In verkiezingstijd trek je met harde woorden meer aandacht, weet Denk-lijsttrekker Van Baarle

Profiel

Stephan van Baarle Lijsttrekker Denk

De nieuwe voorman van Denk, Stephan van Baarle, houdt niet van maatschappelijke polarisatie. Maar met andere politici gaat hij graag de confrontatie aan. „Lekker geknald, hè?”

Denk-lijsttrekker Stephan van Baarle (in het midden) bij de aftrap van de landelijke campagne op de NDSM-werf in Amsterdam.
Denk-lijsttrekker Stephan van Baarle (in het midden) bij de aftrap van de landelijke campagne op de NDSM-werf in Amsterdam. Foto Ramon van Flymen/ANP

Voor zijn debuut op de landelijke televisie heeft Stephan van Baarle zijn bruine pak uit de kast getrokken, het bovenste knoopje van het witte overhemd zit los, zijn baard is strak getrimd. Hij kijkt naar Joost Eerdmans, op dat moment de voorman van Leefbaar Rotterdam. „We weten bijvoorbeeld dat mannen oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteit en dat VVD’ers oververtegenwoordigd zijn in integriteitsschandalen”, begint hij.

Eerdmans proest het uit, uit de zaal klinkt geklap en gejoel. Vincent Karremans van de VVD, die naast Eerdmans zit, probeert zijn gezicht in de plooi te houden.

Maart 2018. Over twee weken vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Stephan van Baarle, de Rotterdamse lijsttrekker van Denk, doet mee aan het Rotterdam Debat in de Maassilo. Hij reageert op het standpunt van Eerdmans, die vindt dat de politie iedereen moet kunnen aanhouden, óók als de goeden onder de kwaden lijden.

Van Baarle: „Ik ben er niet voor dat we meneer Karremans elke dag onderwerpen aan een integriteitsonderzoek. En ik ben er óók niet voor dat we meneer Eerdmans elke dag laten aanhouden door de politie.”

Etniciteit en criminaliteit hebben niets met elkaar gemeen, weet hij als socioloog. Politici moeten volgens hem beter begrijpen dat woonomgeving en werkloosheid belangrijkere oorzaken zijn van crimineel gedrag. Zo hoeft „de helft van Rotterdam” niet „bij voorbaat verdacht” te zijn.

Twee weken later wint Denk in één klap vier zetels in de Rotterdamse gemeenteraad. Na de gemeentelijke verkiezingen in 2022, vier jaar later, treedt de centrumlinkse partij toe tot het stadscollege, Van Baarle is dan al ruim een jaar Tweede Kamerlid. Dat Denk in de tweede stad van het land meebestuurt – nota bene mét Leefbaar en VVD – is „voor 80 procent” aan hem te danken, stelt Farid Azarkan.

Azarkan, tot augustus fractievoorzitter van Denk in de Tweede Kamer, maakte van de zomer bekend dat hij uit de landelijke politiek stapt. Stephan van Baarle neemt het stokje van hem over. Ook Tunahan Kuzu, een van de grondleggers van Denk, keert na de vervroegde verkiezingen niet meer terug.

Voor de buitenwereld geldt Azarkans opvolger misschien als een politieke nieuwkomer, binnen de partij geniet hij een nestorstatus. „Hij weet meer van politiek dan ik,” zegt Azarkan.

Bijnaam ‘Stephan de Turk’

Stephan van Baarle (1991) groeit op in Vreewijk, een achterstandswijk in Rotterdam-Zuid. Hij woont bij zijn alleenstaande Nederlandse moeder en draagt haar achternaam, zijn Turkse vader is afwezig. Op vakantie gaan of nieuwe gymkleren kopen was geen vanzelfsprekendheid. Dat hij later wil „strijden voor gelijke kansen” komt door de armoede in zijn omgeving, zei hij in zijn maidenspeech in de Tweede Kamer.

Hij is 10 jaar oud als twee gekaapte vliegtuigen op 11 september 2001 de twee torens van het World Trade Center in New York doorboren. Ook de opkomst van de Rotterdamse Pim Fortuyn maakt hij, ondanks zijn jonge leeftijd, bewust en van dichtbij mee. Van de ene op de andere dag krijgt hij de bijnaam ‘Stephan de Turk’. Deze periode legt de kiem voor zijn afkeer tegen „maatschappelijke polarisatie”, zegt hij later in een interview.

Na het vwo kiest hij voor de studie sociologie aan de Erasmus Universiteit, waar hij cum laude afstudeert. Hij krijgt een promotieplek aangeboden, die hij afwijst. Van Baarle weet dat hij beter zélf beleidsmaker kan worden, in plaats van zich steeds op te winden over beleid.

Van Baarle staat bij Denk bekend als ‘lid 007’. De partij wordt begin 2015 opgericht na de afsplitsing van PvdA-Kamerleden Kuzu en Selçuk Öztürk. Spoedig daarna wordt Van Baarle hun beleidsmedewerker. Kuzu en Van Baarle hadden elkaar kort daarvoor ontmoet bij een evenement van Jonge Democraten, de politieke jongerenorganisatie van D66.Hij kwam naar het avondje om Kuzu te horen die sprak over integratie.

