beperkingen. (…) Momenteel zijn de benutbare mogelijkheden te marginaal om te kunnen reïntegreren.” Ook schrijft de bedrijfsarts dat werkgerelateerde zaken spelen „die in de toekomst aandacht behoeven”.
Als de vrouw dan opnieuw niet bereikbaar is, schort de werkgever in mei haar loon op. Intussen wordt ook mediation geadviseerd, omdat een arbeidsconflict zou meespelen bij de ziekte.
De communicatie blijft stroef verlopen, onder meer omdat over en weer van verouderde (e-mail)adressen gebruik wordt gemaakt. Het loon wordt een paar keer gestopt en hervat. De mediation komt uiteindelijk wel op gang en daarna moet de vrouw een coachingstraject in. Ook daar lijkt een verkeerd e-mailadres voor vertraging te zorgen.
De werkgever is er dan klaar mee. Op 10 november rond 12.00 uur krijgt de vrouw een mail dat ze voor 15.00 uur contact moet opnemen met de coach. Anders zet de werkgever het loon weer stop en komt er een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Die drie uur reactietijd haalt de vrouw niet, maar een paar dagen later heeft ze een intake voor het coachingstraject. De werkgever stapt alsnog naar de rechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
De uitspraak: Toch ontslag
In eerste instantie wijst de kantonrechter het ontslag af. Er is onvoldoende komen vast te staan dat de vrouw niet wilde meewerken aan haar reïntegratie, ook omdat er veel misging in de communicatie, wat buiten haar macht lag.
De werkgever gaat in hoger beroep en de bedrijfsarts neemt kort na de eerste uitspraak weer contact op met de vrouw om de reïntegratie op te pakken. Deze keer gaat de brief per e-mail, per post én per aangetekende post. De vrouw reageert niet en meldt zich ook niet op de voorgestelde datum. Nu ze weer onbereikbaar is voor de werkgever en ook uit zichzelf niets laat horen, oordeelt het gerechtshof ’s-Hertogenbosch dat ze nu wel verwijtbaar haar reïntegratie belemmert. Daardoor geldt het opzegverbod tijdens arbeidsongeschiktheid niet meer. De arbeidsovereenkomst mag alsnog worden ontbonden.
De vrouw zelf stelt de loonstops ter discussie. Een eerste loonopschorting was terecht, oordeelt het hof. De laatste loonstop, waarbij de vrouw wel erg snel moest reageren en waarbij ook weer een verkeerd e-mailadres speelde, wijst de hogere rechter af.
Het commentaar
Een paar dingen vallen op in deze zaak, zegt advocaat Vincent de Groot van Kienhuis Legal. De rechter in hoger beroep oordeelt anders dan de kantonrechter, niet door een andere weging van dezelfde feiten, maar op basis van nieuwe ontwikkelingen. „Dat kan. Een hoger beroep is een herkansing om alles nog een keer te bespreken, maar het is ook een nieuw toetsingsmoment, waarin kan worden meegenomen wat na de eerste uitspraak gebeurt.” Misschien dacht de vrouw na het afgewezen ontslag dat de buit binnen was en ze achterover kon leunen, maar dan heeft ze zich te vroeg rijk gerekend.
Al blijft het bij lezing van de uitspraak naar sommige dingen gissen, meent de advocaat. Zo is onduidelijk hoe arbeidsbeperkend de ziekte van de vrouw is. En is er een arbeidsconflict? Ze zinspeelt daar op en ook is mediation aangeraden, maar na twee mediationgesprekken geven beide partijen aan dat er geen conflict (meer) is. En als het er is, wat was er dan eerder? De ziekte of het conflict?
Zijn sympathie ligt in een zaak als deze, geeft De Groot meteen toe, iets sneller bij de werkgever. Hij staat vooral werkgevers bij en weet daardoor hoe lastig het kan zijn als iemand niet bereikbaar is en de werkgever wel verantwoordelijk is voor de inspanningen van de zieke medewerker zelf om diens reïntegratie vorm te geven. „Terwijl je sanctiemiddelen beperkt zijn.”
Wat ook opvalt, is dat de hogere rechter de arbeidsovereenkomst ontbindt terwijl de vrouw ziek is. „In principe kan ontslag tijdens ziekte niet, maar in een situatie als deze juist wel. Het opzegverbod geldt niet omdat de vrouw verwijtbaar niet meewerkt aan reïntegratie, maar ook omdat er sinds haar laatste ziekmelding meer dan twee jaar zijn verstreken. Het opzegverbod geldt, uitzonderingen daargelaten, alleen de eerste twee jaar.”
