Dilan Yesilgöz: minister die niet bang is voor de zesde keer te vragen hoe het zit

Google minister Dilan Yesilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid, VVD) en je weet hoe haar hond heet (Moos), hoe haar woning in Amsterdam eruitziet, dat ze fan is van Ajax en maffiaserie The Sopranos. Je kunt lezen dat ze ontzettend van countrymuziek houdt en het gevoel heeft dat ze eigenlijk uit de Amerikaanse staat Georgia komt (maar ze gelooft niet in reïncarnatie). Ze heeft de ziekte van Werlhof, een auto-immuunziekte waar ze na een operatie – haar milt is verwijderd – in het dagelijks leven weinig last meer van heeft. En ze heeft een tattoo op haar pols: de naam van haar oma, Sara. Je zult ook haar vluchtverhaal vinden; in de jaren tachtig vluchtten Yesilgöz, haar ouders en zusje vanuit Turkije naar Nederland.

Die openheid laat ze ook zien in haar bestuursstijl. Deze maand is het een jaar geleden dat Dilan Yesilgöz (45) aantrad als minister van Justitie en Veiligheid in kabinet-Rutte IV. Mensen die met haar werken, noemen haar bestuursstijl verfrissend: ze is „authentiek”, stelt zich „open en kwetsbaar” op. Dat was bij vorige justitieministers wel anders, klinkt het. Zo kon haar voorganger Ferd Grapperhaus „uit de hoogte” doen. Ze vinden ook dat Yesilgöz tot nu toe goed beslagen ten ijs komt.

Toen bekend werd dat Yesilgöz minister van Justitie zou worden, kreeg ze behoorlijk wat kritiek over zich heen. Ze is de eerste justitieminister sinds 1814 die géén jurist is. Op andere departementen is het gewoner dat bewindspersonen geen autoriteit zijn in hun vakgebied dan op het ‘zware’ ministerie van Justitie en Veiligheid. In de media reageerden juristen kritisch op haar benoeming. „Ik ben bang dat deze minister meer gaat varen op het regeerakkoord en de VVD-koers dan op haar ambtenaren”, zei advocaat Job Knoester in januari vorig jaar in talkshow M.

„Ik begreep de kritiek toen wel, maar tot nu toe vind ik het geen gemis”, zegt Tweede Kamerlid en jurist Michiel van Nispen. Namens de SP voert hij sinds 2014 het woord over justitie en veiligheid. Van Nispen heeft de indruk dat Yesilgöz inhoudelijk goed op de hoogte is en begrijpt waar ze het over heeft. „En ze staat echt open voor ideeën en kritiek vanuit de Kamer, zonder eerst allerlei verdedigingslinies op te werpen.”

Ook Jan Struijs vindt dat Yesilgöz „redelijk tot goed” in haar dossiers zit. Hij doelt op de politie-gerelateerde dossiers. Als voorzitter van NPB, de grootste politievakbond van Nederland, heeft hij veel contact met Yesilgöz over politie-aangelegenheden. „Als ze iets niet begrijpt, dan vraagt ze er gewoon op door. Kwetsbaarheid is haar kracht”, zegt Struijs. „Dan zegt ze: ‘Sorry Jan, ik vraag het nu voor de zesde keer’. Dan leg ik het nog eens uit en dan zegt ze: ‘Ja, nu valt het kwartje, nu snap ik het’.”

Eén van de grootste uitdagingen waar Yesilgöz als minister voor staat is de bestrijding van georganiseerde (drugs)criminaliteit, die de afgelopen decennia veel terrein heeft gewonnen in Nederland. In april schreef ze in een Kamerbrief dat die bestrijding „de komende periode” haar „topprioriteit” zal zijn. Als minister houdt Yesilgöz zich dan ook veel bezig met de politie. Daar zijn ook nog eens grote personeelstekorten en de Landelijke Eenheid – waar de aanpak van georganiseerde criminaliteit onder valt – kampt intern met problemen als falend leiderschap, pestgedrag en suïcides door agenten.

Yesilgöz neemt het in het openbaar vaak op voor politieagenten. Laatst nog, in de Tweede Kamer, tijdens een aanvaring met Sylvana Simons (BIJ1). Volgens Simons benadeelde de politie bewust anti-Zwarte Piet-demonstranten. Net als Simons zei Yesilgöz dat ze geïrriteerd was. „Ik laat mijn politieagenten niet wegzetten alsof ze doelbewust op burgers afstappen om hen in elkaar te meppen”, zei ze fel.

