
Lang woelen voor het inslapen. Niet goed doorslapen. Veel te vroeg wakker worden. Eén op de tien volwassenen heeft hier chronisch last van, volgens een Canadees overzichtsartikel. Studies onder studenten in Zuidoost-Azië vonden zelfs percentages van 35 tot 70 procent – en de Hersenstichting houdt het op de helft. Is het iets typisch voor mensen, met hun gejaagde levens en schermpjes tot laat op de avond? Of hebben dieren hier ook last van?
In laboratoria zijn muizen en ratten een veelgebruikt model voor slaaponderzoek. Net als mensen vertonen zij duidelijke slaap-waakcycli, inclusief REM-slaap (de fase van rapid eye movements, in verband gebracht met dromen). Wanneer deze dieren blootstaan aan stress, sociale isolatie of afwijkende lichtschema’s, ontwikkelen ze slaapstoornissen die opvallend veel lijken op menselijke slapeloosheid. Dat maakt ze waardevolle modellen voor het ontrafelen van de fysiologie van slaap en de mechanismen achter slapeloosheid, en voor het testen van slaapmedicatie.
Ook andere zoogdieren kunnen slaapproblemen ervaren. Apen in gevangenschap vertonen soms slapeloosheid wanneer hun behuizing te steriel of te lawaaierig is, of als ze onder sociale druk staan. Een Amerikaanse studie stelde vast dat het slaapgedrag van chimpansees in gevangenschap sowieso „dynamisch en complex” was, „met frequent ontwaken”. Resusapen die in een andere studie vroeg van hun moeder waren gescheiden, hadden hun hele leven verhoogde niveaus van het stresshormoon cortisol en vertoonden een verstoord slaap-waakritme.
Belgische en Duitse onderzoekers analyseerden honderden uren aan nachtelijke video-opnames van wilde chimpansees in Afrika. Zij ontdekten dat chimpansees normaal gesproken één ononderbroken slaapperiode per nacht hebben, in principe net als wij, in tegenstelling tot de „dynamische” slapers uit de Amerikaanse dierentuinstudie. Maar onder invloed van externe factoren ontwaakten de chimps wel vaker, bijvoorbeeld door warmte, regen, de aanwezigheid van roofdieren, en verstoring door mensen of olifanten.
Ook honden en katten zijn niet immuun voor slaapproblemen. Sommige stokoude honden krijgen ‘hondendementie’, waarbij het slaap-waakritme ontregeld raakt – net als bij veel mensen met alzheimer. Verder zijn bij honden niet zozeer in- of doorslapen een probleem, maar andere zaken zoals narcolepsie (op onverwachte momenten zomaar in slaap vallen) en slaapapneu (een plotselinge ademstop tijdens het slapen). Sommige honden, en ook katten, kunnen last krijgen van nachtonrust of hyperactiviteit door stress, bijvoorbeeld na een operatie of bij veranderingen in hun voeding of leefomgeving.
Grotere zoogdieren, zoals paarden en koeien, slapen van nature kort en fragmentarisch: in totaal maar zo’n vier tot vijf uur per etmaal. Zij slapen vooral staand, maar voor hun dagelijkse halfuur REM-slaap moeten ze wel gaan liggen. Op plekken waar koeien te weinig ruimte hebben om te liggen, of gestrest zijn door de boerderijpraktijken, slapen zij minder dan gemiddeld. Bij paarden is het ‘REM-deprivatiesyndroom’ een bekend verschijnsel: ze vallen om wanneer ze te lang niet hebben gelegen.
En dan heb je nog allerlei dieren die nooit met twee hersenhelften tegelijk slapen: walvissen en dolfijnen, die 24 uur per dag actief boven water moeten ademhalen, maar ook non-stop vliegende vogels zoals albatrossen en gierzwaluwen. Pinguïns zijn recordhouders: die doen tienduizend microdutjes op een dag en slapen nooit langer dan 34 seconden. Volgens onze definitie zouden we dat flinke slapeloosheid noemen. Maar voor al deze dieren is dit de normaalste zaak van de wereld. Vogels krijgen pas slaapproblemen als mensen ze verstoren. Verschillende studies legden verbanden met stadslicht en -lawaai, maar ook met klimaatverandering.
