Deze Israëlische schrijver ontrafelt als geen ander het geheim van het leven en de liefde

Recensie

Boeken

Eshkol Nevo In drie verhalen laat deze Israëlische schrijver zien hoe ongrijpbare menselijke gevoelens tot verwarring binnen een liefdesrelatie kunnen leiden.

Een sinaasappelboom in de Joodse wijk van Jeruzalem.
Een sinaasappelboom in de Joodse wijk van Jeruzalem.

Foto Marji Lang/LightRocket via Getty Images

Zelfs de liefde staat in Israël voortdurend onder hoogspanning. Niet zozeer omdat die op den duur aan slijtage onderhevig is als de een geen moeite meer doet om zich in de ander te verdiepen, want dat gebeurt overal. Maar wel omdat in Israël, op de ultra-orthodoxe Joden na, iedereen zo’n drie jaar in militaire dienst moet en dan in een hele of halve oorlogssituatie belandt, die voor menigeen een traumatische ervaring is. Vandaar dat na afloop van die dienstplicht veel Israëliërs ‘de reis-na-het-leger’ maken, waarin vaak alle remmen losgaan.

In ‘Weg des doods’, het eerste van de drie verhalen die Eshkol Nevo (Jeruzalem, 1971) bundelde in Gevoelige informatie speelt zo’n ‘reis-na-het-leger’ een belangrijke rol. De verteller is hier de pas gescheiden percussionist Omri, die tijdens een vakantie in Bolivia kennis maakt met twee jongere landgenoten, de neurotische violist Ronen en zijn intrigerende vrouw Mor. Ze zijn op huwelijksreis, maar hebben het nu al moeilijk met elkaar. Nog diezelfde avond klopt Mor bij Omri op zijn hostelkamer aan. Ze komt voor advies, huwelijksadvies. En juist omdat Omri gescheiden is, denkt ze van hem te kunnen horen waarom liefdes uitdoven.

Omri vertelt haar nu een verhaal over zíjn ‘reis-na-het-leger’, met zijn vrouw. Ze hadden getwijfeld tussen India en Australië als bestemming, maar uit budgettaire overwegingen kozen ze voor dat eerste land. Eenmaal daar bleek zijn vrouw ineens ontevreden over hun keuze. Zoals ze in de loop van haar huwelijk ontevreden zou blijken te zijn over alles en uiteindelijk ook over hem.

In dat hostel ontstaat een behoorlijke mate van openhartigheid tussen beiden. Als Omri bij het afscheid Mor nog zegt dat een vakantiereis juist een manier bij uitstek is om je geliefde echt te leren kennen, in positieve en negatieve zin, kust ze hem als dank hartstochtelijk op de mond. Alsof ze zich daarmee bevrijdt van haar beklemmende gevoel en ze haar huwelijk een nieuwe kans durft te geven.

Dat die kus toch niet veel goeds belooft, weet je dan al, want het verhaal begint ermee dat Omri, terug in Israël, in de krant leest dat Ronen tijdens een fietstocht over een levensgevaarlijke weg in de bergen van Bolivia in een ravijn is gestort. En dan is er nog die eerste zin: ‘Mijn advocaat zegt dat ook als we besluiten te liegen voor de rechtbank, het nuttig is om te weten wat de waarheid is.’

Verbeelding

Omri ontmoet Mor hierna opnieuw bij haar thuis, tijdens de sjivve, de Joodse rouwperiode voor een dode. Hij wil dat ze hem vertelt wat zich tijdens die fatale fietstocht heeft afgespeeld. Maar dat kan ze niet, met als verklaring: ‘Zolang je iets niet vertelt, is het alsof het niet gebeurd is. En kun je jezelf vertellen dat het allemaal verbeelding is.’

Wanneer hij haar aanraadt dat in de derde persoon te doen, lukt het haar wel. Alsof ze het over een ander heeft. En dan wordt duidelijk dat Ronens dood vooral het gevolg is van zijn jaloezie en verlatingsangst.

Tot op het laatst laat Nevo je raden naar de ware toedracht van het drama. En ook al worden Mor en Omri op een gegeven moment van respectievelijk moord en medeplichtigheid verdacht, het doet niets af aan de spanning van het verhaal. Want in plaats van om de plot, gaat het Nevo vooral om de ongrijpbaarheid van menselijke gevoelens, over de vaak vergeefse zoektocht naar intimiteit en over de verwarring die daardoor binnen een liefdesrelatie ontstaat.

