N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Discussies over de bescherming van de chinookzalm in het noordoosten van de Verenigde Staten zijn beland in de moleculaire details. Het blad The Scientist bracht de al jarenlang voortslepende kwestie deze week opnieuw voor het voetlicht. Wetenschappers die in 2016 aanvankelijk gezamenlijk een manuscript voor een wetenschappelijk artikel schreven (nog beschikbaar als preprint), kozen ieder een andere kant in het debat. Bij de publicatie van het artikel een jaar later in Science Advances, liet de helft van de auteurs hun naam erboven weghalen. Ze vonden dat de andere helft van het team te activistisch was en het manuscript misbruikten voor hun campagne de chinookzalm (Oncorhynchus tshawytscha) beter te beschermen.
Alles in deze onderzoekersruzie draait om de vraag of de zogeheten spring runners fundamenteel verschillen van de fall runners onder de zalmen. De eerste groep zwemt in het voorjaar al de rivieren op naar de bovenstroomse paaigebieden en daar blijft tot het paaiseizoen in de herfst; de tweede de groep trekt pas vlak voor de paai naar de bovenlopen. Met name de spring runners zijn enorm in aantal achteruit gegaan.
Waar je volgens de overlevering vroeger in het voorjaar over de ruggen van de vissen de rivier kon oversteken, zijn er in veel rivieren langs de Amerikaanse westkust bijna geen voorjaarstrekkers meerover. Vanaf de jaren vijftig zijn ze hard achteruit gegaan door de aanleg van dammen en de invloed van houtkap en mijnbouw. Daar bovenop komt nog eens overbevissing, want met name de voorjaarstrekkers zijn gewild bij sportvissers; deze zalmen komen goed opgevet uit zee.
De kous leek af
Omdat voorjaarstrekkers uiterlijk zo verschillen van de najaarstrekkers gingen biologen op zoek naar genetische verschillen. Als de voorjaarszalm een aparte ondersoort zou blijken, was er misschien grond om deze extra wettelijke bescherming te geven. Maar nee, de voor- en najaarszalmen uit dezelfde rivier bleken genetisch identiek. Genetische diversiteit was er wel tussen populaties uit verschillende stroomgebieden, maar niet binnen die populaties. Daarmee leek de kous af.
Totdat de groep onderzoekers in 2016 ontdekte dat er tóch een genetisch verschil was tussen de voor- en najaartrekkers, namelijk in een kleine regio in het dna die ze GREB1L/ROCK1 noemden (naar de twee genen in dat gebied). Geen idee hoe deze subtiele dna-variatie kan leiden tot zulk ingrijpend ander gedrag van de vis; het stukje is nog geen honderdste procent van het totale genoom van de chinookzalm.
Maar dit werd de splijtzwam: het kamp van Michael Miller van de University of California in Davis zag hierin de kans om de voorjaarstrekkers aparte bescherming te verlenen. Maar de groep van John Carlos Garcia verzette zich daartegen; het was in hun ogen misbruik van de wetenschappelijke data.
De club van Garcia trekt vooralsnog aan het langste eind: op basis van een rapport trekt overheidsdienst NOAA de conclusie dat het verschil geen basis biedt voor onderscheid tussen voorjaars- en najaartrekkers. Een naam valt op onder de auteurs van het rapport: John Carlos Garcia.