De zwaarste zeilrace ter wereld sponsoren? Liever niet


Ocean Race De enige Nederlandse boot vaart niet de volledige Ocean Race, omdat er niet voldoende geld opgehaald kon worden. „Jammer, het heet niet voor niets de Ocean Race.”

De omstandigheden aan boord van de zeilschepen zijn zeer zwaar tijdens de Ocean Race.
De omstandigheden aan boord van de zeilschepen zijn zeer zwaar tijdens de Ocean Race.

Foto Brian Carlin/Volvo Ocean Race

De laatste anderhalve week voor de start van de Ocean Race verloopt volgens een vast stramien. Elke dag varen de zeilschepen oefenraces van een paar uur in en rond de haven van Alicante, meestal met gasten aan boord. Er is tijd voor onderhoud aan de boten. Dan zaterdagavond een borrel met het hele team – de zeilers, familieleden, management en geldschieters. Het is een moment om stil te staan bij het avontuur dat deze zondagochtend voor een publiek van naar schatting zo’n 75.000 toeschouwers begint: een zeilrace van zes maanden rond de wereld.

In die laatste dagen voor de start is de spanning onder de deelnemers altijd goed voelbaar, zegt oud-zeezeiler Gideon Messink. Zes keer al deed hij mee aan het vierjaarlijkse evenement dat in 1973 begon als de Whitbread Race en tot voor kort de Volvo Ocean Race heette, drie keer als zeiler en drie keer als teamdirecteur. Vooral de oversteek van de Indische Oceaan boezemt ontzag in, vertelt Messink. „Dan ben je als team wekenlang op jezelf aangewezen, zonder hulp van vliegtuigen, schepen of helikopters.”

Volgens kenners kost meedoen aan de race al gauw zo’n 15 miljoen euro

Ook nu is Messink er weer bij. Hij is manager en initiatiefnemer van ‘Team JAJO’, de enige Nederlandse boot die zondag aan de start staat. Toch is de spanning nu minder groot dan voorheen, volgens Messink. Want van een race om de wereld is geen sprake voor de Nederlandse équipe. Team JAJO – naar de hoofdsponsor, bouwbedrijf Janssen de Jong – doet mee aan een uitgeklede variant van de Ocean Race, een nieuwe klasse die alleen voorziet in drie ‘sprintetappes’ in de buurt van Europa.

Uit nood geboren

Dat is geen keuze uit luxe. In april was Messink nog vol vertrouwen dat het Nederlandse team een volwaardige Ocean Race zou varen: bijna 60.000 kilometer verdeeld over zeven etappes, via onder meer Kaapstad (Zuid-Afrika) en Itajaí (Brazilië). De voorinschrijving was gedaan. Aan de boot, die onder de naam Team Brunel al twee Ocean Races heeft gevaren, hoefde alleen nog wat gesleuteld te worden en de campagne werd gesteund door zeezeiler Carolijn Brouwer, winnaar van de laatste Volvo Ocean Race (2018) met het Chinese Dongfeng. „Voor de dertiende maal (staat) een Nederlands team aan de start van ’s werelds meest prestigieuze zeilwedstrijd rond de wereld”, stond in het persbericht.


Lees ook: een profiel van Carolijn Brouwer, winnaar van de laatste Ocean Race in 2018

Maar nog geen half jaar later was het optimisme verdwenen. Sailing Holland, de stichting achter het Nederlandse initiatief, maakte bekend toch níét mee te doen. Reden: het was niet gelukt genoeg geld op te halen bij sponsors om „een volwaardige campagne op te tuigen”. Andere teams bleken vergelijkbare problemen te hebben. En dus werd op het laatste moment een oplossing bedacht om de kosten te drukken en toch van start te gaan. Ze zouden wel deelnemen, maar alleen aan de korte etappes. „Dat is vijf keer goedkoper”, zegt Messink. „Zo is het nog min of meer goed gekomen. Maar natuurlijk vind ik het jammer, het heet niet voor niets de Ocean Race.”

Gedroogd voedsel

De vraag is waarom het zo moeilijk is sponsors te vinden. De Ocean Race is op het oog heel ‘sponsorgeniek’ én heeft een lange Nederlandse traditie. De zeilrace is mondiaal – en gaat over duurzaamheid, wind, innovatie, doorzettingsvermogen, avontuur. Mannen en vrouwen die de strijd aangaan met elkaar en met de elementen, overleven op gedroogd voedsel en drie uur slaap per etmaal. Alles waarmee je als Nederlandse multinational geassocieerd wilt worden.

Allemaal waar. Maar de Ocean Race is óók duur. Zeilers en staf moeten worden betaald, het inschrijfgeld voldaan, de boot onderhouden en apparatuur de wereld over getransporteerd. Exacte budgetten zijn geheim, maar volgens kenners kost een volledige campagne al gauw zo’n 15 miljoen euro. Tel daar een paar miljoen bij op en je kunt een fatsoenlijke wielerploeg een jaar lang aan alle grote wedstrijden laten meedoen. En die worden vrijwel dagelijks op televisie uitgezonden, de Ocean Race niet.

Daar komt bij dat sinds de vorige editie, waar twee Nederlandse boten aan meededen (Team Brunel en Team AkzoNobel), veel is veranderd. De pandemie, natuurlijk, waardoor de start van de Ocean Race al een keer is uitgesteld. Het gevaar dat aankomstplekken door eventuele nieuwe lockdowns onbereikbaar worden, heeft potentiële sponsors voorzichtig gemaakt, zegt marketingdeskundige en zeilkenner Marc-Antony Taminiau. Ook de dood van de ervaren Britse zeezeiler John Fisher tijdens de vorige Ocean Race – hij sloeg overboord in de Zuidelijke Oceaan – kan bedrijven afschrikken, denkt Taminiau.

Wat ook niet helpt is dat de Ocean Race tegenwoordig twee categorieën kent. De traditionele ‘VO65-klasse’ van zeilboten die voor de Ocean Race van 2014 zijn ontworpen en die allemaal min of meer hetzelfde zijn. En een nieuwe categorie van zeilboten met foils – een soort vleugels waardoor de boten boven het water zweven. Deze IMOCA-klasse, vooral populair in Frankrijk, geeft veel vrijheid om met het ontwerp te experimenteren. Het zijn deze zeilschepen die wél de volledige Ocean Race gaan varen.

Messink heeft er geen spijt van dat hij niet op de IMOCA-klasse heeft ingezet, zegt hij. Hij houdt van het principe dat de beste zeilers winnen, niet de beste boot. Tegelijkertijd ziet hij ook dat de schepen met foils de toekomst hebben. Messink hoopt dat in volgende edities wordt gekozen voor een soort IMOCA-eenheidsklasse. En dat het weer lukt Nederlandse multinationals warm te maken voor het evenement.

Deze Ocean Race dient nu om jong talent te laten rijpen, zoals Jelmer van Beek, de 28-jarige schipper van de Nederlandse boot. Messink: „Ik hoop dat deze talenten straks ook weer de wereld over mogen.”