Om diezelfde thematiek draait ‘Familiehistorie’, het tweede verhaal in de bundel. Hierin voelt Asjer Karo, een 68-jarige arts die net weduwnaar is geworden, zich op een vaderlijke manier aangetrokken tot zijn veel jongere collega Liat. Opnieuw begint het met een advocaat en de aanloop naar een bekentenis, al weet je dan nog niet waarover. En ook nu voert Nevo hetzelfde stramien. Zo bestaat er net als in ‘Weg des Doods’ een sterke Seelenverwandschaft tussen beide hoofdpersonen. Die begint als Liat Schuberts sonate 644 in A-groot in Asjers aanwezigheid neuriet. Met die sonate is indertijd zijn liefde met zijn vrouw Niva begonnen. Nu hij die muziek opnieuw hoort, is het alsof hij zijn vroegere opwinding weer ervaart.

Vanaf dat moment wordt Liat een obsessie voor de eenzame, ongelukkige Asjer. Op sociale media probeert hij van alles over de jonge vrouw te weten te komen. Zo leest hij op Facebook dat haar vader vroeg is overleden en dat ze veel van hem hield. Over hem schrijft ze: ‘Mijn vader heeft me geleerd dat van iemand houden gekwetst worden betekent.’ Het is bijna alsof Nevo hier een verband wil leggen met Ronen uit ‘Weg des Doods’, wiens vader ook veel te jong is gestorven om zijn zoon ontredderd achter te laten.


Lees ook deze recensie van een boek van Zeruya Sjalev

Als Liat op een gegeven moment een verhouding krijgt met een andere arts in het ziekenhuis, een notoire versierder die zijn prooien na een paar weken steevast aan de kant zet, stuurt Asjer haar een waarschuwing via de mobiele telefoon van Niva. Ook redt hij haar van een agressieve patiënt.

Maar het gaat mis als de Casanova-arts Liat aan de kant zet en zij haar toevlucht zoekt bij Asjer. Op bezoek bij hem thuis valt ze op de bank in slaap, waarop hij haar net iets te intiem streelt. Liat schrikt wakker en beschuldigt hem van een poging tot aanranding. De volgende dag beklaagt ze zich bij de ziekenhuisdirectie, die disciplinaire maatregelen overweegt.

Nachtmerries

Asjer, die geteisterd wordt door nachtmerries over zijn tijd als dienstplichtig militair in de Jom Kippoer-oorlog van 1974, raakt in paniek. Hij probeert zich te redden door middel van een list, die alles te maken heeft met de spermabank waar hij als student zijn zaad tegen betaling inleverde, om zo de dure uitjes met Niva te kunnen financieren. Het is een komische noot in een verder somber verhaal, waarin Nevo opnieuw aantoont hoe eenzaam mensen zijn en hoe veelbetekenend de voortijdige dood van een ouder of geliefde kan zijn.

Die eenzaamheid blijkt ook uit het derde verhaal, ‘Een man loopt een citrusboomgaard in’. Ook hier komt de politie om de hoek kijken. Maar dan om een oudere vrouw te helpen, wier man tijdens hun wekelijkse wandeling in een citrusboomgaard ineens spoorloos verdwijnt. Is hij vermoord? Heeft hij zelfmoord gepleegd? Is hij ontvoerd? Wat zeggen zijn korte verhalen, die hij onder pseudoniem op internet heeft geplaatst? En wat is de rol van zijn vrouw, van wie tijdens het politie-onderzoek uitkomt dat ze een seksuele verhouding met een ander heeft, terwijl ze niet minder van haar eigen man houdt?

Net als in ‘Familiehistorie’ is er ook nu een verbindende schakel met het eraan voorafgaande verhaal. Deze keer in de persoon van dokter Karo, die de drugsverslaafde zoon van het echtpaar behandelt. Maar de voornaamste rode draad is opnieuw de mate waarin je je geliefde al dan niet kent. Volgens Nevo is dat het enige waar het in het leven echt om draait. En daar heeft hij gelijk in.