„Ik heb nog nooit een minister meegemaakt die zo populair is bij de politiemensen als Yesilgöz”, zegt Struijs. Hij is nu zes jaar voorzitter van de NPB, daarvoor werkte hij 35 jaar in allerlei functies bij de politie. „Politiemensen houden van duidelijke taal, en die spreekt Yesilgöz. Ze pakt de problemen bij de politie goed op en ze gaat vaak op werkbezoek. Als ik dan drie weken later toevallig op dezelfde plek kom, hebben ze het nog over haar.” Volgens Struijs krijgt de minister veel rechtstreekse mails van agenten. Tijdens het WK voetbal schreven ze haar bijvoorbeeld over hun optreden bij de rellen rond het WK, dat ze dat zwaar vonden. „Dat is de prijs van die laagdrempeligheid van haar; ze wordt veel benaderd.”

In een video op het YouTube-kanaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid vertelt Yesilgöz dat ze op werkbezoek gaan het leukste vindt aan haar werk. Dat zou ze eigenlijk nog wel meer willen doen. Bij een werkbezoek wil ze „geen powerpointpresentaties of in een kantoortje zitten”, maar „gewoon met de mensen op stap”.

Toen ze nog in Turkije woonden, zetten Yesilgöz’ Koerdische vader en Turkse moeder zich in voor gelijke rechten voor onder meer vrouwen en Koerden. Daardoor moesten ze vluchten voor de Turkse autoriteiten. Toen ze zich in Nederland politiek ging oriënteren, zocht Yesilgöz vanwege de achtergrond van haar ouders eerst aansluiting bij linkse partijen. Op haar negentiende werd ze lid van de SP, later was ze actief voor GroenLinks en daarna voor de PvdA. Bij elke partij was ze snel weer weg; ze voelde zich er als liberaal niet thuis.

Geen grote dossierkennis, meeslepende betogen en scherpe interrupties, maar ze was onverschrokken, resoluut en doortastend

„Ik zie wel liberale geesten bij linkse partijen, individuen, maar die partijen bestaan nog altijd bij de gratie van anderen redden. Dus moeten er slachtoffers zijn en dat zijn vaak mensen die ergens anders zijn geboren”, zei Yesilgöz in december 2021 in een interview met Trouw. „De strijd van mijn ouders is altijd gericht geweest op vrijheid en verantwoordelijkheid, en dat heette in Turkije nu eenmaal links. Voor die kern van het liberalisme wilde ik me inzetten en daarom koos ik voor de VVD.”

Toen Yesilgöz voor de VVD in de Amsterdamse gemeenteraad en in de Tweede Kamer zat, werd ze door sommigen als rechts-populistisch gezien. Ze werkte graag met de simpele redenering ‘als A, dan B’. Daarbij betrof A vaak een overtreding van de wet, en B stond dan meestal voor ‘hard aanpakken’. Kraken was verboden (A), dus krakers moesten „veel harder” worden „aangepakt” (B). Ook complexere problemen hield Yesilgöz graag eenvoudig. „Dat de Iraakse rechtbanken in sommige gevallen nog steeds de doodstraf hanteren, daar staat de VVD pragmatisch in”, zei ze nadat ze had verkondigd dat ze niet wilde dat Nederlandse IS-vrouwen in Nederland berecht zouden worden.

Al toen ze raadslid was, mocht ze haar meningen zeer regelmatig op de landelijke televisie laten horen, wat bijzonder is voor een lokale politicus. „Ze kent de emoties en belangen van haar kiezers goed en kan goed verwoorden wat zij denken en voelen”, zegt Yoeri Albrecht, directeur van het Amsterdamse debatcentrum De Balie. Samen met Yesilgöz was hij in 2015 en 2016 vaste commentator bij praatprogramma Studio PowNed. „Maar populisme gaat in mijn ogen verder. Dan beloof je je kiezers steeds dingen die je niet kan waarmaken. En dat deed ze niet.”

Populistisch of niet, Yesilgöz is in ieder geval politiek handig. Al in de gemeenteraad werd ze gezien als een goede debater. Niet zozeer inhoudelijk, wel qua stijl, zeggen politieke tegenstanders die destijds met haar in de raad zaten. Geen grote dossierkennis, meeslepende betogen en scherpe interrupties, maar ze was onverschrokken, resoluut en doortastend. Overigens deed ze wel gewoon haar „huiswerk” en is ze intelligent, wordt er gezegd, maar ze had duidelijk meer lol in het politieke dan dat ze een dossiervreter was.

