De duivelse keramiek van rocker Nick Cave gaat ook over Nick Cave zelf

Rocker Nick Cave heeft een nieuwe liefde: keramiek maken. Na enkele romans, een slordige dertig albums, een reeks filmscenario’s en poëziebundels, concentreert de als woest bekend staande zanger zich nu op glazuur, kleuren en de juiste manier om petieterige gezichtsuitdrukkingen in klei weer te geven. De interesse begon tijdens de pandemie. Toen hij thuis zat wees zijn vrouw Susie Bick hem op zijn oude liefde voor beeldende kunst. Cave (66) deed in geboorteplaats Melbourne ooit de kunstacademie.

In Susie’s studio in hun woonplaats Brighton, waar zij kleding ontwerpt, installeerde hij zich met met een draaischijf en een pak klei, in een witte laboratoriumjas over zijn dagelijkse kleren. Als vorm koos hij de flatback, de Britse sculptuur die populair werd in de negentiende eeuw. De veelal door kinderhandjes uitgevoerde beeldjes waren bedoeld voor op de schoorsteenmantel. De achterkant is plat, vandaar de naam. Het tafereel aan de voorkant was veelal pastoraal, met dartelende paarden of herderinnetjes in het gras.

Voor zijn flatbacks koos Cave een ander thema: het leven van de duivel. Zo heet ook de serie die nu te zien is in galerie Xavier Hufkens in Brussel, The Devil – A Life. In een lichte ruimte op de derde etage van de galerie staan de keramiekfiguren naast elkaar op een lang buffet. Ze zijn wisselend van formaat, sommige klein, sommige hoger. Ze zijn glanzend geglazuurd in helder rood, roomwit, goud, roze, zwart.

Cave beeldt zijn onderwerp af als mens, en wel als man. De duivel is eerst baby, dan peuter, jongeling, strijder, echtgenoot, vader, en uiteindelijk is hij bezig te sterven, geflankeerd door twee zonen in Devil Bleeds To Death. Tussendoor flirt hij met matrozen, vecht hij met een leeuw en wordt verliefd.

Zijn uiterlijk verandert: als kleine jongen heeft de duivel gouden horens, als hij verderop in de reeks zijn onschuld verliest, kleuren ze donker. De uitvoering is klassiek en gedetailleerd. Cave gaf zijn personages glimlachjes, gewelfde wenkbrauwen en naturalistische oortjes. In interviews vertelt hij over zijn zoektocht naar het juiste rode pigment voor de mantel van de duivel als jongeling. Ook het bakken in de oven, waarbij de klei niet mag barsten, vereiste oefening.

En zo kleide en bakte, mengde en studeerde de voormalige wildeman op dit nieuwe ambacht. Ook als kunstenaar is Cave secuur, blijkt. Net zoals hij aandacht geeft aan zijn rockoptredens, bemoeide hij zich hier met de opstelling en de belichting van zijn kunstwerken. Hij was ook aanwezig bij de opening, begin april, toen een lange rij geïnteresseerden zich om het statige woonblok slingerde.

In interviews vertelde Cave dat hij een persoonlijke band heeft met de beeldjes. Ze verbeelden wat hem betreft emoties zoals liefde, verdriet, schaamte, berouw. Hun verhaal gaat niet alleen over de duivel, het gaat ook over Cave zelf. Hij zegt dat zijn ervaringen van de afgelopen tien jaar hier een rol spelen. In die periode overleden twee van zijn vier zonen. Volgens Cave is het beeldje Devil in Remorse, waar hij zijn gezicht in zijn handen begraven heeft, op te vatten als een zelfportret. Het verwijst naar het „schuldgevoel” jegens zijn kinderen, omdat hij ze niet voldoende heeft beschermd.

Het slotbeeld verbeeldt verlossing. Op Devil Forgiven ligt de stervende duivel naast een klein blond jongetje dat in een verzoenend gebaar zijn handen naar hem uitstrekt.

The Devil – A Life t/m 11 mei, in galerie Xavier Hufkens, Brussel. Info: xavierhufkens.com