Het huidige systeem voor verkeersboetes past niet in een rechtsstaat, zegt deze econoom

Twee jaar na een kritisch advies van het Openbaar Ministerie over het Nederlandse (verkeers)boetestelsel is het kabinet eindelijk met een reactie gekomen. Demissionair minister David van Weel (Justitie, VVD) meldde afgelopen vrijdag aan de Tweede Kamer dat hij het voorstel van het OM om verkeersboetes te verlagen wel begreep, maar dat hij het vanwege „financiële uitdagingen” niet zal uitvoeren.

Het OM kwam in het voorjaar van 2023 met een advies om de proportionaliteit in een uit balans geraakt boetesysteem te herstellen. Daarvoor zouden de verkeersboetes met zo’n 30 procent moeten worden verlaagd. Andere mogelijkheid was bepaalde boetes een tijd niet te laten meestijgen met de inflatie. Omdat opeenvolgende ministers van Justitie verkeersboetes hebben gebruikt om gaten in de begroting te dichten, liggen die boetes inmiddels 116 procent hoger dan in 2005 – meer dan het dubbele van de inflatie in de afgelopen twintig jaar.

Van Weel schrijft de Tweede Kamer dat 300 miljoen euro nodig is om door het OM voorgestelde maatregelen door te voeren, maar dat hij het geld er niet voor kan vrijmaken. Bovendien, schrijft hij, is in het regeerprogramma „een tendens van harder straffen afgesproken”, waardoor voor verlaging van boetes onvoldoende draagvlak in het demissionaire kabinet zou zijn.

Econoom Merel van Rooy publiceerde vorig jaar de Boetefabriek, waarin ze schetst hoe de overheid een strenge wet steeds hardvochtiger uitlegt. Aanmaningen schieten gauw de hoogte in en tienduizenden mensen, vooral die met een al krappe beurs, raakten erdoor in grote financiële problemen. „Boetes zijn een slecht medicijn met hevige bijwerkingen”, aldus Van Rooy, die erop wijst dat met zo’n duizend boetes per uur een verkeersboete in Nederland de meest gegeven straf is. „Dat dit rechtvaardig gebeurt, is heel belangrijk voor het vertrouwen in het bestuur”, zegt ze.

Wat dacht u toen u de kabinetsreactie op het advies van het OM las?

„Ik dacht: de begroting heeft het weer gewonnen. Dat begrotingsregels zo onbuigzaam zijn en er nu eenmaal een ‘financiële klem’ op dit probleem zit, wordt vaak gepresenteerd als een heilige natuurwet. Maar dat is natuurlijk niet zo. Het is een frame dat verhult dat er wel degelijk een keuze wordt gemaakt: voor de schatkist, en niet voor overwegingen rond rechtvaardigheid en proportionaliteit.”

Merel van Rooy

Foto Puck Soetens

Het OM adviseerde de verkeersboetes met 30 procent te verlagen. U kwam in recent onderzoek voor het Instituut voor Publieke Economie tot een vergelijkbare conclusie. Waarom is een verlaging van die omvang noodzakelijk?

„Vanaf de jaren negentig zijn de verkeersboetes heel vaak verhoogd om tekorten op de begroting te helpen dekken. Maar de boetes die rechters opleggen, zijn veel minder verhoogd. De verkeersboetes stegen twee keer zo snel als de boetes via het strafrecht, en dat veroorzaakte een disbalans: het hoort zo te zijn dat als jij een ernstigere overtreding begaat, de boete ook hoger is.

„Dat principe staat op de tocht. Een straf hoort proportioneel te zijn. Als je dat overboord zet, en je begint mensen te straffen met een soort belasting, voer je een te repressief beleid. Dat is ook de reden waarom naast Openbaar Ministerie ook de Raad van State, politievakbonden en het CJIB [Centraal Justitieel Incassobureau, dat verkeersboetes int] zich hiertegen uitspreken.”

Waarom is het een probleem dat verkeersboetes als een soort belasting worden gebruikt?

„Boetes zijn een straf en geen belasting. Een overheid die een financiële drijfveer heeft om haar burgers zoveel en zo hard mogelijk te straffen, en om die straf steeds te verhogen, past niet bij een rechtsstaat. Dat hoor je gewoon niet te doen.”


Lees ook

Verkeerd parkeren zwaarder beboet dan mishandeling: hoe het boetestelsel uit balans raakte

Een verplaatsbare flitspaal aan de Jan van Galenstraat in Amsterdam.

Verkeersboetes hebben ook als doel dat mensen zich aan de regels houden. Is dat niet strijdig met een verlaging?

„Dat is inderdaad de meest gehoorde kritiek op het voorstel boetes te verlagen: je kunt de boete toch voorkomen door je aan de regels te houden? Maar het gaat er hier om dat de overheid zich óók aan regels moet houden op het moment dat je straffen vaststelt, en wel aan de proportionaliteitsregels. Die worden nu met voeten getreden.

„Verkeersveiligheid is natuurlijk heel belangrijk, maar het is niet bewezen dat verder verhogen van boetes de verkeersveiligheid daadwerkelijk vergroot. Op een gegeven moment is er voldoende afschrikking. Er is een omslagpunt, maar waar dat ligt, is niet nooit echt goed onderzocht.”

Hoe zou de trend van steeds hogere boetes om gaten in de begroting af te dekken gekeerd kunnen worden?

„De Tweede Kamer nam vorig jaar een motie aan om boetes te verlagen, maar had er toen geen financiële dekking voor. Het makkelijkst zou zijn als de Kamer zelf een dekking zou voorstellen. Maar eigenlijk zouden de begrotingsregels rond verkeersboetes moeten veranderen. Nu stelt het ministerie van Justitie die boetes vast. Als de inkomsten tegenvallen, moet het ministerie dat op de eigen begroting ‘oplossen’. Het rapport van het Instituut van Publieke Economie stelt voor inkomsten uit boetes niet in te calculeren in de begroting, maar de hoogte van boetes te laten vaststellen door het OM in plaats van door Justitie.

„Je zou ook een maatschappelijke kosten-batenanalyse moeten maken, om te zien of die boetes nog het gewenste effect hebben en wat het opleggen ervan doet met schulden. Ik hoop dat we die dynamiek kunnen verslaan, en niet alleen naar het financiële plaatje kunnen kijken, maar ook naar de proportionaliteit en goed bestuur.”