In Spakenburg heerst ‘blauwe koorts’ door de halve finale van de KNVB-beker tegen PSV

Voetbal De amateurs van Spakenburg staan in de halve finale van de KNVB-beker. Trainer Chris de Graaf (35) is voor het duel met PSV realistisch én hoopvol.

Spakenburg-trainer Chris de Graaf tijdens de bekerwedstrijd van zijn club tegen FC Utrecht, eind februari in Stadion Galgenwaard.
Spakenburg-trainer Chris de Graaf tijdens de bekerwedstrijd van zijn club tegen FC Utrecht, eind februari in Stadion Galgenwaard.

Foto Ben Gal / BSR Agency / Getty Images

Chris de Graaf houdt niet van half werk. Als Luuk Admiraal in de wedstrijd tegen OFC verzuimt loopacties in de diepte te maken, krijgt hij dat direct van zijn trainer te horen. „Als je het nu niet doet, dan zit je al hoor”, dreigt De Graaf de van Excelsior gehuurde buitenspeler met een wissel. In een teleurstellende wedstrijd tegen OFC, de nummer laatst van de Tweede Divisie (het hoogste amateurniveau) blijft SV Spakenburg zaterdag steken op 1-1. Maar iedereen rond de club is vooral bezig met die andere wedstrijd: deze dinsdag spelen ‘de Blauwen’ in de halve finale van de KNVB-beker tegen PSV.

Wat de 35-jarige De Graaf van zijn spelers eist, draagt hij zelf uit. Hij kan de dingen niet op halve kracht doen, vertelt hij een paar dagen eerder in de glazen vergaderruimte van het organisatieadvieskantoor dat hij ruim zeven jaar geleden met zijn beste vriend en assistent-trainer Jorg Hartog opzette. Drie keer per week rijdt hij aan het eind van de dag van een bedrijventerrein aan de rand van Bunschoten-Spakenburg via huis – „snel even wat eten” – door naar de club om de training te leiden. Voor zijn gezin blijft weinig tijd over.

Kantoor op zolder

Wedstrijdanalyses voor de bekerwedstrijden maakt De Graaf op zijn vrije zondagen, zo ook voor de kwartfinale tegen FC Utrecht. „Toen heb ik me om tien uur ’s ochtends teruggetrokken in mijn kantoortje en ik was om half twaalf ’s avonds klaar. Op een gegeven moment kwam mijn vrouw naar boven, even kijken of ik nog leefde.” Het uitgedachte wedstrijdplan werkte; met direct en effectief voetbal versloeg Spakenburg FC Utrecht in Stadion Galgenwaard: 1-4. Na FC Groningen in de tweede ronde was het de tweede club uit de Eredivisie die door het team van De Graaf werd uitgeschakeld.

SV Spakenburg is de derde amateurvereniging in de geschiedenis van het bekertoernooi die de halve finale heeft bereikt. Eerder lukte dat VVSB uit Noordwijkerhout (in 2016) en Spakenburgs eeuwige rivaal VV IJsselmeervogels (in 1975).

Met ‘de Rooien’ deelt de club Sportpark De Westmaat. Het had weinig gescheeld of Chris de Graaf was een ‘rooie’ geweest, zoals vrijwel zijn hele familie. De Graaf begon met voetballen bij IJsselmeervogels, waar hij als vierjarige werd aangemeld door een ‘rooie’ oom. Na een seizoen greep zijn ‘blauwe’ vader in. Hij nam zijn zoontje mee naar een speelgoedwinkel waar Chris mocht uitzoeken wat hij wilde. „Als ik maar de overstap zou maken.” Het werd een spelcomputer met een voetbalgame erbij. „Ik was denk ik de jongst betaalde speler ooit”, zegt De Graaf lachend.


Lees ook: Drie amateurclubs haalden de achtste finale van de beker. Is het profbestaan veel beter?

Assistent van John de Wolf

Dertig jaar later heeft hij als hoofdtrainer van Spakenburg in een paar maanden geschiedenis geschreven met de club waar hij zijn hele jeugd speelde. „Ik was best een lastige jongen en had graag een trainer zoals ik gehad”, vertelt De Graaf. Het persoonlijke aspect wekte zijn interesse in het trainersvak. Daarnaast ontwikkelde hij zich ook technisch en tactisch. De Graaf liet zich in Spakenburg zien bij de jeugdelftallen. In 2017 werd hij assistent van John de Wolf, die als trainer van het eerste elftal per se iemand van binnen de club naast zich wilde.Nadat De Wolf in 2019 naar Feyenoord was vertrokken, leidde De Graaf Spakenburg in twee verschillende periodes als interim-trainer. Halverwege dit seizoen tekende hij een contract voor tweeënhalf jaar als hoofdtrainer.

