Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp Reinette Klever (PVV) wil miljarden gaan bezuinigen op internationale ontwikkelingshulp. Alle ontwikkelingshulp moet voortaan direct in het belang van Nederland zijn, schrijft Klever donderdag in een brief aan de Tweede Kamer.
In de plannen van Klever staat dat ontwikkelingshulp zich voortaan gaat richten op drie Nederlandse belangen: handel en economie, veiligheid en stabiliteit, en migratie. De vorig jaar aangekondigde bezuiniging van 2,4 miljard euro op ontwikkelingssamenwerking is een van de grootste bezuinigingen van dit kabinet.
De bezuinigingen betekenen dat alle ontwikkelingsprojecten op het gebied van vrouwenrechten, gendergelijkheid, beroeps- en hoger onderwijs, en sport en cultuur worden geschrapt. Op het gebied van onder meer klimaat en multilaterale samenwerking wordt in de nieuwe plannen fors bezuinigd.
De huidige ontwikkelingssamenwerking is volgens minister Klever „te versnipperd”. Het nieuwe beleid zal alleen programma’s ondersteunen op gebieden waar Nederland volgens Klever „in uitblinkt” zoals watermanagement, voedselzekerheid en gezondheid.
Doellanden
Klever wil het aantal gebieden waar Nederland actief is terugschroeven naar drie „nabuurregio’s”. Die regio’s zijn volgens minister Klever direct van invloed op de Nederlandse veiligheid. Het gaat om West-Afrika, de Hoorn van Afrika en het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Deze regio’s zijn belangrijk, omdat er volgens de minister „80 procent van alle conflicten plaatsvinden” en meerdere drugs- en migratieroutes doorheen zouden lopen. Nederlandse programma’s moeten volgens de nieuwe plannen in de nabuurregio’s onder meer meehelpen aan het bestrijden van mensensmokkel, zorgen voor voedsel en water en de politie versterken.
In de plannen schrijft Klever dat het economisch belang van Nederland voorop moet staan in hulpprogramma’s en dat doellanden, de landen waar Nederland de programma’s heeft, uitgroeien tot handelspartners. Het aan elkaar verbinden van hulp, handel en investeringen zou bijdragen aan het „verdienvermogen” van Nederland.
Koning Willem-Alexander werd kort na de NAVO-top gesignaleerd bij de Rotterdamse shoarmazaak Jaffa. Hij sloot met koningin Maxima en prinses Alexia gewoon aan in de rij en bestelde voor zichzelf een kapsalon, friet onder een laagje gegrild vlees met een beetje groenten en bovenop een laagje kaas. De koning droeg ‘vrijetijdskleding’ waaronder een blauw petje en maakte een relaxte indruk, zo ging hij op de foto met ‘alle werknemers’ van de zaak. Eerder op de dag bezochten ze in half gezinsverband ook al ‘de Ballentent’ in Rotterdam, een horecazaak waar alles draait rondom de gehaktbal die populair is geworden van de RTL5-realityserie 010: de mensen die Rotterdam kleur geven. Een filmpje, gemaakt door een terrasbezoeker die het vertrek van de koning filmde, is inmiddels een miljoen keer bekeken. Op nos.nl las ik de volgende zin: „Het is goed gebruik dat media zulke privébeelden niet zonder duidelijke nieuwsaanleiding delen.”
Die nieuwsaanleiding is vooralsnog mistig, het bezoeken van en een gehaktballentent en een shoarmazaak op een dag is veel. Te veel. Zelfs gewone mensen doen er maar één op een dag. Het kan natuurlijk zijn dat de koning in de Ballentent niets gegeten heeft of zich heeft beperkt tot een halve gehaktbal, en misschien heeft hij ook niet zijn hele kapsalon gegeten, of ze hebben samen met drie vorkjes het aluminiumbakje leeggeprikt, maar ook dat is vreemd gedrag.
Wat deden ze daar en waarom?
Ik moest meteen aan Donald Trump denken die in zijn verkiezingscampagne friet bakte en uitserveerde in een McDonalds-vestiging in ‘the battleground state Pennsylvania’. Wellicht dat Donald het koningspaar bij de nazit of het ontbijt in Paleis Huis ten Bosch heeft uitgelegd hoe de volksgunst te veroveren. Dat je er niet komt met het meezingen van liederen, het gooien met toiletpotten en het doen van duffe spelletjes waar gewone mensen hun neus voor ophalen. Je moet met ze zijn, maar dan wel met de privileges zoals die nou eenmaal met de functie komen. Zaterdag trok de koning de lijn-Trump door. Hij reed geëscorteerd door motoragenten door alle rode lichten tussen Noordeinde en Assen, stapte uit bij het circuit van de TT, liet zich fotograferen op een camping, liep dwars door de paddock naar de eretribune, beklopte af een toe een motor en een motorrijder, zeeg neer en stak zijn duimen omhoog. En daarna ging hij weer dwars door iedereen heen, met een brood en een stuk Unox-worst, niet overdreven zwaaiend, maar zoals gewone mensen het ook zouden doen als ze in een keer heel veel privileges zouden hebben.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.
