Er bleek een dramaserie nodig om de Britse posties vrij te pleiten

„Je bent de enige met dit probleem.” „Niemand anders heeft dit gemeld.” „Dit komt alleen bij jou voor.”

Duizenden Britse postkantoorbeheerders kregen jarenlang variaties op deze zinnetjes te horen als ze naar de hulplijn van hun computersysteem belden. Het bleek onzin. In werkelijkheid kreeg die lijn honderden telefoontjes per dag, duizenden per maand, allemaal met vragen en klachten over het IT-systeem waarmee de postkantoren werkten.

Het Post Office-schandaal is al jarenlang bekend in het Verenigd Koninkrijk: meer dan negenhonderd postkantoorbeheerders werden tussen 1999 en 2015 onterecht veroordeeld voor het plegen van diefstal, fraude of valsheid in geschrifte. Ze hadden onverklaarbare tekorten op hun balans. Maar de fouten bleken bij Horizon te liggen, het softwaresysteem dat werd ontworpen én beheerd door het Japanse technologiebedrijf Fujitsu. Bestuurders bij de Post Office verdedigden het systeem.

Sinds door een rechtszaak in 2019 duidelijk werd dat de postkantoorbeheerders niets te verwijten viel, maar de Post Office zelf fout zat, verliep het opnieuw bekijken van de veroordelingen traag. Begin dit jaar waren de zaken van nog geen honderd beheerders tenietgedaan. Ook met compensatie schoot het niet op, terwijl veel gedupeerden tienduizenden ponden hadden ingelegd om hun vermeende kastekorten weg te werken. Ze leenden geld bij vrienden of familie en staken zich in de schulden.

Toch komt de politiek pas nu, 25 jaar nadat de eerste problemen met Horizon aan het licht kwamen, serieus in actie. Premier Rishi Sunak noemt het schandaal „een van de grootste gerechtelijke dwalingen uit de Britse geschiedenis” en hij heeft wetgeving aangekondigd die alle onterechte veroordelingen in één keer ongedaan maakt. De politie kondigde een strafrechtelijk onderzoek aan naar mogelijke misdaden gepleegd bij de Post Office en Fujitsu. En afgelopen week zei een hoge manager van Fujitsu voor het eerst dat zijn bedrijf „de morele plicht heeft” om mee te betalen aan compensatie voor de gedupeerden.

Recordaantal kijkers

Zo machtig kan een televisiedrama zijn. Begin deze maand zond de Britse zender ITV de documentairedramaserie Mr Bates vs The Post Office uit – vier delen, vanaf volgende week donderdag te zien bij de NPO. De serie trok per aflevering gemiddeld bijna tien miljoen kijkers en maakte veel woede en verontwaardiging los bij de Britten. Ineens zag de regering wél de noodzaak tot uitzonderlijke maatregelen voor eerherstel. En ex-bestuursvoorzitter van de Post Office Paula Vennells, die in de jaren waarin het misging standaard alle problemen ontkende, gaf onder grote publieke druk haar koninklijke onderscheiding terug.

In plaats van citaten en uitleg van betrokkenen waar ‘gewone’ media mee werken, volgt Mr Bates vs The Post Office vier gezinnen van postkantoorbeheerders van dichtbij. Zo wordt duidelijk hoe hun leven beheerst werd door de valse beschuldigingen en hoe meedogenloos de Post Office hen heeft behandeld. „Heb vertrouwen in het Britse rechtssysteem”, probeert Lee Castleton, een van de centrale figuren in de serie, zijn vrouw gerust te stellen als hij voor de rechter moet verschijnen vanwege zijn kastekorten. „Ik vertel gewoon de waarheid en dan komt het goed.”

Beeld uit de ITV-dramaserie Mr Bates vs The Post Office
Beeld uit de ITV-dramaserie Mr Bates vs The Post Office

Maar Lee Castleton, de echte, verloor. Hij vertegenwoordigde zichzelf bij de rechter omdat hij geen geld had voor een advocaat en hij ging failliet door de 321.000 pond (bijna 375.000 euro) proceskosten die hij moest betalen. Zijn kinderen werden gepest, in het dorp werd hij voor dief uitgemaakt, hun huis moesten ze verkopen. Later bleek dat de Post Office zijn zaak als voorbeeld voor andere postkantoorbeheerders wilde gebruiken, om te laten zien dat ze bereid waren Horizon te verdedigen. En de advocaat die de Post Office vertegenwoordigde zei dat ze wisten dat Castleton de kosten van zijn verlies niet kon betalen.

