Meer jongvolwassenen met kanker, vooral veel diagnoses bij jonge vrouwen

Kanker komt steeds vaker voor bij jongvolwassenen. Dat is de conclusie uit de dinsdag gepubliceerde kankerregistratie, die wordt bijgehouden door het integraal kankercentrum Nederland (IKNL). Zo’n 4.200 jongvolwassenen tussen de 18 en de 39 jaar kregen vorig jaar een vorm van kanker, terwijl het 35 jaar geleden nog om 3.200 personen ging. 

Terwijl op de gehele populatie juist vaker mannen de ziekte krijgen, krijgen vrouwen in die leeftijdscategorie juist anderhalf keer vaker kanker. Jongvolwassen vrouwen krijgen met name borstkanker, baarmoederhalskanker of huidkanker in de vorm van een melanoom (een donkere moedervlek), constateert het centrum. Borstkanker komt het vaakst voor; in 2024 hadden 878 jonge vrouwen het. En melanoom komt op de tweede plaats. Dat is overigens ook zo bij jongvolwassen mannen, al worden vrouwen er twee keer zo vaak door getroffen. 

Bij jongvolwassen mannen staat de diagnose van zaadbalkanker met afstand op de eerste plaats. Het aantal diagnoses steeg enorm in de afgelopen 35 jaar, blijkt uit de registratie. Er is zelfs sprake van meer dan een verdubbeling: in 1989 werden er 241 diagnoses vastgesteld, vorig jaar 574. En, zo zegt IKNL-onderzoeker Henrike Karim-Kos: „Dat blijft stijgen onder de 30-plussers”. Overigens lijkt het aantal zaadbalkankerdiagnoses onder de iets jongere mannen juist te stabiliseren (25 tot 29 jaar), of zelfs te dalen (jonger dan 24 jaar).

Gevolgen van leven met kanker

Een eenduidige oorzaak voor de stijging van het aantal kankerdiagnoses in Nederland kan het IKNL niet geven. Nog altijd is het risico op kanker bij jonge mensen klein. Het is dan wel toegenomen, maar van het totale aantal mensen bij wie ooit kanker is vastgesteld, is 3,5 procent jongvolwassen. Wel ziet het centrum dat het risico groter is op bijvoorbeeld borst- of zaadbalkanker als de ziekte voorkomt in de familie.

De overlevingskansen zijn er in de afgelopen 35 jaar flink op vooruit gegaan. Bijna negen op de tien jongvolwassen kankerpatiënten is na vijf jaar nog in leven. Maar, zo ziet ook het kankercentrum, jonge mensen ervaren wel sterkere negatieve gevolgen in hun (sociale) leven dan ouderen met kanker.

Bijna de helft heeft het gevoel dat hun ziekte en de behandeling voor beperkte carrièremogelijkheden heeft gezorgd, constateerde IKNL op basis van een enquête. „Door de diagnose kanker kan het behalen van belangrijke ontwikkelingsmijlpalen ineens onzeker worden”, schrijft Winette van der Graaf, voorzitter het zorgnetwerk voor jongvolwassenen. „Zoals het krijgen van kinderen of het voortzetten van studie of werk.”