Klimaatwetenschapper Joyeeta Gupta: ‘Wie stellen we aansprakelijk als ergens een stuk land opdroogt?’

Interview Joyeeta Gupta kreeg dit jaar de Spinozapremie en wil van het geld (1,5 miljoen) een mondiale grondwet opzetten die voorschrijft hoe we milieu en natuur moeten beschermen.

Beeld Andreas Terlaak

Een krakend koude wind waait door een typisch Nederlandse woonwijk met rode puntdaken in Wateringen, maar binnen bij Joyeeta Gupta voelt het warm door de muren in rozige aardetinten. Het huis staat overvol met tientallen, misschien wel honderd, kleine en grote beelden van hout en klei. Ze nam ze mee uit India, China, en Afrika. Voorwaarde is dat ze écht handgemaakt zijn. „Nu het in de mode is om bijvoorbeeld een Boeddhabeeld in je huis te hebben, kun je zulke beelden ook goedkoop bij winkels als Action kopen. Hoe moeten de beeldenmakers dan nog aan hun geld komen?”

Rechtvaardigheid, al is het maar in haar eigen koopgedrag – het is het centrale thema in leven en werk van Gupta. Ze is hoogleraar ‘milieu en ontwikkeling in het mondiale zuiden’ aan de Universiteit van Amsterdam. Ze onderzoekt hoe de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en milieuproblemen (oneerlijk) zijn verdeeld. Dit jaar kreeg Gupta de Spinozapremie, de hoogste Nederlandse onderscheiding in de wetenschap, van 1,5 miljoen euro.

Met het geld van de Spinozapremie wil ze de komende jaren werken aan een universele grondwet. „Een mondiale grondwet waar álle landen zich aan moeten houden om de aarde, natuur en milieu te beschermen”, zegt ze. Daarover straks meer.

Gupta groeide op in Delhi in een goed opgeleid middenklassegezin, bij haar ouders en zus. Ze studeerde economie in Delhi en rechten in Gujarat. „In Gujarat kreeg ik van zeven tot tien in de ochtend college.” Na haar college in de ochtend ging ze meteen door naar haar werk, bij een organisatie voor consumentenrechten.

Daar werd haar vuur voor rechtvaardigheid aangewakkerd, „tijdens de giframp van Bhopal”, zegt ze. Dat was de ergste industriële ramp uit de moderne geschiedenis. Union Carbide, een Amerikaanse multinational die in Bhopal, India, pesticiden produceerde, had zich – om kosten te besparen – niet aan de veiligheidsregels gehouden. Daardoor kon op een avond in december 1984 giftig gas lekken uit de fabriek. Duizenden mensen stierven in korte tijd. Tienduizenden stierven later doordat hun immuunsysteem was aangetast. „Iedereen had het erover op kantoor. De ngo waar ik werkte was al voor de ramp bezig met een strategie tegen Union Carbide. De ngo wilde weten hoe ze Union Carbide aansprakelijk konden stellen voor die enorme ramp. De vraag die bij mij bleef hangen: hoe is het mogelijk dat een Amerikaans bedrijf de schade voor milieu en volksgezondheid bewust naar India verplaatst?”

Consumentencolumns die ze schreef voor een Indiase krant waren mede de reden, denkt ze, dat ze een beurs kreeg waarmee ze naar Harvard kon voor haar master. In de columns schreef ze over hoe consumenten kunnen worden beschermd, bij bijvoorbeeld het kopen van een huis of tegen misleidende producten in de supermarkt. Toen ze van India naar Amerika ging, ondervond ze zélf hoe grote bedrijven risico’s over de grens duwen. „De astmamedicijnen die ik in India slikte, werden geproduceerd in de Verenigde Staten. Maar voor vertrek wees mijn dokter in India erop dat de medicijnen verboden zijn in de VS zelf.” Toen begon ze zich erin te verdiepen voor haar masterscriptie en concludeerde: „Als ze bij een farmaceutisch bedrijf denken dat hun medicijn verboden zal worden in de VS, omdat het niet aan bepaalde eisen voldoet, dan proberen ze het in andere landen te verkopen.”