De Amerikanen hebben communicatie tussen belangrijke Iraanse functionarissen onderschept waarin die zeggen dat de schade van de Amerikaanse bommen op drie Iraanse nucleaire faciliteiten minder groot is dan ze hadden verwacht. Dat schrijft The Washington Post zondag, op basis van vier anoniem opgevoerde mensen binnen de Amerikaanse regering die zeggen met de inlichtingen bekend te zijn.
De bombardementen op drie belangrijke Iraanse nucleaire faciliteiten vorige week, in Fordo, Natanz en Isfahan, leidden een snel maar fragiel ogend Israëlisch-Iraans staakt-het-vuren in. De Amerikaanse president Donald Trump vierde dat vervolgens als een grote overwinning, en werd daarop onder meer door NAVO-chef Mark Rutte bedolven met complimenten voor zijn „gedecideerde” ingrijpen. Maar over de impact van de voorspelbare aanval – uit satellietbeelden bleek dat de Iraniërs vóór de aanval al (delen van) hun verrijkte uranium hadden verplaatst – bestaat nog altijd geen zekerheid.
Trump en zijn regering spreken van een groot en uniek militair succes, met „complete vernietiging” tot gevolg, maar tijdens de NAVO-top in Den Haag kwamen via CNN en The New York Times delen van een analyse van het Pentagon naar buiten, waarin staat dat de belangrijkste onderdelen van de Iraanse installaties nog intact zijn, en het nucleaire programma hoogstens „enkele maanden is teruggeworpen”. De president en zijn ministers grepen op de NAVO-top vervolgens vrijwel iedere kans om de journalisten achter het nieuws te intimideren en belachelijk te maken. Volgens het Witte Huis is de FBI een onderzoek naar het lek gestart.
Lees ook
Trump woest over gelekte Pentagon-analyse, houdt vast aan succes Operatie Midnight Hammer en ‘verwoesting’ Irans nucleaire programma
Liveblog Crisis in het Midden-oosten
‘Amerikanen onderschepten communicatie waarin Iraniërs impact van Amerikaanse bommen bagatelliseren’
Het is een relatief nieuwe trend in het sportgekke Amerika: vrouwensportbars. Oftewel: bars waar je vrouwensport kunt kijken. Géén bars waar mannen aan de deur geweerd worden – een vaker gehoord misverstand. Volgens NBC News tellen de VS eind dit jaar twee dozijn vrouwensportbars, liefst drie keer zoveel als een jaar eerder.
Eind 2023 sprak ik met de vrouw die het concept bedacht: Jenny Nguyen. Ze beschreef hoe ze in 2018 in Portland een vrouwenbasketbalwedstrijd in een bar wilde kijken met een paar vriendinnen. Tot haar frustratie werden ze naar een stil tv-hoekje gedirigeerd. Want ja, wie had er nou interesse in vrouwenbasketbal? Er is maar één manier om vrouwensport in een bar te kijken, dacht Nguyen: zelf een bar open.
Vier jaar later werd in Portland The Sports Bra geopend. Een bar met vijf schermen, waar vrouwensport van over de hele wereld wordt uitgezonden: rugby uit Nieuw Zeeland, de Tour de France Femmes uit Frankrijk, de special olympics uit Berlijn, golf uit Japan. De bar deed het boven verwachting goed, vertelde Nguyen. „In de lente en zomer trekken we wekelijks 1500 bezoekers. Dat is best indrukwekkend, aangezien we slechts veertig zitplaatsen hebben en vijf dagen per week geopend zijn.”
Ik schreef er destijds niet over, omdat ik wilde afwachten hoe deze trend zich zou ontwikkelen. Sommige vrouwensporten, zoals basketbal, zijn erg populair in de VS, maar dat biedt geen garanties voor ondernemers die iets met vrouwensport willen doen. Een recente rondgang van Front Office Sports wijst uit dat lang niet alle vrouwensportbars het zo goed doen als The Sports Bra. Banken bijvoorbeeld zijn sceptisch als het om financiering gaat.
Vorige maand kreeg ik een mailtje dat The Sports Bra gaat uitbreiden. In vier andere Amerikaanse steden wordt binnenkort een vrouwensportbar geopend, als onderdeel van een franchise: Boston, Indianapolis, Las Vegas en St. Louis. Dat is te danken aan een samenwerking met Alexis Ohanian, oprichter van online platform Reddit, echtgenoot van oud-tennisster Serena Williams en grootinvesteerder in het vrouwenvoetbal. Hij stak vorig jaar een niet nader genoemd bedrag in The Sports Bra.