In Rotterdam valt hij op met uitspraken over de Rotterdamse woonvisie, het plan om goedkope woningen te slopen en duurdere woningen te bouwen. Die voorstellen wil hij het liefst „door de shredder” halen.

Nadat Denk, onder leiding van Van Baarle, vier zetels in de Rotterdamse gemeenteraad heeft behaald, wordt hij lid van de commissie Bouwen, wonen en buitenruimte. Dat is een belangrijke commissie voor zijn achterban wier leefomgeving met sloop en gentrificatie wordt bedreigd.

Vriendelijk in de wandelgangen

„Met deze man valt echt wel samen te werken”, dacht René Segers-Hoogendoorn van het CDA toen hij eenmaal de raadszaal met Van Baarle deelde. In de campagne had zijn partij Denk nog uitgesloten van samenwerking, vanwege de intimiderende filmpjes die Denk had gemaakt over het stemgedrag van Kamerleden met een Turkse achtergrond. Van Baarle bleek prettig in de omgang, „heel open en vriendelijk”.

Ook Vincent Karremans, toen VVD-fractievoorzitter in Rotterdam, ziet dat hij in de wandelgangen „een heel vriendelijke kerel” is.

Tijdens het raadsdebat naar aanleiding van de Black Lives Matter-demonstraties in 2020 krijgen ze het met elkaar aan de stok. Na het debat voeren ze een gesprek erover, buiten de schijnwerpers. Denk en VVD schrijven samen de initiatiefnota Tegen discriminatie, voor gelijkwaardigheid, voor „urgenter beleid” tegen discriminatie in de stad. „Daar hebben we het zaadje geplant voor latere samenwerking in de huidige coalitie”, memoreert Karremans.

Lees ook: VVD en Denk: samen tegen discriminatie, met afbreukrisico

Na een scherp debat in de raadszaal loopt Van Baarle wel eens naar Joost Eerdmans van Leefbaar Rotterdam. „Lekker geknald hè!”, zegt hij dan. Ze snappen allebei dat ze van hun tegenstellingen kunnen profiteren. Hoewel hun standpunten soms juist overlapten, zegt Eerdmans nu. „Op het gebied van belastingen, het vliegveld en de auto.”

Bij de verkiezingen in 2021 consolideerde Denk de drie zetels in de Tweede Kamer. Bestuursvoorzitter Ejder Köse was tevreden, maar „in het bijzonder blij” omdat Van Baarle daardoor het parlement in kon. „Hij kan uren en uren praten om vervolgens de middenweg te vinden. Hij is altijd op zoek naar draagvlak, dát is politiek.”

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 is Van Baarle één van de onderhandelaars namens Denk met Leefbaar, VVD en D66. Hij is dan al een jaar Tweede Kamerlid.

Als Kamerlid stelt hij vragen over discriminatie en racisme, en allerlei zaken die Nederlanders met een niet-Westerse achtergrond raken. Met de PvdA strijdt hij tegen discriminerende algoritmes die door de politie en andere overheden worden gebruikt.

Fel tegen Yesilgöz

Tijdens de recente Algemene Politieke Beschouwingen beticht hij VVD-leider Dilan Yesilgöz van liegen over vluchtelingen, waarop Kamervoorzitter Vera Bergkamp ingrijpt. Dat verbaast hem, omdat „tirades” over moslims en asielzoekers nauwelijks worden onderbroken. Voor bestuursvoorzitter Köse was de botsing een bevestiging van de „dubbele maat”.

De botsing hielp ook. Van Baarles bekendheid is sindsdien toegenomen, zegt Ipsos-onderzoeker Sander Nieuwkerk. Relatief weinig kiezers kenden hem begin september: 9 procent, tegenover 46 procent van de Nederlanders die Azarkan kennen. Na dit debat is dat 17 procent. Met name rechtse kiezers leerden hem kennen. De kiezers die weten wie hij is, beoordelen hem met een 3.9. Dat is het laagste rapportcijfer dat op links gegeven wordt. Onder de eigen achterban, die vooral in de grote steden woont, wordt hij wel gewaardeerd. Belangrijkste doel voor nieuwkomer Van Baarle is om die kiezers te behouden, analyseert Nieuwkerk.

Het valt op dat Van Baarle een harde toon kiest in aanloop naar de verkiezingen, en zijn boodschappen veelal beperkt tot verontwaardiging over islamofobie. „We zijn niet van de slachtofferrol”, zegt bestuursvoorzitter Köse. „We benoemen wat we zien, dat is de taak van alle 150 Kamerleden.”

Soms wil vertrekkend Kamerlid Azarkan van Van Baarle weten of hij zich bewust is van hoe zijn uitspraken overkomen. „Is dat de bedoeling?” Van Baarle, zegt Azarkan ook, loopt „lang genoeg rond” om tegen kritiek te kunnen. „En uiteindelijk moet hij gewoon zijn eigen koers varen.”

Köse plaagt de 32-jarige politicus soms. „Ga trouwen, zeg ik dan. En dan zegt Stephan dat hij met Denk is getrouwd.” Köse schudt lachend zijn hoofd.