Voor de liefde kwam Gupta naar Nederland, ze woont hier inmiddels ruim dertig jaar. Haar man is Neerlandicus; de eettafel waar we aan zitten grenst aan zijn grote boekenkast. Hij leerde haar Nederlands. Op de eettafel in Wateringen staart een dinosaurusschedel ons aan. „Ja, sorry”, zegt ze, „daar moet ik nog een plek voor vinden. Mijn zoon was vroeger gek op fossielen, en toen zijn mijn man en ik er ook van gaan houden.” De nieuwe aanwinst is een kop van een Plesiosaurus van zeventig miljoen jaar oud.

Inmiddels is Gupta een belangrijke stem in haar vakgebied. Ze was een van de hoofdauteurs bij het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), dat in 2007 de Nobelprijs voor de vrede kreeg. Ze schreef mee aan verschillende wetenschappelijke rapporten van de Verenigde Naties.

Ook in de politiek wordt er naar haar geluisterd. „Gênant”, zegt Gupta over het moment dat ze dat besefte. Drie jaar geleden belde Sigrid Kaag haar onverwachts thuis op, nadat Gupta haar een brief had geschreven. „In de brief vertelde ik alles wat ik niet goed vond aan het coronabeleid: het virus trof vooral de armsten in de samenleving en vergrootte de mondiale ongelijkheid. Aan de telefoon zei Kaag, toen minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, ik ben het met je eens, vertel me wat moet ik doen? Toen dacht ik: shit, ik heb geen idee. Mensen willen naar mij luisteren, maar ik had helemaal geen oplossingen. Ik besefte dat ik moest stoppen met alleen maar praten over wat allemaal fout gaat in de wereld: klimaat, milieu en sociale ongelijkheid. Ik wil bedenken hoe het wél moet.”

Gupta praat met pit, aan één stuk door, met harde stem en af en toe een Engels woord ertussen. Ze ziet grote verbanden tussen problemen in de wereld. Ze schakelt makkelijk van een analyse over plastic afval naar een betoog over vrouwenrechten.

Foto Andreas Terlaak

Wat is onrechtvaardig aan het klimaatprobleem?

„We weten allemaal: als we het klimaatprobleem willen oplossen, moeten we minder broeikasgas uitstoten. De hoeveelheid CO2 die we nog kunnen uitstoten om onder de 1,5 graden Celsius uit het Parijsakkoord te blijven, wordt steeds kleiner. Dat zorgt voor conflict. Hoe gaan we de laatste restjes verdelen? Ontwikkelingslanden worden steeds bozer. Zij mogen niet meer ontbossen om de grond te gebruiken voor landbouw, omdat hún bomen ónze CO2 uitstoot op moeten vangen. Je zult steeds vaker conflicten over land en water gaan zien. Land droogt uit. Bodem is niet meer vruchtbaar. Sommige plekken worden onleefbaar. Sommige ontwikkelingslanden willen hun fossiele brandstoffen gaan ontginnen en verkopen omdat ze economisch willen groeien. Mogen rijke landen dat verbieden? En binnen landen zelf zijn ook conflicten: de een wil schone lucht, de ander wil comfort en autorijden. Uiteindelijk brengen we elkaar allemaal schade toe door de wereld op te warmen, het milieu te vervuilen en de voorraden van de aarde uit te putten.”

Hoe kan een mondiale grondwet daarbij helpen?’

Het is lastig om op individueel niveau duurzamer te gaan leven, sommige dingen moeten gewoon van bovenaf geregeld worden. Ik heb zelf zonnepanelen op mijn dak geregeld, maar ik wil ook van het gas af in dit huis. Vanwege gebrek aan advies van de gemeente hebben wij zelf geïnvesteerd in een warmtepomp. Maar het is de gemeente die dat mogelijk moet maken. In India hetzelfde verhaal. Bij mijn moeder in de gemeente hebben de meeste huishoudens een eigen systeem om drinkwater schoon te maken. Dat kost veel energie. Het is echt veel efficiënter als een waterbedrijf zelf schoon water verkoopt.”

Wie moet die universele grondwet gaan schrijven? Met andere woorden: wie bepaalt wat rechtvaardig is?

„Je stelt vragen waar ikzelf de antwoorden ook nog niet op heb.” Ze denkt hardop: „Een rechter zou op basis van wetenschap kunnen zeggen dat we meer moeten doen om klimaatverandering te beperken. En wat daarbinnen rechtvaardig is, kan gebaseerd zijn op al bestaande nationale grondwetten van verschillende landen. Vaak staan daar al dezelfde dingen in. Al in de tijd van de Romeinen bestond het idee dat je een ander geen schade mag toebrengen.

