Hoe kan dat toch, dat je iets erváárt? Geheimzinnig!

Lees-, kijk- en luistertips van onze redacteuren bij het nieuws. Deze week: een knap overzicht van denken over bewustzijn

Foto Getty Images

Het nieuwe deeltje over bewustzijn uit de mooie serie ‘elementaire deeltjes’, is een knap overzicht van wetenschappelijk denken over bewustzijn.

Bijzonder verhelderend is de grote aandacht van de auteurs, de Nijmeegse filosofen Jolien Francken en Marc Slors, voor de vele verschillende definities van bewustzijn. De belangrijkste daarvan zijn misschien wel het ‘toegangsbewustzijn’ en het ‘fenomenale bewustzijn’. Het eerste is, simpel gezegd, het bewustzijn waarover je kunt praten: de ‘woorden in je hoofd’. Het tweede slaat op de subjectieve, innerlijke en zintuiglijke ervaring. Ook daarover kan je natuurlijk praten, maar een stuk minder precies. Die wolk van ervaringen in je hoofd – en je hart – is maar zeer gedeeltelijk in woorden te vangen.

Het toegangsbewustzijn geldt in de wetenschap als het ‘makkelijke’ probleem om te verklaren. Het fenomenale bewustzijn is het ‘moeilijke’ probleem, want hoe kunnen materiële, biologische processen ooit de bron zijn van zoiets wonderlijks als de ervaring van bijvoorbeeld ‘rood’? Vreemd, dat die ervaring van rood een van de meest klassieke voorbeelden is van het fenomenale bewustzijn. Wat is er zo speciaal aan rood?

Half-bovennatuurlijk

Er gaan allerlei grote verklaringen van dat bewustzijn rond in de wetenschap. We beseffen het meestal niet, maar qua bewustzijnswetenschap leven we nog in een periode die al begon in de jaren vijftig. Toen kwam de overtuiging op dat bewustzijn identiek moest zijn aan processen in de hersenen. Met die basisopvatting worstelen we nog steeds. Vanaf de jaren zestig werd het bewuste denken en waarnemen steeds vaker opgevat als ‘informatieverwerking’. Ook dat is nog altijd een basisaanname. Voor het toegangsbewustzijn ligt die informatieverwerking voor de hand. Als je ergens over kan praten ís het natuurlijk al informatie. Maar voor het ‘moeilijke’ probleem zijn sindsdien ook allerlei andere, soms half-bovennatuurlijke verklaringen bedacht. Zoals dat het ten diepste voortkomt uit quantummechanische processen in het brein of dat eigenlijk de héle kosmos bewustzijn heeft – al erkennen de auteurs dat ze geen van die voorstellen „erg aantrekkelijk” vinden.

Bewustzijn is zo ook te lezen als een wedstrijdverslag van een diepe strijd tussen filosofen en meer empirisch ingestelde wetenschappers. De sympathie van de auteurs ligt niet per se bij de filosofen. Want wat hebben die toch veel mallotige gedachtenexperimenten losgelaten op veelal het fenomenale bewustzijn! Zoals dat van ‘Mary’ die theoretisch álles van kleuren weet maar opgroeit in een zwart-witwereld en dan ineens kleuren kan zien – zou ze de kleuren herkennen? En er is de filosoof die de wereld wil ervaren zoals een vleermuis, kán dat wel? Of het idee dat iemand blauw ziet als rood maar het tóch ‘blauw’ noemt.

Superinteressant allemaal, maar een van de meest bevredigende ervaringen van het lezen van dit veelzijdige boekje is dat deze gedachtenspinsels een voor een worden ontmanteld.

Lees ook: Ons bewustzijn is fonkelende software in een apenbrein