In het VK heerst verwondering dat er een dramaserie nodig was om de politiek in actie te laten komen. Zelfs bij journalisten die al jaren over het schandaal schrijven. Karl Flinders hielp met zijn verhalen bij tijdschrift Computer Weekly de misstanden onthullen. Hij zei tegen dagblad The Guardian dat andere media weinig deden met zijn verhalen: „Het zijn computers. Het zijn postkantoorbeheerders. Zo interessant klinkt het niet.” De dramaserie van ITV heeft voor elkaar gekregen waar hij al vijftien jaar op hoopte, zei Flinders ook.

‘Gewone taal graag’

Op de vijfde verdieping van een chic kantoorpand, middenin Londen, wordt duidelijk waardoor anderen misschien afhaakten. Een onafhankelijke onderzoekscommissie is hier bezig om de waarheid rond Horizon en de fouten van de Post Office en Fujitsu boven tafel te krijgen. HNG-X, KEL, ARQ’s, de afkortingen vliegen door de zaal als een van Fujitsu’s managers uit die tijd wordt verhoord. „In gewone taal alstublieft”, vraagt de advocaat van de commissie.

In de zaal waar de hoorzittingen plaatsvinden, met dichte luxaflex en een systeemplafond, is het ook drukker sinds de tv-serie. Plukjes geïnteresseerde burgers zitten stil te luisteren. Lee Bellamy is een van hen en heeft vandaag „moeite de verhoren te volgen, zo technisch is het”.

Hoe konden zij, de kleine zelfstandige ondernemers op wie Britten vertrouwden, ineens met zovelen tegelijk fraudeurs blijken te zijn?

Bellamy werkte als adviseur in preventie van financiële misdaad voor grote bedrijven en snapt niet waarom er geen belletje ging rinkelen bij de Post Office: „Wij hadden bij één bedrijf hooguit een handvol zaken per jaar. Als dat er ineens veel méér waren geweest, zouden we wel vragen hebben gesteld. Het lijkt alsof zij zichzelf er juist mee feliciteerden dat ze zoveel criminelen hadden opgespoord.” Dat de Post Office zelfstandig mag vervolgen was nieuw voor hem. Een wet uit 1985 geeft particulieren en bedrijven die mogelijkheid, al wordt dit nu waarschijnlijk aangepast.

De onderzoekscommissie, waar getuigen onder ede worden gehoord, begon in september 2020 na aandringen van het Britse Lagerhuis. Een handvol parlementariërs nam de verhalen van de postkantoorbeheerders uit hun kiesdistricten van begin af aan serieus. Hoe konden zij, de kleine zelfstandige ondernemers – de Post Office werkt hoofdzakelijk met franchisenemers – die vaak een centrale plaats in de samenleving innamen, de posties op wie Britten vertrouwden, ineens met zovelen tegelijk fraudeurs blijken te zijn?

Een aardige Tory

Twee postkantoorbeheerders in één district die de wacht wordt aangezegd, dat kan geen toeval zijn, dacht James Arbuthnot (Conservatieve Partij) in 2009. Sindsdien voerde hij in het Lagerhuis campagne om de problemen met Horizon te laten uitzoeken. Nu feliciteert iedereen hem, maar jarenlang kreeg hij te horen dat niemand iets kon doen „omdat de Post Office op een armlengte afstand staat” van de overheid, zei hij afgelopen week tegen The Times. Terwijl het postkantoorbedrijf staatseigendom is. „Als je een gevaarlijke hond hebt die bijt, kun je ook niet zeggen: ‘Het spijt me, die hond staat op armlengte afstand van mij’.”

In de tv-serie zit een grap over Arbuthnot: „Wie had gedacht dat een Tory aardig kon zijn”, zegt een van de gedupeerden vanaf de bank als het Lagerhuislid op tv opkomt voor de inwoners van zijn district. Ondanks zijn constructieve rol zien veel Britten hem als uitzondering. Ze beschouwen dit schandaal als verschijnsel van een fundamenteler probleem; dat in hun land veel publieke voorzieningen niet meer werken zoals zou moeten. En dat een hardvochtige opstelling tegen hardwerkende Britten een bewuste keuze is geweest, waarbij gewone burgers slachtoffer zijn geworden van een complexe overheid.