Als minister heeft Yesilgöz een stuk minder de ruimte om politiek te zijn, maar ze is niet bang om ook in deze rol af en toe (partij)kleur te bekennen. Zo zei ze afgelopen november in De Telegraaf: „De discussie over het legaliseren van harddrugs is leuk voor bij de borrel. Ik heb geen tijd voor dit soort filosofische discussies.” De VVD is tegenstander van het legaliseren van harddrugs.

Ook afgelopen september tijdens haar HJ Schoo-lezing – de officieuze opening van het parlementaire jaar, georganiseerd door weekblad EW – vertolkte Yesilgöz het VVD-geluid. Het was een lange toespraak, maar in de opiniehoeken van de media gingen voor- en tegenstanders vooral los op wat ze had gezegd over het ‘wokisme’. „Onze vrije samenleving heeft open debat nodig, dat is onze zuurstof […] Man of vrouw: vind een paar ballen en wees weerbaar, zou ik zeggen. In een open samenleving moet je een schild ontwikkelen.”

Volgens Laura Huisman, plaatsvervangend hoofd voorlichting van de VVD, was de Schoo-lezing echt Yesilgöz’ „eigen verhaal”, dus ook het gedeelte over ‘woke’. „Ik heb de speech pas gelezen toen ze ’m al helemaal had geschreven. Daarna heb ik alleen voorgesteld om hier en daar extra aandacht te geven aan bepaalde partijpolitieke elementen.”

Toch blijft de vraag hangen of Yesilgöz als politicus niet vooral een radertje in de VVD-machine is. Ze is ontzettend snel opgeklommen binnen de partij; in 2014 begon ze als gemeenteraadslid met haar politieke carrière. Ze heeft bovendien altijd met uiterste precisie de VVD-lijn van law and order gevolgd.

„Ik heb haar in fractievergaderingen nooit een stellige mening horen verkondigen die niet des VVD’s was”, zegt oud-fractiegenoot in Amsterdam Daniël van der Ree. „Terwijl andere collega’s dat wel met enige regelmaat deden. Ik kan natuurlijk niet in haar hoofd kijken, maar als je heel ambitieus bent – en dat was ze – dan zul je je misschien ook extra conformeren naar de organisatie waar je in werkt.”

De meesten die NRC voor dit profiel sprak hebben echter het idee dat Yesilgöz hoofdzakelijk authentiek is. Ze zeggen dat ze zelf ook écht stellig overtuigd was van wat ze als politicus in debatzalen en interviews verkondigde, alleen verwoordde ze het daar misschien wat ongenuanceerder.

Haar zachte en zorgzame kant bewaart Yesilgöz voor achter de schermen. Als Kamerlid maakte ze bijvoorbeeld na een hectische periode Sinterklaasgedichtjes voor haar medewerkers, vertelt Alyssa Voorwald, die in 2017 en 2018 Yesilgöz’ persoonlijk medewerker was.

Jan Struijs vertelt dat hij laatst „een of ander overleg” had met Yesilgöz en dat ze toen zijn overhemd rechttrok en zijn colbert schikte. „Let je wel op je kledinglijn, Jan?” aldus Yesilgöz, die er zelf altijd tiptop uitziet. Op de Prinsjesdagborrel, afgelopen september, trok ze vriendin Marja Ruigrok apart. Ruigrok was fractievoorzitter van de Amsterdamse VVD in Yesilgöz’ tijd als raadslid. „Ik zat niet lekker in mijn vel en kreeg haar volle aandacht. Ze gaf me goed advies, heel fijn. Terwijl ze daar als minister was en eigenlijk terug de menigte in moest.”

Yesilgöz wordt binnen de VVD gezien als één van de potentiële opvolgers van premier Mark Rutte. Annemarie Jorritsma, VVD-fractievoorzitter in de Eerste Kamer, bevestigt dat. „Ze is een groot talent.” Uit onderzoek van EenVandaag van afgelopen juni bleek dat VVD-kiezers haar ook zo zien: na oud-voorzitter van de Tweede Kamerfractie Klaas Dijkhoff en Eerste Kamerlijsttrekker Edith Schippers vinden kiezers Yesilgöz de meest geschikte opvolger van Rutte.

Of Yesilgöz zelf ambities heeft om premier te worden, is niet duidelijk. Maar over zo’n ambitie is het ook verstandiger te zwijgen in Den Haag, anders krijg je misschien niet wat je wil. In Amsterdam wisten zelfs zeer dierbare collega’s niet of ze naar Den Haag wilde. Binnen een paar jaar was het zover.