De Graaf wist dus al wat het trainerschap van Spakenburg met zich meebrengt. De aanhang is notoir veeleisend en de druk om te presteren torenhoog. „Iedereen wil hier trainer worden, totdat hij er zit”, zei voormalig Spakenburg-trainer Peter Visee eens. De Graaf noemt het een voordeel dat hij zelf uit Spakenburg komt. Het geeft hem meer krediet dan een trainer van buitenaf. Hoewel men hem in het dorp ook „eerder weet te vinden” als het minder gaat. Tijdens zijn tweede interim-periode werd degradatie afgewend, maar hij ervoer de druk als eindverantwoordelijke sterker dan ooit tevoren. „Maar je hebt het voordeel dat een heel groot deel van de mensen het je echt gunt.”

Mensen van buiten Spakenburg willen die extreme sentimenten nog wel eens onderschatten. Vince Gino Dekker kan erover meepraten. De aanvaller van Spakenburg ondervond de negatieve gevolgen van de rivaliteit tussen blauw en rood. Toen Dekker vorig jaar een contract tekende bij IJsselmeervogels, kreeg hij met bedreigingen te maken en werd hij tijdens een wedstrijd zelfs belaagd op het veld. Bij een lid van de technische commissie van Spakenburg ging een steen door de ruit. Uiteindelijk besloot Dekker van de overstap af te zien omwille van zijn eigen veiligheid en die van zijn gezin.

Dit seizoen speelt IJsselmeervogels tweede viool in het dorp. De club met een succesvollere geschiedenis dan de blauwe buurman, maakt een moeizaam seizoen door en strijdt in de Tweede Divisie tegen degradatie. Spakenburg staat redelijk veilig op de tiende plaats. Het bereiken van de halve finale van de KNVB-beker, waarin IJsselmeervogels in Deventer met 6-0 verloor van FC Twente, is een prestatie die er door de rooien bij ieder bekertoernooi wordt ingewreven. Na bijna een halve eeuw zijn de rollen omgedraaid nu Spakenburg die prestatie heeft geëvenaard.

Bezoek van de BBC

Aan de blauwe kant van het sportpark is in aanloop naar de halve finale tegen PSV een mediacircus op gang gekomen. Het NOS Jeugdjournaal kwam langs en zelfs de BBC meldde zich aan de boorden van het Eemmeer. „Alleen verstonden die ons niet door ons Spakenburgse accent”, grappen bestuursleden zaterdag in de rust van de wedstrijd tegen OFC. In een week kwamen er ook acht sponsoren bij. „Als je succes hebt, wil iedereen bij je horen”, zegt bestuurslid commerciële zaken Robert Offringa.

In het dorp heerst momenteel „blauwe koorts”. Er was niet alleen een run op kaarten (ruim zesduizend), ook de blauwe wedstrijdsjaaltjes, blauwe koeken en blauwe tompoucen vinden gretig aftrek.

Voorzitter Marc Schoonebeek herhaalde tegenover het AD nog maar eens dat SV Spakenburg een eventuele bekerfinale niet op zondag 30 april wil spelen. De statuten van de club staat dat niet toe vanwege religieuze overwegingen. Maar dat is voor later zorg. Chris de Graaf wil het er nog helemaal niet over hebben. „We spelen tegen PSV, dus ik vind het bijna arrogant om over de finale te praten.” Wat de trainer wel kwijt wil, is dat hij de halve finale „duizend keer liever” in het stadion van Feyenoord, had gespeeld. „Dat lijkt me zo mooi, een volle Kuip.” Het kan alsnog, want de finale wordt in Rotterdam gespeeld.

Zondag was het weer „een lange dag” voor De Graaf op zijn zolderkamer. Maandag nam hij zelfs voor één keer vrij om met zijn assistent Jorg Hartog door te werken aan de voorbereiding op de wedstrijd tegen PSV. Vrijwel niemand geeft Spakenburg een kans tegen de tienvoudig bekerwinnaar uit Eindhoven. Maar dat het vanuit de underdogpositie prettig voetballen is, lieten de amateurs in de duels met FC Utrecht en FC Groningen al zien. Maar tegen PSV wordt toch wat meer gevraagd, weet De Graaf, die realistisch en hoopvol tegelijk is. „PSV is gewoon vier klassen beter. Maar dat is op papier en zegt mij niet zoveel.”