De Nederlandse gamemaker Hermen Hulst (53) wordt de nieuwe baas van gamegigant Sony Interactive Entertainment (SIE), beter bekend als PlayStation. Hij was sinds 2020 hoofd van PlayStation Studios, de SIE-divisie die de verschillende studio’s van Sony aanstuurt waar games worden gemaakt. Hulst weigerde bij zijn aanstelling daar om Nederland te verlaten en oefent zijn functie nog altijd uit vanuit zijn kantoor aan de Nieuwezijds Voorburgwal in hartje Amsterdam. Daar huist ook Guerrilla Games, maker van games voor PlayStation en het bedrijf waarmee Hulst groot werd (en mede oprichtte).
Sony kondigde dinsdagochtend vroeg aan dat hij samen met de Japanse Hideaki Nishino de afzwaaiende baas van SIE, de Brit Jim Ryan, gaat vervangen. De aanstelling betekent niet alleen nieuw leiderschap voor de Japanse gamegigant, maar ook een volledig nieuwe leiderschapsstructuur. Lang was de leider van Sony’s gametak een alleenheerser. Vanaf nu kent SIE twee koppen. Nishino zal zorg dragen voor de hardwarekant van het bedrijf, terwijl Hulst de eigen gamemakers en gameverfilmingen onder zijn hoede neemt. De verantwoordelijkheid voor gameverfilmingen – waaronder de populaire HBO-serie op basis van gamereeks The Last of Us – was de afgelopen jaren al stilletjes steeds meer bij Hulst komen te liggen.
Verschuivingen gamebeleid Sony
Het Japanse Sony kiest voor topposities liever geen outsiders. Hulst heeft zich dan ook steeds moeten bewijzen. Sinds ‘zijn’ Guerrilla Games in 2005 werd gekocht door Sony klom hij langzaam omhoog binnen PlayStation. Hij werd eerst vicepresident van PlayStation Studios, daarna hoofd van de hele studiodivisie. „En nu, met de promotie tot hoofd van SIE, maakt Sony duidelijk dat ze vertrouwen hebben in de door hem ingezette koers”, zegt JP van Seventer, hoofd van Dutch Game Garden, een broedplaats voor gamebedrijven.
Wat die koers is? Onder Hulst vonden er grote verschuivingen plaats in het gamebeleid van PlayStation Studios. Lang was PlayStation specialist in offline actiegames, met emotionerende verhalen van enkele tot tientallen uren, maar de afgelopen jaren poogde het bedrijf onder Hulst het oeuvre uit te breiden naar online spellen voor veel spelers, die gamers jarenlang kunnen teruglokken met updates.
Een nieuwe game ontwikkelen duurt alleen lang – en de strategie heeft nog weinig opgeleverd. Een andere koerswijziging heeft wel merkbaar effect gehad: waar de gamer vroeger een originele PlayStation-spelcomputer nodig had om PlayStation games te spelen, worden er nu steeds vaker goedverkopende versies voor ‘gewone’ pc’s uitgebracht. Mede dankzij Nixxes, het Nederlandse gamebedrijf dat na Hulsts aanstelling werd aangekocht door Sony.
Bedachtzame polderaar
Zwollenaar Hermen-Ard Hulst studeerde technology management aan de Universiteit Twente en behaalde later aan de Universiteit van Amsterdam een bachelor filosofie. Bekenden noemen hem ‘bedachtzaam’ en loyaal aan zijn medewerkers. Zo volgden verschillende Nederlandse Guerrilla-collega’s hem naar PlayStation Studios na Hulst zijn promotie.
In zijn tijd als leider van Guerrilla stond Hulst bekend om zijn ‘Nederlandse’, op consensus gerichte stijl van leidinggeven. „In mijn wereld is een dialoog altijd beter dan een scorebord”, merkte hij in 2017 op toen hij voor de promotie van zijn nieuwe game geïnterviewd werd door Neil Druckmann, een andere bekende PlayStation-gamemaker.
Beroemd is het verhaal van de totstandkoming van Horizon Zero Dawn (2017), de game die Guerrilla wereldwijd op de kaart zette. Hulst vroeg al zijn medewerkers ideeën te leveren voor een nieuwe game en koos er in overleg een uit. „Zo zouden jullie dat niet gedaan hebben, denk ik”, lachte hij erover tegen Druckmann. Het team zoveel invloed geven, dat doet lang niet iedereen. Als hoofd van alle PlayStation-studio’s voelde hij zich „een kind in een snoepwinkel”, omdat hij diepgaande gesprekken mocht voeren met andere grote creatievelingen uit de sector, zei hij in 2020 tegen NRC.