„Ik denk dat iemand gewoon moet beginnen met het schrijven van een concept, waarin zo veel mogelijk standpunten worden meegenomen. Die ga je vervolgens toetsen en dan zal er debat over ontstaan. Het is niet erg als in dat proces de tekst gaandeweg helemaal verandert. Zo gaat dat met alle verdragen wereldwijd. Er zullen ook veel rechtszaken komen waarbij de tekst wordt aangescherpt. Ergens droogt een stuk land op, wie is aansprakelijk volgens de mondiale grondwet? De grondwet moet juist proactief zijn.”

In een lokaal met witte muren, TL-licht en blauw tapijt aan de Universiteit van Amsterdam vertelt Gupta in oktober aan studenten over haar deelname aan een protest van klimaatbeweging Extinction Rebellion, waar ze een speech gaf. Ze moedigt haar studenten aan te stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen over een aantal weken. Ze loopt druk heen en weer langs het bord en verontschuldigt zich als ze merkt dat ze de pauze is vergeten.

Ze stelt haar studenten de vraag: „Hoe zouden jullie bepalen hoeveel elk land heeft bijgedragen aan klimaatverandering? Kijk je daarvoor naar hoeveel de gemiddelde inwoner van een land uitstoot? Kijk je naar de grootte van het land? Kijk je naar hoeveel het land in het verleden uitgestoten heeft?” Het is behoorlijk ingewikkeld om een verantwoordelijke aan te wijzen, wil ze maar zeggen. „Mijn intuïtie zegt: we moeten kijken naar de uitstoot sinds 1990. Vanaf dat moment kwamen de landen bij elkaar om te praten over klimaatverandering, toen waren we ons echt bewust van het probleem.” De groep studenten blijft stil.

In India zie ik veel meer vrouwen in hoge posities

Wat moet in de mondiale grondwet komen te staan?

„Ik weet niet of de grondwet precies moet gaan zeggen wat de regels zijn. Ik denk dat het meer een soort grenzen zijn waarbinnen een land mag handelen. Welke schade aanvaardbaar is en welke niet. Daaruit volgen dan bepaalde omgevings- en emissienormen, en sancties voor wie over de grenzen heen gaat. Zo zou de wet eruit kunnen zien.”

Heeft u een voorbeeld van zo’n grens?

„Mijn collega’s en ik hebben laatst een onderzoek gepubliceerd in Nature, waarin we keken hoeveel water je uit een rivier kan halen zonder dat het hele systeem uit balans raakt. We concludeerden dat de waterstroom in een rivier per maand niet meer dan 20 procent mag afwijken van het natuurlijke stroomregime.”

Wie moet die grenzen handhaven?

„Dat zou het Internationaal Vredespaleis of strafhof in Den Haag kunnen zijn. Of nationale rechters.”

Hoe gaat u komende tijd aan de grondwet bouwen?

„Eerst brengen we alle ingrediënten in kaart voor een goede grondwet voor de 21e eeuw. Vervolgens zullen we proberen de verschillende grondwetten in verschillende landen te bestuderen om te kijken wat ze wel en niet omvatten. Gemeenschappelijke elementen uit deze grondwetten zullen we opnemen in onze ontwerpgrondwet. Vervolgens gaan we na wat nog ontbreekt. We zullen onze ideeën op verschillende fora testen.”

Is het rechtvaardig dat zo weinig hoogleraren vrouw zijn in Nederland?

„Heel eerlijk, ik weet het niet zeker. Misschien heeft het wel iets met het glazen plafond te maken, het kost moeite daar doorheen te breken. Toen ik een kind kreeg, vonden andere mensen het gek dat ik zoveel werkte. In India is dat veel normaler. Daar zie ik veel meer vrouwen in hoge posities, hoewel hun startpositie lastiger is.”

U wordt dagelijks geconfronteerd met wat er misgaat in de wereld. In uw presentatie bij TedX citeerde u Leonard Cohen: „There is a crack in everything, that’s how the light gets in.” Wat is uw licht?

„De mondiale grondwet. Het is niet makkelijk om dat voor elkaar te krijgen, dat weet ik ook wel, maar we komen ooit in crisismodus. Ik hou mij eraan vast dat het dan gaat lukken.”

Waar hebben we het over als we elkaar over drie jaar spreken?

„Over drie jaar zouden we een nul-orde-ontwerp, het eerste concept, van de Grondwet klaar moeten hebben.”