„Het voelt gewoon niet alsof onze overheid en instellingen nog voor ons werken”, vatte Gwyneth Hughes, een van de auteurs van Mr Bates vs The Post Office, het samen tegen de BBC. Hoe langer ze aan de serie werkte, hoe meer ze doorkreeg dat ze aan „een microkosmos van Groot-Brittannië” schreven.

Beeld uit de ITV-dramaserie Mr Bates vs The Post Office

De Post Office is wel eigendom van de Britse staat maar staat dus ‘op armlengte afstand’, dat is een officiële categorie overheidsinstellingen in het VK. Ze hebben vaak een eigen raad van bestuur, een leidinggevend team, er is ook nog een minister verantwoordelijk en de technische ondersteuning is meestal uitbesteed. „Deze wirwar betekent dat er genoeg kandidaten voorhanden waren als een verantwoordelijk persoon wilde dat iemand ánders een probleem had moeten aanpakken”, schrijft denktank Institute for Government in een artikel over de lessen die de overheid uit dit schandaal zou moeten trekken.

De vraag is nu of de inrichting van publieke dienstverlening inderdaad grondig wordt bekeken. „Het schandaal legt de tekortkomingen van al onze instituties bloot”, schrijft columnist Allister Heath voor het conservatieve dagblad The Telegraph. Dit gebeurt er dus als de staat zich voordoet als particulier bedrijf, concludeert hij: „We krijgen het slechtste van alle werelden. Overbetaalde middelmatige huurlingen met een allesoverheersend gevoel ergens aanspraak op te kunnen maken.” Instellingen moeten volgens hem of door ministeries worden gerund, of geprivatiseerd worden.

Een uitbesteed land

Dan is er nog de rol van Fujitsu. Tot vorige week schreef de Japanse techgigant zich nog in voor Britse aanbestedingsprocedures, onder meer voor een waarschuwingssysteem voor overstromingen en als ‘strategisch partner’ voor de toezichthouder op het onderwijs. Maar het bedrijf kondigde afgelopen donderdag aan met zulke inschrijvingen te stoppen tot de onderzoekscommissie haar conclusies heeft getrokken. Een besluit onder druk, aangezien de regering-Sunak zou hebben bekeken of het mogelijk was om Fujitsu uit te sluiten van aanbestedingen vanwege beroerde prestaties in het verleden.

Maar „de Britse uitbestede staat” is nauw verweven met Fujitsu, stelt het linkse tijdschrift The New Statesman vast. Het Japanse techbedrijf heeft sinds 2012 bijna tweehonderd opdrachten voor de Britse overheid gedaan. Ze werkten voor allerlei ministeries, de Londense metro, gezondheidsdienst NHS en de belastingdienst. Hoe dan ook is sinds de Conservatieve Partij aan de macht kwam in 2010 het bedrag dat de overheid aan externe dienstverlening uitgeeft, sterk gestegen: van 66 miljard pond in 2010 naar 222 miljard pond vorig jaar.

Voor de Post Office intussen is precies gebeurd waar de top van het bedrijf altijd bang voor was, door hun eigen toedoen. Hun reputatie als betrouwbaar, sympathiek en solide instituut is aan diggelen. De populariteit van de Post Office als mogelijke werkgever was al gedaald vóór de tv-serie uitkwam en zal nu alleen nog maar verder zijn afgenomen.

Vorige week moest Steve Bradshaw getuigen bij de onderzoekscommissie, als één van de fraudeonderzoekers van de Post Office was hij betrokken bij de vervolging van negen postkantoorbeheerders. Hij zou enkele van hen hebben geïntimideerd, maar Bradshaw ontkende alles. In 2012 tekende hij een verklaring dat hij vertrouwen had in Horizon, nu zei hij dat advocaten die voor hem hadden geschreven.

Jo Hamilton, één van de gedupeerden, zei na afloop dat ze Bradshaw „puur Post Office” vindt. En iedere Brit begrijpt wat ze daarmee bedoelt.