Hulst neemt het roer over in een moeilijke tijd voor de game-industrie. Door tegenvallende omzetten sinds de coronapiek sloten het afgelopen jaar verscheidene gamestudio’s de deuren. Bij PlayStation volgde een ontslaggolf, waarbij ook bij Hulsts eigen Guerrilla tientallen werknemers hun baan verloren.
Ted Duijvestijn (59) kijkt vanuit een zaaltje door een groot raam naar duizenden paarsverlichte tomatenplanten. Daarboven bewegen zwarte stipjes in de lucht. Het zijn de kleinste ‘werknemers’ van het tomatenbedrijf: hommels. De kas is vijf hectare groot, indrukwekkend misschien voor een buitenstaander. Voor Duijvestijn is het slechts een van de zes kassen van het bedrijf.
Ruim zestig jaar geleden, twee jaar voor Ted werd geboren, begon zijn vader Leo Duijvestijn een tomatenteeltbedrijf in het Westland. Nu is Duijvestijn Tomaten (omzet in 2023 bijna dertig miljoen) vijftien keer zo groot en produceert het zo’n tweehonderd miljoen tomaten per jaar. Vorig jaar werd het gekocht door Cibus Fund II, een Brits investeringsfonds. Het bedrijf moet als blauwdruk dienen voor uitbreiding in het buitenland.
Warmte voor de kassen wordt meer dan twee kilometer diep uit de aarde gehaald
Niet alleen de schaal van Duijvestijn Tomaten, gelegen aan de Komkommerweg in Pijnacker, is opvallend. De tuinbouwsector is van oudsher een grootverbruiker van gas. Maar Duijvestijn was een van de eerste telers die overstapte op aardwarmte. Het grootste deel van de warmte voor de kassen wordt meer dan twee kilometer diep uit de aarde gehaald. Daarbij komt de elektriciteit van 2.500 zonnepanelen op het dak. De tuinder wist ook verspilling van tomatenoverschotten te voorkomen, draait bijna volledig op regenwater en probeert met innovatieve oplossingen groenafval terug te dringen.
Ted Duijvestijn herinnert zich het tomatenplukken uit zijn jeugd. Vrienden, klasgenoten, buren – als het druk was kwam iedereen helpen. Samen oogsten, schoonmaken, of de tomaten ‘trillen’ (bewegen met de hand, zodat het stuifmeel vrijkwam).
Hij was jong, een jaar of twintig, toen zijn vader door de ziekte MS steeds minder kon doen. Voor zijn gezondheid was het beter naar het warme Spanje te gaan, en zijn moeder ging mee. „Op een gegeven moment kon hij niet meer. Hij zei: jongens, die dromen die jullie hebben voor het bedrijf. Ik kan het niet meer doen, jullie moeten het zelf gaan doen.”
Op zijn 23ste kreeg hij officieel de leiding over het bedrijf, met zijn jongere broers Peter en Ronald. Later sloot ook de jongste broer Remco aan. Gebr. Duijvestijn, heet het bedrijf dan.
Duijvestijn heeft een krantenknipsel meegenomen. In de Westlander Courant van 1996 is een jonge Ted te zien. Gefotografeerd in de kas zit hij gehurkt tussen jonge tomatenplantjes. „We willen de energiediscussie op gang brengen”, zegt hij in het artikel over energiebesparende maatregelen in de kassen, om geld te besparen en voor een beter klimaat.
Misschien was het wel mede omdat ze zo jong op eigen benen moesten staan, dat de broers zo durfden te innoveren. „Er zat al jong veel zelfstandigheid in. En een drive om nieuwe dingen te doen. We gaven elkaar daar veel ruimte voor.”
Ted Duijvestijn is nog verbonden aan het bedrijf als ambassadeur, maar in 2016 nam Ad van Adrichem (nu 43) het dagelijks bestuur over. Van Adrichem wilde na de Hogere Tuinbouwschool eigenlijk zijn eigen ‘tuin’ beginnen, net als zijn vader die in de komkommers en orchideeën zat. „Peter Duijvestijn belde mij op, of ik een paar weken de teelt kon komen doen.” Hij lacht. „Dat was in 2005.”
