Weinig zo indrukwekkend als de bezwete hoofden van ingenieurs, een man die aftelt „trois… deux… un…”, en dan het donderende geraas van een ontbrandende raketmotor. Vervolgens zacht geruis bij het beeld van een raket die steeds dieper in de hemel verdwijnt, om ons een blik op de kosmos te geven.
De kijker kan de lancering van de James Webb-ruimtetelescoop (JWST), en alle spanning eromheen, uitgebreid beleven in de Netflix-documentaire Unknown: Cosmic Time Machine. De rest van de 64 minuten durende documentaire is overigens ook de moeite waard. De makers laten fragmenten zien van ingenieurs in witte overalls en mondkapjes die worstelen met de ingewikkelde bouw van deze grootste en krachtigste ruimtetelescoop tot nu toe. En van manoeuvres die in ongelooflijke precisie vanaf de aarde moesten worden uitgevoerd na de lancering.
JWST vertrok op Eerste Kerstdag 2021 naar de ruimte. De telescoop met vergulde spiegel van 6,5 meter, opgebouwd uit achttien hexagonale stukjes, draait nu rondjes om de zon, anderhalf miljoen kilometer verder dan de aarde om de zon cirkelt. Daar vandaan maakt de telescoop astronomen en liefhebbers blij met de meest waanzinnige foto’s.
Bijvoorbeeld met een foto waarmee we dertien miljard jaar terug in de tijd kijken. Of een gedetailleerde foto van Jupiter. Of een afbeelding van de binnenkant van de uitdijende Ringnevel op ongeveer 2.250 lichtjaar van de aarde.
Je zou zo bijna vergeten dat JWST ooit hét zorgenkindje was van de ruimtevaart. Een van de geïnterviewden vertelt bijvoorbeeld hoe het niet goed aandraaien van tienduizend schroeven zorgde voor zes maanden vertraging. Kosten: 150 miljoen dollar.
Uiteindelijk werd de begroting voor de telescoop enorm overschreden. NASA zou die bouwen voor 1,6 miljard dollar, maar het werd al met al tien miljard. Er werd zelfs even gedacht om helemaal te stoppen met JWST.
Na ruim tien jaar vertraging ging JWST eindelijk op zijn eerste reis van zo’n tienduizend kilometer van Californië, over de oceaan, naar de ruimtehaven Kourou, een lanceerbasis in Frans-Guyana, aan de noordoostkust van Zuid-Amerika. Daar filmden de documentairemakers hoe de directeur van NASA’s wetenschapsafdeling, Thomas Zurbuchen, vlak voor de lancering twee verschillende toespraken schreef. Eén voor een geslaagde lancering. Eén voor een mislukking.
Ook interessant is de tweede helft van de documentaire, waarin ingenieurs vertellen over hun werk ná de lancering. De telescoop moest een reis door de ruimte maken van zes maanden naar zijn uiteindelijke bestemming waarbij veel kon mislukken. Tijdens de reis klapten de spiegel en het zonneschild uit (die zaten opgevouwen in de raket) en stelden NASA-technici JWST scherp met commando’s vanaf de aarde. In totaal waren er 344 punten waarop het mis kon gaan. Ter vergelijking: landen op Mars heeft 80 à 90 van dat soort single-points-of-failure.