N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Roland Garros Het tweede grandslam van het jaar is een superevent met 300 miljoen euro aan inkomsten. Voor de tennisfans is ‘Parijs’ prijzig maar niet onbetaalbaar.
Het is net even voor 10.00 uur op de maandagochtend als Kim Clijsters in Porte de Versailles met haar zoontje met een busje bij Hotel Oceania aankomt. Ze groet vriendelijk. De 39-jarige oud-prof checkt in met een berg aan bagage en bereidt zich als analist van Eurosport voor op twee weken tennis op Roland Garros. Het prestigieuze tennistoernooi waar ze twintig jaar geleden in de finale stond tegen haar aartsrivaal Justine Henin-Hardenne. Clijsters ging destijds kansloos ten onder. Het zijn lang vervlogen tijden. In allerlei opzichten. Ook voor Clijsters die het tennis nu als moeder vanaf de zijkant beleeft.
Het toernooi van Roland Garros is in sportief opzicht vrijwel hetzelfde gebleven, maar heeft op zakelijk gebied in twintig jaar een metamorfose ondergaan. De Open Franse tenniskampioenschappen zijn vandaag veel meer dan een toernooi waar de belangrijkste prijzen op gravel zijn te verdienen. Het tweede grand slam van het jaar is verworden tot een superevent met circa 300 miljoen euro aan inkomsten. Daarvan gaat er 4,6 miljoen euro’s naar de winnaars. Gelijk verdeeld over de mannen en de vrouwen. Clijsters moest het destijds doen met 409.500 euro. Dat was 10.500 euro minder dan Martin Verkerk als verliezend finalist bij de mannen kreeg.
Verlies Van de Zandschulp
Het prijzengeld van de mannen en de vrouwen is sinds 2007 gelijk verdeeld. Er is in totaal dit jaar 49,6 miljoen euro te verdelen onder de 256 proftennissers en de verliezers van het kwalificatietoernooi. Voor een verliezer in de eerste zoals de Nederlander Botic van de Zandschulp, die zoveel last had van zijn enkel dat hij in vier sets ten onder ging tegen de onervaren Argentijn Thiago Tirante, ligt een bedrag van 69.000 euro klaar. Als troostprijs voor een achteraf in sportief opzicht zinloos optreden. „Ik heb de afgelopen weken steeds met een gekneusde enkel gespeeld, maar wilde het toch op Roland Garros proberen. Het werkte niet. Ik stop er voorlopig mee totdat ik me weer zonder pijn kan bewegen”, zei Van de Zandschulp die opbiechtte dat hij na zijn verloren finale in München waarin vier matchpoints verloren gingen „ergens tegenaan was gekomen” waardoor er „een ei” op zijn voet was gekomen. „Hoe dat precies zit vertel ik maar beter niet”, aldus Van de Zandschulp in de persruimte van Roland Garros.
Van de Zandschulp verbleef dit jaar nauwelijks langer op Roland Garros dan de gemiddelde bezoeker die het toernooi één of twee dagen aandoet. Verschil is wel dat Van de Zandschulp met tienduizenden euro’s naar huis ging, terwijl de toeschouwers vaak honderden tot duizenden euro’s kwijt zijn met het kijken naar tennis. En alles wat daarbij komt. Veel is er op het complex aan de prijzige kant, maar de kaartjes, eten en drinken en souvenirs zijn zeker niet onbetaalbaar. Een portie Franse frietjes kost 7 euro en voor een kopje koffie betaal je 3,75 euro. Voor ieder eettentje of koffiekraampje staan rijen. De happy view legt het zonder problemen neer. Anderen nemen hun eigen voedsel mee en tappen water uit machines.
De naar schatting 615.000 toeschouwers die dit jaar Roland Garros zullen bezoeken, betalen 39 euro voor een dagpas voor de bijbanen tot 450 euro voor een plek bij de finale van de mannen op zondag. Zoals Dick Flink en Henk van Broekhuizen die samen met vier anderen uit Zoetermeer twee kaarten voor het stadion en vier dagkaarten met elkaar delen. „Mag eigenlijk niet, maar zo kunnen we toch allemaal een paar mooie partijen zien”, zegt Van Broekhuizen die naast Van de Zandschulp ook Novak Djokovic zag spelen.
Roland Garros is hét voorbeeld van een evenement waar internationale tennisliefhebbers bij willen zijn. Vrijwel nergens anders kan het publiek de profs van zo dichtbij zien. Daarbij nemen velen die het kunnen betalen de kosten voor lief. Het complex naast het Bois de Boulogne barst ondanks een flinke uitbreiding aan de stadskant nog altijd uit zijn voegen. Het is overal vol. Zo maakt de Oekraïense moeder Elina Svitolina voor een paar duizend toeschouwers een succesvolle rentree op Roland Garros tegen de Italiaanse Martina Trevisan. Haar nieuwe coach Raemon Sluiter en echtgenoot Gaël Monfils zitten klappend langs de kant.
Op hetzelfde moment is Van de Zandschulp onder het oog van zijn nieuwe coach Sven Groeneveld en enkele tientallen Nederlanders bezig aan een lijdensweg. De beste Nederlandse tennisser loopt hoofdschuddend over het gravel en slaagt er niet in zijn tegenstander zijn wil op te leggen. Van de Zandschulp maakt maar liefst 62 onnodige fouten tijdens het verlies dat zelf wijt aan fysiek malheur. Zijn tegenstander Tirante is zo verbaasd dat hij na het laatste punt niet eens doorheeft dat de partij voorbij is. Lachend gooit hij toch maar zijn handen in de lucht.
Het Nederlandse publiek druipt af. „Verschrikkelijk”, zegt tennisfan Frank Bunnik, die niets mee heeft gekregen van de voetblessure van Van de Zandschulp.
La Grande Boutique
Tussen de wedstrijden door brengen velen een bezoek aan La Grande Boutique waar het een onophoudelijk dringen van mensen is. Er is voor ieder wat wils. Iedere twee seconden wordt er een product verkocht. Een spelershanddoek voor 50 euro, een petje in gravelkleur met het logo van Roland Garros voor 26 euro en de beroemde Panama-hoed voor 95 euro. Het is wachten geblazen voor de 23 kassa’s waar op het laatst nog het best verkochte product van de winkel ligt: een linnen Roland Garros tas voor 10 euro. Daarvan werden er vorig jaar 35.000 verkocht.
Roland Garros is in vergelijking tot de andere drie grandslamtoernooien in Melbourne, Londen en New York misschien wel het meest toegankelijke toernooi. De Australian Open en de US Open zijn ver weg voor de Europese tennisliefhebber en Wimbledon is van oudsher veel meer een evenement voor de elite. „Natuurlijk zijn we wel wat geld kwijt, maar in verhouding is Roland Garros goedkoper dan golf of Formule 1. Het tennistoernooi van Rotterdam is ook veel duurder. Je kunt hier voor 39 euro zo drie partijen op een dag zien”, stelt Van Broekhuizen. „Het is prachtig om echt de snelheid van de bal te zien.” Zijn metgezel Dick Frank knikt instemmend: „Qua Nederlands tennis was het niks. Thuis zou je de tv misschien uitzetten. Maar de ambiance vergoedde hier veel. Zo niet alles.”