De vroege orkaan Beryl heeft diverse records gebroken

Orkaan Beryl bereikt waarschijnlijk deze woensdag het eiland Jamaica. Het Amerikaanse National Hurricane Center waarschuwt voor „levensbedreigende winden en stormvloeden”, net als afgelopen weekend, toen de orkaan op de Bovenwindse Eilanden afraasde. Daar richtte Beryl op een aantal eilanden een ravage aan. Zover bekend zijn er twee mensen overleden, een op Grenada en een op Saint Vincent.

1 Waarom is Beryl zo bijzonder?

Omdat hij verschillende records heeft gebroken. Niet eerder heeft zich zo vroeg in het orkaanseizoen op de Atlantische Oceaan (van 1 juni tot 30 november) zo’n krachtige orkaan kunnen ontwikkelen. Afgelopen zondag, 30 juni, was Beryl uitgegroeid tot een categorie-4-orkaan, en maandagavond bereikte hij zelfs de zwaarste categorie, 5. Volgens de definitie treedt er bij categorie 4 „catastrofale schade” op met knakkende bomen, stroomuitval en ernstige schade aan woningen. Er horen windsnelheden bij van 209 tot 251 km/u – bij categorie 5 is dat 252 km/u of meer.

Het vorige record stond op naam van orkaan Dennis, die op 8 juli 2005 de categorie-4-status had bereikt, zo meldde meteoroloog Philip Klotzbach van de Colorado State University op X. De tot nog toe vroegste categorie-5-orkaan was Emily, van 17 juli 2005.

Wat orkaanspecialist Nadia Bloemendaal, verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en het KNMI, verder nog bijzonder vindt aan Beryl, is dat hij in het weekend „binnen 48 uur explodeerde” van een tropische storm tot categorie-4-kracht. „Dat is heel snel. We noemen dat rapid intensification.” Bloemendaal legt uit dat Beryl is ontstaan uit een cluster onweersbuien die zich voor de kust van Afrika hadden gevormd, en die door de passaatwinden in westelijke richting dreven. „70 procent van de orkanen op de Atlantische Oceaan ontstaat daar.”

2 Hoe kan Beryl zo vroeg in het orkaanseizoen zijn ontstaan?

Omdat het oceaanwater nu al temperaturen van 28, 29 graden Celsius heeft, zegt Bloemendaal. „De meeste tropische stormen en orkanen ontstaan in augustus, september en oktober als het zeewater warmer is dan 26,5 graden Celsius en er veel clusters van onweersbuien boven Afrika ontstaan”, schreef Bloemendaal eerder dit jaar in een nieuwsbericht over het waarschijnlijk actieve orkaanseizoen dat de Cariben te wachten staat – het KNMI monitort dat gebied. Hoe warmer het zeewater hoe meer verdamping, opstijgende lucht en wolkenvorming. Er kan dan een lagedrukgebied ontstaan. Als die depressie zich kan blijven voeden met de energie uit warm zeewater kan die, in combinatie met het corioliseffect (door de draaiing van de aarde buigt de baan van een wolkenmassa), uitgroeien tot een storm, en verder tot een orkaan.

De Atlantische Oceaan is al ruim een jaar extreem warm. Daarom was er vorig jaar ook een actief orkaanseizoen. Dat was in zekere zin een verrassing, zegt Bloemendaal, want vorig jaar deed zich in de Stille Oceaan ook een El Niño voor. Die zorgt ter plekke voor extra warmte en een hoge luchtvochtigheid, maar ook voor dalende, relatief droge lucht boven de Atlantische Oceaan. En dat belemmert daar juist de vorming van orkanen. „Maar het water was er zo warm, en bevatte zoveel energie, dat de opstijgende, vochtige lucht door de blokkade van de dalende, droge lucht brak”, zegt hij.

Inmiddels is deze El Niño voorbij. De komende maanden is de kans groot dat zijn tegenhanger, een La Niña, zich aandient, zo verwacht het NOAA. Dat zorgt voor een omgekeerd effect, zegt Bloemendaal. „Op de Atlantische Oceaan gaat de opstijgende lucht dan juist in de overdrive.” Daarom wordt ook voor dit jaar weer een zeer actief orkaanseizoen verwacht.

3 Waarom is de Atlantische Oceaan al ruim een jaar zo warm?

Welke factoren hier allemaal aan hebben bijgedragen, is nog niet duidelijk, zegt Dewi Le Bars, KNMI-collega van Bloemendaal. Hij schreef er vorige maand een nieuwsbericht over. Klimaatverandering verklaart een deel. De oceanen nemen 90 procent op van de extra warmte die aan het aardoppervlak blijft hangen door de almaar toenemende concentratie broeikasgassen in de atmosfeer.

Maar er speelt meer. Wellicht heeft de positie van het Azorenhoog ook een rol. Dat is een hogedrukgebied in de Atlantische Oceaan dat windpatronen beïnvloedt. „Als je zwakke wind hebt mengt het warmere water aan het oppervlak minder met het koudere, diepere water”, zegt Le Bars. En dat is wat wetenschappers zien: vooral de bovenste 50 meter van de Atlantische Oceaan was afgelopen jaar uitzonderlijk warm. Wat daarin ook nog kan hebben meegespeeld, zegt Le Bars, is een toename van inkomende zonnestraling. Schepen stoten sinds 2020 minder vervuiling uit, waardoor de lucht schoner is. Ook zagen wetenschappers vorig jaar april en mei relatief weinig Saharastof boven de oceaan.

En wellicht is het ook de extreem warme Atlantische Oceaan die in Nederland al maanden voor die aanhoudende regen zorgt. Er zit veel waterdamp in de lucht boven de oceaan, en westenwind kan die onze kant opbrengen, schreef het KNMI drie weken geleden. Le Bars: „Maar we hebben nog geen solide studie die al die regen verklaart.”