Het klikte gewoon met de broers, zegt hij. „Misschien omdat we altijd openstonden voor nieuwe dingen.” En in dit bedrijf moet je ook de techniek leuk vinden. „Het is een heel technisch vak geworden. Aardwarmte bijvoorbeeld, dat is een business op zichzelf. Andere bedrijven doen alléén aardwarmte, en leveren dat vervolgens aan tuinders. Wij doen het allebei.”
Duurzamer, maar niet biologisch
In de tomatenkassen loopt de aardwarmte via bruingrijze buizen onder de tomaten door. Met 21 graden is het aangenaam warm in de kas. Met zijn bruine haar onder een blauw haarnetje en over zijn kleren een witte overall, laat Van Adrichem een van de kassen zien. Er staan honderden rijen tomatenplanten, elk met honderden planten achter elkaar. Ze groeien een klein stukje boven de grond uit doosjes, tot wel veertien meter. In de lucht worden ze weer naar beneden geleid, en dan weer omhoog. Zo ontstaan er een soort lussen van stengels. De tomaten zelf – lichtgroen, oranje en rood – hangen op schouderhoogte zodat ze makkelijk te plukken zijn.
Van Adrichem wijst naar boven. „Het licht lijkt paars, maar eigenlijk is het rood met een klein beetje blauw en wit. Dat bleek het minste energie te kosten.” Door één van de kassen in de winter te verlichten kunnen ze het hele jaar rond produceren, vertelt Van Adrichem. „Deze zijn in september geplant en oogsten we sinds december. Vandaag gaat het licht uit tot volgend jaar.”
Hoewel dit bedrijf prat gaat op z’n duurzaamheid, zijn de tomaten die hier groeien niet biologisch. „Als je biologisch wil zijn in Nederland, moet je per se in de volle grond telen”, zegt Van Adrichem. „Als je in de grond teelt, moet je steeds aan vruchtwisseling doen. En wij zijn gespecialiseerd in de tomaat.”
Toch is de bestrijding die de tuinder gebruikt meestal wel biologisch. „Uit deze eitjes komen de vliegjes. Dat zijn de natuurlijke vijanden van bepaalde insecten die hier vliegen.” Van Adrichem wijst omhoog. „We hebben hier kaarten hangen waar insecten op blijven plakken met een camera erop. Er wordt elke dag een foto van gemaakt en die gaat naar de cloud. De computer berekent of er een toename is van bepaalde insectensoorten. Alleen als we het verliezen met onze biologische bestrijding proberen we het kortdurend met een ander middel. Maar dat gebeurt eigenlijk heel zelden. We hebben er speciaal een bioloog voor in dienst.”
Van achter Van Adrichem zwelt een waarschuwingssignaal aan. Het is een robotkarretje dat over het pad rijdt. „Geen zorgen: hij stopt automatisch als-ie je ziet”, zegt Van Adrichem. „Hij rijdt de lege dozen naar het personeel, en dan oogsten ze die vol en rijdt hij weer terug.”
In de winter werken er ongeveer 75 mensen bij Duijvestijn Tomaten, vertelt Van Adrichem, in de zomer 150. De verschillende tomatensoorten (denk aan trostomaten, pruimtomaten en ronde tomaten) van het bedrijf liggen onder meer in grote Nederlandse en Britse supermarkten.
Twee kilometer diep
De aardwarmte wordt opgepompt op het terrein zelf. Van Adrichem wil dat wel laten zien. Maar eerst pakt hij witte helmen uit een kast. „Vanaf hier is het officieel een mijnbouwlocatie, daar gelden weer andere regels.” Langs grote installaties loopt hij naar de plek buiten op het terrein waar een flinke zwarte buis de grond uit komt. Een rode pijl naar boven laat zien dat hier warmte omhoog komt. „Elke honderd meter dat je dieper in de grond gaat, wordt het ongeveer drie graden warmer. Dit water komt uit een zandlaag ruim twee kilometer diep.”
Hiernaast, Van Adrichem wijst naar een andere buis een paar meter verderop, met een blauwe pijl erop, gaat de warmte weer de grond in. „Hier ligt het naast elkaar. Onder de grond gaat het schuin uit elkaar, om een grote afstand te creëren. Op het diepste punt liggen de buizen 1.600 meter uiteen. Het duurt tussen de dertig en vijftig jaar voordat het water onder de grond is teruggevloeid naar de plek waar wij het weer onttrekken. In die tijd is het opgewarmd.”
