Keeper Andries Noppert: ‘Het grootste probleem was dat ik te veel ben gaan nadenken’

Hij was altijd buiten bezig. Hutten bouwen, kattenkwaad uithalen, tot ’s avonds laat voetballen op het veldje naast hun huis, in het Friese Joure. „Ik geloofde in de mooie dromen die ik had, niet alleen op voetbalgebied”, zegt Andries Noppert (29), doelman van sc Heerenveen en het Nederlands elftal. „Als je tegen mij zei: maak een heteluchtballon en je gaat de lucht in, dan ging ik ’m bouwen.”

Als het kon, zou hij nog eens terug willen naar die tijd. „Ik voelde me lekker vrij, kon alles doen wat ik wilde. Onbezorgd. Ik had nog geen idee wat er allemaal in de wereld speelde. De regels waren minder scherp. Hoe mooi is het als je met je vriendjes kan doen waar je zin in hebt.”

Op een grauwe maandagmiddag zit hij in het Abe Lenstra-stadion aan een flesje water. Lichtblauw T-shirt, donkere broek, zijn lange benen hangen over de stoelleuning. Eind 2022 werd hij vanuit het niets keeper van Oranje, op het WK in Qatar. Noppert stond in die dagen op vrijwel alle sportpagina’s – tot aan een artikel in The New York Timestoe. Hij viel op door zijn rustige uitstraling, reddingen en no-nonsense interviews.

Zo snel als de roem kwam, zo hard was de terugval. In januari dit jaar liep hij een gecompliceerde blessure op aan zijn lies en werd geopereerd. Waarna hij, tot zijn teleurstelling, in de zomer geen transfer maakte naar een grotere club. Om vervolgens in een vormcrisis te belanden en zich te verliezen in allerlei gedachten.

Na een uur zegt hij: „Ik maakte het heel ingewikkeld voor mezelf. Dat heb ik nooit gedaan. Als je iets doet wat je niet gewend bent, dat ingewikkelde, dan gaat het fout.” Door het hele interview praat hij regelmatig in de tweede persoon enkelvoud. Hij bedoelt eigenlijk: dan gaat het bij mij fout.

Familiebedrijf failliet

Met zijn twee jaar oudere broer Anne groeide hij op in De Friese Meren, in Joure in de wijk Skipsleat. Vader Fokko had een groot bouwbedrijf, een familie-onderneming met meer dan honderd medewerkers, dat prefab betonnen gevelelementen produceerde. Midden in de bouwcrisis, in 2012, gingen ze failliet. „Ik heb een hele goede tijd gekend én een andere kant van de medaille gezien”, zegt Noppert over die periode. „Niet dat het slecht was, wel dat alles bewuster moest.”

Het faillissement was een klap voor het gezin. Om die moeilijke jaren financieel door te komen, ging moeder Lucie productiewerk doen bij Douwe Egberts en Peijnenburg. Om later postbezorger te worden – ze rijdt nog altijd de buitenronde in de regio Joure, op de scooter. „Die pakt alles aan wat je maar aan kan pakken”, zegt Noppert.

Die levenslessen gaven zijn ouders hem ook mee. „Blijf met twee beentjes op de grond. Doe maar normaal, je bent niet meer dan iemand anders”, herinnert Noppert. „En je kan zoveel bereiken als je zelf wil. Gewoon hard blijven werken, dat loont vanzelf.”

Bij dorpsclub SC Joure trainde vader Noppert de jeugdteams waarin zijn zonen speelden. Het keeperstalent van Andries valt op bij een selectiedag – in zijn jongste jaren was hij verdediger. Trainers zagen: hij is niet bang voor de bal, komt goed uit, coacht ploeggenootjes. Dat hij belangrijk kon zijn voor zijn team, vond Noppert het mooiste aan het keepen. „Je kan misschien geen doelpunten maken, maar wel doelpunten voorkomen.”

Noppert – nu 2,03 meter – was in zijn jeugd al iets langer dan leeftijdgenootjes, wat niet vreemd is: zijn ouders zijn beiden groot. Als keeper had hij er voordeel van dat hij ook op turnen zat. De fijnere, motorische oefeningen daar maken hem atletischer en leniger. Op Friese en Nederlandse kampioenschappen doet hij mee om de prijzen.

Wanneer hij in de jeugdopleiding van sc Heerenveen komt en daar zo’n vijf keer per week moet trainen, stopt hij met turnen – hij is dan veertien. „Een beetje een flierefluiter”, noemt hij zich, terugkijkend op die periode. Hij was niet bezig om „het uiterste eruit te halen”. Op zijn voeding letten? Core-stability-oefeningen? Hij was er niet mee bezig. „Ik deed gewoon wat ik leuk vond, zag wel waar het schip strandde.”