Zou zo’n concept ook in Nederland aanslaan? Rond de tijd dat ik contact zocht met Nguyen, legde ik die vraag per mail voor aan de paar sportbars die Nederland rijk is. Worden daar alleen mannensporten of ook vrouwensporten getoond, vroeg ik. En is de combinatie sport en bar rendabel in Nederland? Twee van de bars die ik aanschreef reageerden.
Jaap van Ham, oprichter van Papa Jim Sportsbar in Tilburg, waar voornamelijk mannensport gekeken wordt, schreef dat een sportbar draaien op mannensport al een hele uitdaging is in Nederland, „omdat de sportkijkcultuur in ons land bij lange na niet op het niveau zit als die in de VS”. Dáár vind je bijna geen horecalocatie zonder sport, schreef hij, in Nederland vind je bijna geen locatie mét.
Om uit de kosten te komen worden er niet alleen sportwedstrijden getoond in Papa Jim, maar ook quizzen en karaoke-avonden georganiseerd, en beerpong voor studenten. Aan het eind van zijn mail kwam Van Ham met een lichtpuntje. Wellicht had de vrouwensportbar kans van slagen in Amsterdam of Rotterdam, omdat daar veel expats wonen?
Mannen zijn welkom in Bar Lenie, benadrukt Marijn Hermans.
Foto Hedayatullah Amid
Peter van Leeuwen, oprichter van de Hollywood Sportsbar in Rotterdam, niet ver van de Kuip, schreef dat sportbars in Europa nog lang niet zo groot zijn als in de VS, maar dat sportfans elkaar wel steeds vaker buitenshuis opzoeken tijdens grote toernooien. Zijn bar probeert bezoekers zowel mannen- als vrouwensport voor te schotelen, maar de ervaring leert dat die vooral interesse hebben in mannenvoetbal en Formule 1-races. Omdat het al moeilijk genoeg is om een reguliere sportbar in Nederland rendabel te krijgen, achtte hij een vrouwensportbar „echt nog een stap te ver”.
Kennelijk is de tijd er nu rijp voor, want deze week opent in Rotterdam de eerste vrouwensportbar van Europa: Lenie. Het is weliswaar een pop-up van een maand, gericht op het EK voetbal in Zwitserland, maar als er voldoende belangstelling is, wil oprichter Marijn Hermans (34) een bar op een vaste locatie openen. „Horeca-makelaars zijn al op zoek naar een pand”, zegt ze. „Ik ga er gewoon voor zorgen dat het een succes wordt.”
Hermans kwam op het idee toen ze twee jaar geleden een artikel las over The Sports Bra. Zo’n bar staat voor alles waar ze van houdt, zegt ze. „Een plek waar mijn liefde voor sport, vrouwen, het café en de kracht van community samenkomen.” Ze nam contact op met Nguyen, die enthousiast reageerde op het idee voor een vrouwensportbar in Nederland. „Nederland heeft dit ook nodig”, schreef ze.
Toen Hermans eind 2024 in een uitverkocht Wembley stadion zat tijdens de interland tussen Engeland en de VS, werd ze gesterkt in het idee dat er veel belangstelling is voor vrouwensport. Je moet het gewoon zichtbaar maken en kanaliseren, dacht ze. Allereerst door het uit te zenden op televisie – en niet alleen op YouTube, zoals bij de Champions League-finale tussen Arsenal en Barcelona onlangs – maar ook door een plek te creëren waar fans van vrouwensport elkaar kunnen ontmoeten.
Hermans huurde een wijnbar af, startte een crowdfunding, en ging langs bij een aantal expats in de buurt. Kon ze op hen rekenen als ze een vrouwensportbar zou openen? Jazeker, was het antwoord. En zullen we dan gelijk bardiensten gaan draaien?
Marijn Hermans.
Foto Hedayatullah Amid
Ze vernoemde de bar naar Lenie van der Jagt, die in 1956 tegen West-Duitsland het eerste doelpunt maakte tijdens een interland van het nationale vrouwenelftal. „Dat ik dit nog mag meemaken”, reageerde de 82-jarige Van der Jagt verrast.
De komende weken zal er vooral EK-voetbal te zien zijn in Lenie, maar Hermans hoopt ook een staartje van de Tour de France Femmes en Wimbledon mee te kunnen pikken. Omdat ze in gesprekken met mannelijke journalisten vaker de vraag krijgt of mannen welkom zijn in haar bar, wil ze benadrukken dat dat het geval is. „Iederéén die van sport houdt is welkom”, zegt ze. „We vragen ons toch ook niet af of vrouwen wel naar mannenvoetbal mogen kijken? Ik help die vreemde gedachtekronkel graag de wereld uit.”