Het bedrijf werkt al sinds 2011 met aardwarmte. Het balletje ging jaren eerder rollen toen Ted Duijvestijn door de ruimtelijke visie van de gemeente zat te bladeren voor de locatie waar het bedrijf wilde nieuwbouwen. Duijvestijn: „‘De ondergrond is geschikt voor aardwarmte’, stond er. Dat zinnetje, en verder niks. Toen zei ik tegen Ad van: dit heb ik gelezen. En ik hoor dat er bij de TUDelft een bijeenkomst is over aardwarmte. Zullen we gaan?”
Pionieren gaat niet vanzelf, zegt Duijvestijn. Zo brak de pomp een keer af. „Die stortte naar beneden, kilometers diep, en moesten we er weer uitvissen. We belden allerlei bedrijven die zeiden: ‘Dit is klaar, pech, stop er maar mee’. Maar de mensen van onze eigen technische dienst hebben zelf een soort grijpinstrument gemaakt en hem eruit gevist. Terwijl de professionals zeiden: die vent is helemaal gek.”
Kartonnen dozen van tomatenvezels
De jacht op duurzaamheid gaat niet alleen over energie, maar ook over verspilling. Van water, bijvoorbeeld. Duijvestijn gebruikt de grond niet alleen voor warmte, maar ook voor de opslag van regenwater. „Wij gebruiken eigenlijk bijna alleen regenwater in het bedrijf”, zegt Van Adrichem. „In de winter valt er heel veel, meer dan we nodig hebben. Dat vangen we op in grote silo’s, maar op een gegeven moment zitten die ook vol. Er zit hier ook een zandlaag op ongeveer veertig meter diep. Daar pompen wij het water in. Zo creëren we ons eigen zoetwaterbassin. In de zomer pompen we het terug omhoog.”
Een andere missie van het bedrijf is het tegengaan van groenafval. Overschotten van tomaten zijn er niet meer, overbodige tomaten worden op het bedrijf in een eigen oven gedroogd voor tapenades. Maar dan zijn er nog de duizenden kilo’s tomatenstengels die naar het groenafval gaan. Het is een grote ergernis voor het bedrijf. Liever zouden ze die ook hergebruiken.
Daar zijn ze ook uitermate geschikt voor, vertelt Van Adrichem. „Tomatenplanten kan je versnipperen en drogen. Als je tomatenvezels toevoegt aan oud papier, maak je het sterker”, zegt hij. „Daardoor kan je papier zeven keer vaker recyclen. Wij hebben wel eens honderdduizend verpakkingsdozen laten maken met oude tomatenvezels, dus het is de moeite.”
Duijvestijn Tomaten produceert zo’n 200 miljoen tomaten per jaar.
Foto’s: Merlin Daleman
De zoektocht naar een manier om tomatenstengels nieuw leven te geven, loopt al twaalf jaar en is weerbarstig. Er is een poging gedaan er kleding van te maken. Een hogeschool in de regio lukte het T-shirts te maken met tomatenvezels. Maar dat bleef bij een pilot. Doosjes voor tomaten met tomatenvezels zijn eenvoudiger te maken en duurzaam, maar verpakkingsbedrijven wilden er geen extra geld voor betalen. „Het laat ons niet los”, zegt Van Adrichem. „Inmiddels werken we samen met een grote afvalverwerker en papierfabrikant om er hopelijk op grote schaal papier van te maken, als alternatief voor bomen.”
Andere droomprojecten? Het bedrijf onderzoekt of het CO2 kan onttrekken aan de buitenlucht om in de kassen te brengen voor de planten. Ook doet de Wageningen Universiteit er een proef om te zien of ze al het grasland rond de kassen kunnen inzaaien met inheemse planten, zonder dat tomaten in de kassen daardoor last krijgen van ongewenste insectenbezoekers.
Die projecten komen, als ze slagen, straks onder een nieuwe eigenaar tot stand. Duijvestijn Tomaten werd vorig jaar voor een bedrag dat niet bekend is gemaakt overgenomen door The Flavour Farm, een portfoliobedrijf van Cibus Fund II, een Brits investeringsfonds met agrarische roots. De ambitie is om op andere plekken in Europa vergelijkbare teeltbedrijven op te tuigen met eenzelfde duurzame productiewijze. Door overnames, of door nieuwe vestigingen te openen.
„We zijn op zoek naar locaties in Europa waar de duurzame energie aanwezig is”, zegt Van Adrichem. „Ik mag er nog niet te veel over vertellen, maar we hebben al een aantal plekken op het oog.”