Zijn traptechniek is een probleem in de jeugd. Het lukte hem niet om de bal hoog weg te schieten. „Ik snapte er niks van.” Na trainingen oefende hij met zijn vader op het voetbalveldje naast huis. Duizenden keren. Net zo lang tot hij de bal de lucht in kreeg. „Het zat ’m in de rust en de techniek. Ik wilde te hard trappen.”

Hij doorloopt de hele jeugdopleiding, maar heeft geen uitzicht op een basisplaats bij sc Heerenveen. Op zijn twintigste vertrekt hij naar NAC Breda. Daar komt hij ook niet in de plannen voor, tot hij in 2017 een kans krijgt. Maar na tien tegengoals in drie wedstrijden, is hij zijn plaats weer kwijt. Misschien leefde hij in die tijd niet optimaal voor zijn sport en accepteerde hij zijn bijrol te makkelijk, zegt Noppert nu. Het is een patroon in zijn carrière.

Ik geloofde in de mooie dromen die ik had, niet alleen op voetbalgebied

Na de promotie naar de Eredivisie in 2017 liep Noppert – die dan reservekeeper is – voorop in de polonaise, zei toenmalig NAC-coach Stijn Vreven eerder in NRC. Typerend, vond Vreven. Noppert knikt. „Als je mensen in Breda vraagt, hoe is Andries Noppert? Dan zullen ze zeggen: fantastische jongen, heel gezellig, kan goed een feestje bouwen, maar kan waarschijnlijk niet keepen. Ik heb liever dat ze zeggen: leuke kerel, maar kan ook ontzettend goed keepen. Daarin heb ik wel een fout gemaakt, een verkeerde indruk gegeven.”

Rookalarm

Hij spreekt amper Engels, laat staan Italiaans. „Ik heb al moeite met Nederlands.” Toch vertrekt hij begin 2018 naar Italië, naar Foggia. Met handen en voeten maakt de Fries zich verstaanbaar. De voetbalcultuur, de mensen en het eten maken het een „fantastisch avontuur”. Al was het minder prettig dat zijn nieuwe Audi A6 kort na zijn komst werd gestolen en gestript door de maffia.

Sportief heeft hij het lastig. Net als hij een basisplaats heeft, gaat het mis voor een wedstrijd in Palermo, in februari 2019. In zijn hotelkamer zitten Noppert en wat ploeggenoten te kaarten voor „wat kleine knaken”. Er wordt gerookt, volgens hem gebruikelijk in Italië. Noppert plakt de rookmelder af, om gedoe te voorkomen. Die nacht gaat ergens anders in het hotel het rookalarm af. Noppert staat als een van de eersten op de gang om te kijken of alles oké is. Maar, het wordt hem in de schoenen geschoven. Dat duel speelt hij niet, het incident wordt als een reden gegeven, vertelt hij. De rest van het seizoen blijft hij reserve.

„Mario Balotelli zegt wel eens: why always me? Ik heb ook van die momentjes dat ik dacht: waarom moet ik altijd de lul zijn?”

Wanneer hij maandenlang geen salaris krijgt vanwege financiële problemen bij Foggia, vertrekt hij. Hij tekent bij FC Dordrecht, maar komt najaar 2020 na een zware meniscusblessure thuis te zitten. Zijn contract wordt niet verlengd. Noppert, die alleen vmbo deed en dan nog nauwelijks spaargeld heeft opgebouwd, ontvangt een WW-uitkering.

Je was 26, had 16 profwedstrijden achter je naam en geen contract. Wat was het perspectief?

„Ik voerde gesprekken met mijn vrouw. En met mijn ouders, thuis in Joure. Die zeiden: misschien moet je om je heen gaan kijken voor iets anders, wat nou als het niet meer lukt in het voetbal? Daar zag het echt naar uit. Mijn vrouw zei: pak een studie op, ga nadenken wat je graag zou willen doen.”

Waar dacht zij aan?

„Zij zag mij wel als politieagent. Nou ja, goed, ikzelf niet. Bij mij was er geen twijfel: wat nou als? Ik heb iets voor ogen en dat ga ik bereiken.”

Wat deed het met je eigenwaarde, als voetballer in de WW?

„Het is niet fijn dat je deels op je vrouw moet teren, omdat ik als man het idee heb dat ik moet zorgen dat het thuis goed is. Niet andersom. Ik ben altijd gewend om mijn eigen boontjes te doppen. Vroeger is me geleerd: je moet niet in de WW terechtkomen, je moet altijd blijven werken. Het is een mooi vangnet, maar je moet er ook zo snel mogelijk weer uit.”

Dat lukt. Begin 2021 tekent hij bij Go Ahead Eagles, wat een kantelpunt in zijn loopbaan zal blijken. Hoewel hij aanvankelijk nog „te veel ontzag” heeft voor zijn concurrenten, grijpt hij – na een jaar als reservekeeper – zijn kans. „Op het moment dat ik gas ging geven, ging ik ook meer ballen pakken, haalde ik er nog meer plezier uit en werd dat de nieuwe norm.”

Het gaat zo goed dat hij in de zomer van 2022 overstapt naar sc Heerenveen. Daar zet hij zijn goede lijn door, waarop bondscoach Louis van Gaal hem tot verrassing van velen opneemt in de selectie voor het WK in Qatar, eind 2022.

In de Cor Potcast zei je onlangs: „In het begin dacht ik: als boerenpummeltje hoor ik hier niet bij Oranje thuis”. Kan je dat uitleggen?

„Ik kwam vanuit het niets en ging met de beste jongens van Nederland voetballen, die bij de grootste clubs van de wereld spelen. Ik dacht: wat moet ik daar in godsnaam? Ik pas daar helemaal niet.”

Hoe bedoel je dat?

„In de status van die jongens. Hun niveau was misschien dertig keer zo hoog. Zij zitten waarschijnlijk heel anders in elkaar dan ik.”

Toch weer dat onderdanige.

„Dat is het niet. Ik had een heel ander beeld van die gasten. Ik dacht: de ene is nog arroganter dan de ander. Dat heb ik ook netjes gezegd. Ik heb een berichtje in de groepsapp gezet na een testdag voor de doelmannen. ‘Jongens, nogmaals mijn dank, ik had er vooraf een ander beeld van, maar dat is absoluut niet waar’.”

Wat verraste je?

„Ik kreeg helemaal niet het idee dat ik minder bent dan de rest. Jongens als Virgil van Dijk, Memphis Depay en Frenkie de Jong probeerden met alles te helpen. Gewoon open, normale gasten. Je ziet wel eens dat voetballers met een boot op vakantie gaan. Wij vergeten dat als zij naar bijvoorbeeld Ibiza gaan, zij gelijk omringd worden door mensen. Dus kiezen ze voor een boot. Dan komen er paparazzi, die maken een fotootje, dan hebben wij snel een mening klaar. Terwijl: dat is hun rust.”

Andries Noppert met Lionel Messi tijdens de penaltyserie in de kwartfinale van het WK.
Foto Evrim Aydin/Anadolu Agency

Vijf wedstrijden keepte hij op het WK. Zijn moment van glorie had de strafschoppenserie in de kwartfinale tegen Argentinië kunnen zijn. Maar Nederland verloor – Noppert kon geen strafschop stoppen. In de voorbereiding was er juist veel aandacht voor dit onderdeel. Een prestatieconsultant, oud-volleybalcoach Peter Murphy, werd erbij betrokken voor testen en het beïnvloeden van de tegenstander.

Wat was het plan voor de penaltyserie tegen Argentinië?

„Eerst moest ik de penaltynemer uit zijn spel halen, zoals ik bij Messi probeerde. Maar die zei iets terug in het Spaans dat ik niet begreep, dus ik ging maar naar mijn plek. Vervolgens moest ik mezelf weer ‘aanzetten’, focus op één punt. Het idee was dat ik de tegenstander kon beïnvloeden: er zijn ‘horizontale’ en ‘verticale’ spelers, dat hadden ze in de staf allemaal uitgezocht. Bij die jongens moest je proberen in hun hoofd te gaan zitten. Bij een horizontale speler moest ik horizontaal bewegen, dus armen breed maken. Bij een verticale speler kon ik op en neer springen.”

Wat vond je van die aanpak?

„Bijzonder. Bijzonder. Je moet erin geloven.”

Jij keept liever op instinct?

„Ja. Ik heb niet helemaal de tactiek uitgevoerd zoals zij het voor ogen hadden. Omdat ik denk dat je altijd dicht bij jezelf moet blijven. Daarmee heb ik misschien mensen tegen het zere been geschopt. Achteraf denk ik: misschien had ik nog meer naar mezelf moeten luisteren.”

Je keuzes voor de hoeken stonden al vast?

„Ja. We hebben veel penalty’s teruggekeken van Argentinië, we zagen een patroon. Ik heb daar de andere twee keepers bij betrokken. Die informatie over de hoeken had ik op een briefje staan, dat bekeek ik voor de serie. Achteraf had ik meer naar mijn eigen gevoel op dat moment moeten luisteren. Lautaro Martínez [die de beslissende binnenschoot] zei later dat rechts zijn vaste hoek is, maar dat hij op het laatste moment voor links koos. Dan kan je het nog zo goed analyseren vooraf, het blijft nattevingerwerk.”

Opeens is het dan klaar.

„Heel apart. Pats-boem-bats. Na de wedstrijd terug naar het hotel, alle spullen worden ingepakt, de volgende dag vertrekt het vliegtuig. Land je op Schiphol, geef je elkaar een handje, bedankt en tot ziens. In de auto weer naar Marum.”

Eerst moest ik de penaltynemer uit zijn spel halen, zoals ik bij Messi probeerde

Voor het interview gaat hij even op de foto met kinderen die een stadionrondleiding hebben. Na iedere foto zegt hij, steeds op dezelfde toon: „Alsjeblieft.” „Alsjeblieft.” „Alsjeblieft.” Kort na het WK dacht hij dat de aandacht voor hem snel zou overwaaien. Maar toen hij met zijn vrouw en zoontje wilde gaan zwemmen en het zwembad niet inkwam omdat zoveel mensen iets van hem wilden, wist hij beter. Tegenwoordig gaan ze naar een Van der Valk-hotel als ze rustig willen zwemmen.

Groter was het probleem met zijn zelfbenoemde „vormdip” begin dit seizoen – na een lange liesblessure en een zomer waarin hij niet de gehoopte sportieve en financiële stap maakte. Opeens was hij kwetsbaar, liet hij ogenschijnlijk houdbare ballen door. Hij viel af bij Oranje, met de week nam de kritiek toe, waarbij ESPN-analist Kenneth Pérez zich afvroeg: „Is hij een one season wonder?”

Je broer zei over die vormdip: „Het interesseerde hem allemaal niet zoveel. Normaal zat er vechtlust in hem, dat had hij nu totaal niet.”

„Ja klopt, dat was minder. Ik speelde een fantastisch WK, het hoogste wat er is. Dat is nogal een contrast met hier. Ik doe alles voor een bepaalde wedstrijdspanning, die was er op dat moment gewoon even niet. Het maakte me allemaal niet zoveel uit. Ik dacht: hoe is dat in godsnaam mogelijk?”

En, wat was het antwoord?

„Het grootste probleem was dat ik te veel ben gaan nadenken. Je moet sommige dingen ook accepteren zoals ze zijn. Hard werken, bepaalde routines, dan komt het vanzelf wel terug. Want daar heb je lang op kunnen bouwen. Maar omdat ik er niet lekker in zat, ging ik nadenken en ratelde ik alles op.”

Waarover dacht je na?

„Op een gegeven was ik zover heen dat ik tegen mezelf zei: misschien ligt het wel aan mijn sokken. Ik heb ook andere keepershandschoenen geprobeerd. Dat was het probleem allemaal niet.”

Met welk idee deed je dat?

„Wat nieuws proberen. Een punt om mij aan vast te houden. Die punten waren er al, alleen: ik pakte het niet vast. Ik zat met mijn gedachten ergens anders.”

Zoals de teleurstelling dat er geen mooie transfer kwam?

„Dat weet ik niet, misschien is het een opstapeling geweest. Een echte oorzaak kan ik niet geven – als ik die wist, was het makkelijk geweest.”

Hoe heb je het weer op de rit gekregen?

„Mijn vrouw zei al snel: je zit met te veel gedachten in je hoofd, zorg dat je daaruit komt. Maar dat is niet zo makkelijk. Ik probeerde de situatie te accepteren, mij te richten op dingen die wel goed gingen. Met de orde van de dag bezig zijn. Leuke dingen doen, zowel thuis met mijn gezin als met die jongens op het veld. Zo kreeg ik het gevoel en vertrouwen terug.”

Je broer zei dat hij vorig weekend in een indoor speelcentrum weer de „oude Andries” zag. Dollen en gek doen met jullie kinderen.

„Ja dat vind ik geweldig, dan ben ik op mijn best.”

Na ruim een uur staat hij op, hij moet zijn zoontje ophalen. „Ik ga hollen.”



Leeslijst